Op Strip Turnhout staan de Verenigde Staten centraal. Het festival heeft de goeroe van de Amerikaanse striptheorie, Scott McCloud, kunnen strikken voor een multimediale lezing. McCloud maakte internationaal furore met zijn toegankelijke strips over… strips. ‘Een verhaal vertellen in beelden is in alle genres hetzelfde.’

Aanvankelijk wou het met de stripcarrière van Scott McCloud (47) niet zo vlotten. Zijn eigen vreemde versie van een superheldenreeks – Zot! – sprak maar een beperkt publiek aan. Begin jaren negentig kreeg hij echter een gelukkige inval. Van de ene dag op de andere werd McCloud een stripprofeet, die zijn medium in stripvorm analyseerde. In Understanding Comics legde hij in een strip uit hoe strips volgens hem in elkaar zitten. Hij voerde zichzelf als strippersonage op, terwijl hij een monoloog hield en zijn theorieën onmiddellijk illustreerde. Het boek werd een enorm succes. In het stripmilieu maar ook ver daarbuiten, zoals bij webdesigners. In de Verenigde Staten wordt Understanding Comics zelfs tot de basisboeken van de striptheorie gerekend, hoewel het geen wetenschappelijke maar een heel persoonlijke en intuïtieve kijk op het medium is.

McCloud beschouwde het boek als een knuppel in een hoenderhok. Hij wou de discussie over de stripgrammatica een stevige impuls geven. Met succes. Jaren later werden er inderdaad nog altijd verhitte debatten gevoerd over vragen als: waarvoor dient de witte ruimte tussen de plaatjes? Wat is de definitie van een strip? Bevordert een simpel getekend personage de identificatie van de lezer?

Zijn tweede boek over strips – Reinventing Comics – brak een lans voor een bredere acceptatie van strips als cultureel waardevolle uiting en voor de mogelijkheden van de computer. Hij vestigde bijvoorbeeld zijn hoop op webstrips als een middel om de gedrukte routine te doorbreken. De reacties op Reinventing Comics waren niet mals. Of in McClouds eigen woorden: ‘Op elke pagina leek ik wel op iemands tenen te trappen.’ Hij voelde de kritiek op voorhand trouwens al aankomen: hij beeldde zichzelf op de cover af als een veelarmige boeddha, een ironische verwijzing naar het goeroeachtige aura dat zijn strips in het wereldje hadden verworven. Een gezonde dosis zelfrelativering is hem dan ook niet vreemd.

Vorig jaar verscheen zijn derde boek over strips, Making Comics. Het is een handboek voor de beginnende stripauteur, waarin McCloud vooral dingen vertelt die in een klassiek tekenhandboek ontbreken, zoals: hoe teken ik geloofwaardige expressies, en hoe verzin ik verhalen die de lezers aanspreken? Ter gelegenheid van Making Comics laadde McCloud zijn hele gezin in de auto voor een promotietournee van een jaar door de VS en Canada. Daarbij gaf hij aanstekelijke lezingen aan universiteiten en in achterafzaaltjes, geruggensteund door 700 geprojecteerde beelden per uur.

Dames en heren, vorige week nog tussen vier lijnen, volgende week op Strip Turnhout: Scott McCloud!

Waarom hebt u na uw spraakmakende vorige boeken met Making Comics een meer voor de hand liggend boek gemaakt?

SCOTT MCCLOUD: Ik had een heel specifiek doel voor ogen: ik wou de beginnende stripmaker aanspreken. De jongere die geïnspireerd door het succes van de manga of door de mogelijkheden van het internet een strip wil maken. Ik wou die mensen bij hun nekvel grijpen net voordat ze over de drempel stapten, want ik was er zeker van dat ik ze heel veel nuttige dingen kon meegeven.

Was het niet moeilijk om u tot beginnende artiesten in zo extreem verschillende genres als manga’s en webstrips te richten?

