In zijn jongste boek noemt Rik Devillé de beweging Het Werk een katholieke sekte. De zuster van een lid van Het Werk getuigt.
SEKTEN KENNEN MOMENTEEL wereldwijd succes. Frankrijk wil ze niet verbieden om de godsdienstvrijhied niet in het gedrang te brengen maar start, na onder meer het proces van de Church of Scientology in Lyon en de bloedige excessen van de Orde van de Zonnetempel, een voorlichtingscampagne bij de jeugd. Tokyo zit nog met de angst rond het giftige metrogas. In eigen land werd een parlementaire onderzoekscommissie in het leven geroepen.
De redenen voor het succes van deze totalitaire groepen raken ook stilaan bekend : de tekorten van de geïnstitutionaliseerde godsdiensten, de vervreemding binnen de heersende massacultuur, de nood aan geborgenheid in een zakelijke tijdsgeest, enzovoorts. Sekten bieden ogenschijnlijk oplossingen voor de diepste verzuchtingen van velen : eindelijk iets betekenen in de samenleving, bevrijd worden van angst, opnieuw kunnen geloven in een alwetende goeroe, een grote leider aan wie men zich helemaal overlevert.
Ook binnen de rooms-katholieke kerk bestaan zo’n sektarische bewegingen. Het Werk, het Opus Christi Regis zoals het officieel heet, werd in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog gesticht door de Vlaamse Julia Verhaeghe en verscheen de jongste tijd geregeld in de media, onder meer door het jongste boek van de flamboyante priester Rik Devillé uit het Brabantse Buizingen.
Is Het Werk een echte sekte ? Volgens Louis Van den Wyngaert, voorzitter van de Vereniging ter Verdediging van Persoon en Gezin (VVPG), bestaat daarover geen twijfel.
LOUIS VAN DEN WYNGAERT : Het Werk past duidelijk systematisch sektarische praktijken toe, die ethisch en juridisch rechtstreeks ingaan tegen de rechten van de mens, psychisch de leden infantiliseren en depersonaliseren en geestelijk het geweten blokkeren. Maatschappelijk en politiek krijgt dit een bijzondere betekenis, omdat een totalitaire groep binnen de machtige rooms-katholieke kerk erin geslaagd is ongestraft de machtsstructuren te infiltreren. Opus Dei past tegenover de numerarii (celibataire leden) en minderjarigen even laakbare praktijken toe, maar toch is er een groot verschil. Opus Dei is best te vergelijken met de Verenigingskerk van Moon, waar binnenin toch nog een zekere wetmatigheid en verantwoordelijkheid heerst. Het Werk is van veel lager peil en getuigt van de ongeremde willekeur van een dubieus personage.
Welk standpunt neemt uw organisatie in tegenover bewegingen als Het Werk ?
VAN DEN WYNGAERT : Als pluralistische vereniging houden wij rekening met alle sektarische praktijken, dus ook die in kerkelijke context. Tot voor kort was de rooms-katholieke kerk, zoals zovele andere christelijke kerken, een bondgenoot, die zich distantieerde van alle sektarische praktijken, ook deze van katholieke groepen. Nu loopt de scheidingslijn tussen zij die opkomen voor oprechtheid en respect voor de mensenrechten, en zij voor wie onethische middelen geoorloofd zijn voor het absolute doel, helaas ook dwars door de kerk en haar hiërarchie.
Heeft niet elke religieuze beweging een sektarisch tintje ? Hebben bijvoorbeeld sommige, vooral strengere kloosterorden geen sektarische inslag ?
VAN DEN WYNGAERT : In de meeste abdijen en kloosters is een ethische code gegroeid. De jongste tijd wint die idee van een ethische code trouwens meer en meer veld. Hieronder valt dan de eerbied voor minderjarigen die men niet achter de rug van de ouders mag proberen te overhalen, de bescherming van zwakkeren en ouderen tegen psychische druk, de blijvende band met ouders en familie ook voor meerderjarigen, het briefgeheim, de openheid van informatie, duidelijke reglementen en leefregels, vertrouwen en openhartigheid tussen de leden onderling en met niet-leden. Kortom, klaar omschreven doelen met klaar omschreven middelen, zodat mensen weten waaraan ze beginnen. Wij vragen geen enkele sektarische groep dat ze zou afgeschaft worden ; alleen dat zij van hun sektarische praktijken afzien en de mensenrechten respecteren.
