Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Volgende week spelen Anderlecht en Club Brugge de competitietopper. Europees is het voor beide spartelen om niet te verdrinken.

Het Belgische voetbal heeft, midden in de begrafenisplechtigheid, het deksel van zijn kist afgeworpen, en de rouwenden rondom het graf danig doen opschrikken met een luidkeels geschreeuwd: “Mannekens !”

“We bestaan nog” , dat was de belangrijkste vaststelling na de terugmatchen in de Europese bekers. Tenzij de Uefa daadwerkelijk beslist om Euro 2000 aan België en/of Nederland te onttrekken natuurlijk. Dan bestaan we niet meer. Het zou de ultieme vernedering voor het Belgische voetbal zijn. In dat geval rest bondsvoorzitter Michel D’Hooghe niets anders dan in Brussel het licht uit te doen, droevig naar Brugge te sporen, en daar enkele van de zwaarmoedigste composities van Brahms uit zijn piano te persen.

In afwachting van die ramp, waren de Europese avonden van vorige week een grote opluchting. Uiteindelijk viel alleen Germinal Ekeren overboord, tegen Servette Genève. Kampioen Club Brugge werd wel uitgeschakeld door de Noorse kampioen Rosenborg Trondheim, maar profiteert van de vorig jaar ingevoerde regeling dat de verliezers uit de tweede voorronde worden opgevist in de Uefacup. Bovendien speelde Club een goede wedstrijd tegen de Noren, en gaf het blijk van strijdlust en wilskracht. Daarmee zijn we al zeer tevreden.

Bij de bekerwinnaars had Racing Genk geen moeite met het zwakke Apolonia Fier uit Albanië. En in de Uefacup zette Anderlecht tegen het Kroatische Osijek na een avond vol labeur, op het nippertje een 3-1 nederlaag uit de heenwedstrijd recht. In de volgende ronde moet Racing Genk naar MSV Duisburg, Club Brugge naar het vroegere Ujpest Dozsa, en Anderlecht tegen Grasshoppers Zürich. Dat zijn geen onmogelijke opdrachten, waardoor de Europese coëfficiënt van ons land weer wat kan opgekrikt worden. Die coëfficiënt bepaalt hoeveel clubs er over twee seizoenen in de Uefacup zullen spelen. Tenminste, als er dan nog een Uefacup is.

DE TOESCHOUWERS HAKEN AF

Er priemt dus weer een straaltje zon door de donkere wolken boven het Belgische voetbal, maar echt veel warmte levert ze niet. Dat het allemaal erger had kunnen zijn, is de belangrijkste reden tot optimisme. Maar er zijn meer redenen tot bezorgdheid. De eerste twee weekends van de competitie was er een terugval van de publieke belangstelling die, vergeleken met het buitenland, bij ons al niet groot was. En dat nog vóór het gebruik van de veiligheidspas verplicht wordt.

De mensen zijn al dat gezever beu, is de terechte vaststelling van Club-Bruggedirecteur Antoine Van Hove. Ze weten niet meer waar, wanneer en hoe ze hun tickets moeten kopen, gesteld dat ze al zouden weten op welke dag en op welk uur hun club speelt. Dat laatste is de schuld van de clubs zelf, die om het even wat doen voor het geld van Canal plus. Voor het eerste wijst de beschuldigende vinger naar Binnenlandse Zaken, dat eigenmachtig bepaalt welk duel een “risicomatch” is. Voor die wedstrijden mogen op de dag zelf geen tickets meer verkocht worden, op straffe van een zware boete. En vanaf 1 oktober zou elke match in een stadion met tienduizend plaatsen automatisch als een risicowedstrijd worden beschouwd. Dat zijn ze zo goed als allemaal.

Een arbitraire beslissing van minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback (SP), en een interessante kluif voor de Raad van State. Mocht de Profliga wat beter functioneren, had ze al lang een klacht ingediend. Helaas blijkt de Profliga steeds meer de zwakste schakel in de hele ketting rond het professionele voetbal. De heisa rond de veiligheidspas onderstreept dat pijnlijk. In de plaats van reclame te maken voor de automatisering van de ticketverkoop via een landelijk uitgebouwd net, een enorme stap voorwaarts, komt het bestuur van de Profliga alleen negatief voor het voetlicht, als een groep gebuisde schooljongens.

