Het zit in de familie

© BELGAIMAGE

Thierry Siquet, Johan Vanheusden en Thierry Raskin hebben elk op hun manier de weg naar eerste klasse uitgestippeld. Maar de voorbije jaren stonden ze allemaal op de eerste rij toen hun zoon of neef, net als zij, hun droom om profvoetballer hebben waargemaakt.

De rolbezetting voor het interview ziet er veelbelovend uit. Thierry Siquet, goed voor 253 profwedstrijden voor Standard, Germinal Ekeren, La Louvière en Charleroi van 1986 tot 2005, werd gecast in de rol van peetvader van Hugo Siquet. Daarnaast is er Johan Vanheusden, de vader van Zinho Vanheusden, die 57 duels in eerste klasse speelde van 1989 tot 1995 met Beerschot en Seraing. En ten slotte krijgt ook Thierry Raskin, de vader van Nicolas Raskin, een rol. De man werkte van 1989 tot 1992 zestien duels af op het hoogste niveau met Cercle Brugge.

Bij Standard was het voor de ouders verboden om hun kind aan te spreken en daarom hadden Zinho en ik een eigen taal uitgewerkt.’ Johan Vanheusden

THIERRY SIQUET: ‘Ik ben niet de vader van Hugo, maar we hebben een gemeenschappelijk punt dat bijzonder zeldzaam is. Net als hij ben ik mijn carrière begonnen bij Standard en in een Europese match. ( Thierry debuteerde op 1 oktober 1986 tegen Rijeka in de UEFA Cup, terwijl Hugo op 5 november zijn debuut vierde in de Europa League tegen Lech Poznan, nvdr). Ik was toen zeventien jaar, net een tikkeltje jonger dan hij. Bon, ik trapte geen corners, maar ik was meteen titularis. Ik ben niet bij de rust ingevallen.’ ( lacht)

JOHAN VANHEUSDEN: ‘We worden er niet jonger op. Voor mij is het geleden van 1988. Ik kwam van Hasselt in tweede klasse en ik kan mij die eerste match in eerste klasse nog goed herinneren want het ging allemaal een beetje te snel voor mij. ( lacht) En die match ging ook verloren tegen Lokeren. We hadden bij Beerschot nochtans een mooie ploeg met grote namen als Jos Daerden, Simon Tahamata, Patrick Goots en Kenneth Brylle! Ik heb Zinho dus gemakkelijk wijs kunnen maken dat ik een topverdediger was. Het is maar gedeeltelijk waar want ik was toch belofteninternational in een ploeg met Gert Verheyen, Marc Wilmots en Philippe Albert. Niet slecht toch…’

THIERRY RASKIN: ‘Ik heb een keer op de bank gezeten met Standard, maar ik heb nooit het shirt van die club gedragen in eerste klasse. Mijn eerste match was met Cercle in het seizoen 1989-1990 en dat was alles behalve een cadeau. Ik werd erin gegooid tegen het grote FC Luik van Nebojsa Malbasa, Jean-François De Sart, Zvonko Varga en noem maar op. Het gekke is dat wij die match met 1-0 wonnen. Dat is ook een raakpunt met Nico, die tegen Club Brugge debuteerde (0-0, op 12 februari 2020, nvdr). Niet evident: voor 30.000 toeschouwers tegen Ruud Vormer en Hans Vanaken…’

Nicolas Raskin en Hugo Siquet, symbolen van de jonge Rouches.
Nicolas Raskin en Hugo Siquet, symbolen van de jonge Rouches.© BELGAIMAGE

