De overheid heeft het dossier jaren laten sudderen, maar nu escaleren de problemen: de machtsstrijd tussen de portiersorganisaties in het Vlaamse nachtleven.
Aan de deur van de Antwerpse megadancing Zillion staat Yves Van Opslagh, kaal en vierkant, zijn troepen te dirigeren. Hij heeft de verantwoordelijkheid over twintig portiers en vijftien parkeerwachters, samen een klein privé-legertje van zware jongens. Op de dansvloer is een feestje aan de gang ter gelegenheid van de MTV Music Awards. Het blitse jonge volkje stroomt massaal naar binnen. Er is ook koninklijk bezoek vannacht: in de VIP-bar zit prins Laurent met zijn chauffeur van een drankje te nippen. Hoofdportier Yves gespt zijn kogelvrije vest aan en geeft zijn bevelen via de interne telefoon. Maar het is niet de beveiliging van de prins die hem zorgen baart: wel het gevecht om de deuren tussen de portiersorganisaties, die buitenwippers “verhuren”, en die elkaar nu de macht betwisten.
“Ook in Antwerpen leven enkele clans op voet van oorlog”, zegt Yves. “Maar wees gerust: als de Nederlanders komen, vechten alle Antwerpse portiers aan dezelfde kant.” De Nederlanders – daarmee bedoelt hij een organisatie uit Zeeuws-Vlaanderen die geleid wordt door een voormalige wereldkampioen kickboxen. Zij hebben in de Belgische uitgaanswereld een stormachtige opmars gemaakt en zouden nu al 150 tot 200 portiers voor zich hebben werken, vooral in Oost- en West-Vlaanderen. Toen de Zillion vorig jaar openging, ging de mare rond dat de Nederlanders ook de slag om Antwerpen zouden aangaan. Zegt Yves: “De kopstukken zijn maar één keer hier geweest. Ze hebben een pistool op tafel gelegd en gezegd dat zij voortaan de security zouden doen. Maar toen wij hen duidelijk maakten dat die vlieger niet zou opgaan, zijn ze gewoon weer afgedropen.”
Het was ten tijde van die Nederlandse dreiging dat de Antwerpse clans bijeenkwamen en afspraken om elkaar bij te staan, louter met het oog op hun verdediging volgens Yves. Volgens andere bronnen hebben ze toen het Antwerpse territorium verdeeld. Hoe dan ook, rust is er niet gekomen, wel integendeel. “Vooral de Noord-Afrikaanse clan van Marzouk heeft daarna geprobeerd om de deur van de Zillion af te pakken. Tijdens een gevecht in regel hebben ze zelfs onze baas met een ijzeren staaf in het ziekenhuis geslagen”, zegt Yves. Maar het personeel van de Zillion is zelf ook voortdurend het voorwerp van klachten en onderzoeken. “Het nachtleven is een hard wereldje. Maar mijn portiers hebben hoogstens een kleinigheid op hun kerfstok. En mijn eigen strafblad is nog smetteloos.” En Yves kan het weten, want in het doordeweekse leven is hij hulpagent in Brussel.
GEEN WETTELIJK KADER
In de uitgaanswereld is het al langer een traditie dat er aan de deur van een discotheek of nachtclub een breedgeschouderde knaap staat, die met zijn ene hand fooien incasseert en met zijn andere lastige klanten weert. Maar het is nog een vrij recente evolutie dat de portierswereld meer en meer wordt ingepalmd door echte criminele bendes, die met gewapende tussenkomsten, afpersingen, afrekeningen en andere maffiose praktijken de zaken naar hun hand proberen te zetten. De overheid heeft – vooral door razzia’s en tijdelijke sluitingen – in de eerste helft van de jaren negentig veel druk uitgeoefend op de megadancings om orde op zaken te stellen (vooral inzake drugshandel) maar zonder een wettelijk kader te scheppen voor die privé-beveiliging. “En door die laksheid zijn de zaken nu uit de hand gelopen”, meent VUB-professor Mark Cools.
Er is nochtans al sinds 1990 een stringente wet op de bewakingsdiensten. Professor Cools: “Het is niet te snappen dat men altijd een uitzondering heeft gemaakt voor de portiers, terwijl die wet duidelijk wel van toepassing is op hen. Het gevolg is dat elke veiligheidsdienst strikt gecontroleerd wordt, terwijl de portiers helemaal ongemoeid gelaten worden. Dat is op zijn minst concurrentievervalsing. De overheid moet juist op dit domein regulerend optreden. Als die portiers zich in orde zouden stellen met de bewakingswet van 1990, zal dat de sector al gevoelig saneren. Want dan moeten zij een vergunning bekomen. Dan moeten zij een opleiding volgen. Dan worden zij door justitie gescreend, zodat het kaf van het koren gescheiden zal worden. En bovendien: dan heeft de burger tenminste het recht om klacht in te dienen bij Binnenlandse Zaken.”
