Het jarige Couleur Café opent de festivalzomer en toont aan dat er met creativiteit nog rek zit in een wat tanende sector.
De trendbarometer van de grote en middelgrote zomerfestivals staat al enkele jaren op veranderlijk. Na het opbouwen en profileren zijn we in een woelige periode van trends en conjunctuurwisselingen beland. Aan de aanbodzijde lijkt het pakket al enige tijd volledig ingevuld. België is trouwens een van de pioniers in de materie en dat heeft alles met schaal te maken. In de jaren zeventig waren zomerfestivals voor kleine landen de enige manier om eens moderne muziek te kunnen horen. De muzieksector was nog lang niet zo georganiseerd en gemondialiseerd als vandaag. Het is dan ook niet toevallig dat er in de hitparade van de Europese festivals lilliputters staan als Pinkpop (Nederland), Roskilde (Denemarken) en Torhout/Werchter.
Diezelfde kleinschaligheid zit nu ook enigszins in de weg. Voor T/W was het dit jaar niet langer haalbaar om de dubbelaffiche aan te houden. Zowel financieel als logistiek. Artiesten moeten overal tegelijk zijn en dus wordt het almaar moeilijker en duurder om grote namen naar hier te halen.
Carrières worden ook korter. Het laat zich nu al raden dat de grote stadiontournees na de pensionering van de Rolling Stones en Pink Floyd zullen uitsterven.
Ook aan de vraagzijde is alles minder eenduidig geworden. Programmeren begint steeds meer op loterijwerk te lijken. De tijd is allang voorbij dat grote menigtes met plezier achter dezelfde vlag wilden lopen. Wat vroeger rockmuziek heette, is versnipperd in talloze subafdelingen en enclaves.
Muziek is ook van vele generaties geworden. Vroeger waren festivals een zaak van rebelse jongeren die achter hekken hun eigen subcultuur wilden beleven.
Vandaag vind je families en kaderleden op de grasvelden die in de eerste plaats willen dat muziek een feest is. Daar is trouwens iets vreemds aan. Op de zeer uitbundige Antilliaanse Feesten bijvoorbeeld, weet alleen het handvol liefhebbers wie er op het podium staat. Maar toch is het publiek wel zo kieskeurig en erudiet dat het kwaliteit herkent en afhaakt wanneer die de kleinste dip neemt. Muziek is dus meer dan behang.
Wie de toekomst wil, moet zorgen dat alles goed zit. Een groot en behoorlijk heterogeen deel van het publiek wil amusement én beleving én inkleding. Dat valt af te leiden uit de levensverhalen van de sterke groeiers in het festivalpakket. De meest spectaculaire stijgers zitten in Dranouter en Brussel. Het West-Vlaamse folkfestival profileert zich als een adres voor meerwaardezoekers, die het beste van verschillende werelden willen. En daar mag even intensief op gedanst als naar geluisterd worden. Dit jaar delen bijvoorbeeld Baaba Maal, Ruben Gonzalez en John Hiatt een festivaldag. En staat Nick Cave naast de Corsicaanse meerstemmigen van I Muvrini en Celtic Feet.
OP HET ONKRUID
Diversiteit is ook de regel bij Couleur Café dat dit jaar zijn tiende verjaardag viert. De driedaagse programmeert populairder dan Sfinks en gaat breder dan de Antilliaanse Feesten. Sinds drie jaar is er geen houden meer aan en gaan de cijfers door het dak. Het bezoekersaantal schoof versneld op van 16.000 naar bijna 40.000. Er is nog veel meer wat merkwaardig is. Zo is Couleur Café eigenlijk het enige festival in de hoofdstad. Ook de Ancienne Belgique en de Botanique pakken uit in juli en augustus, maar eigenlijk passen die initiatieven gewoon binnen de reguliere werking.
Couleur Café leeft een paar dagen en verdwijnt dan weer voor een jaar. Het werkt wel samen met de Hallen van Schaarbeek maar dat is vooral een technische constructie.
Het is bovendien het enige ware stadsfestival in ons land. Of liever het enige festival in een stad. Het verschil met Marktrock (Leuven) of de Gentse Feesten is dat het een welbepaalde locatie uitkiest waar het een geprofileerde affiche neerpoot. Ook daarin verlaat Couleur Café alweer de wegen van de evidentie. Sinds 1994 huist het op de terreinen van Thurn & Taxis, waar straks het felomstreden Music City komt te wonen. Een redelijk desolaat industrieel decor langs het Brusselse zeekanaal in een weinig aantrekkelijke buurt van de hoofdstad.