SIQUET: ‘Ik denk dat wij toch meer afzien voor ons televisiescherm. ( lacht) Ik weet hoe het voetbal in elkaar zit en meestal jaag ik mij niet op, maar wanneer Hugo speelt voelt het anders aan. Zijn eerste competitiematch was tegen het Antwerp van Ivan Leko ( 1-1 op 8 november 2020, nvdr). Antwerp was op dat moment nagenoeg de beste ploeg van de competitie. Hij zat in de tang tussen Simen Juklerød en Lior Refaelov, maar niemand bood hem hulp aan. Toen heb ik mij echt boos gemaakt. Mijn vrouw vroeg mij zelfs om het wat kalmer aan te doen. Wat mankeert jou, zo ben je normaal niet. Oké, maar deze keer ging het wel om Hugo! Het is niet mijn zoon, maar hij was zo fel aan het afzien op het veld, dat ik er hartzeer van kreeg. De tactiek wierp zijn vruchten af, want ze pakten een punt. Maar het was een lijdensweg…’

RASKIN: ‘Het is wel zo dat wij een beetje serener zijn omdat we het zelf allemaal hebben meegemaakt. Laten we zeggen dat we alles beter kunnen plaatsen dan andere ouders.’

VANHEUSDEN: ‘Klopt. Maar het neemt niet weg dat ik het spijtig vind dat je in België niet meer beschouwd wordt als een jongere als je zes maanden in de A-ploeg hebt gespeeld. In het begin kunnen ze niets verkeerd doen. Ze krijgen te horen hoe fantastisch ze kunnen voetballen en hoe groot hun progressiemarge wel is. En daarna slaat de slinger snel de andere kant uit. De werkpunten worden overbelicht en er stijgt veel kritiek op. Ik kan mij inbeelden dat het zo is gegaan bij Nicolas en Hugo. En op dat moment is de rol van een vader uiterst belangrijk.’

BEMOEIZIEKE VADERS

SIQUET: ‘Ik ben louter de neef van Hugo’s vader. Ik zie Hugo dus maximaal drie of vier keer per jaar in de kerstperiode en met verjaardagen. Bij de jeugd heb ik hem trouwens weinig aan het werk gezien, maar toen hij op het punt stond om zijn eerste profcontract te tekenen hebben zijn ouders uiteraard mijn mening gevraagd. Met wie ze moesten samenwerken, welke makelaar ze onder de arm moesten nemen en dat soort zaken. Ik ken het milieu en dus probeer ik er hen wegwijs in te maken. Maar zijn vader kent het voetbal ook, want hij heeft nog in bevordering gespeeld. Er zat meer in, hij had zelfs aan de top kunnen spelen, maar hij heeft andere keuzes gemaakt.’

RASKIN: ‘Eerlijk gezegd interesseert het die jongens niet wat wij in onze carrière gepresteerd hebben. Ik heb drie doelpunten gemaakt in eerste klasse. En dan? Nico heeft Thierry nog gehad als trainer ( U16 en U17 bij de nationale ploeg, nvdr) en daarom is er een natuurlijke vorm van respect voor hem. Op een dag hebben Thierry en ik elkaar op training gegroet. Zonder dat voorval had Nico bij wijze van spreken nooit geweten dat ik ooit profvoetballer ben geweest. ( lacht) Ik overdrijf een beetje. Hij kent mijn verleden bij Cercle, maar hij heeft nooit een wedstrijd van mij gezien. Ik heb thuis nog oude videobanden liggen die ik dringend moet laten digitaliseren.’

VANHEUSDEN: ‘Wij waren niet het soort bemoeizieke vader dat zich opwond langs de zijlijn. Ik heb bijvoorbeeld nooit op een trainer zitten vitten. Pas op, we beseffen dat onze situatie uitzonderlijk was. De evaluaties op het einde van het seizoen duurden bij mij hooguit een minuut. Johan, zoals gewoonlijk valt er op jouw zoon niets aan te merken. We zien elkaar volgend seizoen.’

RASKIN: ‘Bij mij werd er zelden over voetbal gesproken. Het ging meer over zijn gedrag. Nico is hyperactief. Hij moet zich kunnen amuseren en uitleven. Hij werd dus vaak tot de orde geroepen. Afgezien daarvan had ik geen reden om te klagen. Hij stak er niet eens bovenuit, maar hij maakte altijd deel uit van de zes of zeven beste spelers van de ploeg. Dat is geen garantie op succes, maar Nico moest niet voor zijn plek vrezen.’

