‘Het is dat we blij zijn en blijven dat we erbij zijn, maar Karel De Gucht moet op zijn tellen passen’. Bleu je veux, een reportage uit het blauwste Vlaanderen. ‘Burgerdemocratie: ja. BV-democratie: nee. Bespaar ons de blazen.’

Kruishoutem, wijk Marolle, zaterdag 23 februari, de VLD viert carnaval. Rudy Gheyens heeft zich verkleed als Sherlock Holmes. De grijzende VLD-voorzitter kijkt fier om zich heen, verrukt vertelt hij over het nieuwe elan dat zijn partij gevonden heeft. ‘In 2000 hadden we er op slag drie gemeenteraadsleden bij, twintigers!’

Het is de eerste keer sinds twaalf jaar dat de VLD hier weer carnaval viert. Al zijn ze er weer niet bij in het bestuur, dit is en blijft het land van Paul Tant (CD&V), de sfeer is goed. En dat is het geval in veel liberale afdelingen. Dat is niet eens, of toch niet alleen, te danken aan de energie die is vrijgekomen toen de VLD na twaalf jaar eindelijk nog eens in een regering kwam. En omgekeerd kan ook de aanzwellende kritiek over haken en ogen in het paars-groene patchwork de pret niet drukken.

Het blauwe wonder is nog vers. Eigenlijk moet 8 oktober 2000 voor Guy Verhofstadt meer een hoogdag zijn geweest dan 13 juni 1999. In 1999 speelde het toeval mee, dioxine genaamd. Pas in 2000 begon de omvorming van de PVV naar de VLD van 1993 echt door te werken. Het is ook op het elan van die dag dat De Gucht besloot om zijn volkspartij verder de sporen te geven.

Jarenlang heeft Verhofstadt tegen de buitenwereld en binnen de eigen partij gevochten. De gemeenteraadsverkiezingen van 1994 kwamen te vroeg. Overal te velde zetten de PVV’ers toen nog de toon. En ze zongen dan wel uit volle borst het liberale lied De Vlag – ‘Schaar u achter onze idealen. En help de vooruitgang vrijwaren. Bekrompenheid is ver van ons. Ruimer horizonten roepen ons’ -, ze konden of wilden niet bevroeden wat Pierre Chevalier en andere vreemde lichamen daarmee te maken hadden. Verhofstadt en de verruiming, dat was Brussel Wetstraat. En de tirades van de socialisten en van CVP-voorzitter Johan Van Hecke tegen de asociale neoliberalen misten hun schrikeffect niet in de plaatselijke VLD-cafés. Niet anders dan in volkshuizen of parochiekringen zit daar veel volk dat het met een klein pensioentje moet doen. In Brussel is het geheugen misschien kort, maar in de streek van Merelbeke en Oosterzele krijgt Patrick Lachaert (VLD) nog altijd maar moeilijk uitgelegd waarom ‘Brussel’ nu Van Hecke omarmt. Het einde van de pilaren klinkt goed, maar er zijn in de jaren negentig lelijke dingen gezegd op café. Ook onder liberalen.

Van die verzuring is niets meer te merken. Veel PVV’ers zijn pas in 2000 VLD’er geworden. Nog in 1995 tilden ze Herman De Croo op de voorzittersstoel. Hij moest er in 1997 weer af, ten voordele van Verhofstadt. Maar achteraf gezien had het orakel van Brakel geen ongelijk toen hij zei: ‘Ik heb het vuile, noodzakelijke, maar politiek ondankbare werk opgeknapt, want een partij leeft niet van burgermanifesten en andere verlichte ideeën alleen.’ Hij heeft poten onder de vernieuwing gezet, de VLD geschraagd, PVV’ers over de streep getrokken. De donkerblauwen die hem in 1995 verkozen, komen vandaag woorden tekort om de VLD-operatie van 1993 te prijzen. Talrijk zijn de zestigplussers met een liberale pedigree die vandaag toch met ‘uit de bomen gevallen’ twintigers aan hun zijde een nieuwe jeugd beleven. Ook de Jong-VLD veert weer op.

