HOE DE REGERING ARCO HIELP VEREFFENEN
Het was spectaculair nieuws, vorige week woensdagochtend. De krant De Tijd schreef op haar voorpagina over de naderende vereffening van de ACW-holding Arco, en het prijskaartje daarvan voor de federale regering. ‘Ik weet van niets’, zei premier Yves Leterme op De Ochtend. Dat was niet echt handig: Arco besliste maar tot die vereffening nadat men zekerheid had gekregen over een staatswaarborg voor haar coöperanten. Het dossier baart Yves Leterme al zorgen sinds 2008.
De Arco-waarborg werd beklonken tijdens de bankencrisis in 2008. De meeste politieke partijen zijn van veraf of kortbij betrokken bij deze deal, omdat niet alleen de federale maar ook de gewestregering mee betaalt aan de acute reddingsplannen voor Fortis, KBC, Ethias of Dexia. In het geval van Dexia vroeg de regering-Leterme I hulp aan Arco, de financiële holding van de christelijke arbeidersbeweging. Dat was geen onlogische vraag, want Arco is aandeelhouder van Dexia. Arco stemde in met een extra inbreng van 350 miljoen euro, maar vroeg in ruil een regeringswaarborg voor de 800.000 (particuliere) Arco-coöperanten. Dat lag niet eenvoudig. Het waren warrige besprekingen, getuigt een aanwezige, waar wel een aantal principes naar voren werden geschoven maar waar nog geen duidelijke beslissingen werden genomen. De federale overheid stelde dat ‘de spaarders’ beschermd moeten worden, maar meteen kwam daar de discussie bij of de overheid bescherming moet bieden aan de kopers/bezitters van een aantal verwante producten, zoals de Tak-21-spaarverzekeringen (van Ethias, dus ‘socialistisch’) of de aandelen van de Arco-coöperaties (dus van het ACW). Dat zijn aandelen, maar ze worden belast als spaarproducten.
Leterme I kwam tot een compromis dat typisch is voor de aard van recente beslissingen: de regering zal de Arco-coöperanten als spaarders beschouwen, maar pas na een advies van de Nationale Bank. Dat advies kwam er niet meteen, om de eenvoudige reden dat het niet onmiddellijk werd gevraagd. Toen het dan toch werd gevraagd – gelove wie kan: pas onlangs in september 2011 – had de Nationale Bank haar advies al klaar. Een ‘genuanceerd’ advies, heette het. Versta: de Nationale Bank hakt geen knopen door. De beslissing is namelijk politiek, en dus aan de regering.
Vanwaar die vertraging? Pas in april 2009 (Herman Van Rompuy was intussen premier) werd het akkoord in een wet omgezet. In het parlement was er amper verzet, ook niet bij de oppositie. In de mentale toestand van die tijd, waar zich gedupeerd voelende beleggers amok maakten en gretig gehoor vonden in de nationale media – denk aan de memorabele beelden van uit de hand gelopen aandeelhoudersvergaderingen bij Fortis – wilde of durfde geen enkele partij ‘de kleine spaarder’ tegen de haren in te strijken. Er moesten alleen nog Koninklijke Besluiten bij de wet komen, en dan stond niets meer een geruisloze bescherming van de Arco-coöperant in de weg.
Maar de dreiging voor Dexia en dus ook Arco ebde wat weg, Van Rompuy vertrok naar Europa en Yves Leterme maakte zijn comeback in de Wetstraat 16. Het viel regeringsleden op dat de nieuwe Leterme veel behoedzamer was dan de oude in de aanpak van bankdossiers: hij had geen zin om een tweede kreeg schrammen op te lopen.
De toestand van Dexia verslechterde weer, en dus ook die van Arco (en haar dochters). De Arco-top verklaarde wel dat de holding zich er wel doorheen zou slaan, intern wisten ze perfect dat het bij Dexia van kwaad naar erger ging. Francine Swiggers, de voorzitter van het directiecomité van Arco, zit in de raad van bestuur van Dexia-bank en Dexia-holding zowel als in het auditcomité van Dexia Crédit Local, de Franse tak van Dexia. Aan eerstehandsinformatie ontbrak het de ACW-top niet.
Beproefd model
Vanaf de zomer wisten ze bij Arco dat ze zich moesten voorbereiden op het ergste, en klopten ze bij de regering aan om eindelijk werk te maken van de noodzakelijke KB’s. ‘Bij de regering aankloppen’ is eigenlijk een eufemisme. Het ACW heeft namelijk een beproefd model van politiek overleg: het ‘Politiek Comité. Elke maand nodigt de ACW-top de CD&V-ministers die zich tot het ACW bekennen uit voor topoverleg. Alle belangrijke politieke dossiers die het ACW aangaan, passeren dan de revue. En vervolgens bepleiten de ACW-ministers binnen de respectievelijke regeringen de ACW-dossiers.