VANHEUSDEN: ‘Wij kwamen er goed uit. Het is sowieso gemakkelijk om de vader te zijn van een goede leerling. Ik heb ouders in tranen zien uitbarsten omdat ze te horen had gekregen dat het avontuur van hun zoon erop zat.’

RASKIN: ‘Ik heb altijd mijn bedenkingen gehad over die publieke evaluaties. Dat kun je toch ook anders afhandelen? Die georganiseerde afspraken in een volle cafetaria getuigen van weinig empathie. En het is triestig om kleine jongens te zien huilen omdat ze van hun maatjes gescheiden zullen worden. Ik kan er vrijuit over praten omdat ik de twee situaties heb meegemaakt. Het eerste tafereel met Nico en het tweede met mijn andere zoon Maxime, die vandaag uitkomt voor Waremme in tweede amateur.’

VANHEUSDEN: ‘Maxime is net als Zinho van 1999 en ze hebben een seizoen samen in de verdediging gespeeld.’

RASKIN: ‘Klopt. Hij is van de generatie ’99. Dat was een ronduit geweldige ploeg met ook nog Thibaud Verlinden, Adrien Bongiovanni, et cetera. Op een gegeven moment kwam Maxime minder aan bod en tijdens zijn groeispurt liep hij de ziekte van Osgood-Schlatter op. Soit, op het einde van dat seizoen mocht hij van Standard toch blijven, maar ik heb hem toch aangeraden om zich de juiste vragen te stellen. Heb je zin om vier tot vijf keer per week te trainen en in het weekend niet te spelen? Verkies je niet om op een lager niveau plezier te maken met jouw vrienden? Van het spelletje genieten, zou altijd de drijfveer moet zijn op die leeftijd.’

Johan Vanheusden: 'Wij kunnen zonder pretentie zeggen dat we wisten dat Zinho iets speciaals had.'
Johan Vanheusden: ‘Wij kunnen zonder pretentie zeggen dat we wisten dat Zinho iets speciaals had.’© BELGAIMAGE

VANHEUSDEN: ‘In dat soort situaties is de rol van de ouders cruciaal. Je moet er zijn om je kind te steunen en hem te begeleiden. Bij ons thuis draait alles rond Zinho en dat is soms lastig voor zijn zus. Zinho heeft dit gedaan, Zinho is geselecteerd bij de Rode Duivels… Maar zij is gek op hem. Tijdens de wedstrijden is ze zelfs veel nerveuzer dan wij.’ ( lacht)

RASKIN: ‘Mijn zoon en dochter zijn de enige personen die ik in mijn buurt duld wanneer Nico speelt. Ik vind het vooral leuk dat Maxime niet gefrustreerd is omdat Nico het wel gehaald heeft en hij niet. Die twee zijn heel close. Vorige zomer hebben ze de voorbereiding op het seizoen zelfs met zijn tweeën gedaan.’

GEBARENTAAL

VANHEUSDEN: ‘Ik heb veel respect voor ouders die zo’n lastige situaties moeten oplossen. Nogmaals: met Zinho heb ik blijkbaar in een bevoorrechte positie gezeten. Hij is in Hasselt beginnen te voetballen toen hij vier jaar oud was. Op die leeftijd kun je moeilijk inschatten of je zoon talent heeft. Maar wij kunnen zonder pretentie zeggen dat we wisten dat Zinho iets speciaals had. Alle kinderen wilden vooraan spelen om doelpunten te maken en ze zwierven over heel het veld. Zinho bleef achteraan staan en deed op een onverstoorbare manier zijn ding. Ik vond zijn aanpak meteen interessant.’