De wildgroei in het portierswereldje werd al drie jaar geleden gesignaleerd door de Leuvense onderzoeker Tom Decorte, die besloot dat de portiers wel degelijk onder de bewakingswet moesten vallen. Dat was echter niet de mening van Kris Van Limbergen, de chef van het Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid. Hij stuurde informatiebusjes naar de discotheken, riep de uitbaters op om geen provocerende house-muziek meer te draaien, en richtte een praatgroep van portiers op die tot zelfregulering moest leiden (via ethische handvesten, fuifstewards, het megadancinghandboek en dergelijke). Maar die werkgroep en de andere initiatieven bloedden dood, zeker toen Van Limbergen op verdenking van financieel gesjoemel geschorst werd. Op dit moment ligt een voorstel voor een wettelijke regeling op de tafel van de minister van Binnenlandse Zaken: de bewakingswet zal, acht jaar na datum, nu toch op de portiers worden toegepast (zie kader).
DE PONDJESMANNEN
In heel Vlaanderen zijn er nu geregeld problemen met portiers. In Kortrijk werd vorige week een buitenwipper van de TGV veroordeeld voor de verkoop van duizenden XTC-pillen en slagen en verwondingen. In Diest werd een week eerder de James door de burgemeester gesloten nadat een portier op een migrant had geschoten. In Brussel werd een portier van een stripclub neergeknald. In Gent kwam het begin dit jaar in de Overpoortstraat tot een gewelddadig treffen tussen twee clans van portiers, die in de clinch gingen voor een lucratieve deur in het studentencircuit. Na dat incident stuurde de rijkswacht van Gent een alarmerende nota naar Binnenlandse Zaken. Majoor Paul Puttemans: “Vooral die Nederlandse portiersorganisatie probeert in Oost-Vlaanderen deuren in te palmen. Niet alleen in Gent, maar ook in Temse en Sint-Niklaas ontstonden er al vechtpartijen.”
Als er over een heuse oorlog in de portierswereld gesproken wordt, heeft men het echter vooral over Antwerpen. Hoogtepunt was toen de portier van ’t Zottekot, een para, in augustus werd doodgeschoten door een groepje Albanezen, dat van een aantal clubs “beschermingsgeld” aan het afpersen was. In dezelfde buurt was eerder al Café Local het doelwit van een raid door met mitrailleurs schietende Albanezen, waarbij de uitbater door een schampschot werd geraakt. Laatste wapenfeit was twee weken geleden, toen in Planet Sport de bekende Tim Tubbax – een bijklussende politieman en het kopstuk van een van die informele portiersorganisaties – in het gezicht geschoten werd door Marzouk en zijn handlangers. Tubbax had zelf eerder geprobeerd om in het Waasland een deur van de kliek van Marzouk af te pakken.
De Antwerpse politie, die een projectgroep onder leiding van commissaris François de Renneville heeft opgericht, probeert het milieu nu in kaart te brengen. “Niet eenvoudig, want alleen al in de stad Antwerpen zijn er op zijn minst tweehonderd portiers actief. Maar het wereldje wordt vooral gedomineerd door een handvol clans”, zegt de commissaris. Portiers zijn er niet alleen voor de nachtclubs en discotheken, maar ook voor de lunaparken en peepshows, en zelfs voor studentenhappenings en t-dansants wordt nu een stel potige bewakers ingehuurd. In sommige gemeenten màg men overigens geen fuif meer organiseren zonder security-voorzieningen. De meest lucratieve deuren zijn die van de “casino’s” in het Antwerpse Statiekwartier. Daar komt het zware volk, dat al eens met briefjes van vijfhonderd of duizend frank wappert. In de discotheken spreekt men wel eens over “pondjesmannen”, die meestal fooien krijgen van honderd frank – een pondje in het Antwerps.
DE KAT BIJ DE MELK
Terwijl de portiers vroeger individueel werden aangeworven door de horecazaken, worden ze nu, al dan niet onder zachte of harde druk, vaak als groep in dienst genomen. De kopstukken van de clans verwerven het toezicht op een deur, en brengen hun eigen jongens mee voor het uitvoerende werk. Zij betalen dat voetvolk dan een fix van pakweg 5000 frank per nacht, maar strijken zelf de pot van de fooien op – altijd in het zwart natuurlijk. Die pot kan voor een drukke megadancing oplopen tot 100.000 of 200.000 frank per nacht. In veel discotheken worden mensen geïntimideerd om aan de deur een fooi te geven, en in het ergste geval riskeren al te zuinige klanten zelfs om slaag te krijgen. De meeste portiers kosten de baas dus niets omdat ze uitsluitend van de fooien leven. Sterker nog, soms is het zelfs omgekeerd en moet de portier de baas betalen.