Als het systeem van de risicomatchen gehandhaafd blijft, dreigt de voetbalsupporter af te haken. De Supercup tussen Club Brugge en Racing Genk, met hooguit vierduizend man op de tribunes, was een eerste waarschuwing. De Europese terugwedstrijden van vorige week een tweede. Club Brugge haalde nauwelijks achtduizend toeschouwers, Anderlecht met veel kunstgrepen vijftienduizend. En dat voor duels van levensbelang. Het waren trouwens niet eens risicomatchen, maar wie kan daar nog aan uit? De verplaatsing naar het stadion wordt op zichzelf een risico, want er is meer kans dat je wordt teruggestuurd dan dat je erin mag.

Het wordt bang afwachten of die ontwikkeling zich de komende maand doorzet. Als de toeschouwers wegblijven, is het einde in zicht voor heel wat clubs, die nu al kreunen onder de zware schuldenlast. De Gentse voorzitter Jean Van Milders luidt al jaren de alarmklok. Hij spreekt van een gezamenlijke schuld van meer dan twee miljard frank. Helaas voor hem volstaat het niet aan de bel te trekken, om het tij te keren. Ook niet bij zijn eigen AA Gent, dat met Johan Boskamp aan het roer nochtans een hoopgevende sportieve koers heeft gekozen, en fors investeert in de jeugdafdeling. Maar er blijft die steeds maar aangroeiende schuldenberg. En AA Gent kan nog terugvallen op een eigen patrimonium, andere clubs hebben niets meer.

ARBEIDSCONTRACTEN ZIJN OPZEGBAAR

En het wordt nog erger. Net zoals veel te lang geen aandacht is besteed aan het proces dat Jean Marc Bosman had ingespannen, onderschat men nu de gelijkaardige klacht van de Hongaar Tibor Balog, en de prejudiciële vraag die de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Bergen aan het Europees Hof heeft gesteld. Het voetbal weet nochtans dat het zich moet hoeden voor prejudiciële vragen.

Balog, als Hongaar geen lid van de Europese Unie, kreeg op het einde van het seizoen ’96-’97 geen nieuw contract van Sporting Charleroi, dat naar aloude gewoonte wel een transferprijs van vijf miljoen frank op zijn hoofd zette. Voor EU-spelers mag dat na het arrest-Bosman niet meer. De Fifa overwoog in eerste instantie om de transfersommen meteen ook voor spelers van buiten de EU te verbieden, maar na aandringen van Michel D’Hooghe werd die beslissing uitgesteld. In principe tot na dit seizoen, maar dat kan worden verlengd. D’Hooghe deed dat om de clubs, die tot dan het grootste deel van hun inkomsten uit de verkoop van spelers haalden, niet helemaal het bankroet in te drijven.

Tibor Balog was de eerste die de transfersom voor einde-contractspelers van buiten de EU, voor de rechtbank aanvocht. Hij kreeg in kort geding al gelijk, en als de uitspraak van het Europese Hof dezelfde is als in het geval-Bosman, is het definitief afgelopen met het vragen van transfersommen binnen de EU. Dat zou moreel en ethisch rechtvaardig zijn, en als bijkomend voordeel kunnen hebben dat de clubs eindelijk stoppen met het aantrekken van minderwaardige buitenlanders. Maar aan de andere kant heeft het als nadeel dat alweer een bron van inkomsten wegvalt. Het onvermijdelijke gevolg wordt een ravage in het huidige profclubsbestand. Torenhoge schulden uit het verleden, en steeds minder inkomsten om ze af te betalen. De uitkomst van dit sommetje is niet moeilijk te raden.

Vele clubs proberen zich in te dekken door langdurige contracten aan te bieden, in de hoop de speler vóór het einde ervan te kunnen verkopen. Tot ook dit voor de rechtbank wordt aangevochten, want het blijft een belemmering van de vrijheid van arbeid en het blijft mensenhandel. Een arbeidscontract moet kunnen worden opgezegd, zo simpel is dat.

