De VRT krijgt twee bazen. Maar over de ‘Angelsaksische constructie’ met Tony Mary en Christina von Wackerbarth is het laatste woord nog niet gezegd.
De Vlaamse regering wilde geen nieuwe NMBS-soap. Het geklungel om ‘de juiste man’ voor de spoorwegen te vinden, had het imago van paars-groen al genoeg beschadigd. Toch dreigde het ook met de vervanging van Bert De Graeve als gedelegeerd bestuurder van de VRT weer die kant op te gaan. Alcatel-topman Rudi Thomaes meldde in het weekend van 13 en 14 juli aan Vlaams minister-president Patrick Dewael (VLD) en minister van Media Dirk Van Mechelen (VLD) dat ze niet meer op hem hoefden te rekenen voor een duobaan met directeur televisie Christina von Wackerbarth.
Thomaes had in zijn sollicitatiegesprek met de Vlaamse regeringstop op 9 juli aangedrongen op absolute discretie. Maar vrijdag 12 juli hing de VUM-redactie al aan de lijn. De volgende dag kon Thomaes in de krant lezen dat hij dé kandidaat van de VLD was en dat hij zou moeten werken met een addendum bij de beheersovereenkomst met de VRT om strenger te waken over de reclame-inkomsten van de omroep. Voor Thomaes hoefde het niet meer. Dewael en Van Mechelen, die zichzelf tot 19 juli hadden gegund om met een nieuwe VRT-baas uit te pakken, zagen de bui hangen en kozen voor de vlucht naar voren.
Tot dan was de zoektocht naar een opvolger van De Graeve vrij rimpelloos verlopen. De man die in 1996 als crisismanager op de Reyerslaan was binnengehaald en in zes jaar van de VRT weer een slagvaardig en succesvol mediabedrijf had gemaakt, bood op 28 mei onverwacht zijn ontslag aan. Binnen de VRT genoot een opvolger uit eigen huis de voorkeur. De raad van bestuur van de omroep en voorzitter Guy Peeters, die ook algemeen secretaris van de Socialistische Mutualiteiten is, schaarden zich achter die wens.
Dat het daarbij ging over Von Wackerbarth was geen geheim. Samen met vijf anderen stond haar naam ook op de shortlist die het headhuntersbureau Hanssens & Partners op 24 juni aan de Vlaamse regering bezorgde. Op 9 juli stelden vijf kandidaten zich voor aan het Vlaamse kernkabinet (Dewael, Steve Stevaert (SP.A), Mieke Vogels (Agalev), Paul Van Grembergen (Spirit), plus Van Mechelen). Nummer zes kwam op 15 juli nog langs op het Martelarenplein, hoewel dat al niet meer nodig was. Veel stelden die ‘losse’ gesprekken trouwens niet voor. Kwamen onder meer ter sprake: de werking van een overheidsbedrijf, de relatie met de commerciële zenders, of de suggestie om in het journaal meer aandacht te hebben voor aangrenzende regio’s in Nederland, Duitsland en Frankrijk. Eén kandidaat mocht ook zijn liefde voor film etaleren. Hij wist wie Fassbinder was.
VAKANTIE IN ALMERIA
Na die eerste ronde hield het kernkabinet drie ‘valabele’ mensen over. Thomaes, Von Wackerbarth en Tony Mary (ex-IBM, ex-Synergia, ex-Belgacom, ex-Sitel, ex-Bull en nu dus ook ex-KPMG Consultants) bleven in de running. De kaarten leken het best te liggen voor Von Wackerbarth. Maar Hanssens & Partners plaatste vraagtekens bij haar managementvaardigheden en adviseerde enkele dagen bedenktijd.
Op 11 juli, tijdens een nieuwe vergadering van het kernkabinet in het voor de Vlaamse parlementsleden fraai gerenoveerde Postchequegebouw, kwam dan het idee op tafel om de leiding van de VRT toe te vertrouwen aan de tandem Thomaes – Von Wackerbarth. Mary had het begrepen. Hij pakte zijn koffers voor een vakantie in het Spaanse Almeria. Minister Van Mechelen kreeg nog een week om het scenario uit te werken met de twee betrokkenen en te toetsen aan de mediadecreten.
