Op 28 maart wordt het nieuwe gerechtsgebouw van Antwerpen plechtig geopend. Huisbaas Ivo Moyersoen, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, zal koning en ministers met gepaste trots rondleiden. ‘Het justitiepaleis straalt transparantie uit. Nu de justitie zelf nog.’

Vanaf het midden van de Bolivarplaats vertrekt een enorme stalen trap, over het verkeer heen, naar het nieuwe justitiepaleis. De trap met hangende treden valt op door de fluogele kleur en komt uit op de immense toegangszaal, de Salle des Pas Perdus. Binnen schuifelen binnen- en buitenlandse bezoekers over de parketvloeren in Surinaams tropenhout. Het volle namiddaglicht valt naar binnen door de dakconstructie in de vorm van een kristal. Helemaal bovenaan lijken de gerechtszalen, overkoepeld door de glinsterende schaaldaken, als het ware te zweven. De natuurlijke lichtinval zorgt voor levendigheid in het hele gebouw, waar nu al volop recht wordt gesproken. Het vlinderpaleis leeft.

Onderaan, aan het eind van een van de zes glazen vleugels, heeft voorzitter Ivo Moyersoen, beheerder van een van de merkwaardigste Belgische gebouwen van de eenentwintigste eeuw, zijn bureau. De veel gewaardeerde topmagistraat is doodop na het titanenwerk van de laatste maanden. Moyersoen begon zijn loopbaan als geëngageerd advocaat, die actief was in de Wetswinkels en de Liga voor de Rechten van de Mens. Daarna verwierf hij bekendheid als een doortastend onderzoeksrechter, die vele spraakmakende onderzoeken leidde. Sinds 2000 zit hij de Antwerpse rechtbank voor, en zopas heeft hij zich kandidaat gesteld voor een tweede termijn.

U bent een tevreden man?

IVO MOYERSOEN: ( glunderend) Ik vind het gebouw mooi. Ik vind het gedurfd. Ik vind het de Antwerpse kathedraal van de eenentwintigste eeuw. Het is indrukwekkend, en toch op mensenschaal. Het is groots, en toch licht. Het heeft de luchtigheid van een vlinder, zeker als je kijkt vanuit de Salle des Pas Perdus. Daarom noem ik het nog altijd het vlinderpaleis, zoals door de architect Richard Rogers in zijn eerste schetsen gesuggereerd werd: ‘een vlinder aan de zijkant van de stad’. Ook al spreken sommige Antwerpenaars nu liever over ‘die omgekeerde frietzakken’.

Het concept is fundamenteel verschillend van de oude gerechtshoven in Brussel en Antwerpen. Dat zijn imposante, intimiderende gebouwen. Burchten. Of bunkers. Doolhoven met donkere gangen en catacomben. De uitstraling is autoritair en paternalistisch: pas op, het gerecht ziet u! Vooral het Brusselse gerechtsgebouw, dat letterlijk boven de arme burgers van de Marollen uittorent, staat symbool voor de rechterlijke macht als bedreigende macht, als onfeilbaar, als onbereikbaar. De sterke arm van het establishment. Binnen dat gebouw werd ook volgens die waarden recht gesproken: hautain, weinig communicatief en waar nodig in het geheim en vooral zonder enige verantwoording.

De architectuur van het nieuwe gerechtshof sluit aan bij de visie die vandaag meer en meer gestalte krijgt binnen justitie. Justitie als een openbare dienst waar recht wordt gesproken in alle klaarheid en openheid. Daarom zijn bijna alle gerechtszalen bovenaan gevestigd, goed zichtbaar, publiek en onder de hemel. De belangrijkste en mooiste ruimtes zijn voor de burgers. De magistraten hebben hun kantoren onderaan. Letterlijk onder het volk. Het zet de gerechtelijke hiërarchie op zijn kop. En zo hoort het ook: de rechters moeten de dienaars van de burger zijn. Niet omgekeerd.

Het nieuwe justitiepaleis straalt transparantie uit. Nu de justitie zelf nog. Anders wordt het contrast wel erg groot tussen verpakking en inhoud?

MOYERSOEN: Als dat contrast er zou zijn, dan zal het nu in elk geval opvallen, en dat is goed. Justitie heeft nog altijd niet het vertrouwen van de bevolking. De instelling is log en conservatief en soms moeilijk te herboetseren. Het gerecht moet nog meer een dienstverlening zijn voor de burger. Rechters zijn verantwoording verschuldigd, zij zijn niet almachtig, zij spreken namens het volk en niet namens een bepaalde klasse. En meer dan wie ook moeten ze zich nu hoeden voor populisme. Maar het ras van magistraten die zich onaantastbaar achten, is stilaan aan het uitsterven. Er is een generatie van nieuwe rechters die openstaan voor het maatschappelijke leven en ten dienste staan van de gemeenschap.

