Maakt Gentenaar Guy Verhofstadt het verschil in Oost-Vlaanderen? En wie stuit de opgang van het Vlaams Blok? Een politieke kaart van Oost-Vlaanderen.
Kent u Placide De Paepe nog? De laatste Gentse burgemeester voor de fusie van 1977. Een fusie die hij zelf als minister nog heeft moeten uittekenen voor Gent en omgeving. Een fusie waartegen veel van zijn acolieten in de tien latere deelgemeenten zich tot de laatste snik hebben verzet. De Paepe was een man van de katholieke arbeidersbeweging, een sterkhouder van de CVP die zeventig jaar lang een stevige greep behield op de Arteveldestad. In 1977 evenwel, door de aangroei van de stad met de meer proletarische gordel, begon de toenmalige BSP aan de mars terug naar de stad die honderd jaar geleden door Edward Anseele op de kaart was gezet.
Die geschiedenis zat eind de jaren zeventig ver weg. Heel even is het zelfs nodig geweest om te protesteren tegen de geplande sloop van de tempel van het Gentse socialisme, Feestlokaal Vooruit. Dat magnifieke gebouw is gelukkig intact gebleven en tegenwoordig geheel gerestaureerd.
In 1988 keerde ook voor de socialisten het tij. Een ‘lekencoalitie’, zoals dat toen nog heette, zette de CVP aan de deur. De pas uit de regering gebonjourde Guy Verhofstadt, met in zijn rug peetvader Willy De Clercq die jarenlang met stadsgenoot Wilfried Martens optrok, patroneerde samen met Luc Van den Bossche de plannen voor de eerste paarse ploeg met een zekere, grootstedelijke allure. Socialist Gilbert Temmerman werd burgemeester. Een strenge burgervader die zelfs de maniertjes van Anseele overnam. Hij moeide zich overal persoonlijk mee. Deinsde er niet voor terug om zijn flikken – de lokroep vodden en benen dateert uit die jaren – op pad te sturen om dronken ouders uit het café te halen als hij bloedjes van kinderen zag lanterfanten in het park.
In 1994 neemt een socialist van de nieuwe stempel, qua profiel dichter bij het paars zoals het vandaag bestaat, het roer over: Frank Beke. De Gentse socialisten mogen, na die van Antwerpen, op de Brusselse Keizerslaan dan al niet zo’n beste naam hebben, ze zijn er met behulp van Guy Verhofstadt in geslaagd om Gent stevig in handen te houden. In 1988 bleven ze met zestien zetels de grootste partij, versus vijftien voor de CVP en twaalf voor de PVV. In 1994 verloren ze er drie, maar ook de CVP zakte ondanks zes jaar bitse oppositie naar twaalf zetels. Met één zetel winst werd de VLD zo groot als de SP. Dat, en de intrede van de VU, hield paars toen samen.
Het verlies van SP vloeide naar Vlaams Blok en een zwaar gefrustreerd Agalev dat zijn drie zetels van 1988 uitbreidde tot vijf. De Groenen hoopten in 1994 dat ze na Antwerpen ook in de tweede Vlaamse stad zouden kunnen deelnemen aan de macht. Huidig minister van Leefmilieu Vera Dua was er toen al klaar voor.
PAARSE WIEG
Paars is in Gent uitgevonden, zo lijkt het wel. Het is daar, in de achtertuin van de Oost-Vlamingen Verhofstadt en VLD-voorzitter Karel De Gucht dat de liberalen het dividend van de macht willen verzilveren op 8 oktober – hun slogan is: ‘De vernieuwing werkt’. Het is ook daar dat de CVP er alles zal aan doen om paars weer te verslaan.
De tandem Van den Bossche-Verhofstadt exporteerde het roodblauwe experiment vorig jaar naar de Wetstraat. En de CVP is er in het Gentse sinds de verhuis van Wilfried Martens naar Brussel niet meer aan te pas gekomen. De uitstraling van de twee Oost-Vlaamse ‘Johans’ – De Roo en Van Hecke, in 1988 en 1994 goed voor twee keer een absolute CVP-meerderheid in Maldegem en Oosterzele – bleek onvoldoende om de Oost-Vlaamse hoofdstad weer in te palmen.