‘Onze jonge mensen doen het heel anders dan wij’, zegt Gheyens. ‘Ze zijn pragmatisch en dat slaat aan. Tant loopt er zuurtjes bij. Hij heeft zijn absolute meerderheid nog wel, maar hij voelt dat er iets schort. Ik heb hem eens verteld dat de oude trucjes niet meer werken. Allez, de gemeente rijdt hier nog altijd rond met een camion vol gravel om links en rechts putjes in de wegen te vullen. De methode van na de Tweede Wereldoorlog! Een kind weet dat zo’n putje er tien dagen later weer is, zolang de ondergrond niet is aangepakt. En zo werkt de VLD. Enfin, zo zouden we werken als we erbij waren.’

Lichtervelde, 1982. Tien jaar nadat Walter Boret tegen een katholiek overwicht van zo’n 60 procent in de plaatselijke Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV) uit de grond stampte, staat de kersverse nationale voorzitter plots voor de deur. Een 29-jarige slungel met lang haar en een iets te grote bril. Guy Verhofstadt. Het woord ‘liberaal’ is al tien jaar uit de partijnaam geschrapt. Maar de jonge rekel wil méér. En vooral sneller. Het is toch godgeklaagd dat het al vijftien jaar geleden is dat Omer Vanaudenhove de Liberale Partij tot PVV omvormde en daarbij de deur voor katholieken openzette, maar dat die CVP toch nog altijd zo oppermachtig is en blijft. En waren veel blauwe notabelen het al vergeten, Verhofstadt wist ongetwijfeld nog wel dat Herman De Croo in 1973 een vurig pleidooi had geschreven om van de PVV een open ‘partij van de burger’ te maken. Een krantenknipsel dat De Croo in de jaren negentig overigens gretig liet kopiëren en in de Wetstraat liet circuleren terwijl Verhofstadt in Toscane zat.

Wat heet nieuw? Verhofstadt vraagt in 1982 aan de plaatselijke partijvoorzitters om in alle holen en spleten katholieken en zelfs socialisten te zoeken die met hen willen praten. Een Ronde van Vlaanderen, maar dan in besloten kring, ’ten huize van’. Want de tijd van de Bokken en de Schapen was nog maar net voorbij en nog altijd moest je als katholiek op je tellen passen als je een liberaal huis binnenstapte.

‘We zaten daar met zo’n twintig mensen bij mij thuis’, zegt Walter Boret. ‘Boeren, middenstanders, van alles wat. En Verhofstadt zat er ook, met een klein papiertje waarop hij af en toe iets schreef. Wij willen, zo zei hij, dat de filosofie van de liberalen wervend zou zijn voor niet-liberalen. En hij keek wellicht een beetje verrast op toen onze mensen zeiden: ’t Es hoet. Hij heeft zich misschien wat op Lichtervelde verkeken. Het ging hier te gemakkelijk. De liberale partij is hier uit de katholieke buik gegroeid. Mijn vader zaliger was gemeenteraadslid, en in zijn tijd waren er hier twee partijen: de Zwaan en de Burgergilde. Wij zijn voortgekomen uit die laatste vereniging, wat aanvankelijk eigenlijk ook een katholieke lijst was. De liberale partij is hier altijd pluralistisch geweest. We doopten ons om tot Gemeentebelangen. In 1994 hebben we het eens onder de vlag van de VLD geprobeerd, maar dat schrikte jarenlange medestanders af, en dus werd het in 2000 opnieuw Gemeentebelangen. In 2006 moet het lukken met de VLD. Tegen dan moet de vlag toch wel echt een pluralistische lading kunnen dekken.’

Het is niet altijd het volk dat het luidst roept, dat bergen verzet. En het is niet altijd het volk dat bergen verzet, dat daarvoor beloond wordt.

‘De echte verruiming hebben we hier in de streek al in de jaren tachtig meegemaakt’, zegt Rik Carpentier, Borets opvolger. ‘Dankzij Louis Bril. Hij heeft de PVV hier tot boven de 20 procent opgetild. En op het moment dat Brussel begon te verruimen, behoorde hij al tot de oude garde. Schrijf maar dat het ons steekt, dat we in West-Vlaanderen geen minister gekregen hebben. Louis had het meer dan wie ook verdiend. Maar verder klagen we hier niet, hoor.’

