Het gaat in tegen het algemene gevoel én tegen de electorale trends, maar de economische crisis heeft de Vlaming niet egoïstischer gemaakt. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek van socioloog Mark Elchardus. De Vlaming blijkt gehecht aan zijn welvaartsstaat en aan zijn sociale bescherming – al moet het zuiniger en zonder misbruiken.
Socioloog Mark Elchardus (VUB) kreeg van het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten een bijzondere vraag: zoek uit wat de Vlaming van onze welvaartsstaat vindt. ‘Want’, zo legt algemeen secretaris Paul Callewaert uit, ‘een ziekenfonds verdedigt per definitie ons stelsel van sociale bescherming, en bij uitbreiding de welvaartsstaat. Maar we kunnen dat model alleen met succes verdedigen als we de sterktes en de zwaktes ervan kennen. Die moet je onder ogen durven te zien.’
Elchardus, gewezen voorzitter van de Socialistische Mutualiteiten, zag hoe in de vier decennia na de Tweede Wereldoorlog de armoede verminderde en de gelijkheid toenam. ‘Maar vanaf de jaren zeventig begon het te kantelen, en toen kwamen er vier neoliberale decennia. Het effect daarvan zie je het best in de Verenigde Staten. In de plaats van een algemene verhoging van de welvaart kwam er een spectaculaire toename van de verarming. Zelfs een slogan als ‘de rijken worden rijker, de armen worden armer’ gaat voor de VS niet meer op: alleen de allerrijksten worden er nog rijker. Het gros van de middenklasse verarmt. En dat duurt nu al veertig jaar.
In de jaren zeventig woedde er een economische crisis. In het jargon van die tijd: dus waren er ook voor de sociale zekerheid ‘grenzen aan de groei’.
Mark Elchardus: De ongebreidelde uitbreiding van de verzorgingsstaat kon inderdaad niet blijven duren. Er moest aan gesleuteld worden, en daar zijn we nog altijd mee bezig. Alleen werd vanuit de Angelsaksische wereld een radicale aanval ingezet op de verzorgingsstaat. En de Amerikaanse president Ronald Reagan en de Britse premier Margaret Thatcher gebruikten het liefst ethische argumenten om hun sociaaleconomische ingrepen te verantwoorden: ‘We gaan de armen toch niet betalen om niets te doen?’ was een van de nieuwe ‘inzichten’. Men deed sociale zekerheid af als een systeem dat een armoedecultuur had veroorzaakt, met luiheid, gezinsontbinding en stijgende criminaliteit tot gevolg. Die radicaal-Angelsaksische kritiek is ook naar België overgewaaid.
Paul Callewaert: Ik ben opgegroeid in een tijd dat verkiezingen gewonnen werden met de liberale slogan ‘Niet u, maar de staat leeft boven zijn stand’. Terwijl de staat natuurlijk de optelling van alle u’s was, en we allemaal moesten inleveren. Dat was een brutale aanval op de sociale zekerheid. Vandaag maken we een soortgelijk offensief mee. Maar waar men vroeger de aanval inzette met kruisraketten – hevig maar wat onnauwkeurig -, doet men het vandaag met stealths en drones. Het gebeurt minder zichtbaar, maar men wil ons veel preciezer treffen.
Toch spraken ook socialisten in morele termen over de sociale zekerheid. Patrick Janssens (SP.A) schreef er zelfs een boekje over: Voor wat hoort wat.
Elchardus: Binnen de sociaaldemocratie waren er na verloop van tijd twee stromingen om de sociale zekerheid te moderniseren. De eerste, internationaal dominant, was de visie van Britse socioloog Anthony Giddens. Hij vond dat de oude verzorgingsstaat niet aangepast was aan de erg geïndividualiseerde maatschappij. Daaruit trok hij dan maar de conclusie dat we moesten stoppen met stelsels van collectieve bescherming en we alle verantwoordelijkheid beter zouden doorschuiven naar de individuen: ‘Maak de mensen vrij.’ Die Derde Weg werd nadrukkelijk gepropageerd door New Labour en de Nederlandse PvdA van Wouter Bos.
En in België door Paars.