Gewezen minister van Justitie Tony Van Parys (CVP) moet dat tij nu keren. Toen de CVP nog in de regering zat, probeerde hij al via zijn nationaal gewicht het bedje voor 8 oktober 2000 te spreiden. De inkt van het Octopus-akkoord was nog niet droog of hij liet zich al opmerken in het gezelschap van de Gentse politiediensten. Hij beloofde daarbij dat hij van zijn stad een voorloper zou maken in het project van de eengemaakte politie.
De kans is dan ook groot, mede door de hete extreem-rechtse adem, dat de verkiezingen in Gent rond het thema van de (on)veiligheid zullen draaien. Hoewel Gent volgens de Algemene Politiesteundiensten (zie Knack nr. 23) veiliger heet te zijn dan Eeklo en Lokeren, en ook een oord van rust is in vergelijking met Brussel of Antwerpen, laat de stad zich graag voorstaan op een strenge aanpak. Sommige uitspraken van Frank Beke verschillen niet zo veel van die van zijn Lokerse collega Georges – nul overlast – Anthuenis (VLD). En de manier waarop Gent in het nieuws kwam met de door minister van Binnenlandse Zaken Antoine Duquesne (PRL) bevolen uitwijzing van de zigeuners, borstelde van Gent ook al een zeer gespierd beeld.
MEER BLAUW OP STRAAT
Nochtans is Gent een van de meest leefbare, gezapige en cultureel bloeiende provinciesteden. Vriend en vijand zijn het erover eens dat Gent leeft, om het met de slogan te zeggen die het paarse stadsbestuur in 1989 leende van toenmalige Vlaams cultuurminister Patrick Dewael (PVV). Het verenigingsleven is er weer aangezwengeld, het is er goed fietsen – de stad kreeg daar onlangs nog een Nederlandse onderscheiding voor -, Jan Hoet, Arne Sierens en andere kunstenaars gaven de stad opnieuw een ambiance die er lang niet meer geweest is.
De verrassing was dan ook groot toen het Vlaams Blok bij de parlementsverkiezingen van 13 juni 1999 een fenomenale winst boekte. In de kieskring Gent-Eeklo werd het Blok voor de Kamerverkiezingen met 14,7 procent van de stemmen de derde grootste partij na VLD (24,4) en CVP (22,6) en voor SP (12,8). In het kanton Gent zelf werd het Blok zelfs de tweede grootste partij met 19,4 procent versus VLD (20,5), CVP (17) en SP (15,1).
Verrassend, omdat iedereen gebiologeerd naar Antwerpen zit te kijken, maar toch ook niet zo onvoorspelbaar. Gent was decennialang een van de meest verloederde steden van Vlaanderen. Zoals provinciegouverneur Herman Balthazar liet noteren in 1993: ‘Tot 1950, 1960 is bijna niets gebeurd in deze stad. Dan is er heel snel een teloorgang geweest. Die teloorgang is nog verergerd door de toen heersende opvattingen over stedenbouw. Men heeft meer aan kaalslag gedaan dan aan renovatie. De verloedering is doorheen de jaren nog toegenomen. In 1993 kunnen we amper spreken van twintig jaar nieuwe aanpak’.
Eind de jaren tachtig woekerde de stadskanker nog voldoende om toen al extreem-rechtse wortels te kweken. Van de drie Oost-Vlaamse steden Lokeren, Sint-Niklaas en Gent waar het Vlaams Blok al in 1988 het gemeentehuis binnenstapte, was de provinciale hoofdstad de meest geplaagde. In 1994 steeg het aantal Gentse gemeenteraadsleden van die partij van twee naar zeven.
Beke heeft evenwel niet gewacht op Octopus of 13 juni 1999 om het veiligheidsthema aan te snijden. Nog voor zijn aantreden in 1995 toonde hij zich een voorstander van meer blauw op straat. En van community policing. Eén van zijn prioriteiten heette toen al ‘een centralisatie van de interventie en een meer wijkgericht optreden van de politie’. ‘De wijkagent moeten we uit zijn combi krijgen, hij moet te voet en per fiets op straat komen. Hij moet minder administratieve taken krijgen en wat sterkere fysieke paraatheid vertonen. Ook de aanspreekbaarheid van de politie moet verbeteren, de agenten moeten nog meer leren omgaan met mensen.’