Daarom ben ik ook niet zo gelukkig met de inrichting van de zittingszalen. Maar dat is misschien onze eigen fout, omdat we te weinig accuraat de plannen hebben opgevolgd. Ik betreur dat de rechters in het nieuwe paleis nog letterlijk op een verhoog zitten. Terwijl het recht zich meer en meer rond de tafel zou moeten afspelen. Ik geloof heel sterk in de filosofie van de bemiddeling. Een persoon die een misstap beging, sluit zichzelf uit de maatschappij. Het is de taak van het gerecht de dialoog opnieuw op gang te brengen om hem weer binnen de maatschappij te laten functioneren. En dat doe je niet van op een afstandelijk verhoog. Een gemiste kans.

Het kostenplaatje lijkt wel even futuristisch als het gebouw zelf: 250 miljoen euro.

MOYERSOEN: Het is een zeer duur gebouw, als je het louter op zich bekijkt. Maar een gebouw met deze allure en deze beveiligingsgraad, een gebouw dat een icoon wil zijn voor justitie en voor België, daar is nu eenmaal een prijskaartje aan verbonden. Dit is meer dan alleen maar een gerechtsgebouw. Heb je gezien hoeveel bezoekers hier nu al rondlopen? Vanmiddag zelfs een groep Spaanse journalisten. Het gebouw kan de stad een nieuw elan geven, en daar heeft Antwerpen nood aan.

Er is ook een futuristische constructie opgezet om het gebouw te verkopen. Weet u nu zelf nog wie de eigenaar is?

MOYERSOEN: ( blaast) Ja, dat is nogal pijnlijk. Veel mensen stellen zich daar vragen rond. Voor het hoe en het waarom moet u zich richten tot de politieke verantwoordelijken die dat hebben gewild. Het heeft allemaal te maken met begrotingsperikelen en met de uitverkoop van de staatsgebouwen die al langer bezig is. Wij zijn nu blijkbaar het eerste gerechtshof geworden dat in privéhanden is. Voor alle duidelijkheid: met deze vreemde constructie heeft de rechterlijke macht echt niets te maken.

Een thema waar u altijd erg mee was begaan, was de racismebestrijding. Maar ik zie hier nauwelijks allochtonen, terwijl een kwart van de Antwerpenaars van vreemde afkomst is?

MOYERSOEN: Toegegeven, bij de magistraten in Antwerpen ken ik zelf geen allochtonen van Maghrebijnse of Turkse afkomst. Bij de advocaten zijn er verscheidene, en erg goeie en geëngageerde. Maar ook zij hebben het niet altijd gemakkelijk. Ook bij het personeel zijn er bitter weinig allochtonen. Ligt het aan de examens van Selor (het selectiebureau van de federale overheid, nvdr)? Aan de beeldvorming van justitie bij allochtonen? Worden ze te weinig gestimuleerd voor vrije beroepen? Of worden ze toch geweerd?

Vanaf het begin van mijn voorzitterschap in 2000 heb ik er in toespraken op gehamerd: ik wil hier meer allochtonen zien, en dan niet als verdachten, maar als rechters, advocaten en personeel. Dat is een vreselijke desillusie geworden. Het is een teken aan de wand voor onze gemeenschap. Ik zal nooit vergeten hoe Régine Orfinger-Karlin, advocate aan de Brusselse balie, mij rond 1976 vroeg om haar te vergezellen toen zij het gerechtsgebouw in Antwerpen moest binnengaan. Vanwege haar Joods-zijn had zij vroeger de Antwerpse balie moeten verlaten. Vergeet niet dat ook de magistratuur toen bezweken is onder het racistische discours van de jaren dertig. Die vrouw was van die aanslag op haar persoonlijke integriteit nooit hersteld. Racisme en uitsluiting slaan diepe en blijvende wonden, en zeker bij jonge mensen.

L’histoire se répète. Soortgelijke spoken blijven opduiken. Blijkbaar is het besef nog altijd niet doorgedrongen wat het betekent uitgesloten of gediscrimineerd te worden wegens iets waaraan je zelf niets kunt doen: je geloof, huidskleur, nationaliteit, cultuur, levenswijze of – en dit kennen Vlamingen misschien nog beter – je moedertaal. Die balans moeten wij onder ogen durven zien. Wij, magistraten, zullen nooit meer kunnen zeggen: ‘ Wir haben es nicht gewusst.’ Wij kunnen nog onverschillig zijn, maar blind, nee, dat niet meer.