“In sommige clubs geeft de hoofdportier aan de uitbater een vast bedrag van pakweg 20.000 frank per nacht. Als hij dan 30.000 frank aan fooien krijgt, houdt hij zelf 10.000 over”, zegt Ivo Vandebroeck, hoofd van de security van de megadancing La Rocca in Lier. “Bij ons mag alleen de hoofdportier fooien ontvangen. Voor alle anderen is dat verboden. Zij zijn ingeschreven en krijgen een loon. Daarmee willen we voorkomen dat we de kat bij de melk zetten. Want wie volledig van fooien leeft, zal zich sneller door drugsdealers laten omkopen. En dat is waar het malafide portiers soms écht om te doen is: de macht om drugshandel al dan niet toe te laten. La Rocca werd zelf begin jaren negentig tijdelijk gesloten wegens drugsproblemen, maar daarna hebben we de security op moderne, onafhankelijke leest gereorganiseerd, en sindsdien betrappen we nog weinig dealers.”
Privé-detective Ivo Vandebroeck ijvert al jaren voor een vergunning en opleiding voor portiers, hij was ook actief in de werkgroep van het Preventiesecretariaat, maar zijn pionierswerk kreeg niet de verhoopte bijval. “Had men jaren geleden naar ons geluisterd, dan was het nooit zover gekomen”, meent hij. “De overheid wou dat we zelf de disco’s clean hielden, anders volgden er razzia’s, maar we moesten politieman spelen zonder wettelijke regeling. Het volstaat nu niet alleen om de bewakingswet toe te passen. Wij moeten klanten fouilleren, wat de meest essentiële controle is, maar strikt gezien is dat een exclusieve politiebevoegdheid. Wij moeten verdachte klanten vasthouden om hen aan de politie te overhandigen, maar ook dat is eigenlijk op het randje van het legale…”
POLITIE AAN DE DEUR
Het veiligheidsprobleem is vooral scherp gesteld door de opkomst van de megadancings, die de fuiven in de parochiezaaltjes helemaal verdrongen hebben. Die grootschalige danstempels kwamen al vaker in opspraak door problemen met drugsgebruik, vandalisme, burenhinder of weekendongevallen. Ivo Vandebroeck: “De knowhow ontbreekt om op die schaal de veiligheid te regelen. Een van de problemen is de klassieke portiersmentaliteit. Het positieve daarvan is de kameraadschap: men gaat voor elkaar door het vuur. Het negatieve is de cowboystijl: het zijn straffe mannen die zich een reputatie willen verwerven. Vroeger volstond het nog om iemand in de kraag te grijpen. Maar nu er zoveel wapens in omloop zijn, leidt dat tot een fatale escalatie. Ik begrijp niet dat de politie wapenbezit door portiers zo lang toegelaten heeft. Dan moet men niet verbaasd zijn dat die wapens ook worden gebruikt.”
Het is uiteraard een gevaarlijke job geworden, want drugsdealers zijn soms uitgerust met knipmessen, boksbeugels, ploertendoders of zwaarder wapentuig. Portiers beschermen zichzelf met kogelvrije vesten, scheenlappen, en schelpen om hun geslachtsdelen te beschermen. De meeste buitenwippers beoefenen gevechtssporten zoals kickboxen, zijn lid van een schuttersclub en hebben een strafblad. Velen zitten aan de drugs, dealen zelf naar hartenlust, of gaan met drugshandelaars in zee. Anderen treden erg racistisch op tegen vreemdelingen. Ivo Vandebroeck: “De rotte appels zijn in de minderheid, maar ze tasten de hele sector aan. Een paar jaar geleden hadden wij zelf last met die Nederlandse portiersorganisatie. Zij kwamen onze portiers wegboksen, en dan zegden ze tegen de baas: dat zijn geen portiers, maar mietjes!” Dat is de gewone manier geworden om in dit wereldje voor een job te solliciteren.
