‘Ik heb geleerd dat ik het best mijn eigen baas blijf. Anders komt er toch maar ambras van.’ Senator Hugo Coveliers over het belang van democratisch leiderschap, politieke hergroepering en seks.
Vijf jaar geleden werd Hugo Coveliers uit de Open VLD gezet. Hij schopte constant wild om zich heen, eiste luidkeels dat zijn partij een meer rechtse koers zou varen, en noemde partijvoorzitter Bart Somers en passant een Playmobilmannetje. Twaalf jaar nadat hij uit de Volksunie was overgekomen, was Coveliers totaal onhandelbaar geworden en spuwden de Vlaamse liberalen hem weer uit.
Een paar maanden later al begon Coveliers voor zichzelf. Ervan overtuigd dat zijn partijtje, dat hij Vlott (Vlaams Liberaal Onafhankelijk Tolerant Transparant) doopte, geen enkele kans maakte om te overleven, vond hij al in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 onderdak bij het Vlaams Belang. Daarna werd het opvallend stil rond de senator. Geen aangebrande opmerkingen meer in de weekendkranten, geen persoonlijke aanvallen meer aan het adres van liberale of andere kopstukken. ‘Als woordvoerder van Vlott wordt er gewoon minder naar me geluisterd dan toen ik nog een VLD’er was’, zegt Coveliers. ‘Bovendien zit ik in de Senaat, waar je – laten we eerlijk zijn – amper iets kunt realiseren. En ik moet toegeven dat ik me ook minder op de politiek concentreer dan vroeger en weer veel meer als advocaat werk. Dat komt wellicht doordat de politiek me toch wel ontgoocheld heeft.’
Bestaat Vlott eigenlijk nog?
HUGO COVELIERS: Natuurlijk! We hebben een twintigtal mandatarissen in districts- en gemeenteraden, en zelf ben ik nog altijd senator. Er zijn afdelingen van Vlott in de regio Antwerpen, in Oost-Vlaanderen en zelfs eentje in Limburg. En daarnaast hebben we nog een paar losse mensen die zich onder meer in Turnhout en Knokke voor de partij inzetten. Geregeld komen er nog leden bij. En vallen er af.
De Open VLD heeft zijn kartelpartner, Vivant, ondertussen helemaal opgeslokt. Is dat niet precies wat Vlott nu bij het Vlaams Belang overkomt?
COVELIERS: Voor Vivant was dat risico van bij de aanvang veel groter omdat de basisideeën van die partij amper verschillen van die van de Open VLD. Voor Vlott ligt dat anders: als liberaal kan ik niet alle programmapunten van het Vlaams Belang onderschrijven. Wij delen wel ons streven naar een onafhankelijk Vlaanderen, maar daarnaast verschillen we op veel vlakken van mening. Zo blijft mijn uitgangspunt dat elk individu zo vrij mogelijk moet zijn. Dat houdt in dat de gemeenschap maar bestaat in functie van het individu. Maar waar zijn veel Vlaams Belangers van overtuigd? Dat ze solidair moeten zijn met het volk – wat dat dan ook mag inhouden.
U bent dus niet bang dat het Vlaams Belang uw partij helemaal opvreet?
COVELIERS: Het grootste probleem is dat alle standpunten van het Vlaams Belang ons worden aangewreven. Of we het er nu mee eens zijn of niet. En onze eigen stellingen krijgen alleen maar aandacht als die lijnrecht ingaan tegen die van het Vlaams Belang. Dat is natuurlijk een erg moeilijke positie. Maar wat is het alternatief? Door de huidige kiesdrempel is het als nieuwe partij haast onmogelijk om alleen te overleven.
Hoe komt het dat Jean-Marie Dedecker zijn Lijst Dedecker (LDD) wel op de kaart heeft weten te zetten?