Maar dan gooide het lek over Thomaes roet in het eten. Het joeg ook Dewael in de gordijnen. Een furieuze minister-president keek vooral naar Stevaert en plaatste hem voor de keuze. Ofwel werd Von Wackerbarth de nieuwe VRT-baas, maar dan moest zijn partijgenoot Peeters opstappen als voorzitter. Ofwel bleef Peeters, maar dan zou er een leidend duo komen.
Dewael pikte niet langer de berichten dat de liberalen per se een externe figuur aan het roer van de VRT wilden om meer greep te krijgen op de programmering en om een einde te maken aan de ‘creatieve praktijken’ van De Graeve bij het werven van reclame-inkomsten. De beheersovereenkomst met de VRT voorziet in de periode 2002-2006 in een jaarlijkse stijging van de overheidsdotatie (ongeveer 230 miljoen euro) met 4 procent, maar plafonneert die extra inkomsten (tot ongeveer 50 miljoen euro of 22 procent van het omroepbudget, tegenover 30 procent in 2001). De commerciële zenders VTM en VT4 stapten in juni naar Van Mechelen met een klacht over ‘de agressieve aanpak’ van De Graeve. Een administratief onderzoek is nog bezig. Dat De Graeve op 9 juli in een afscheidsgesprek met de pers de klaagzang van VTM en VT4 ‘zever’ noemde en tegelijkertijd erg kritisch was over het financiële keurslijf voor de VRT, schoot Dewael ook in het verkeerde keelgat.
De hele sfeerschepping was geen steun voor Von Wackerbarth. Maandagochtend 15 juli ging Stevaert akkoord met een duo. Maar intussen had Thomaes definitief afgehaakt, terwijl Von Wackerbarth nog altijd principieel moest worden overtuigd. Dat laatste gebeurde diezelfde voormiddag, waarna Dewael de laatste plooien gladstreek met een beproefd recept: een maaltijd met zijn topministers in het Japanse restaurant Tagawa aan de Louizalaan.
De sushi ruimde niet alle hindernissen op. Mary terugroepen uit Spanje kostte slechts één telefoontje. Veel meer energie vergde het – eerst van Van Mechelen en dinsdagochtend 16 juli ook van Dewael – om Von Wackerbarth over de streep te halen. Tweemaal kreeg ze te horen dat er aan de beheersovereenkomst geen letter veranderd wordt. En tijdens een lunch ’s middags met Van Mechelen en Mary werd het Angelsaksische schema met een chief executive officer (CEO) en een chief operations officer (COO) bezegeld. ‘Dat beantwoordt aan de structuur van een genormaliseerd bedrijf’ zei Van Mechelen daarna op een persconferentie. Die stond bol van verhullende managersretoriek.
De communicatie van Van Mechelen leed duidelijk onder de haast waarmee de beslissing tot stand was gekomen. Maandag sprak hij in een mededeling over een nieuwe gedelegeerd bestuurder en een adjunct gedelegeerd bestuurder. Behalve dat Von Wackerbarth bedankte voor zo’n troostprijs, zou dat een aanpassing van het minidecreet van 1996 gevergd hebben. Met een CEO (voor het geld, het personeel en digitale projecten) en een COO (voor de programmering) zal dat laatste allicht niet nodig zijn.
Mary is in de VRT-hiërarchie gedelegeerd bestuurder en de nummer één, die zichzelf een inwerkingstermijn van 75 dagen heeft opgelegd. Hij kan daarbij volgens het decreet autonoom bevoegdheden delegeren aan leden van het directiecomité. Lees: aan Von Wackerbarth die ook directeur televisie blijft. Hun eerste kennismaking verliep prima. Maar de ‘details’ van hun taak- en rolverdeling moeten wel nog worden geregeld. Het resultaat dient Mary voor te leggen aan voorzitter Peeters en de raad van bestuur. In het machtsspel om de leiding van de VRT zal dan vlug duidelijk worden hoeveel conflictstof er in die ‘details’ zit.
Patrick Martens