‘Hier zijn stropers helden die stelen van de rijken en geven aan de armen’
Binnenkort buigen 182 landen zich in het Zuid-Afrikaanse Johannesburg over een verbod op de internationale hoornhandel. Dat is hoognodig want in dat land worden steeds meer neushoorns gestroopt, waardoor het dier met uitsterven bedreigd raakt. De oorzaken? De illegale markt in Azië, geprivilegieerde blanken, rancuneuze zwarten en wanhopige armen.
Zichtbaar opgedraaid manoeuvreert Alex Simpson zijn quad het basiskamp binnen. ‘Oude sporen’, vloekt hij. ‘Alweer loos alarm.’ Simpson gooit zijn kogelvrije vest en machinegeweer op het stapeltje versleten matrassen waarop hij drie weken lang in de open grasvlakte de nacht doorbrengt. Een Belgische bloedhond snuffelt onbevredigd aan de metalen kolf.
‘Iedereen loopt op de tippen van zijn tenen. Onze informant in buurland Mozambique waarschuwde dat we elk moment stropers mogen verwachten’, zegt Vincent Barkas. Hij is de oprichter van Protrack Anti-Poaching Unit, een van vele beveiligingsbedrijven die vanuit Hoedspruit in het noordoosten van Zuid-Afrika een verbeten strijd tegen stropers voeren. In het voorgeborchte van het Krugerpark en omgeven door het grootste private natuurgebied ter wereld wordt Hoedspruit weleens de safarihoofdstad van Zuid-Afrika genoemd. Tussen het nationale park en de private eigendommen staan geen hekken. Neushoorns, olifanten en leeuwen lopen niet enkel de toeristen in hun luxueuze lodges, maar ook stropers tegemoet.
Het is een oorlog
‘Het is een schaakspel. De stropers anticiperen, wij proberen hen te onderscheppen. Als ze onraad ruiken, veranderen ze op het laatste moment hun tactiek’, zegt Barkas. ’98 procent van de strooppartijen gebeurt op minder dan een uur van een autoweg. Wanneer we ’s nachts een geweerschot horen, hebben we dus een uur om de daders te vatten. Dat is haast onmogelijk.’ Zo getuigt ook de kalender in het veldhoofdkwartier, waarop elk rood kruisje hen met de vondst van een dode neushoorn confronteert. Ze worden overrompeld. Enkel in het Krugerpark werden in de eerste vier maanden van 2016 1038 pogingen tot stroperij opgemerkt, tegenover 808 in diezelfde periode vorig jaar. In 2015, een recordjaar, werden in heel Afrika 1338 neushoorns gestroopt, waarvan 1175 in Zuid-Afrika.
‘Tot 2011 bewaakten we de parken met een enkelschots jachtgeweer’, zegt Barkas. ‘Nu hebben we oorlogswapens. Want dat is het, een oorlog. De stropers komen met semiautomatische geweren. Die dienen niet om een neushoorn te doden, wel om zich een weg naar buiten te schieten.’ Vooral de jonge gasten schieten terug, weten de rangers. Die zijn bang om in de gevangenis te belanden, maar niet van de dood.
Barkas bladert door een kaft vol blauwe mapjes, met beelden van neushoornkoppen die voor de helft zijn weggehakt. ‘Elk mapje is een dode neushoorn. We hebben er meer dan driehonderd.’ Hij pikt een van de laatste eruit. ‘Deze werd vorige week met twintig speerworpen gedood. De stropers worden steeds inventiever. Ze zoeken naar stille methodes, omdat ze weten dat we hen op de huid zitten. Geluidsdempers zijn standaard geworden.’
Toen Barkas 23 jaar geleden Protrack oprichtte, deed hij dat omdat hij het gezelschap van olifanten en impala’s verkoos boven het stadstumult van Johannesburg. Groene jongens werden noodgedwongen paramilitairen die hun leven riskeren voor natuurbehoud. Nu is Barkas weinig optimistisch. ‘We zijn de strijd aan het verliezen. De zwarte neushoorn zal binnen een tiental jaren uitgestorven zijn.’