‘Of toch, sinds een half jaar borrelt er af en toe wat kritiek op. Maar dat gaat dan niet over links of rechts. Ik weet niet welke onderbuik Ward Beysen vertolkt, maar het is niet de onze. Hier gaat het zelfs nauwelijks over belastingen die niet snel genoeg verlagen. Het gaat over stenen, grond en mest. En over verkeersveiligheid. Dat Steve Stevaert ons op plattelandswegen zeventig in plaats van negentig wil laten rijden bijvoorbeeld.’

Deinze, café ’t Bachtenaerke, maandag 18 februari. Brief uit Brussel! VLD-voorzitter Filip Beirnaert opent de maandelijkse bestuursvergadering met een vergiftigd geschenk. ‘De Melsensstraat meldt ons dat we voortaan twee Burgerkranten op kosten van de partij mogen versturen. Daar staat tegenover dat we voortaan van elke lidkaart die we verkopen 4 in plaats van 2,50 euro aan Brussel moeten afdragen.’ Zouden er verkiezingen op komst zijn? ‘4 euro per lidkaart. Dat is zo beslist in Brussel, dus we kunnen er niets tegen beginnen. Maar ik heb er mijn bedenkingen bij. We hebben geen steun voor onze Burgerkrant nodig, we zijn zelfbedruipend.’

Uit de briefwisseling van de hoofdstad valt er die avond in Deinze ook een uitnodiging voor de studiedag over onderwijs op tafel. ‘ Tiens, nu zaterdag is er een studiedag over onderwijs.’ Niemand kijkt ervan op. Het dringt niet meteen door dat het eigenlijk niet over onderwijs gaat, maar om ‘het verlovingsfeest’ van de VLD en de Nieuwe Christen Democratie (NCD) van Johan Van Hecke. En in elk geval wekt het geen animo.

‘Wij zijn een volkspartij’, zegt Lynda Minnens, schepen van Financiën. ‘De VLD moet opletten dat ze haar liberale profiel niet verliest. Iedereen is welkom, zolang de partij maar niet verwatert. Want dat stoot dan weer mensen af die er de voorbije jaren zijn bijgekomen, en dan ben je nog verder van huis met je volkspartij. Enfin, Brussel doet maar. Waar ik veel meer van wakker lig, is de minachting waarmee ze met de lokale besturen omspringen. Sommigen zeggen ons vlakaf dat we onbekwaam zijn. Ze zijn ziekelijk bezig met beleidsplannen en convenanten, waarvoor je je blauw betaalt aan allerlei studiebureaus. Een gemeente besturen is er de jongste jaren niet eenvoudiger op geworden. Het is een vak apart.’

‘We mogen al gelukkig zijn dat we hier in Deinze nog geen BV in onze nek hebben gekregen. Wij verruimen ons bij elke verkiezing, met gewone mensen. Is het niet, Bernard?’ Bernard knikt. Hij is een wat ouder bestuurslid, maar toch een jongliberaal. ‘Ik ben in 1993 naar de VLD gekomen, samen met drie andere politiek daklozen. De verruiming van toen leefde ook plaatselijk. De operatie-Volkspartij van vandaag blijft daarentegen een zaak van de Melsensstraat. De deur wordt daar voor een paar grote namen opengezet. Meer is dat tot nader order niet. En ik voel me niet bedreigd hoor, want een postje ambieer ik niet.’

‘De huidige coalitie is een leerschool’, zegt Beirnaert. ‘Het toont aan dat je als partij maar beter groot genoeg kunt zijn, want met zes partijen compromissen sluiten, is niet eenvoudig. Al moet gezegd dat de VLD er soms in slaagt om de linkerzijde te doen inbinden. CD&V’ers komen me hier in Deinze wel vaker vragen hoe we er in godsnaam in geslaagd zijn om de SP.A bakzeil te doen halen inzake ruimtelijke ordening. Over zonevreemde woningen en bedrijven zeiden ze vroeger altijd: over ons lijk.’