In de abdijen en kloosters zijn duidelijke regels vastgelegd. Zo is er overal de scheiding van het domein van het organisatorisch gezag ( forum externum) en het domein van de persoonlijke raadgever ( forum internum), waarbij het biechtgeheim zelfs absoluut gesteld wordt. Zo is er de gegarandeerde vrijheid van keuze van biechtvader, die in de oorspronkelijke lekenorganisatie Opus Dei en de oorspronkelijke vrouwelijke Pia Unio van Het Werk wordt omzeild door de creatie van priesters van eigen volk. De vrije keuze van de abt door de monniken, al of niet voor een beperkte termijn, is een andere waarborg. Er zijn zelfs voorschriften waarbij oversten uitdrukkelijk verboden wordt de kloosterlingen uit te vragen over wat zij denken over een bepaald probleem.
Na het Tweede Vaticaans Concilie werd de mogelijkheid ingebouwd om afstand te nemen van de kloosterorde door een sabbatperiode in te voeren, zelfs voor slotzusters. Er werden bijdragen gestort voor de individuele sociale zekerheid en individueel pensioen en er werden vooraf overeenkomsten gemaakt over testament of erfenissen.?
ANTI-CHRIST.
Sommige familieleden van leden van Het Werk merken op dat ze onvoldoende gehoord werden in het boek van Rik Devillé, ook al stemmen ze volmondig in met de analyse die hij maakt.
MEVROUW R. : Mijn zus was hooguit twintig jaar, een bloem van een meisje en zeker niet van het kwezelachtige type. Ze had pas een slecht afgelopen liefdeshistorie achter de rug en maakte een ongelukkige periode door, toen bij ons thuis aangebeld werd. Het waren drie dames die bedelden voor vakantiekolonies voor arme kinderen. Ze vroegen moeder of ze geen dochters had die gedurende de vakantie een handje konden toesteken bij de opvang van die kinderen. Mijn zus zag daar waarschijnlijk iets in om haar liefdesverdriet te vergeten en is twee weken gaan helpen. Bij haar thuiskomst zei ze meteen : ik kom mijn spullen ophalen en ik ben weg, ik word lid van de beweging van die dames.
We hoorden toen voor het eerst de naam Het Werk. Ze behoort tot de eerste generatie volgelingen van Moeder Julia, zij heeft in zowat heel Europa gepionierd voor deze organisatie. Ze liet geen adres achter en vroeg ons uitdrukkelijk haar niet op te zoeken. Later kwam ze nog even terug en zei dat ze in het Paulusheem in Villers-la-Ville woonde. Vele maanden hoorden we helemaal niets meer van haar, al onze brieven bleven onbeantwoord. Toen kregen we bericht dat onze zus officieel intrad bij Het Werk en dat we haar wel konden bezoeken in Villers-la-Ville. Wanneer ik haar nu, na veertig jaar, vraag waarom ze zoveel leed heeft berokkend aan haar familie, antwoordt ze : jullie zouden me daaruit gehaald hebben, me de vrijheid van mijn keuze niet gegund hebben.
Nu komt ze naar ons. Ze is zestig en ze komt tot de vaststelling dat er voor haar pensioen niets geregeld is door haar organisatie. Qua sociale zekerheid staat ze nergens. Nu moeten wij haar helpen.
Onmiddellijk voor en na het verschijnen van het boek van Devillé is ze ons herhaalde keren komen opzoeken om ons ervan te overtuigen dat ze wel degelijk gelukkig is en dat we dat boek niet moesten geloven.
Veertig jaar lang wisselden reeksen van korte contacten en lange perioden van spoorloos verdwijnen elkaar af. Soms komen we wel iets te weten. Zo vertelde ze een familielid dat ze er dikwijls is willen uitstappen. Dat ze soms gestraft werd, onder meer in een soort strafhuis van de organisatie in Italië of dat ze in Bregenz aan de universiteit jonge mensen moest ronselen.
Toen mijn man voor zijn werk naar China moest, waarschuwde ze ons dat hij gebanvloekt zou worden. Het communisme was hun grote vijand, het gele gevaar noemde ze het soms. Dat communisme zou de wereld veroveren, maar die van Het Werk zouden door God gered worden. Zij waren immers de uitverkorenen en ze waren op alles voorbereid. Ook letterlijk. Want volgens haar zeggen, beschikten ze over grote schuilkelders de catacomben noemden ze die , voor de tijd dat christenen weer een vervolgde minderheid zouden worden. Wie nu hun grootste vijand is, weet ik niet, ze spreekt veel over de komst van de Anti-Christ.