Toch blijkt de formule van Patrick Wallens op dat onkruid goed te gedijen. Zijn medewerkers schertsen dat de Franstalige Brusselaar lang geleden vooral op zoek was naar een beroep waar je niet te moe van wordt. De muzieksector leek hem een verstandige keuze en voerde hem via de liefde voor percussie richting Afrika en de Caraïben. Couleur Café moest in zijn droom wereldmuziek laten feesten in een wereldstad. Wallens laat de hoofdstad enkele dagen op Parijs lijken. En dat is positief bedoeld. De lichtstad is een uiterst gewichtige smeltkroes en motor van alles wat exotisch klinkt. In Brussel pikken ze daar niet alleen de krenten uit, maar laten ze ook dingen horen waarvoor in de andere maanden van het jaar geen plaats of interesse is bij ons. Een beetje zoals vroeger dus. De grote revelatie van de editie 1999 lijkt het Franse P18 te zullen worden. In eigen land heeft het voortspruitsel van het populaire Mano Negra geen tijd om aan alle vragen te beantwoorden. Bij ons kreeg het steevast nul op het rekwest.
Idem dito enigszins voor L’Orchestre National de Barbès. Een Arabisch feestorkest als een bulldozer, dat een tros muzikanten van vele nationaliteiten uit de kleurrijkste wijk van Parijs samenbrengt. Het Nationaal Orkest past binnen het pakket “Planet raï” op Couleur Café. Een keuze waarmee Wallens fameus zijn nek uitsteekt. Raï is namelijk pure TNT.
Uit vrees voor rellen laten heel wat organisatoren de kans voorbijgaan om de populaire maar felomstreden dissidente Algerijnse muziek te programmeren.
EEN STELPLAATS VAN STIJLEN
Wallens doet net het omgekeerde en stopt bijna alle sterren – alleen Khaled zegde op het laatste moment af – en facetten bij elkaar. Hij is er redelijk gerust in dat de uitermate gemengde en feestelijke menigte voor de nodige verdunning zal zorgen.
“Het is een meervoudige uitdaging voor ons. Omdat we natuurlijk willen dat alles in een gemoedelijke en conviviale sfeer verloopt. Omdat het een belangrijke erkenning is en moet worden voor de Maghrebijnse gemeenschap in ons land. En omdat we hopen dat het ook vanuit een puur programmatorisch standpunt een succes wordt.”
Couleur Café is tuk op pakketten en geeft het onmogelijke graag een zetje. Van een festival dat vooral zwarte muziek bracht, is het uitgegroeid tot een stelplaats waar liefst zoveel mogelijk stijlen door elkaar lopen, en waar de organisatoren met plezier de rol van koppelaar spelen. Zo zette Wallens dit jaar de funky percussiegroep Tambours de Brazza (Congo) samen met de rappers van Positive Black Soul. Als het wat meezit, wordt het zelfs een driehoeksverhouding met de latino techno van het Cubaanse Sin Palabras.
“Dan wordt het pas interessant voor mij. Plotseling ontstaat er via de muziek een dialoog tussen verschillende continenten. En als dat wil kleven, krijg je iets wat de explosiviteit van de samenstellende delen vermenigvuldigt. Vorig jaar hadden we een sterk uitwisselingsmoment met Khadja Nin. De redelijk naar het variété neigende artieste bloeide helemaal open tijdens de ontmoeting met Manu Dibango en Mamady Keita in het project ‘Djembe follies’. Het moet trouwens veel verder gaan dan wat gelijkgezinden of contrasten samen te zetten. Djembe follies was een echte creatie waar tien maanden lang aan is gewerkt.”
De nieuwe editie brengt een tot dusver nog niet vertoond voorbeeld van communautaire verbroedering. De feestelijke verjaardagszitting op vrijdag 25 juni verzamelt “alle rappers van heel België” (vrij naar ’t Hof van Commerce) voor “Belgique ta mère”. Alle streken en dialecten van wat men met een bastaardwoord frithop is gaan noemen, doen hun mond open.
“Een originele en creatieve context is de enige manier om je blijvend te handhaven in een overbeladen festivalkalender waarop alles steeds identieker wordt.”
Couleur Café besefte al zeer vroeg dat het publiek meer wil en zowel oren als ogen meebrengt. De rollen werden omgekeerd. Centraal staat het leven van een dorp waarin toevallig ook enkele concerten plaatsvinden. Alle vitale functies van een kleine gemeenschap zijn aanwezig in de global village. Van een bibliotheek over een kapper en een kunstgalerij tot een gigantisch exotische supermarkt. “We verkopen de randanimatie niet aan een paar grote jongens maar delen het risico met de standhouders. Op die manier krijg je opnieuw originaliteit en behoud je het avontuur. Er is letterlijk en figuurlijk plaats voor iedereen.”
Couleur Café vindt plaats op vrijdag 25 (Happy birthday), zaterdag 26 (Furia latina) en zondag 27 juni (Planet raï) in drie tenten op het terrein van Thurn & Taxis (Brussel). De deuren openen om 18 uur (op zondag om 16 uur) en sluiten een eind na middernacht. De grootste namen dit jaar zijn Salif Keita, Zap Mama, Femi Kuti en Kassav (25), Ruben Blades (26) en Cheb Mami (27). Inlichtingen: (0900) 27.654.
Jan Delvaux