Interessant om volgen was de afloop van het conflict tussen Ajax en de gebroeders Frank en Ronald De Boer. Beiden tekenden in de loop van het vorige seizoen een contractverlenging bij Ajax tot 2004, met de expliciete clausule dat ze vóór 2001 niet zouden ingaan op een lucratievere aanbieding. Die aanbieding kwam er al snel, van wie anders dan van Barcelona. Ajax wilde hen niet laten gaan, de De Boers wilden niet meer voor Ajax spelen. Van de arbitragecommissie van de Nederlandse voetbalbond kregen de spelers ongelijk, waarna ze geen kant meer op konden. Want door hun geschil aan de arbitragecommissie voor te leggen, hadden ze zichzelf het recht ontzegd om naar de rechtbank te stappen. Jammer, want die uitspraak had alweer verstrekkende gevolgen kunnen hebben.

Het was wachten op vorige vrijdag middernacht, tijdstip waarop de registratieperiode voor voetballers in de Primera Division afliep. Als de De Boers dan niet bij Barcelona waren aangesloten, konden ze dit jaar niet meer in Spanje aan de slag. En Ajax hield het been stijf. Barcelona betaalde dan maar op de valreep zeshonderd miljoen frank aan AC Milan voor Patrick Kluivert, en de twee De Boers moeten deze week met hangende pootjes weer aan tafel met het Ajaxbestuur. Hun voorstel: we spelen dit seizoen nog voor Ajax, daarna mogen we weg.

UIT DE WEG VOOR DE SUPERLIGA

De terugval van de publieke belangstelling en het arrest-Balog, zijn dus een meer dan reële bedreiging voor het Belgische profvoetbal, dat daarnaast ook met een sportieve malaise blijft kampen. Ook op dat gebied waren de eerste twee speeldagen een afknapper, omdat twee tenoren die de competitie kleur zouden moeten geven, al uit de bocht gingen. Standard kon zich vorig weekend tegen Aalst herpakken, maar Anderlecht zucht met een schrale één op zes. Na confrontaties met Charleroi en Beveren, twee van de zwakkere broertjes.

Club Brugge en Anderlecht moeten niet dromen: niemand zit te springen om hun aanwezigheid in de Europese Superliga. Alleen op basis van zijn erelijst, zou Anderlecht een kansje kunnen maken. En om die nieuwe European Football League is het dezer dagen te doen. Achter de schermen wordt een gevecht op leven en dood geleverd. Uefa-secretaris-generaal Gerhard Aigner moest de voorbije maand in allerijl heel Europa doorreizen, om de topclubs te bezweren zich vooral niet van de Uefa af te scheuren. Tijdens het Uefagaladiner vorige week in Monaco, hield hij een vurige toespraak waarin hij de clubs smeekte om de goudmijn van het Europese voetbal niet leeg te plunderen. Aigner beloofde de formule van de Europacups, eens te meer, aan te passen.

Intussen zijn Europese topclubs, met enkele machtige mediatycoons op de achtergrond, ver gevorderd met de plannen voor een eigen competitie, opgesteld naar het voorbeeld van de Amerikaanse basketbalbond NBA. Een gesloten groep van teams, 16 of 32, die een competitie afwerken waarvan ze alle inkomsten uitsluitend onder elkaar verdelen, en waarin zij zelf beslissen over wie deelneemt, de gehanteerde formule, de kalender, de televisiecontracten, mogelijk de spelerssalarissen en zo meer.

Er wordt gedacht aan 32 teams, verdeeld over twee afdelingen van zestien. In de eerste klasse komen Arsenal, Manchester United, Liverpool, Juventus, Inter Milaan, AC Milan, Bayern München, Borussia Dortmund, Panathinaikos, Galatasaray, Benfica, Paris Saint-Germain, Marseille, Ajax, Real Madrid en Barcelona. De tweede afdeling wordt, in een voorlopig plan, gevormd door teams die zich via hun eigen nationale competities plaatsen. Maar niets belet om zestien bijkomende ploegen uit te kiezen voor een tweede afdeling.