RASKIN: ‘Ik heb twee keer een klik gehad. De eerste in een vroeg stadium bij Standard toen hij volgens mij bij de U11 speelde. Standard won de finale van een toernooi tegen KV Mechelen met 3-0 dankzij drie doelpunten van Nico. Toegegeven, veel spelers kunnen een doelpunt maken. Maar het was de wijze waarop hij had gescoord, die mij was opgevallen. Er zat een kopbaldoelpunt bij, een vluchtschot en een lob van dertig meter. De tweede klik kwam er bij een andere gereputeerde club in België. Toen hij er aankwam, kende hij niemand, maar hij werd meteen geselecteerd voor een internationaal toernooi met de U15. Ze wonnen dat toernooi door Inter te kloppen in de halve finales en van Torino te winnen in de finale na het nemen van strafschoppen. Nico heeft zich toen aangeboden om te trappen. En toen dacht ik bij mezelf: met die vastberadenheid en zijn zorgeloosheid kan hij ver geraken. Die dag werd ik trouwens door een aantal Nederlandstalige ouders aangesproken omdat Nico een goede indruk had gemaakt. Ouders die andere ouders complimenten geven, gebeurt zelden. Dat was ook een teken dat hij iets meer had dan andere spelers…’

VANHEUSDEN: ‘Ik was een eenzaat. Ik heb nooit gecarpoold met andere ouders. En ik hield mij aan een regel: nooit over andermans zoon praten. Ik gaf nooit mijn mening over een andere speler en zo kon ik ook geen kritiek geven. Simpel toch? Ik begrijp niet waarom niet iedereen die regel hanteert. ( lacht) Na de wedstrijden blijven mensen hangen om iets te drinken of om een hapje te eten, maar dat was niets voor mij. Ik ging naar het voetbal voor mijn zoon, niet om vrienden te maken. En zeker niet om mij te laten omringen door vijanden.’

RASKIN: ‘Met Johan kwam ik goed overeen en in zekere zin was ik een beetje zoals hij. Tijdens de wedstrijden kroop ik alleen in een hoekje. Johan zat aan de ene kant van de tribune en ik aan de andere kant.’

VANHEUSDEN: ‘Niemand had zin om een ouderwetse Limburger als ik lastig te vallen. Ik had die ruimte nodig. Bij Standard was het voor de ouders verboden om hun kind aan te spreken en daarom hadden Zinho en ik een eigen taal uitgewerkt. Wanneer ik een vinger in de lucht stak, had dat een bepaalde betekenis. Twee vingers omhoog, wilde iets anders zeggen, enzovoort.’

RASKIN: ‘Nico en ik had ook een eigen gebarentaal uitgevonden. Maar ik vind het normaal dat we tijdens de wedstrijden moesten zwijgen – anders zou het maar een zootje worden. Ik ben wel iemand die na affluiten verpozing ging zoeken. We hebben de mooie periode van de Academie meegemaakt. In die tijd mochten we op het grote terras zitten om iets te drinken met de andere ouders en werden er ook regelmatig barbecues georganiseerd.’

VANHEUSDEN: ‘Ik heb nooit een voet gezet op dat terras. Ik begrijp het idee erachter en ik kon het goed vinden met Thierry, maar dat was tegen mijn principes.’

RASKIN: ‘Niet alle ouders zitten in dezelfde mood en dat is normaal. Wij vormden een kleine bende met de vader van Orégan Ravet ( nu bij OHL, nvdr), van Louis Patris ( nu bij OHL, nvdr), van Valentin Guillaume ( nu bij Virton, nvdr) en die van Trey Ryan Itangishaka ( nu bij Gent, nvdr). Soms kregen we het gezelschap van de papa van Damjan Pavlovic. We deden ons niet voor als die gasten van Very Bad Trip, maar het was fun. We gingen mee op stage met de ploeg en soms waren we een paar weken op elkaar aangewezen. Daardoor kennen we alle uithoeken van Bretagne. We hebben toch veel opofferingen moeten doen. ( lange stilte) Ach, het was eigenlijk een verlenging van de vakanties. We zouden gek zijn om daar nu over te klagen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content