Elchardus: Socialisten als Frank Vandenbroucke en Patrick Janssens delen met Giddens de analyse van een ‘geïndividualiseerde samenleving’, maar ze trekken er andere conclusies uit. Namelijk: we kunnen geen collectieve bescherming blijven organiseren als we iedereen hoogst individueel zijn zin laten doen. Daar ben ik het trouwens mee eens. Met Voor wat hoort wat is Janssens in Antwerpen teruggekeerd naar een basisprincipe van de sociaaldemocratische verzorgingsstaat: het principe van de wederkerigheid.
In België zijn er altijd meer budgettaire dan morele argumenten geweest om te besparen in de sociale zekerheid.
Elchardus: Toch is ook die ‘morele’ kritiek in ons politieke discours geslopen. De meest klakkeloze overname van de standpunten van rechtse Amerikaanse Republikeinen gebeurde door het Vlaams Blok. Daar sprak men van ‘uitkeringsverslaafden’. Maar het Tweede Burgermanifest van Guy Verhofstadt (Open VLD) en het boek De vergeten vernieuwing van Bert Anciaux ademden ook die sfeer. Als VU-voorzitter viseerde Anciaux, ik citeer, ‘de werkloze notarisvrouw die met haar stempelgeld haar Chrysler Le Baron Convertible onderhoudt’. Dat is een taai element gebleven in ons sociale denken: dat het geld niet terechtkomt bij wie het nodig heeft.
Het ‘mattheuseffect’, zoals Herman Deleeck van het Centrum voor Sociaal Beleid het noemde.
Elchardus: Ik heb veel respect voor Deleeck. Zijn eerste bekommernis was het vergroten van de doelmatigheid van de sociale zekerheid. Daar is niets mis mee.
Callewaert: Integendeel, een doelmatig en zuinig beheer van de sociale zekerheid is zelfs essentieel. Zo hebben wij er onlangs mee voor gezorgd dat de ziekenhuizen zuiniger zullen factureren. Tot voor kort mocht een ziekenhuis zijn patiënten een volle ligdagprijs aanrekenen bij hun opname, en ook één voor de dag van hun ontslag. Zo werd er stelselmatig één dag te veel gefactureerd, zonder dat er reële hotelkosten of verpleegkundige zorg tegenover stonden. Dat kan nu niet meer. Het is een goed voorbeeld van een maatregel die tegelijk de sociale zekerheid ‘goedkoper’ maakt en daarbovenop financieel voordelig is voor de patiënt.
Maar de armoede stijgt, ook in ons land. Ondanks de sociale zekerheid.
Elchardus: Natuurlijk moet de sociale zekerheid de armen zo veel mogelijk ondersteunen. Maar tegelijk is het inherent aan elk vangnet dat er mazen zijn. Altijd zullen er mensen in de armoede terechtkomen. De uitspraak ‘het geld komt niet terecht bij wie het zou moeten hebben’ getuigt dus vooral van een foute visie op de sociale zekerheid. De sociale zekerheid is niet bedoeld om de armsten der armen te helpen. De sociale zekerheid is gemaakt voor de brede middenklasse. Ze staat de middenklasse toe goed te leven, om niet de hele tijd voor armoede te hoeven vrezen. Ze geeft de mensen de veerkracht om iets te durven doen met hun leven.
Dat is ook de legitimiteit van een stelsel dat uiteindelijk niet goedkoop is: we doen er allemaal ons voordeel mee.
Elchardus: En dat beseft de Vlaming bijzonder goed. Kijk naar onze enquête: 62 procent is het eens met de stelling ‘Door de sociale zekerheid wordt voor velen het leven vrijer en aangenamer’. Dat is ook hét fundamentele inzicht van ons onderzoek: het draagvlak voor de sociale zekerheid en voor het gelijkheidsstreven is heel sterk in dit land. Het is zelfs toegenomen. Tien jaar geleden was het publiek veel gevoeliger voor de bewering dat de burgers zonder veel sociale zekerheid konden. Ik beschouw het als een uitloper van het bombardement aan antisociale uitspraken uit de jaren negentig. Natuurlijk had dat een tijdlang invloed op de publieke opinie. Maar eenmaal die kritiek was gaan liggen, bleek de welvaartsstaat veel robuuster dan gedacht. En sindsdien heeft men vooral de voordelen van het stelsel kunnen ervaren.
