Hoe snel raken de olievelden uitgeput?

MOEILIJK ZAL MOETEN De olie die je makkelijk kunt bovenhalen, is stilaan op. © REPORTERS

Een oliesjeik zei ooit: ‘Het stenen tijdperk is niet geëindigd door een gebrek aan stenen. Zo zal het olietijdperk ook niet eindigen door een gebrek aan ruwe olie.’ Al jaren woedt er een hevige discussie over wanneer onze olievelden uitgeput zullen zijn. In 1955 waren er bijvoorbeeld al schattingen dat er nog voor 35 jaar oliereserves waren en dus dachten sommigen toen dat er hoogstens tot in 1990 olie zou kunnen worden opgepompt. Aan de andere kant heb je de oliemaatschappijen, olieproducerende landen, maar ook sommige wetenschappers die iedereen proberen gerust te stellen: dat we nog over heel wat oliereserves beschikken.

De jongste jaren nam echter het aantal rapporten toe dat uitlegt dat we het ‘piekoliemoment’ naderen: het ogenblik dat de productie niet meer zal stijgen, maar dalen omdat de grote oliebronnen uitgeput raken en de nieuwe kleiner van omvang zijn. Dat piekoliemoment zou een van de volgende jaren vallen, tussen nu en pakweg 2015. De olieproducenten houden het zelf eerder op 2030. Probleem is dat er geen betrouwbare cijfers bestaan over de oliereserves. Niet alleen omdat we die reserves niet precies kunnen kennen, maar ook omdat de cijfers niet zelden bewust worden vervalst. Vorig jaar stelden wetenschappers van de universiteit van Oxford bijvoorbeeld vast dat de OPEC-landen hun oliereserves stelselmatig met een derde hebben overschat. Volgens diezelfde Britse wetenschappers zou het aanbod van olie overigens binnen drie tot vier jaar niet meer volstaan om aan de vraag te beantwoorden.

‘Piekolie betekent niet het einde van olie, maar wel het einde van goedkope olie’, schrijft econoom Geert Noels in zijn boek Econoshock, waarin hij het einde van de fossiele brandstoffen behandelde als een van de economische schokken die ons leven fundamenteel zullen veranderen. Na het bereiken van het piekoliemoment zal immers het aanbod verzwakken en als het verbruik niet evenveel daalt, zal de olieprijs onvermijdelijk stijgen – het gewone spel van vraag en aanbod.

Als de olieprijs stijgt, zijn er trouwens altijd wel speculanten die een graantje willen meepikken van de handel op de internationale markt. Nu is het in de oliewereld de gewoonste zaak dat bedrijven zich met behulp van termijncontracten verzekeren van een bepaalde hoeveelheid olie tegen een vooraf vastgestelde prijs. Maar soms mengen zich in die handel ook financiële spelers, zoals pensioen- en hefboomfondsen. Zij zijn helemaal niet geïnteresseerd in olie, maar gaan contracten aan omdat ze erop rekenen dat de olieprijs op korte termijn nog zal stijgen zodat ze die contracten dan met winst kunnen verkopen. Zo versterken de speculanten nog de stijgende trend, en ook vandaag zullen ze wel actief zijn.

Maar los van de speculanten is het duidelijk: ‘De aardolie is nog niet op, maar de olie die je makkelijk kunt bovenhalen raakt wel stilaan op en dat drijft de prijs omhoog’, zegt de specialist internationale energiepolitiek Van de Graaf. Naarmate de olieprijs stijgt, wordt het wel rendabeler om moeilijk bereikbare olie naar boven te pompen. Bijvoorbeeld olie die diep onder de zee ligt, al zijn de regels verstrengd na de ramp met het BP-boorplatform in de Golf van Mexico. En daarnaast kan in Canada nog heel wat olie gewonnen worden uit teerzand, via een ingewikkeld en duur proces dat ook nogal schadelijk zou zijn voor het milieu. De kostprijs zou zo’n 80 dollar per vat bedragen. Als de olieprijs hoger ligt, wordt dat dus financieel interessant.

Paul De Grauwe wijst altijd graag op het dubbele effect van een klimmende olieprijs. Enerzijds zullen we naarmate de olieprijs stijgt ook steeds meer gaan letten op het verbruik, dus zuiniger worden. Anderzijds worden alternatieven als wind-, zonne- of kernenergie aantrekkelijker. De Leuvense econoom concludeert: ‘Elke oplossing van het energieprobleem is prijzig. Economische ontwikkeling en economische groei worden dus de sleutel om dit probleem op te lossen. Het stelt ons immers in staat om voor deze oplossing te betalen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content