Maar doet het gerecht nu genoeg aan racismebestrijding?

MOYERSOEN: Het is niet omdat justitie niet altijd vervolgt, dat er geen tussenkomsten zijn. Het is niet altijd gemakkelijk een stevig dossier op te bouwen. Anderzijds doet het gerecht, en ik denk hierbij ook aan het parket, ook aan racismebestrijding door zich niet te laten meeslepen in de toenemende vraag om vreemdelingen te stigmatiseren en voor alles en nog wat te vervolgen. Wij moeten ons ertegen verzetten dat het gerecht de wapenstok wordt van een ideologie van uitsluiting. Dat zou pas een aanfluiting zijn van onze onafhankelijkheid. Bovendien kunt u toch niet ontkennen dat er enkele solide veroordelingen geweest zijn voor negationisme en racisme, zelfs van politieke partijen. De politieke wereld zou daar beter consequent op inspelen, maar dat gebeurt niet.

Moest het nieuwe justitiepaleis weer door een buitenlander ontworpen worden, vroegen sommigen zich zelfs af?

MOYERSOEN: ( lacht) En dan? Het is een staaltje van wereldarchitectuur. Het is wat de architect Richard Rogers een icoon noemt, een baken voor de stad. Hij is toch een van de grootste architecten ter wereld. Hij bouwde recent nog de Millennium Dome in Londen, en als jonge architect het Centre Pompidou in Parijs. Wat hem in dit project vooral bekoorde, was de locatie aan de rand van de stad en de stroom. Het is ook een poort naar Vlaanderen, want de oprit naar de snelweg loopt onder het gebouw door . Maar hij werkte uiteraard niet alleen. Het Richard Rogers Partnership uit Londen werkte hier samen met VK Studio en het ingenieursbureau Arup. De belangrijkste architecten die ik op de site leerde kennen, waren Yvan Harbor, Avtar Lotay en Paul Corbeel. En het bouwteam werkte onder de begeesterende leiding van een Antwerpenaar, Eric Verbeeck van Justinvest.

Dit jaar zal de internationale pers toestromen voor de verkiezingen in Antwerpen. Wat als het Vlaams Belang het stadhuis overneemt?

MOYERSOEN: Dan zal dit zo zijn omdat die partij in Antwerpen een meerderheid kan samenstellen. Wie Antwerpen zal besturen maakt de kiezer uit. Voor het gerecht verandert dit niets. Maar naast dat mooie stadhuis zal er dan ook een transparant gerechtsgebouw zijn, waarin een onafhankelijke rechtsmacht waakt over de gelijke behandeling van iedereen, met hoofddoek of keppeltje of wat dan ook.

Het genot van de vrijheden en de rechten moet immers aan iedere mens verzekerd worden, zonder onderscheid op welke grond ook. Dat is geen goedkoop politiek statement. Dat is de wet. Het zijn de woorden van artikel 14 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, het verbod op discriminatie. Ik beschouw het als een missie van de rechterlijke macht om deze waarden waar te maken, zowel in onze vonnissen als in de wijze waarop wij recht spreken.

Ik hoop echt dat dit gebouw een symbool wordt van vrijheid en openheid, want ik denk dat Antwerpen en Vlaanderen dat nodig hebben. Als wij ons angstig afsluiten van nieuwe gedachten en invloeden – en dat voel je hier nu duidelijk gebeuren – dan wacht ons een ergere ramp dan de afsluiting van de Schelde van eeuwen geleden. Angst voor het anders zijn, het vreemde is een zeer slechte leerschool.

Weet je, er is al veel over de beveiliging van het justitiepaleis te doen geweest, en sommigen vonden dat iedere bezoeker zich moet legitimeren. Dat heb ik niet willen aanvaarden. Wij zijn een openbare dienst en men heeft het recht om te zien hoe recht wordt gesproken. Iedereen moet in de publieke ruimtes kunnen binnenkomen, ook mensen zonder papieren.

Vorige week stond in de pers dat een drugsbende de plattegronden al bezat. Je mag er niet aan denken dat iemand in de tunnel onder het vlinderpaleis een bomwagen zou achterlaten.

MOYERSOEN: Ik wil niet dat we ons laten leiden door vrees, maar het is wel de realiteit natuurlijk. Het is een gevoelig gebouw dat bij bepaalde mensen de ogen uitsteekt. Toen het pas uit de grond rees, werden de muren al beklad met de tekst ‘ Next Target’. Wij houden daar dus rekening mee. Maar de beveiligingsmaatregelen zijn zeer accuraat. Het is inderdaad juist dat er plattegronden van een deel van het gebouw werden ontdekt tijdens een huiszoeking bij iemand die in verdenking is gesteld wegens drugshandel. Uit het onderzoek blijkt dat die plannen op bestelling werden geleverd door een veiligheidsagent van een bedrijf dat hier vroeger werkte voor de bouwpromotor. Het waren vrij onschuldige plannen.