Callewaert: Maar men valt de welvaartsstaat opnieuw aan. En die strijd is nooit definitief gewonnen. Ik gebruik soms het beeld van de twee wolven. Een indiaans stamhoofd zegt tegen zijn opgroeiende zoon: ‘Jongen, in elke mens woedt een interne strijd tussen twee wolven. Eén wolf predikt haat, tweedracht en egoïsme. De andere wolf heeft een boodschap van liefde en solidariteit.’ De zoon vraagt: ‘Maar vader, welke wolf zal uiteindelijk winnen?’ ‘De wolf die je het meeste voedt.’ Dat is de strategie die bepaalde denktanks en opiniemakers zoals Johan Van Overtveldt systematisch voeren: ze voeden het idee dat de welvaartsstaat te duur is en daarom afgebouwd moet worden.
In tijden dat van alle inwoners en alle sectoren inspanningen worden gevraagd, mag dat toch ook van de sociale zekerheid?
Callewaert: Dat men dat debat dan eens met goede argumenten voert. Ik lees bijvoorbeeld de bewering dat men ‘perfect één miljard euro kan besparen in de zogenaamde esthetische ingrepen’. Ten eerste is het totale bedrag daarvoor niet één miljard maar 145 miljoen. Ten tweede mag men zich toch eens afvragen wat het effect van zo’n besparing is. Want in dat cijfer zitten ook alle reconstructies na auto-ongevallen, of voor vrouwen met borstkanker. Is het echt de bedoeling om die ingrepen niet meer terug te betalen? Ik noem dat een typevoorbeeld van een dreigende slowmotionramp in de gezondheidszorg. Daar doen we dus niet aan mee. Maar dat neemt niet weg dat we inderdaad zuinig moeten zijn, en zo doelmatig mogelijk moeten werken.
Nogmaals: denkt u echt dat dit kan zonder structurele besparingen?
Callewaert: Natuurlijk zeggen we niet nee tegen bepaalde structurele besparingen. Niet om op termijn minder uit te geven – door de vergrijzing zullen de kosten voor gezondheidszorg sowieso blijven oplopen – maar juist om geld vrij te maken voor een betere verzorging. We zullen de Vlaming bijvoorbeeld moeten uitleggen dat het straks onbetaalbaar is om elke vorm van gespecialiseerde zorg in élk regionaal ziekenhuis aan te bieden. We moeten naar een taakverdeling, waarbij bijvoorbeeld maar één ziekenhuis per provincie hartchirurgie aanbiedt. Maar op die ene plaats werkt dan wel een uitgebreid, gespecialiseerd team dat de patiënten de allerbeste zorg kan garanderen. Dan krijg je betere én goedkopere zorg, op maximaal zestig kilometer van huis. Dat is nog altijd veel comfortabeler dan wat de gemiddelde Duitser of Fransman kent.
Uw enquête leert u dat de economische crisis de mensen niet egoïstischer, maar juist socialer heeft gemaakt. Waaruit blijkt dat?
Elchardus: Kijk maar naar de massale steun voor vrij radicale stellingen als ‘de klassenverschillen zouden kleiner moeten zijn dan nu’, of ‘arbeiders moeten nog steeds vechten voor een gelijkwaardiger positie in de maatschappij’. Een meerderheid van 50 à 60 procent is gehecht aan onze verzorgingsstaat en wil zelfs meer gelijkheid. Daartegenover staat een groep van 10 à 20 procent die er negatief tegenover staat.
Callewaert:(glundert) En de Vlamingen weten ook wie hen verdedigt. Nog altijd ziet bijna 60 procent het nut in van de vakbonden, en 80 procent dat van de ziekenfondsen.
Elchardus: Ik vond het trouwens merkwaardig om te lezen dat niet minder dan 22 procent positief antwoordde op de stelling ‘Ik ben bereid om meer belastingen te betalen’.
En 47 procent zegt ‘nee’. De groep die het zuiniger wil doen, is dubbel zo groot.
Elchardus: Toch willen mensen ook zelf inspanningen leveren om de welvaartsstaat in stand te houden. Meer dan 40 procent is bijvoorbeeld bereid om langer te werken om de pensioenen betaalbaar te houden.
Als vakbonden de afschaffing van vervroegde pensionering per definitie als ‘asociaal’ blijven afdoen, komen ze stilaan geïsoleerd te staan.