Dat systeem werkt al jaren. Het was geen toeval dat bij de bankencrisis van 2008 oude rot Etienne Schouppe, de federale staatssecretaris voor Mobiliteit en als voormalige baas van de NMBS zeer bedreven in het ontwarren van financiële knopen, zich opvallend inspande voor het verkrijgen van de Arco-garantie. Vanaf de regering-Van Rompuy I had hij de volle steun van de nieuwe vicepremier Steven Vanackere, ook een ACW’er.
Ook al zijn er oude ACW’ers die klagen dat het politieke relais niet meer werkt, inzake de afwikkeling van het Arco-dossier is dat niet zo. Leterme en vooral Vanackere hebben hun hele gewicht in de schaal geworpen. Dat was niet eenvoudig, want ook al bestond er een politieke deal, de toestand was inmiddels totaal veranderd. De oude Arco-deal was gesloten toen er nog geen eurocrisis was, toen er nog geen sprake was van een regeringsvorming van meer dan vijfhonderd dagen, en toen de Belgische begrotingsvooruitzichten nog veel positiever waren.
Uiteindelijk, zo zegt een regeringsbron, heeft men groen licht gegeven voor de Arco-waarborg, omdat alle betrokkenen beseften dat ‘welke oplossing de regering ook had gekozen, er uiteindelijk toch beroep aangetekend zal worden bij een hogere instantie’. Concreet verwacht de regering-Leterme dat er en een klacht zal komen bij de Europese Commissie (over onrechtmatige overheidshulp aan een bedrijf, al valt het af te wachten of in het geval van een holding in vereffening er sprake kan zijn van concurrentievervalsing – van wie zou Arco nog marktaandelen kunnen inpikken?) en dat er een klacht komt bij het Grondwettelijk Hof, wegens schending van het gelijkheidsbeginsel. Vandaar de wat sibillijnse uitspraak van premier Leterme in de Kamer, vorige donderdag, dat hij zich kan indenken dat men tegen die beslissing in beroep zou gaan. ‘Uiteindelijk laten we de rechters of Europa beslissen. Dat klinkt misschien bizar, maar in dossiers als Dexia gaat dat in de praktijk zo.’
Rampspoed
Terwijl de regering discreet aan deze oplossing werkte, nam het publiek vooral kennis van rampspoed en onheil: Dexia klapte helemaal ineen, de Gemeentelijke Holding (de andere belangrijke Belgische Dexia-aandeelhouder) werd meegesleurd in dat debacle en kondigde op haar beurt haar vereffening aan. Intussen verschenen in oktober de nodige Koninklijke Besluiten in het Staatsblad. Een paar dagen na de ontbinding van Dexia, op 12 oktober, verscheen er een KB dat de regeling van het Bijzondere Beschermingsfonds uitbreidde tot coöperatieve vennootschappen. Waarop Arco haar instapbijdrage van 1,5 miljard euro betaalde. Op 14 oktober besliste de regering tot een nieuw KB dat bepaalt dat Arco-dochters Arcopar, Arcoplus en Arcofin onder de regeling van het KB van 12 oktober vallen. Op zeven november zette koning Albert zijn handtekening onder dat laatste KB, maar de tekst was vorige week nog niet in het Staatsblad verschenen. Sommigen zien in die vertraging de hand van minister van Financiën Didier Reynders. Anderen noemen dat onzin: ‘Het kabinet-Reynders zit op zijn tandvlees. Er is de eurocrisis, er zijn de Dexia-hoorzittingen. Dat ene KB werd er tussendoor wel bijgenomen, maar het zou niet het eerste KB zijn waarvan de publicatie een paar weken op zich laat wachten.’
Zo liep alles in het honderd. Elio Di Rupo kreeg zijn begroting maar niet rond, waardoor het besef groeide dat het nieuws over de Arco-redding zou samenvallen met de bericht-geving over de politieke meningsverschillen rond harde besparingen, wat natuurlijk zeer vernederend is voor het ACW. Arco maakte zich op om zijn coöperanten in te lichten, maar begin vorige week werd duidelijk dat de pers lucht had gekregen van de problemen. Vandaar dat vorige dinsdag, onder strikt embargo, media werden uitgenodigd voor de fatale persconferentie. De Tijd bracht als enige toch al het confidentieel aangekondigde nieuws. Dat verraste ook Yves Leterme. Vandaar dat hij ‘van niets wist’.
En het essentiële KB? Dat verscheen pas in het Staatsblad van vrijdag 18 november. Met één vervelend detail, zo lichtte Didier Reynders de regering in: een verkeerde datering. In de verwarring heeft men het KB niet in november, maar in oktober gedateerd. Dat werd nog snel rechtgezet, in de derde editie van het Staatsblad van die vrijdag. Een slordig einde van een even slordige besluitvorming.
DOOR WALTER PAULI EN PATRICK MARTENS