EEN ZWARTE GORDEL
Bleef het westen en het zuiden van de provincie (op Ronse na) in 1994 gespaard van het Vlaams Blok, op de oostelijke flank van Gent rukte de partij razendsnel op. Van Merelbeke over Destelbergen, Lochristi en Lokeren naar Sint-Niklaas, waar het zijn aantal zetels vervijfvoudigde (van 1 naar 5). Vervolgens weefde de partij (zie kaart ‘Vlaams blok in gemeenteraad’) een zwarte gordel over de integrale oostkant van de provincie, op Kruibeke (Antoine Denert), Buggenhout en Lebbeke na.
Als de bruine vlek van het Antwerpse ergens moest overlopen, was het wel daar. Vooral het noordoosten baart zorgen: Sint-Gillis-Waas (1 Blokker in de gemeenteraad), Beveren (3), Temse (3) en Waasmunster (1). Zeg maar, op de brakke grond tussen de failliete Boelwerf en het bedreigde Doel.
Die vaststelling moet ook Agalev verontrusten. De Groenen zetten in 1994 behalve in gemeenteraden rond het Gentse ook fors op in het Waasland. Het was één van de redenen waarom ze hoopten dat de coalitiepartners hen voor 8 oktober niet tot moeilijke beslissingen zouden dwingen over het lot van de Doelenaars. Eilaas. De CVP, sinds 1988 een absolute meerderheid in Beveren met 19 op 34 zetels, weet er de komende maanden ongetwijfeld wat te vertellen over de lokale oppositiepartijen die op het Martelaarsplein de dienst uitmaken. De liberalen kwamen er in die uithoek van de provincie tot nu toe amper aan te pas.
Ook in Lokeren, samen met Aalst het derde paarse bruggenhoofd in de provincie, hoopt de CVP een bres te slaan tussen socialisten en liberalen. In Sint-Niklaas lukte dat al in 1994. Maar Freddy Willockx (SP) zint op wraak en sinds hij zich voor de regering Verhofstadt in de kijker werkte als crisismanager par excellence heeft hij evenmin stilgezeten om zijn bastion in het Waasland te heroveren. Een recente peiling van Gazet van Antwerpen tipte hem als favoriet voor de burgemeesterssjerp. 34 procent van de Sint-Niklazenaren verkiezen hem boven uittredend burgemeester Jef Foubert (13 procent) en VU-kopstuk Nelly Maes (5 procent).
HET LAND VAN DE CROO
Voor de VLD blijft het zuidwesten van Oost-Vlaanderen het belangrijkste wingebied. En de blauwen hebben nog iets te goed van 1994. De omvorming van de PVV tot de VLD door Guy Verhofstadt leverde in Oost-Vlaanderen wel veel extra stemmen op, maar de partij werd daar op diverse plaatsen door een zeer defensief front van socialisten en christen-democraten ook voor gestraft. Her en der werden monsterverbonden gesloten met maar één doel: die ‘arrogante’ VLD er buiten te houden. Ze verloren zelfs twee absolute meerderheden: Gavere en Ninove.
Eén van de liberalen die dankzij de operatie-VLD onomkeerbaar werd in eigen streek is, o ironie, Herman De Croo. In zijn thuisbasis Brakel hielden CVP en SP De Croo, hoewel al in 1988 de grootste, in de oppositie. De lijst van De Croo heette toen nog gewoon DECROO. In 1994 komt de huidige Kamervoorzitter, niet zonder tegenstribbelen, op onder de mantel van de VLD. Dat levert hem een extra zetel op en een entree in de meerderheid.