Minnens: ‘Extremisten zijn het soms, het mag eens gezegd worden.’

‘En dat ze niet inzien hoe ze zo dag na dag mensen naar het Blok jagen’, gooit provinciaal deputé Marc De Buck erachteraan. ‘Ik heb het niet over mensen die villa’s hebben gebouwd in open ruimtes, hé. Maar over die mensen die een vensterke laten steken in de kamer van hun kinderen.’

Niet dat ze in Deinze bang zijn van het Blok. En van het migrantenstemrecht liggen ze ook niet echt wakker. Bernard: ‘Je moet dat gewoon doen, punt aan de lijn. Het staat toch in de sterren geschreven.’

De piepjonge partijsecretaris Steven vindt dat zijn partijgenoten er iets te licht over gaan. ‘We zijn de partij die jarenlang geijverd heeft voor meer directe democratie, behalve als het over dit thema gaat.’ De Jong-VLD heeft het eind vorig jaar wel gevraagd: 60 procent was tegen.

‘Ach’, zegt een ander bestuurslid. ‘In een stadje als Deinze praat niemand daar op café over.’

‘Toch voel ik me wel eens beschaamd dat mijn partij er eigenlijk tegen is’, zegt Steven. ‘Mijn Marokkaanse buurman hangt mijn verkiezingsaffiche voor zijn raam. En dan maakt hij eigenlijk reclame voor een partij die hem zijn stemrecht ontzegt.’

‘Hij moet maar Belg worden hé, Steven.’

‘Of nog slimmer zijn en géén affiche van u hangen.’

Maar daar ging de vergadering eigenlijk niet over. Wel over weer een ander vergiftigd geschenk: de politiehervorming. Hier, zoals elders in Vlaanderen waar de VLD de macht deelt met de CD&V, krijgen de liberalen daar grijze haren van. Het zal wel zo zijn dat de CD&V de politiehervorming al eens als excuus gebruikt om de gemeentebelastingen te verhogen, maar op veel plaatsen ziet ook de VLD geen alternatief. In Deinze lokte de VLD een politieke crisis uit door de begroting af te keuren. ‘Deinze staat al op de vijfde plaats van de gemeenten met de hoogste belastingdruk’, zegt Beirnaert. ‘En de belasting die de CD&V erbij wil lappen, is niet strikt noodzakelijk.’

Diest, Café Casino, woensdag 20 februari. ‘Ge moogt het gerust schrijven’, zegt burgemeester Tony Smets. ‘Dat ik die Jean-Marie Dedecker een blaas vind. Mensen die hun hele leven voor de beweging hebben gewerkt, moeten plaats ruimen voor types die nog niets bewezen hebben. Vodden krijgt ge daarmee.’

Telefoon.

‘Hallo Leo? Hoeveel zandzakjes, zegt ge? Dat is goed, ja. Allez, laat ons hopen dat het helpt.’ De burgemeester zucht diep. ‘Denkt ge dat wij worden aangesproken op belastingen of migrantenstemrecht? Nee. Gelijk alle burgemeesters van alle kleuren krijgen wij onder onze voeten omdat het regent.’ De winter blijft maar duren. Tony Smets is pas sinds 2000 burgemeester, maar hij maakt een vermoeide en wat mistroostige indruk. Zeker sinds hij heeft berekend dat de nieuwe politie zijn stadskas miljoenen extra zal kosten.

Smets vervangt Rik Daems in de Kamer. ‘Ik heb altijd in de schaduw van ministers gediend. Vanaudenhove, Jos Daems – ‘de vader van Rik, maar een heel ander karakter, hij was staatssecretaris van de Posterijen maar dronk al eens een pintje met zijn facteurs‘ – en Freddy Vreven.’

‘In het zaaltje hierboven heeft Vanaudenhove mij eens alle hoeken van de kamer laten zien. Ik stond op de tiende plaats en ik had meer voorkeurstemmen dan de nummers twee en drie samen, en toch werden zij schepen. Ik vroeg hem toen in het openbaar of hij dat normaal vond. Goede vriend, zei hij, Hoe lang zit gij al in de politiek? En weet ge dan nog niet dat het aantal stemmen er niet toe doet. Zo’n voorzitter kon toen iedereen alles laten slikken. Ik moet zeggen dat Karel De Gucht ook een van de betere voorzitters is.’