Elchardus: Dan vertegenwoordigen de vakbonden stilaan een minderheid, ja. De mensen willen de pensioenen en de ziekteverzekering op peil houden. En als het moet, zullen wij daarvoor langer werken. Dat inzicht is verworven, en het bewijst opnieuw dat het werkt om ernstige problematieken serieus te bespreken met de mensen. In 2006 verklaarde 25 procent van de mensen zich bereid langer te werken om de pensioenen op peil te houden, vandaag is dat 43 procent! Amper 30 procent zegt het liever niet te doen, en de rest twijfelt. De stemming bij de bevolking is helemaal omgeslagen. Toen ik vorig jaar met emeritaat moest, voelde ik me weggestuurd. Ik heb toen vaak geroepen: ‘Pensioen moet een recht zijn, geen plicht.’ (lacht)
Uw onderzoek leert niet alleen dat we gehecht zijn aan onze sociale bescherming, maar ook dat we niet lief zijn voor wie steun krijgt. De uitkeringen mogen best een stuk lager.
Elchardus: Dat is zo. De gemiddelde Vlaming vindt dat er veel sociale fraude is en dat het geld niet terechtkomt bij wie het echt nodig heeft. ‘Werklozen zouden sneller werk vinden als ze echt zouden zoeken’: 65 procent gaat met die stelling akkoord. ‘Veel mensen die van de sociale zekerheid trekken, verdienen het eigenlijk niet’: 52 procent gaat akkoord. ‘Als sociale uitkeringen niet zo gul zouden zijn, zouden mensen leren op eigen benen te staan’: 56 procent is het daarmee eens.
En tegelijk is 61 procent het ermee eens dat ‘mensen veel zouden lijden mochten ze geen uitkeringen krijgen’. Met andere woorden: veel Vlamingen weten maar al te goed dat het steuntrekkers en hun gezinnen pijn zal doen als men op hun uitkeringen beknibbelt. En toch vindt een meerderheid dat dit moet gebeuren. Een deel van de bevolking heeft duidelijk het gevoel dat er te weinig wederkerigheid zit in het huidige stelsel, en dat dit tot sociale fraude leidt.
Hoewel het vaak over ‘uitkeringen’ gaat, lijkt het erop dat niet de gepensioneerden geviseerd worden, maar de werklozen.
Elchardus: Klopt. ‘Niet hoeven te werken en toch iets trekken’, dat stoort de Vlaming. De sociale organisaties zouden het nut van die uitkeringen kunnen uitleggen, maar men mag dat vooral niet doen met het recept waarnaar de politiek zo vaak teruggrijpt: ‘Als iets ons niet bevalt, ontkennen we de werkelijkheid.’ Mensen die klagen over onveiligheid noemen we verzuurd, en wie problemen heeft met migranten doen we af als een racist. We mogen niet de fout maken om mensen die moeite hebben met sociale fraude af te doen als asociaal. We moeten iets zeggen over de ware proporties van sociale fraude, wijzen op de uitgebreide controles die al bestaan, en de wederkerigheid van het stelsel versterken.
N-VA-politica Liesbeth Homans wil dat steuntrekkers na één jaar verplicht gemeenschapsdienst moeten doen. Open VLD wil iets soortgelijks voor werklozen.
Elchardus: Het klinkt misschien wat brutaal, maar ik ben inderdaad een voorstander van arbeidsplicht. Toch voor jonge mensen. Het heeft geen zin om jongeren in grootsteden zomaar te laten rondhangen. Je moet werkloze jongeren actief bij de arm nemen.
Maar u beperkt die aanpak tot jongeren.
Elchardus: Natuurlijk moet je met zo’n ingrijpende maatregel rekening houden met leeftijd. De Open VLD kan wel een grote mond opzetten over werklozen, maar ze zal 55-plussers nooit een verplichte tewerkstelling opleggen. Dat zeggen ze wel in hun propaganda, maar in de praktijk durven ze dat toch niet.
Callewaert: Zo’n maatregel gaat ook helemaal in tegen het verzekeringsprincipe. Iemand die 25 jaar heeft gewerkt en dus een kwarteeuw financieel heeft bijgedragen aan zijn sociale bescherming, zou al na één jaar te horen krijgen: ‘En nu is het gedaan.’ Maar al die tijd heeft die werknemer zich toch verzekerd tegen het risico op werkloosheid? Zelfs van een privéverzekering pikt men niet dat ze plots eenzijdig haar deel van de polis niet nakomt.