COVELIERS: Om te beginnen wist Jean-Marie altijd al veel media-aandacht naar zich toe te trekken. Bovendien is hij een veel betere organisator dan ik en daardoor heeft hij ook meer middelen kunnen werven. Dat is een belangrijk criterium: als je de financiële mogelijkheden hebt om het uit te zingen tot de volgende verkiezingen en dan een aantal kandidaten in een parlement kunt binnenleiden, heb je recht op partijfinanciering en ben je vertrokken.
Er is ooit sprake van geweest dat Vlott en de LDD zouden samengaan. Waarom is dat uiteindelijk niet doorgegaan?
COVELIERS: De afspraak was dat Jean-Marie mij op de hoogte zou brengen vóór hij stappen ondernam om een eigen partij op te starten. Maar dat heeft hij niet gedaan en hij heeft me ook later nooit meer over een eventuele samenwerking gesproken. Misschien maar goed ook. Jean-Marie is dan wel een vriend, maar toch zou ik ook met hem veel ambras hebben gekregen.
Hebt u er geen spijt van dat u nooit hebt geprobeerd om uw partij solo naar de verkiezingen te leiden?
COVELIERS: Misschien was dat een betere keuze geweest. Wie weet. Het zou in elk geval ontzettend moeilijk zijn geweest. Dat heeft ook Geert Lambert gemerkt toen hij vorig jaar met zijn SLP naar de Vlaamse verkiezingen trok. Vandaar dat hij de handdoek uiteindelijk in de ring heeft gegooid. Of dacht u soms dat hij zich uit overtuiging bij Groen! heeft aangesloten? Dat is – en dat bedoel ik niet als verwijt – pure kansberekening.
Kartels worden louter uit electorale overwegingen gevormd?
COVELIERS:(denkt na) Laat ik het zo zeggen: men zou die kartels niet hebben gemaakt als er geen electorale voordelen aan vastzaten. Maar meestal kwamen er nog andere dingen bij kijken. Zo dachten ze bij de N-VA echt dat ze iets zouden kunnen realiseren in een kartel met CD&V. Ondertussen is echter gebleken dat dat onmogelijk is: je kunt nooit tegelijkertijd voor Vlaanderen en voor België kiezen. Dat zal ook CD&V eerstdaags ondervinden.
Hebt u ooit echt geloofd dat die kartels tot een soort politieke hergroepering zouden leiden?
COVELIERS: Op een bepaald moment dacht ik dat het Vlaams Belang, de Lijst Dedecker, de N-VA en eventueel een paar Vlaamsgezinde CD&V’ers samen een machtsfactor van betekenis konden vormen. Ik heb nog voorgesteld om op zijn minst voor de Senaatsverkiezing een gemeenschappelijke lijst in te dienen. Maar zelfs daarvoor is het water vandaag nog veel te diep. Toch vind ik dat men pogingen moet blijven ondernemen om tot een soort Forza Flandria te komen.
Sinds u in 2006 met het Vlaams Belang in zee bent gegaan, is er veel veranderd. Hoe komt het dat uw kartelpartner ondertussen is beginnen af te brokkelen?
COVELIERS: Misschien vormden de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 al wel een keerpunt. Waarom werden die beschouwd als een nederlaag voor het Vlaams Belang? Omdat die partij de macht niet kon breken in Antwerpen. Want dat werd toen echt verwacht, hè. Hoewel het Vlaams Belang eigenlijk niet zoveel stemmen verloor, was die uitslag toch een zware psychologische klap. Het gevoel van onoverwinnelijkheid was weg. Daarna werd het zelfvertrouwen van de partij nog meer aangetast toen Jurgen Verstrepen naar Dedecker overstapte. Door de opkomst van de LDD en de N-VA hebben ontevreden Vlaams Belangers plots een alternatief, en dat verandert alles.
Het Vlaams Belang lijkt de laatste maanden zelfs in twee kampen uiteen te vallen.
COVELIERS: In wezen gaat het om persoonlijke tegenstellingen die met een ideologische saus worden overgoten. Bij de Volksunie heb ik dat in de jaren tachtig ook meegemaakt. Bij elke interne stemming stonden toen twee groepen tegenover elkaar. Uiteindelijk is een aantal mensen, onder wie ikzelf, begin jaren negentig naar de VLD van Guy Verhofstadt overgestapt.