MCCLOUD: Eigenlijk niet, omdat ik de specifieke stijleisen van een genre helemaal links heb laten liggen. Ik heb juist de nadruk gelegd op de gemeenschappelijke basis: een verhaal vertellen in beelden is in alle genres hetzelfde. Het juiste actiemoment kiezen hangt bijvoorbeeld helemaal niet af van welk soort strips je maakt.

Hebben alternatieve auteurs niet vaak moeite om te accepteren dat veel van hun technieken dezelfde zijn van die van de commerciëlere auteurs?

MCCLOUD: Ze proberen vooral de verschillen te zien. Eind jaren tachtig, begin jaren negentig reageerden alternatieve auteurs in de VS nogal hevig tegen de mastodonten van de superheldenstrip, Marvel en DC. Maar de generaties daarna gedragen zich veel onafhankelijker. Ze voelen niet meer de behoefte om zich tegen iets af te zetten, misschien ook omdat ze hun pad niet meer hoeven te effenen. Door het toenemende succes van de graphic novel is de weg voor hen al geplaveid. Vroeger ging veel energie van de alternatieve stripmakers verloren door heel hard te roepen dat ze vooral geen superheldenstrips maakten. Hoe interessant kan zo’n boodschap zijn voor de lezer? Jonge auteurs kijken vooruit. Je ziet ze haast denken dat het op een dag ook wel leuk zou kunnen zijn om eens een superheldenstrip te maken, en dan zullen ze daar geen twee keer over nadenken.

U hebt zelf ook nog Superman geschreven.

MCCLOUD: Ik moet daar eerlijk in zijn: dat was een tussentijdse opdracht om de rekeningen te betalen. Ik heb het een jaar lang gedaan, twaalf comics. Nu moet je weten dat de reeks die ik overnam geba-seerd was op een tekenfilmserie waarin Superman helemaal opnieuw gecreëerd werd. Ik hoefde dus geen rekening te houden met de voorgeschiedenis van tientallen. Het leek alsof ik de kans kreeg om Superman te schrijven in de tijd toen er nog maar één strip met hem gemaakt was. Natuurlijk is Superman niet het interessantste personage uit de stripgeschiedenis, maar hij biedt wel mogelijkheden. Ik vond die opdracht heel plezierig, ook al omdat ik zo mijn vakmanschap als scenarist kon aanscherpen.

Vanuit Europa bekeken lijkt het alsof er de laatste jaren veel meer onderwerpen en genres aangesneden worden in de Amerikaanse strip. Klopt dat?

MCCLOUD: Er is al grote vooruitgang geboekt, maar er is ook nog een lange weg te gaan. In het algemeen ziet het striplandschap er wel veel gevarieerder uit dan tien jaar geleden. Het grote risico in de VS is dat de grote boekenwinkels zich op een dag zullen realiseren dat manga’s beter verkopen dan graphic novels, en zullen beslissen om dan maar te stoppen met de verkoop van graphic novels. Gelukkig hebben de huidige ketens grotere winkels en zijn ze vriendelijker voor strips dan hun voorgangers, maar de toekomst is hier toch niet helemaal zonnig. Er bestaat een kans dat het slecht afloopt.

Uw negatieve inschatting verbaast me, want in uw boeken bent u meestal bijzonder optimistisch over het potentieel van strips.

MCCLOUD: Niet in het begin van Reinventing Comics(lacht). Toen zag ik het heel somber in en dacht ik dat de broodnodige ‘revoluties’, zoals ik ze noemde, veel tijd zouden vergen. Ondertussen zijn veel zaken ten goede veranderd, zoals de thematische diversiteit en het imago van strips, maar toen leek het zelfs alsof de strip op elk gebied terrein moest prijsgeven. Veel van mijn huidige pessimisme heeft te maken met de economie. Het gevaar bestaat dat er veel minderwaardige imitaties komen, en dat dat de markt kapotmaakt. Daar kun je niets tegen beginnen. Het vervelende probleem is dat auteurs moeten kunnen eten (lacht). Als een grote uitgever ziet dat iets op kleine schaal succes heeft, kan die dat makkelijk op grote schaal imiteren. Financieel komt dat gewoonlijk ten goede van de auteurs.