Buiten de zuidelijke witte neushoorn zijn alle neushoornsoorten ernstig bedreigd. Van de Sumatraanse en Javaanse lopen er nog enkele tientallen rond. De laatste drie noordelijke witte neushoorns leven in het Keniaanse Ol Pejeta Conservancy onder permanente bewaking. Niet in staat om zich voort te planten, slenteren ze het uitsterven van hun soort tegemoet.
Neushoorn bij de wijn
In 2015 werden er 1338 neushoorns gedood in Zuid-Afrika. In 2007 waren dat er nauwelijks dertien. Wat is er veranderd? Rond die tijd begonnen Vietnamezen massaal vergunningen op te kopen om op de dieren te jagen. Thaise en Vietnamese prostituees werden ingehuurd als jager, al werd het geweer steevast door een professional gehanteerd. Aangezien een vergunning niet aan een specifieke hoorn gekoppeld was, werden per legaal certificaat tientallen illegaal gestroopte hoorns het land uit gesmokkeld.
Het aantal gestroopte neushoorns steeg exponentieel: 83 in 2008, 333 in 2010, 1004 in 2013. De hoorn wordt voornamelijk versluisd naar Vietnam en China. In dat laatste land is het een traditioneel medicijn, al kon de effectiviteit daarvan nooit op wetenschappelijke wijze bewezen worden. In Vietnam, nu de grootste afnemer, was het gebruik van hoorn lange tijd onbekend, maar het afgelopen decennium werd er een markt naar Chinees voorbeeld gecreëerd. Hoorn wordt er aangeboden als verjongingsmiddel, kanker- en katerverdrijvend medicijn en als statussymbool voor de stedelijke elite en groeiende middenklasse. Zakendeals worden beklonken met neushoornpoeder als relatiecadeau of een vleug ervan als smaakmaker in de wijn. Geen betere manier om rijkdom te etaleren, want de straatwaarde van een gram hoorn bedraagt ondertussen zo’n tachtig euro, meer dan een gelijkaardige hoeveelheid cocaïne of goud. Neushoornhoorn, dat nauwelijks van koehoorn is te onderscheiden en net zoals onze vingernagels voornamelijk uit de proteïne keratine bestaat, is een van de kostbaarste goedjes op aarde geworden.
Misdaadsyndicaten met de juiste connecties sprongen op de kar en ook voor terroristische groeperingen is stropen een lucratieve inkomstenbron. De verhoogde financiële slagkracht en toenemende bewapening van de smokkelmaffia overstijgen biodiversiteitsbesognes, in die mate dat de VS de illegale handel in dierlijke lichaamsdelen behandelt als een bedreiging voor de veiligheid. De clandestiene markt wordt op vijftien miljard dollar per jaar geschat.
Volgens Li Lotriet, directeur wildlife operations van beveiligingsbedrijf Quemic, zal het stropen niet verminderen zolang er zulke fenomenale bedragen mee zijn gemoeid. ‘Parkwachters krijgen tot duizenden euro’s om de coördinaten van een neushoorn door te geven, politieagenten en openbare aanklagers om een oogje dicht te knijpen. Wanneer wij hoornhandelaars overdragen aan het gerecht, leggen hun mannetjes zonder verpinken 50.000 dollar neer om hen op borg vrij te krijgen. Ze hebben de allerbeste blanke advocaten.’
Ook onkunde eist zijn tol. Zuid-Afrika heeft solide wetten tegen stroperij, maar ze worden amateuristisch toegepast. Politieagenten weten niet welk bewijsmateriaal de openbare aanklager nodig heeft waardoor rechters criminelen door procedurefouten vrijuit moeten laten gaan. Volgens milieuminister Edna Molewa boekt het gerechtelijk apparaat vooruitgang. Ze wijst erop dat van april 2015 tot maart 2016 van de 103 beschuldigden 80 veroordeeld werden. Maar slechts een minderheid van de gearresteerde smokkelaars en stropers verschijnt voor de rechter.
Ook overheidspersoneel van de consumptielanden bleek veelvuldig bij hoorn- en ivoorsmokkel betrokken. Volgens de Britse milieuwaakhond Environmental Investigation Agency smokkelden Chinese diplomaten bij een staatsbezoek van president Xi Jinping aan Tanzania met het presidentiele vliegtuig duizenden kilo’s ivoor het land uit. Ook de Chinese marine zou illegale ladingen hoorn hebben verscheept.