De strijd tegen de terreur zorgt er intussen voor dat burgerlijke vrijheden worden ingeperkt?

MOYERSOEN: Ja, we moeten nu vreselijk attent zijn. Er zijn al Belgische topmagistraten geweest die zich openlijk ongerust noemden over de evoluties in onder meer de wetgeving tegen terrorisme en de regeling van de bijzondere opsporingsmethodes. Ik heb er altijd voor gepleit dat uitzonderlijke opsporingsmethodes enkel en alleen zouden mogen met voorafgaande toestemming van onafhankelijke rechters. Maar er bestaan nu plannen om méér toe te laten zonder fiat van de rechter. Dat is niet goed. Een democratie moet zich beschermen, maar mag niet in de val lopen van degenen die haar bestrijden. Als wij zien dat men in de Verenigde Staten ongeveer iedereen kan afluisteren, gevangenen kan folteren en hen het recht op een advocaat kan ontzeggen, dan moeten wij echt heel scherp op onze hoede zijn.

Is er nog een gebrek aan mensen en hoe zit het met de achterstand van het gerecht?

MOYERSOEN: Wij betalen nog altijd de tol voor het feit dat er veertig jaar níét geïnvesteerd werd in justitie, laat staan dat er een visie op het gerechtelijk gebeuren werd ontwikkeld. Op dit moment hebben wij in het grootste korps van Vlaanderen één referendaris (ambtenaar die helpt bij de voorbereiding van vonnissen, nvdr) om de 64 rechters bij te staan. Dat is niet ernstig. Dan moet ik daar de consequenties uit trekken: om verder te kunnen, moeten er in deze rechtbank minstens zes bijkomende magistraten worden benoemd en uiteraard ook het nodige personeel. De druk is hoog.

Maar achterstand is bij onze eerstelijnsrechtbanken haast onbestaande, in tegenstelling tot Brussel, waar het probleem enorm is. Hier spreken alle rechters zich praktisch binnen de maand uit. Er zijn nog nauwelijks klachten. Integendeel, het gebeurt regelmatig dat rechtzoekenden uit andere arrondissementen hier hun zaak inleiden omdat de behandeling zo vlot verloopt. Vergis u dus niet: bij justitie wordt hard gewerkt.

Maar de geschorste politiechef Luc Lamine moest drie jaar wachten, en dat voor een vederlicht dossier. Die schade is onherstelbaar?

MOYERSOEN: Of het gaat om een vederlicht dossier weet ik niet. Ik heb ook het arrest in die zaak niet gelezen. De lange duur van het onderzoek doet vragen rijzen. Of die lange duur verantwoord was, kan ik niet beoordelen. Maar het is slecht voor ons imago en ook bijzonder onefficiënt. We moeten daar dringend iets aan doen, maar ik ben niet optimistisch gestemd. De grote hervorming van de strafrechtspleging komt eraan. Als de wet-Franchimont wordt ingevoerd zonder een consequente uitbreiding van het kader en de middelen, gaan wij helemaal verdrinken. Dat zou een zeer slecht signaal zijn voor het misdaadmilieu. Om u een idee te geven: in deze rechtbank werken 11 onderzoeksrechters. Zij behandelen ieder gemiddeld meer dan 220 dossiers per jaar.

Wat het gerechtshof betreft, is uw taak nu volbracht?

MOYERSOEN: Het was hectisch, maar het einde is in zicht. Ik ben de laatste jaren intens met de bouw bezig geweest. Een unieke ervaring. Ik deelde de zorg en de inzet met de promotoren, de Regie der Gebouwen, het architectenteam en de ambtenaren van Justitie. Ik heb enorme bewondering voor die mensen. Je moet het maar doen. Op een bepaald ogenblik waren hier 400 aannemers aan het werk. Er is soms dag en nacht gewerkt. Voor de gigantische verhuizing heb ik mogen rekenen op een ploeg van een dertigtal medewerkers. Reken maar uit: ruim 400 transporten, veertig kilometer levend archief, negen kilometer dood archief, en zoals men vroeger zei 920 zielen die van zes locaties in de stad naar het nieuwe gebouw verhuisden. Maar vrijwel alles is vlekkeloos verlopen.

DOOR CHRIS DE STOOP / foto’s filip naudts

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content