Ach, ik heb zelfs geen zin om te beginnen aan een lijst van gevaren voor de Amerikaanse strip. Zo veel zijn het er (lacht). Gelukkig zie je op lange termijn dat de waarheid het haalt. De ideeën van auteurs als Will Eisner (uitvinder van de term ‘graphic novel’, nvdr) of Art Spiegelman over het potentieel van het medium zijn uiteindelijk doorgedrongen bij een grote groep mensen. Langzaam maar zeker doen die ideeën hun werk. Ik ben dus nog gematigd optimistisch.

Over webcomics bent u dan weer overdreven optimistisch.

MCCLOUD: (verveeld) Ik ben misschien erg enthousiast over de mogelijkheden, maar de meerderheid van de strips op het web lijkt inderdaad nog als twee druppels water op gedrukte strips. De experimentele strips maken maar een fractie van het aanbod uit. Ik twijfel er nog altijd niet aan dat er nieuwe oplossingen gevonden zullen worden. Webstrips zullen er over vijf of tien jaar helemaal anders uitzien. Maar ik ben nu zelf bezig met een graphic novel. Ik zal dus een paar jaar uit circulatie zijn. Laat de anderen het maar uitzoeken op het web. Ik zal voornamelijk bezig zijn met een verhaal te vertellen op papier.

Het vreemde met webcomics is dat ze al langer online staan dan video of muziek, maar toch lijken ze trager te evolueren dan die andere media.

MCCLOUD: De zakelijke kant van muziek en video en de distributie ervan zijn radicaal veranderd, maar de manier om muziek of video te maken is ongeveer dezelfde gebleven. Misschien zijn er ook meer nieuwe talenten ontdekt via het internet, maar dat komt door de radicale revolutie in het sociale aspect van muziek en video op het internet.

Het bijzondere van strips is dat strips er op het web ook compleet anders zouden kunnen uitzien dan op papier. It could become a whole new animal. Muziek staat er creatief erg goed voor op dit moment, maar er bestaat geen vergelijkbare fundamentele grens die muziek op het web zou kunnen overschrijden.

Voelt u zich geen vertegenwoordiger die overal de mogelijkheden van webstrips moet gaan aanprijzen?

MCCLOUD: Minder en minder. Ik heb op dat gebied enkele duidelijke nederlagen geleden. Er bestaat namelijk nog altijd geen goeie manier om strips op het web te laten renderen. De enige manier is door reclame, en dat is teleurstellend. De vorm van de meeste webstrips – grapjes in drie plaatjes – interesseert me niet zo, omdat ik meer geboeid ben door experimenten. Ook door langere verhalen, maar die bestaan dan weer niet op het internet. Er is geen internetequivalent van de graphic novel. Terwijl ik nog altijd denk dat zoiets mogelijk moet zijn. Nu ja, ik ga de zaken van een afstand bekijken zolang ik met mijn graphic novel bezig ben. Wist je dat er mensen zijn die beweren dat ik me met webstrips en striptheorie bezighoud omdat ik te weinig talent heb voor andere, gewonere strips?

En u gaat nu bewijzen dat het niet waar is.

MCCLOUD: Ik hoop het. Het klopt dat ik veel beperkingen heb als tekenaar, maar ik geloof erg in mijn verhaal. Als dat zo is, vind je wel een manier om het verhaal overtuigend tot leven te brengen. Daar vertrouw ik op.

DE LEZING MAKING COMICS VAN SCOTT MCCLOUD VINDT PLAATS OP ZATERDAG 15 DECEMBER OM 14.00 UUR IN DE HOUTEN ZAAL VAN DE KUUB IN CULTUURCENTRUM DE WARANDE IN TURNHOUT. ENTREE IS GRATIS. PROGRAMMA STRIP TURNHOUT: ZIE WWW.STRIPTURNHOUT.BE

DOOR GERT MEESTERS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content