Zelf is Ivo Vandebroeck een gewezen rijkswachter, maar er zijn heel wat portiers die nog in actieve dienst zijn bij rijkswacht of politie. Op één weekend verdienen ze soms meer dan hun maandloon. Alleen al van de Antwerpse politie zijn er minstens een dozijn agenten aan de slag – hoewel dat door het reglement verboden is – met als meest bekende de al vermelde Tim Tubbax en zijn maat Danny. Bij de rijkswacht is het al niet minder: recent werden er vijf van Antwerpen naar Brussel overgeplaatst omdat ze portierswerk deden; maar anderen zijn nog altijd bezig. Ook in het Brusselse is het schering en inslag. Yves, de hoofdportier van de Zillion: “Ik weet zelf van minstens twintig agenten en rijkswachters die in Brussel als portier werken.”
Dat zorgt natuurlijk voor een dubbelzinnige situatie. Politie en rijkswacht gaan minder geneigd zijn om streng op te treden tegen zaken waar collega’s werken, en omgekeerd voelen portiers zich door die bijklussende agenten beschermd en onaantastbaar. Bovendien gebeurt het geregeld dat de agent-portier zijn politiekaart bovenhaalt als er grote incidenten zijn. Professor Mark Cools: “Dat is het eerste waar de overheid tegen moet optreden, want het leidt tot een noodlottige normvervaging. Men ziet geen verschil meer tussen boswachter en stroper. Op termijn kan het tot een ” blew drain” leiden: een wegzuigen van mensen uit de publieke politie naar de privé-politie. Daarom moeten zelfs ex-agenten wettelijk drie jaar wachten voor ze dergelijk werk mogen uitvoeren.”
DE CAïD VAN DE BUITENWIPPERS
Iemand die altijd graag met politiemensen samenwerkte was Rudy De Loos, een Antwerpse vechtersbaas die geboren en getogen was tussen de seksclubs op het De Coninckplein, en die gezien wordt als de pionier van de (ondergronde) portiersorganisaties. Hij verzamelde een clan om zich heen en groeide uit tot dé caïd van de buitenwippers. Rudy De Loos controleerde uiteindelijk grote tenten zoals de Jimmy’s en Club X, heel wat lunaparken en casino’s, en deed ook de security voor de zogenaamde piramidemaffia in het Nederlands-Belgische grensgebied. Hij was ook de eerste die met beeper-portiers begon te werken: in ruil voor enkele duizenden franken per nacht konden horeca-uitbaters naar Rudy’s jongens bellen, die stand-by stonden en op enkele minuten ter plekke konden zijn. Zelfs cafés en jeugdclubs draaiden, al dan niet vrijwillig, in dat systeem mee. Het verschil met echte racketeering, of het afpersen van beschermingsgeld, was niet altijd duidelijk.
De problemen escaleerden toen Rudy enkele jaren geleden op zijn zware motor uit de bocht ging en om het leven kwam. Tijdens de begrafenis stond er nog een cordon van tientallen zware jongens op het Schoonselhof. De organisatie, waarvoor hij een duivelsteken als logo gebruikte, wordt nog voortgezet door zijn rechterhand Bert, zij het op kleinere schaal. Maar een paar andere portiers, die nog met Rudy gewerkt hadden, begonnen na zijn dood hun eigen clan uit te bouwen, onder meer politieagent Tim Tubbax en de beruchte Albanees Victor Hoxha. Zij hebben een sterke machtspositie verworven, ook al werd Tubbax begin dit jaar voor brutaliteiten veroordeeld, en al zit Victor nu in de gevangenis van Merksplas een straf van vijf jaar voor pooierij uit. De beste stek van Victor en zijn clan is altijd de Reve’s in het Statiekwartier geweest. Het kwam daar al eerder tot een schietpartij, en er was zelfs een (mislukte) aanslag met een handgranaat.
Het erg gewelddadige Albanese milieu, een los verband van meerdere groepjes, vecht niet alleen voor de beste deuren, maar probeert ook in de rosse buurt zijn wetten op te leggen. Want het gaat niet louter meer om het portierswerk, maar meer en meer ook om de handel in drugs en vrouwen. “Daarmee verdienen ze meer dan met fooien”, zegt Yves, de veiligheidschef van de Zillion. De Zillion kwam het voorbije jaar zelf in het nieuws voor vechtpartijen, geweld tegen bezoekers, drugs en wapens, of het gebrek aan bouw- en milieuvergunningen. “Omdat wij het meest geviseerd worden, proberen we nu juist met alles in orde te zijn”, beweert Yves. “Wij zijn een van de weinige clubs waar de portiers ingeschreven zijn. Meer nog, we gaan hen een opleiding doen volgen en een attest van goed gedrag en zeden vragen. Dàt is pas een nieuwigheid in het nachtleven.”
CHRIS DE STOOP