Vietnam kreeg van Cites, de conventie over de internationale handel in bedreigde fauna en flora, herhaaldelijk het verwijt haast niets te ondernemen tegen de illegale hoornhandel. Het land moest al meerdere diplomaten terugtrekken uit Zuid-Afrika omdat ze met hoorn werden gevat. Een van hen werd overgeplaatst naar de Mozambikaanse hoofdstad Maputo, door natuurbeschermers de hoornsmokkelhoofdstad van de wereld genoemd.
Frustraties bij blank en zwart
Ook Rob Timcke, die als piloot met een microlightvliegtuigje stropers vanuit de lucht opspoort, voelt meer tegen- dan medewerking van de autoriteiten. ‘De criminelen krijgen hun informatie vanuit de overheid. Ik werkte zes maanden intensief samen met een zwarte ranger. Uiteindelijk bleek dat hij zelf neushoorns had geschoten. Hij beheerde de sectie van het Krugerpark met de grootste concentratie aan neushoorns. De blanke rangers vertrouwden hem niet, maar het was van bovenhand beslist. Black economic empowerment, weet je wel.’ Natuurbescherming, ecotoerisme en de recreatieve jacht zijn altijd blanke bastions geweest. Het zit velen hoog dat ze hun job aan zwarten verloren hebben door van overheidwege opgelegde quota.
‘Het Zuid-Afrikaanse leger moet de grens bewaken, maar enkel in het Krugerpark is die al 360 kilometer lang. De grens is lek als een zeef’, zegt Li Lotriet, zelf een voormalige militair en politieofficier. ‘In het perfecte scenario gooien we napalm op Mozambique, maar dat gaat jammer genoeg niet gebeuren. En wij mogen niet zomaar stropers neerschieten. In sommige Afrikaanse landen is er een shoot to kill-beleid, maar niet in Zuid-Afrika. Gelukkig zijn er nog de leeuwen. Die eten af en toe wat mensen op.’ Of dat stropers zijn? ‘Dat weet ik niet, dat zou dan helemaal fantastisch zijn.’
Zulke uitlatingen tonen hoe de antistroperssector bepaald niet politiek correct is. Zoals wel vaker in Zuid-Afrika verzandt ook het stroperijdebat onvermijdelijk in een raciaal discours. ‘De apartheid is nooit geëindigd. Veel beveiligingsbedrijven zijn erg raciaal gemotiveerd’, zegt Barkas. Zelf contracteert hij zowel zwarte als blanke rangers en probeert hij actief de lokale gemeenschappen te betrekken. ‘Het klopt dat zwarte politieagenten geen bal om neushoorns geven. Wanneer ze naar de plaats van de misdaad komen, bekijken ze het dode beest eens van ver. Soms vraagt een agent of hij wat van het vlees mee naar huis mag nemen. Onze dierenarts doet vaak het werk van de politie en het milieudepartement omdat die diensten gewoon niet komen opdagen. Maar waarom zou het hen iets kunnen schelen? We hebben van wilde dieren een hobby van rijke blanken gemaakt. Terwijl de toeristen door Kruger cruisen, leeft de lokale gemeenschap even verderop in schrijnende armoede. Ondertussen mogen zij geen dieren meer doden om aan vlees te raken. Hun frustratie is begrijpelijk. In hun dorpen krijgen mijn rangers het verwijt dat ze de loopjongens van de blanken zijn. In het Krugerpark zijn de laatste vijf jaar meer mensen neergeschoten dan tijdens de hele apartheid. Telkens als we een stroper doodschieten, keert een hele gemeenschap zich tegen natuurbehoud. Hebben we tijdens de apartheid al niet genoeg rancune opgebouwd?’
Ook Lotriet weet dat armoede de oorzaak van het probleem is. ‘Aan de Mozambikaanse grens staan overal jonge mannen met bordjes klaar om eender welk werk te doen. Ze zien dorpsgenoten uit het Krugerpark terugkeren met gestroopte hoornen en de rijkste mensen van de provincie worden die scholen en watertanks bouwen. Voor de lokale bevolking zijn het helden, moderne Robin Hoods die stelen van de rijken en geven aan de armen. Ga die mensen eens vertellen dat stropers de slechteriken zijn, terwijl in de laatste vijftig jaar nooit iemand meer voor hen heeft gedaan.’