In datzelfde jaar vloeit de blauwe golf over de volledige hoek van de Vlaamse Ardennen. Horebeke en Zwalm bleven twaalf jaar in handen van Jozef Browaeys en de trouwe Basiel Eeckhout. In 1994 hees de VLD zich ook in de meerderheid in Oudenaarde. En in Maarkedal veroverden ze met de lijst OMKEER de sjerp. Wellicht de spectaculairste return on investment van de VLD-operatie werd hogerop, in Melle, geleverd. In 1988 was die gemeente nog in de absolute macht van de CVP. Elf zetels versus twee voor de PVV. De derde grootste formatie was de lokale lijst van edelman Edouard de Potter d’Indoye. In 1994 toont die zich gecharmeerd door de liberalen en bekent hij zich tot de VLD. Gevolg: de VLD haalt er in één klap elf zetels, de CVP verliest er maar liefst vier. Het was balsem voor de wonde die in het aangrenzende Merelbeke werd geslagen waar Jean Pede van de troon werd gestoten.
‘Als de VLD straks op 8 oktober een dividend kan opstrijken voor haar regeringsdeelname, dan moet het in Oost-Vlaanderen gebeuren’, weet Zultenaar André Denys (VLD). ‘Al is het natuurlijk niet evident omdat de VLD in die provincie al zo sterk staat.’ Denys, traditioneel voorstander van oranjeblauw, heeft door het nationale en vooral Vlaamse paarse experiment zijn kijk bijgesteld en naar eigen zeggen geldt dat voor vele andere donkerblauwen. ‘De vrees dat een coalitie zonder CVP niet zou werken, is onterecht gebleken. Het project slaat aan, het krediet voor deze regering is groot’.
In blauwe kringen heerst veel zelfvertrouwen, al heeft de partij het in haar bakermat Gent op 13 juni niet denderend gedaan. In het kanton Gent verloor ze ruim twee procent (van 22,7 naar 20,5 procent). Het is alleen te danken aan haar winst in de rand dat de VLD voor de volledige kieskring Gent-Eeklo een lichte vooruitgang (0,2 procent) kon boeken. In Aalst, stad van Anny De Maght (VLD), handhaafde de VLD zich op 13 juni voor de Kamer op net geen dertig procent. In Lokeren, met Georges Anthuenis, ging de partij zelfs vooruit tot 35,2 procent, en een peiling van Gazet van Antwerpen toonde aan dat het blauwe plafond daar nog niet bereikt is.
Eén liberaal Oost-Vlaams zwaargewicht zal de partij op 8 oktober in elk geval niets meer bijbrengen. In Dendermonde komt op 8 oktober een einde aan zes jaar goede samenwerking tussen Norbert De Batselier (SP) en Marc Verwilghen (VLD). De Batselier had in 1994 met zijn kartellijst INZET een absolute meerderheid, maar als blijk van nieuwe politieke cultuur, en omdat hij het zeer goed kon vinden met de liberaal van de nieuwe strekking Verwilghen, bood hij de VLD twee schepenzetels aan. Graag hadden zowel Verwilghen als De Batselier dat experiment dit jaar herhaald, maar Verwilghen kreeg in eigen huis tegenstand van oude liberalen. De Melsensstraat keek toe. Van een verhuis ter elfder ure van Verwilghen naar Knokke-Heist is geen sprake meer. De VLD is daar inmiddels opgeslokt door de Gemeentebelangen van Léopold Lippens.
DE GROENEN FIETSEN ALLEEN
Van de drie regeringspartijen – de VU in Vlaanderen niet meegerekend – zijn de Groenen het moeilijkst te versieren tot voorafgaandelijke informele akkoordjes om op 8 oktober lokaal een doorbraak te forceren die de CVP zou kunnen wippen.
Overmoedig geworden door het succes van 13 juni, en door het vele volk dat zich sindsdien voor de groene deur aandient, maakt Agalev er een erezaak van om zichzelf te blijven. Over het hele Vlaamse land werden kartellijsten met andere politieke partijen ontmoedigd. Agalev dingt in 48 van de 65 Oost-Vlaamse gemeenten mee naar de gemeentelijke macht.
Vooral CVP en VLD zijn niet gerust over de groene motor. Lokaal zijn de Groenen vaak het actiefst in het verenigingsleven. Het is ook uit die ervaring dat de groene top zijn grotere ACW-dromen puurt. 8 oktober 1994 wordt voor Agalev op dat vlak een belangrijker test dan 13 juni 1999.
Filip Rogiers