Elchardus: Maar dat geldt niet voor jongeren die de school verlaten, al dan niet met een diploma, en die na een jaar nog geen werk hebben. Volgens mijn sociaaldemocratische opvattingen is het dan dringend tijd om hen niet langer te laten rondhangen.
Enerzijds leert deze enquête dat er een grond van waarheid zit in de meestal weggehoonde boutade van Steve Stevaert: ‘Vlaanderen denkt socialistisch, maar weet het alleen niet.’ Anderzijds staat de SP.A er electoraal slechter voor dan ooit.
Elchardus: Soms lijkt het erop dat politici met twintig jaar vertraging reageren. Linkse partijen gaan in 2013 nog altijd gebukt onder een neoliberaal discours dat zijn beste tijden kende in de jaren negentig. En wat hebben die liberale inzichten ons sindsdien bijgebracht? Financiële markten die berzerk gaan? Speculaties tegen munten waardoor goed draaiende economieën ten gronde gaan? Een aantasting van de fundamentele zekerheid van zoveel mensen in zoveel landen? Is ons model van sociale bescherming dan niet verkieslijker? Moet links dan niet meer vertrouwen hebben in de brede steun van de bevolking voor haar boodschap? Linkse partijen hebben gefaald, omdat ze hun eigen inzichten niet sterk genoeg durfden te benadrukken. En sommige linkse organisaties falen op een andere manier: ze doen alsof de sociale bescherming van twintig jaar geleden nog altijd behouden kan blijven.
Het was niet goed dat sommige vakbondscentrales het eenheidsstatuut uitlegden als een aanslag op sociale rechten.
Elchardus: Voilà. Zulke achterhoedegevechten verhinderen dat noodzakelijke vernieuwingen van het sociale stelsel met zelfvertrouwen worden doorgevoerd. Daar is nochtans een groot draagvlak voor. Zelfs rechtse partijen zien dat in. Het beste bewijs ervoor is de opstelling van rechts-populisten als Geert Wilders in Nederland of Martine Le Pen in Frankrijk. Als het op de verdediging van de verzorgingsstaat aankomt, moet de PVDA oppassen of Wilders haalt ze links in. Wilders doet dat met hoogst onrealistische voorstellen, maar zijn ‘sociale’ koers tast de slagkracht van de PVDA wel aan.
Callewaert: Wij maken ons zorgen over het zwakke profiel van de sociaaldemocratie. De laatste jaren heb ik bijna geen enkele socialist meer horen zeggen dat we meer moeten investeren in sociale bescherming om de toekomst veilig te stellen. In onze sector is Frank Vandenbroucke de laatste die dat heeft gedaan. In 2003 durfde hij voor de gezondheidszorg een hoog groeipad te claimen: de beruchte 4,5 procent. Niet om dat geld allemaal ineens uit te geven, maar om reserves opzij te zetten voor de noden van morgen. Vandaag is het daarrond heel stil.
Het is ook al een eeuwigheid geleden dat de socialisten er nog in slaagden om verkiezingen te laten gaan over ‘hun’ thema’s: de sociale zekerheid, de welvaartsstaat.
Elchardus: Het is geleden van 1994, toen Louis Tobback in onmogelijke Agusta-omstandigheden toch de verkiezingen won. Maar Tobback had ook een flinks imago: hij verdedigde niet alleen de welvaartsstaat, hij zei de mensen ook waar het op stond en appelleerde aan het algemene verantwoordelijkheidsgevoel. Dat slaat aan bij de gemiddelde Vlaming. Intuïtief voelde Louis twintig jaar geleden al aan wat onze enquête ons nu opnieuw leert.
Callewaert: De resultaten zouden linkse partijen veel hoop moeten geven. Iedereen kent toch die oude boutade: ‘Je bouwt geen sociaal paradijs op een economisch kerkhof’? En vandaag beseft de gemiddelde Vlaming: ‘Je bouwt ook geen economisch paradijs op een sociaal kerkhof.’
DOOR WALTER PAULI
‘De linkse partijen hebben gefaald.’
‘De sociale zekerheid is niet bedoeld om de armsten der armen te helpen. De sociale zekerheid is gemaakt voor de brede middenklasse.’ Mark Elchardus
‘De laatste jaren heb ik bijna geen enkele socialist horen zeggen dat we meer moeten investeren in sociale bescherming om de toekomst veilig te stellen.’ Paul Callewaert