Al blijkt hij het, als hij er even over doordenkt, over zowat alles oneens te zijn met de voorzitter. ‘Dat gedoe met Johan Van Hecke zal ons niet veel opleveren. Integendeel, er zullen misnoegden bijkomen. Ik ben zelf in 1988 van de PVV afgescheurd. Maar ik ben liberaal geboren en toen de VLD werd opgericht, ben ik teruggekeerd. In 1993 ging het om een verruiming en de mensen die toen de overstap hebben gewaagd, doen verdienstelijk werk. Jaak Gabriëls is toch een van de betere ministers, niet?’

Tony Smets is volksvertegenwoordiger. Mocht hij straks over het migrantenstemrecht moeten stemmen, dan zou hij dat met kennis van zaken doen. ‘Ik ben ertegen. Dat ze eens de mening van de Vlamingen vragen, ze zullen verschieten in Brussel. Hier in Diest hebben we gelukkig niet al te veel problemen. Al zijn er cafés waar ze ’s avonds in de deur liggen. Ze hangen niet, ze liggen. Zoals vroeger de arme Vlamingen tijdens de zomer buiten leefden. Dat is een kwestie van opvoeding, meen ik. In 1992 heb ik in Diest een enquête gehouden over de migranten. Daar stonden toen vragen bij die je vandaag niet meer mag stellen. Of we die mensen, in geval van zware criminele feiten, naar hun land moesten terugsturen. Dat was wellicht iets te cru gesteld. Maar negen op de tien waren er toch tegen, tegen de problemen.’

Op de overloop die naar Smets bureau in het gemeentehuis leidt, hangen prachtige houtsneden van een plaatselijke kunstenaar. Ze stellen het avontuurlijke leven van Nicolaes Cleynaerts (katholiek theoloog geboren in Diest in 1493 en gestorven in Alhambra in 1542) voor. Een man van de wereld die ten tijde van de inquisitie aan de islamitische hoven van Andalusië ging studeren. Onderschrift bij een van de houtsneden: ‘Vriendelijke ontvangst aan het hof van de sultan in Fez. De moslims staan verbaasd over Cleynaerts’ Arabische kennis’. Maar dat waren de barbaarse Middeleeuwen, natuurlijk. Niet de moderne, blauw verlichte tijden van burgemeester Smets.

Antwerpen, Delwaidedok, Kaai 736. Paul Valkeniers is, behalve managing director van P&O Ports, ook voorzitter van de VLD in Schoten. ‘Een hobby.’ En hij is de neef van Jef Lawijt, ex-Volksunie, die hij in 1993 naar de VLD volgde.

‘Ik ben helemaal niet gelukkig met de balans van deze regering. Als bedrijfsleider verwachtte ik bijzonder veel van de met tamtam aangekondigde administratieve vereenvoudiging. In plaats van nog eens 25 nieuwe projecten aan te kondigen, zou de regering er beter aan doen om de vorige 25 uit te voeren. Ward Beysen vertolkt wel degelijk de mening van een groot deel van de basis: het mag best iets rechtser. Ik beweeg mij op arrondissementeel niveau vrij veel in de VLD. Daar deelt een tiental mensen de lakens uit. De rest zwijgt. Het is soms treurig om te zien hoe liberale volksvertegenwoordigers ministers zitten te bestoefen voor dingen die niet gerealiseerd zijn. Die kruik gaat zolang te water tot ze barst. Al kan het nog wel even duren, want de blijdschap om erbij te zijn, is en blijft toch groot.’

‘Ik kom uit een Vlaams-nationale traditie, met een christelijke achtergrond. Ik ben lid van de VLD geworden toen Guy Verhofstadt zijn beginselverklaring publiceerde. Maar van de Burgermanifesten is maar bitter weinig gerealiseerd. Paars-groen is een tegennatuurlijke coalitie. En ook het idee van Verhofstadt dat de communautaire problemen tot het verleden zouden behoren, is een utopie gebleken. Ik ben een sterk voorstander van separatisme. En ik meen wel dat de VLD leden en kiezers zal verliezen aan de N-VA van Geert Bourgeois.’