Is het probleem van het VB niet vergelijkbaar met dat van de Open VLD: de partij is te lang met harde hand geleid door hetzelfde triumviraat?
COVELIERS: Misschien. Het klopt dat dezelfde mensen meer dan twintig jaar lang aan het hoofd van de Open VLD stonden. Op den duur kregen die zoveel macht dat ze begonnen te geloven dat ze zich werkelijk álles konden veroorloven. Vandaar ook dat ze een hele rist mensen eruit hebben gezet, onder wie Ward Beysen, Leo Goovaerts, Jean-Marie Dedecker en ikzelf. Eigenlijk was dat al een signaal dat hun macht begon af te kalven: ze slaagden er niet langer in om iedereen op dezelfde lijn te houden. Zo is het destijds ook bij de Volksunie gegaan, en de kans is niet onbestaand dat het ook het Vlaams Belang zo vergaat.
Met Marie-Rose Morel als ultieme splijtzwam?
COVELIERS:(grijnst) Als we het probleem zouden willen personifiëren, was dat de juiste personificatie. Kijk, het Vlaams Belang heeft zich altijd, onder meer bij monde van Alexandra Colen, geprofileerd als een partij die gezinswaarden hoog in het vaandel droeg. Natuurlijk is het dan geen goede zaak als daar manifest afbreuk aan wordt gedaan door het gedrag van sommigen binnen de partij.
U refereert aan de relatie tussen Morel en voormalig partijvoorzitter Frank Vanhecke?
COVELIERS: Weet je hoe de partij daarop had moeten reageren? Met de woorden die François Mitterrand sprak toen bekend werd dat hij een buitenechtelijke dochter had: ‘ Et alors?’ Dan was die hele zaak vanzelf overgewaaid. Maar nee, ze wilden hun imago als partij van gezinswaarden tot elke prijs in stand houden. En die houding wakkerde de roddels natuurlijk alleen maar aan.
Nieuwkomers zoals Morel blijken het allesbehalve gemakkelijk te hebben in het Vlaams Belang.
COVELIERS: Dat is in alle Vlaams-nationale partijen zo. Als er iemand bij komt, luidt de eerste vraag altijd: is het ene van ons of niet? Met andere woorden: komt hij wel uit een Vlaams nest?
De meeste nieuwkomers zijn ook niet bereid om te zwijgen en te gehoorzamen, zoals de andere VB-parlementsleden al jarenlang doen.
COVELIERS: Elke partij heeft het moeilijk met parlementsleden die hun mening zeggen. Vanzelfsprekend ligt dat nog gevoeliger in een partij als het Vlaams Belang die dat totaal niet gewoon is.
Hoe komt het dan dat u zelf geen problemen ondervindt?
COVELIERS: Simpel: de partijleiding beschouwt mij niet als een Vlaams Belanger. Het Vlaams Belang is dus ook niet verantwoordelijk voor wat ik zeg.
Toch houdt u zich opvallend koest in vergelijking met uw tijd bij de Open VLD.
COVELIERS: Ik krijg gewoon minder gelegenheid om me te uiten en mijn uitspraken worden in de media ook niet meer zo uitvergroot.
Mocht u VB-voorzitter Bruno Valkeniers een Playmobilmannetje noemen, dan haalde u ook nu nog de landelijke media.
COVELIERS:(lacht) Tegenwoordig heb ik daar niet meer zoveel behoefte aan. Waarom haalde ik destijds geregeld uit naar het liberale triumviraat? Omdat die mensen onze partij naar de ondergang aan het leiden waren, natuurlijk. Dat kon ik niet langer aanzien.
Maar u laat niets van zich horen als zoiets bij het Vlaams Belang gebeurt?
COVELIERS: Nee, want ik ben geen lid van die partij.