Volgens Barkas kan het stropen enkel aan banden worden gelegd als lokale gemeenschappen inspraak krijgen en de voordelen plukken van natuurbehoud. ‘En dan niet enkel als poetsvrouw in een lodge, waar de promotiemogelijkheden beperkt blijven tot bedden opmaken. Mensen willen een perspectief. Waarom zijn er geen zwarte neushoorneigenaars? Vroeger gaven wij kleine stropers een job, maar dat kan niet meer. We kunnen financieel niet opboksen tegen de neushoornsmokkel.’
Hoornoogst en stockverkoop
Zo’n vijfhonderd kilometer zuidwaarts, in het Pongola Game Reserve in de provincie KwaZulu-Natal, zoeken twee neushoorns, Dumisane en Tata, in het vroege ochtendlicht naar schaarse plukken gras. Het droogste regenseizoen in decennia heeft de grond kaalgeplukt. De vierjarige Dumisane heeft een stomp van zo’n vier centimeter waar enkele maanden geleden nog een hoorn zat. Tata’s kroonjuweel wordt deze zomer geoogst met een kettingzaag. ‘Het is onnatuurlijk, maar momenteel is het de weg van het minste kwaad’, zegt biologe Heike Zitzer. De neushoorns van het park op de voet volgen is haast een voltijdse job geworden. Nog voor de zon opkomt boven het Jozinimeer volgt ze met telemetrie, zenders en cameravallen de overgebleven exemplaren. In de afgelopen twee jaar werden er vier gestroopt.
‘Het wordt onmogelijk om enkel met ecotoerisme de beveiliging te betalen. Neushoorns houden is een erg verlieslatende bezigheid geworden’, zegt Heinz Kohrs, dierenarts en eigenaar van de White Elephant Safari Lodge, een van de toeristenverblijven in het park. Samen met andere neushoorneigenaars hoopt hij de Zuid-Afrikaanse overheid ervan te overtuigen om bij Cites een aanvraag in te dienen om de export van hoorn te legaliseren. ‘Met de opbrengst daarvan kan ik bij elke neushoorn 24 uur per dag bewakers zetten. Zuid-Afrika stond op het punt om een aanvraag in te dienen, maar dat lekte twee weken eerder uit en plots keerde de bevoegde minister haar kar. Of ze dat deed onder invloed van de ngo’s, de nationale parken of van de maffia zelf, daar hebben we het raden naar.’
Cites verbood de internationale handel al in 1977, maar binnen Zuid-Afrika mocht hoorn tot 2009 worden verkocht. Als opstapje naar legale export voert een machtige lobby onder leiding van neushoornboer John Hume al jaren een procedureslag om het binnenlands verbod op te heffen. In mei kreeg hij gelijk van het hooggerechtshof, maar een maand later liet de Zuid-Afrikaanse regering weten dat het verbod in hoger beroep opnieuw werd afgedwongen. ‘Alle neushoorns in privaat bezit zijn in handen van een kleine blanke elite. De overheid gunt het hen gewoonweg niet’, zegt Kohrs. Legalisering zou mensen als John Hume, die naar eigen zeggen vier tot vijf ton hoorn in zijn kluizen heeft, honderden miljoenen euro’s opleveren. Geld dat, zo zegt de lobby, voor natuurbehoud kan worden gebruikt.
Onzin, vindt Colin Bell, die de afgelopen decennia neushoornprojecten opzette doorheen Afrika en actief tegen de legalisering pleit. ‘Maximum een paar honderd mensen zouden ervan profiteren. En dat zijn stuk voor stuk oude, blanke mannen die in het verleden leven. Terwijl een op de zeven Zuid-Afrikanen van het toerisme afhankelijk is.’
Volgens Bell zou een legalisering van de handel de illegale stroperij niet beëindigen. In tegendeel. ‘Er worden in Afrika zo’n 30.000 olifanten per jaar gestroopt voor hun slagtanden. Hoe zouden 25.000 neushoorns dan aan de vraag kunnen voldoen?’ Bell verwijst naar een bevraging in de grootste Vietnamese steden, waar vijf procent van de hoogopgeleide werkende bevolking hoorn consumeert. Nog eens zestien procent wil dat doen als de prijs verlaagt.