Die Moeder Julia krijgt elke dag precies om negen uur ’s avonds een visioen uit de hemel. Op datzelfde moment moeten trouwens overal in haar huizen kaarsen aangestoken worden ook bij de geassocieerde gezinnen ; de catacomben-gezinnen , en dient de rozenkrans gebeden. Mijn ouders hebben daar ooit aan meegedaan, zo groot is de gewetensdruk, de angst ook.
Het is een zeer machtige organisatie. Mijn zus woont nu in bij de pauselijke vertegenwoordiger bij de Europese instellingen in Straatsburg. Ze vertelt over hun invloedrijke aanwezigheid in Wenen, Rome, Jeruzalem, het Vaticaan, maar ook Afrika. Het is niet altijd duidelijk waar ze die bezittingen halen, tenzij een van hun huizen in Rome, dat ze cadeau kregen van wijlen koning Boudewijn.
Als familie voel je je machteloos. Het vreet aan je eigen psyche. Je eigen geloof wordt zwaar op de proef gesteld, samen met je vertrouwen in kerk en godsdienst. Er is ook soms vertwijfeling : zitten zij op het verkeerde spoor of wij ?
Mijn vader was terminaal ziek en wilde thuis sterven. De kinderen waakten om beurten bij hem. Na een tijdje waren we echt op het einde van onze krachten en riepen de hulp in van onze zus. Ze kwam. Mijn vader lag in helse pijnen en wij dienden hem op doktersvoorschrift morfine toe om de pijn dragelijk te maken. Dat stond zij echter niet toe met als argument : zijn lijden zal jullie eeuwig geluk bewerken. Dat is voor mij de druppel te veel geweest. Toen mijn vader overleden was, stond er plotseling een hele delegatie medezusters voor de deur. Ze wilden mijn moeder verzorgen, omdat wij daar zogezegd geen tijd voor zouden hebben. Maar de aap kwam vlug uit de mouw in feite wilden ze het ouderlijke huis tegen een gunstprijsje inpalmen !
Met sommige vragen loop je telkens weer met je hoofd tegen de muur. Hoe zit die organisatie structureel in elkaar ? Wat zijn hun uiteindelijke doelstellingen ? Hoe kunnen volwassen mensen zo hun leven lang aan die moeder hangen ? Wat zij zegt, is voor de leden méér dan evangelie. Levensbeschouwelijk voel je de grond onder je voeten wegzakken, ze zijn enorm goed getraind in het discussiëren.
Mijn zus heeft haar persoonlijkheid totaal verloren, ik ken haar niet meer. Een vrouw van zestig jaar die een druppeltje bloed van die Julia heeft opgevangen en dat als reliek vereert. Dat is erg hoor. Ik ben echt blij dat verhaal eens kwijt te kunnen.
Waarom heeft u dat alles zo lang stilgehouden ?
MEVROUW R. : De onvolkomenheden van het boek van Devillé opzij gelaten, heeft het alvast het deksel van de doofpot gehaald. Net als de ex-leden van Het Werk zijn ook wij, als familieleden, danig getraumatiseerd. Ik ben tot nog toe de enige van de familie die hierover spreekt. Misschien zijn we door ons zwijgen er mede zelf schuld aan dat het familieaspect te weinig belicht wordt in de pers wanneer die het over deze organisatie heeft.
Ik heb het meegemaakt dat mijn zus een van mijn eigen kinderen wilde meenemen op een zogezegde retraite bij haar, vooral toen ze merkte dat dat kind een moeilijke periode doormaakte. Ik zag voor mijn ogen hoe de geschiedenis zich zou kunnen herhalen. Het wordt hoog tijd dat jonge mensen gewaarschuwd worden.
Staf Nimmegeers
Rik Devillé, Het Werk. Een katholieke sekte ?, Van Halewyck, Leuven/Amsterdam, 1996, 200 blz.Vereniging ter Verdediging van Persoon en Gezin (VVPG), Gemeentepark 1, 2930 Brasschaat, 03/653.14.60.
Louis Van den Wyngaert : Het Werk past systematisch sektarische praktijken toe.
Rik Devillé : het deksel van de doofpot.