De ondergang van het Vlaams Belang zou Vlott nochtans ernstige problemen opleveren.
COVELIERS: Dat klopt. Maar welk verschil zou de kritiek van een buitenstaander als ik maken? Geen enkel!
Wat moet het Vlaams Belang doen: de bokshandschoenen uittrekken en het cordon sanitaire proberen te doorbreken, of een radicale koers varen en in de oppositie blijven?
COVELIERS: Als de partij zich een gematigder profiel aanmeet, loopt ze het risico de diehards, die een belangrijk deel van haar kiespubliek uitmaken, te verliezen. Volgens mij moet ze voluit blijven gaan voor een onafhankelijk Vlaanderen, en ook wat haar standpunten in verband met maatschappelijke problemen betreft, hoeft ze niet veel te veranderen.
U ziet er geen graten in dat Filip Dewinter oreert dat onze pen-sioenen verdwijnen in ‘de pocket van Mohammed’?
COVELIERS: Misschien zou hij dat een beetje anders kunnen formuleren.
Dat soort uitspraken zouden nogal wat Vlaams-nationalistische kiezers bij de Vlaamse verkiezingen van vorig jaar naar de N-VA hebben gejaagd.
COVELIERS: Dat is best mogelijk. Nu is het afwachten of die kiezers daar ook zullen blijven. Als de N-VA er de komende tijd niet in slaagt om iets te realiseren op het vlak van de staatshervorming, bestaat het risico dat een hele groep kiezers weer naar het authentieke merk zal teruggrijpen. De grote vraag is hoe de Vlaamse beweging zal evolueren: blijft die radicaal voor Vlaamse onafhankelijkheid gaan of neemt ze genoegen met een zo ruim mogelijke autonomie binnen België?
Kort voor u uit de liberale partij werd gezet, had u samen met Jean-Marie Dedecker een gesprek met Geert Bourgeois en Bart De Wever over een eventuele overstap naar de N-VA. Waarom hebt u dat toen niet gedaan?
COVELIERS: Tijdens die ontmoeting kreeg ik meteen het gevoel dat De Wever niet op mij zat te wachten. Want mijn overstap zou voor hem natuurlijk bijkomende concurrentie in zijn eigen stad en provincie hebben betekend. Ach, ik denk dat ik uiteindelijk ook bij de N-VA problemen had gekregen. Ik heb het nu eenmaal moeilijk met autoriteit, en dus blijf ik het best mijn eigen baas.
In de Open VLD heeft Alexander De Croo onlangs de leiding overgenomen. Komt de ruk naar rechts, waarvoor u jarenlang hebt gepleit, er nu aan?
COVELIERS: Ik denk het wel. Alleen zal dat jammer genoeg niet samengaan met een meer Vlaamse koers. Integendeel. Wel bewonder ik de moed van Alexander De Croo, want hij heeft het aangedurfd om de Grote Drie uit het Heiligste der Heiligen te zetten. Dat hij hen weert uit dat fameuze wekelijkse overleg zal hem zeker niet in dank worden afgenomen. Ik verwacht dan ook dat Guy Verhofstadt nog enkele pogingen zal ondernemen om hem stokken in de wielen te steken. Onderschat niet hoe intens Verhofstadt vader De Croo haat.
Waar komt zijn afkeer van Herman De Croo vandaan?
COVELIERS: Dat komt doordat die ooit de euvele moed heeft gehad om Verhofstadts kandidaat, Patrick Dewael, te verslaan bij de voorzittersverkiezing. In de jaren daarna liet Verhofstadt geen gelegenheid onbenut om De Croo aan te vallen. En dan heb ik het nog niet over wat hij in privégesprekken allemaal over hem zei. Hallucinant! Nochtans was Herman De Croo de meest democratische voorzitter die ik in mijn tijd bij de liberale partij heb meegemaakt.
Is de macht van het liberale triumviraat nu definitief gebroken?