In Schoten werd het Vlaams Blok op 8 oktober 2000 de grootste partij. In de dagen die volgden, werd de VLD druk door het Vlaams Blok gesolliciteerd. ‘Samenwerking is nooit overwogen. Al doe ik ook niet mee aan de flauwiteiten dat je ze geen handje zou mogen geven. Ik ken ze overigens vrij goed, ik heb nog met Marijke Dillen op de universiteitsbanken gezeten. Niet alleen in Schoten, ook in vele andere VLD-afdelingen, vonden ze de uitspraak van De Gucht over de mestkevers strategisch dom.’

Naschrift. We hadden ons voorgenomen om een week lang wel met liberalen maar niet met nationale kopstukken te praten. Dat was buiten Herman De Croo gerekend die onverhoeds op het carnavalsbal in Marolle binnenviel. Minister van Staat, kamervoorzitter en wat al niet. De Croo was zaterdag verhinderd om de studiedag van VLD en NCD over onderwijs bij te wonen. ‘Ik moest gaan spreken voor het Willemsfonds.’

Hij geeft een rondje, pakt zelf een watertje. Schudt handjes. Laat zich discreet bedanken voor weer een geslaagde tussenkomst. Of hij weer boos zal worden, zoals toen Verhofstadt met zijn reizigers zonder bagage kwam aanzetten? Wat zou hij, De Croo, nog boos worden? ‘Het verandert niet omdat je eens om de tien jaar zégt dat het moet veranderen. De verandering komt als ze rijp is. Dat is zoals het water, het loopt zoals het loopt. Naar het putje’.

Hij leegt zijn glas, knikt hoofs en baant zich een weg naar de uitgang. Tien minuten en hij is alweer op weg naar weer een volgend putje in Vlaanderen. Hij banjert weg, zoals eerder die week over de verzopen velden van Brakel. Hij haalde er vorige week zowaar de headlines mee. Ging voor Voor de dag te paard ‘polshookte’ nemen van de stand van het water en het land.

Wat heet nieuws?

Niets verandert. Zelfs de veranderingen niet.

Een top-NCD’er vertelde ons dat het toch wel even slikken was toen hij bij de VLD binnenkwam. Ter voorbereiding van de studiedag over onderwijs woonde hij voor het eerst twee liberale vergaderingen bij. Wat hij daar aantrof, omschreef hij als ‘beminnelijk amateurisme’. En toen hij opperde om de mening van organisaties ‘op het middenveld’ te vragen, keken die liberalen hem toch weer aan alsof ze nog maar net het Eerste Burgermanifest hadden uitgelezen in plaats van Het einde der pilaren.

Tegen de zomer belooft Karel De Gucht een manifest dat de basis moet leggen voor zijn verbond met NCD. Dat is het nieuws, putje Brussel.

Het gaat nog wel een tijdje mee. Vanaudenhove kwam van ver. En Verhofstadt moest nog twintig jaar verder nadat hij in 1982 zijn eerste schetsen over een grote volkspartij op papier zette. En de blauwen zongen al die tijd voort van Hoog banier, o vlag der liberalen, Gegroet, gegroet, symbool van glansrijke idealen. Vernieuwers komen nergens als de dissidenten niet even verduldig zijn als de vernieuwing zelf. Het helpt als men aan de macht is, macht kweekt geduld. Vraag het maar aan de CD&V, hoeveel spanningen een grote partij kan verdragen, zolang ze er maar bij is.

Faites vos jeux, meneer De Gucht, en let op de kleintjes.

Filip Rogiers

Met medewerking van Lieve Reynebeau.

Foto’s Patrick De Spiegelaere.

Het einde van de pilaren klinkt goed, maar er zijn in de jaren negentig lelijke dingen gezegd op café.

Het is niet altijd het volk dat het luidst roept, dat bergen verzet. En het is niet altijd het volk dat bergen verzet, dat daarvoor beloond wordt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content