Vergeet het woord miljoen, het gaat in dit concept om honderden miljarden. De verdeling van de pot zou ook de zwakste teams meer dan een miljard frank per jaar moeten opleveren, wat hen de kans biedt om zich sportief voldoende te wapenen. De directie van de Amerikaanse NBA heeft via de drafts zelfs een vinger in de pap bij de verdeling van de spelers over de teams, zodat de ploegen min of meer gelijkwaardig worden.

Vier rijke geldschieters zorgen voor de beginfinanciering van de nieuwe European Football League: Rupert Murdoch, Leo Kirch, Silvio Berlusconi, en de Saudische prins Al Waleed Bin Talal. De Amerikaanse JP Morgan bank, het Londense advocatenkantoor Slaughter & May, en het Italiaanse marketingbedrijf Media Partners beheren de hele zaak, die wordt geleid door Rodolpho Hecht van het Italiaanse televisiestation Telepiu, en Paolo Taveggia, gewezen secretaris van AC Milan. Ze hebben hun plannen zo goed als klaar, en wachten enkel op de toestemming van de betrokken clubs om, volgend seizoen of ten laatste in 2000, van start te gaan.

HET GAAT OM DE TELEVISIEKIJKER

De Uefa is als de dood voor dit project, maar staat zozeer in de hoek dat ze enkel kan proberen om alsnog het wagonnetje aan te haken. If you can’t beat them, join them. Er borrelen op het hoofdkwartier van de Uefa in Nyon allerlei plannen op om Uefacup en Bekerwinnaars samen te smelten, en om de formule van de Champions League opnieuw aan te passen. Maar dat gaat voorbij aan de essentie: de grote clubs willen een competitie met uitsluitend grote publieks- en televisiekijkerstrekkers. En de opbrengst daarvan willen ze niet met buitenstaanders delen.

Vooral Berlusconi is vragende partij. Zijn AC Milan heeft zich voor de tweede keer op rij niet kunnen plaatsen voor Europees voetbal. Milan diende eind juni een aanvraag in om samen met Borussia Dortmund een wild card voor de Uefacup te krijgen, maar ving bot. Met een Superliga op NBA-leest, zijn de voetbalgiganten gegarandeerd present. Niemand degradeert. Dat beknot mogelijk de spankracht, maar heeft ook positieve gevolgen. Verliezen is geen kwestie van dood of leven meer, er kan dus opener gevoetbald worden. En play-offs en grote verschillen in het prijzengeld, kunnen ervoor zorgen dat er tot op het einde geknokt wordt. Ploegen die niet mee kunnen, worden gewoon door andere vervangen.

De waarde van de nationale competities wordt hierdoor uiteraard aangetast, maar dat is geen drama. Ook naast de NBA functioneren andere basketbalfederaties, die een eigen dynamiek en een eigen cultuur ontwikkeld hebben. En die de tering naar de nering zetten. Zo zal ook het nationale voetbal blijven bestaan, en blijft er plaats voor grote interlandentoernooien zoals de huidige wereldbeker.

Misschien ziet de Liverpoolsupporter met pet en sjaal op de tribune liever de stadsderby Liverpool-Everton, dan Liverpool-Juventus. Maar de neutrale televisiekijker in Europa ziet liever Liverpool-Juventus. En het is vooral die televisiekijker, die voor de inkomsten zal zorgen. Doordat het televisiestation dat hem aan de buis wil binden de peperdure uitzendrechten betaalt. Of doordat hij zelf betaalt, via een of andere vorm van betaaltelevisie. De vijftigduizend op Anfield Road zijn nodig voor het decor, de twintig miljoen thuis voor het geld.

Deze ontwikkeling, met of zonder Uefa, lijkt niet meer tegen te houden. Het komt er dus op aan erbij te zijn, al is het maar in de tweede klasse. En dat is verre van evident voor de twee Belgische topclubs, die hun beste lobbyisten al lang aan het werk hadden moeten zetten. Kameraad Verschueren, bluf u erin. De Europese hoofdstad moet een ploeg in de eerste klasse van de Europese Superliga hebben. Dreig ze af. Zeg dat je Karel Van Miert op hun dak stuurt als ze weigeren. Want om in te zien dat die Superliga in strijd is met de Europese concurrentieregels, moet je niet lang gestudeerd hebben. Bluf en blaf, Verschueren, het overleven van Anderlecht staat deze weken op het spel.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content