COVELIERS: Als Alexander De Croo zijn macht snel weet te vestigen, zal hij lange tijd voorzitter kunnen blijven en zijn stempel op de toekomst van de partij kunnen drukken. Maar lukt dat niet, dan zal Guy Verhofstadt alsnog proberen om hem door een van zijn eigen mannetjes of vrouwtjes te vervangen. Zo is Verhofstadt: hij gebruikt mensen en denkt alleen maar aan zichzelf.
De man heeft u blijkbaar echt geraakt.
COVELIERS: Dat is zo. Vooral omdat hij mij en duizenden andere mensen begin jaren negentig onder valse voorwendsels naar zijn partij heeft gelokt. Ik heb zijn boekske, zijn Burgermanifest, nog altijd. Af en toe doorblader ik het zelfs nog eens. Daarin had hij het onder meer over de Belgische ziekte, en dat vond ik fantastisch. Ik gelóófde die man. Ik dacht echt dat hij ervoor zou zorgen dat alles anders werd en stappen zou zetten in de richting van een onafhankelijk Vlaanderen. Had ik dat niet geloofd, dan was ik nooit van de Volksunie naar de VLD overgestapt. Ik ben er dus met open ogen ingelopen. Want ondertussen ben ik ervan overtuigd dat hij nooit één woord van zijn Burgermanifesten heeft gemeend. Dat was alleen maar een manier om aan de macht te komen.
Gelooft u mij: Guy Verhofstadt is totaal onbetrouwbaar. Al in 2003 heb ik dat aan den lijve ondervonden toen hij mij na de Visa-affaire wijsmaakte dat ik burgemeester van Antwerpen kon worden. Wéér geloofde ik hem. Nochtans wist hij vanaf het begin heel goed dat ik die stad nooit of te nimmer zou leiden. Hij gebruikte mij alleen maar om het Patrick Janssens (SP.A) toch niet al te gemakkelijk te maken. De enige die tijdens die episode eerlijk zei waar het op stond, was Karel De Gucht. Hij waarschuwde me dat niemand mij de burgemeesterssjerp gunde. Noch in mijn eigen partij noch daarbuiten. De Gucht gedroeg zich ontzettend arrogant, maar hij was wel correct en hij loog nooit.
U noemde hem nochtans een Albanese maffialeider.
COVELIERS: Dat was hij ook. Maar dat betekent nog niet dat hij loog, hè.
Was u eigenlijk graag burgemeester geworden?
COVELIERS: Achteraf gezien is het een zeer goede zaak dat het niet zover is gekomen. Kunt u zich mij voorstellen in een coalitie met de socialisten en de christendemocraten? Bovendien zouden veel van mijn partijgenoten het heel moeilijk hebben gehad om mij als burgemeester te aanvaarden. Ludo Van Campenhout op kop. Wellicht zouden ze zich ook grote zorgen hebben gemaakt over de coalitie die ik eventueel na de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 had gevormd.
Ik heb de laatste tijd weer veel over die hele Antwerpse episode nagedacht doordat ik aan een boek werk. Daarin wil ik uitgebreid ingaan op mijn ervaringen bij de Volksunie en de VLD. En natuurlijk moet ik ook het seksuele aspect behandelen. Dat is onvermijdelijk.
Pardon?
COVELIERS: Ah ja! Ik wil onder meer aantonen hoe in dit land minstens één wet, die over de anonieme getuigen, totaal onbruikbaar is geworden doordat twee jonge vrouwen op een interkabinettenwerkgroep over hun seksuele escapades met een liberale excellentie zaten te giechelen. Daardoor is een cruciaal amendement aan hun aandacht ontsnapt. Seks is belangrijk in de politiek, mevrouw. Nog altijd.
DOOR ANN PEUTEMAN/FOTO DIMITRI VAN ZEEBROECK
‘Guy Verhofstadt heeft mij destijds onder valse voorwendsels naar zijn partij gelokt.’
‘Je kunt nooit tegelijkertijd voor Vlaanderen en voor België kiezen. Dat zal ook CD&V eerstdaags ondervinden.’