Volgens Bell moet in de eerste plaats de vraagzijde worden drooggelegd. ‘In de jaren tachtig werden witte neushoorns massaal gestroopt. Tegen het einde van de eeuw waren ze bijna uitgestorven. Het kantelpunt kwam er rond 1993. Doorvoerlanden sloten zich aan bij Cites, China verbrandde zijn voorraden en Taiwan werd bedreigd met economische sancties. Tegen 1994 werd er haast geen neushoorn meer gestroopt, simpelweg omdat er geen markt meer was.’
Bell noemt het de gouden neushoornjaren. Ook met de olifanten ging het goed. ‘In 2008 kregen Afrikaanse landen toestemming van Cites om eenmalig ivoorvoorraden te verkopen. Sindsdien blijven er jaarlijks tonnen ivoor naar Azië gaan. Als je een legale handel creëert, surft de illegale trafiek mee op die golf, want je kan legaal ivoor niet van smokkelwaar onderscheiden. Het zal voor een crimineel altijd winstgevender zijn om een arme Mozambikaan over het hek in Krugerpark te laten springen.’
De slag om Swaziland
Tijdens een internationale conferentie in Johannesburg, die in september van start gaat, wil het kleine Swaziland daarom een eenmalige verkoop van 330 kilo hoorn op tafel leggen. Daarna wil het elk jaar twintig kilo kunnen verkopen. Met de opbrengsten daarvan zou het de beveiliging van neushoorns willen financieren. Dat is des te opmerkelijker omdat Swaziland bij natuurbeschermers op veel respect kan rekenen. In de afgelopen twintig jaar werden er in dat land maar twee neushoorns gestroopt, omdat de gemeenschap actief bij natuurbehoud betrokken wordt. Omdat rangers er zonder vragen te stellen stropers mogen doodschieten en vijftien jaar cel de minimumstraf voor stropen is.
Bell denkt dat de kans klein is dat het kleine landje zijn slag thuishaalt – 121 van de 182 lidstaten moeten daarvoor hun fiat geven – maar hij beseft dat er nood is aan een alternatief dat geld opbrengt. Daarom bepleit hij een taks van een procent op alle rekeningen in de toerismesector. ‘Ook toeristen staan voor een keuze: wil je binnen enkele jaren op safari nog levende neushoorns kunnen zien?’
Holga Jensen, die in Pretoria al 36 jaar jacht- en fotosafari’s aanbiedt, ziet nog een lucratieve inkomstenbron. ‘Mijn klanten leggen 100.000 euro neer om een oude, overtollige neushoorn te schieten. Maar de jacht staat steeds meer onder druk omdat veel mensen in het Westen in Disneyland lijken te leven. Ze zijn te Bambi-georiënteerd.’
Bell houdt niet van jagen, maar is bereid om water bij de wijn te doen. ‘Als de jacht ertoe leidt dat boeren verder onbruikbaar land beschikbaar stellen om neushoorns op te houden, is dat het compromis dat we willen sluiten. Maar vergis je niet, er is wel degelijk geld voor natuurbehoud. Warren Buffett gaf 25 miljoen dollar, de Nederlandse Postcode Loterij 23 miljoen. Het probleem is dat de neuzen niet in dezelfde richting staan.’
Barkas wordt er gek van. ‘Je verdient geld door een neushoorn te doden, door hem te beschermen, door er fondsen voor te werven, door hem te onthoornen. Iedereen profiteert, behalve de neushoorn zelf. Die is binnenkort uitgestorven. De olifanten zullen de volgende zijn, en dan de leeuwen. Die stropen ze ook steeds vaker om de beenderen in Chinese medicijnen te verwerken. De smokkelpoorten staan wagenwijd open. It’s game over.‘
DOOR JAN DE DEKEN
De straatwaarde van een gram neushoornhoorn ligt hoger dan die van cocaïne of goud.
‘Zwarte politieagenten geven geen bal om neushoorns. Maar waarom zouden ze? Wilde dieren zijn een hobby van rijke blanken.’
Voor misdaadsyndicaten en terroristische groeperingen is stropen een lucratieve inkomstenbron.
Toen de Chinese president Xi Jinping Tanzania bezocht, werden er met het presidentiële vliegtuig duizenden kilo’s ivoor weggesmokkeld.
‘Binnen tien jaar is de zwarte neushoorn uitgestorven.’