Raf Willems
Raf Willems Voetbalschrijver en auteur van ruim 30 boeken over ‘de wereld van het voetbal’.

?Een droevige gedachte waarop gedanst kan worden.? Jimmy Burns schreef een biografie van Diego Armando Maradona.

Dertig oktober 1963. De kleine ?Dieguito? ontvangt voor zijn derde verjaardag van zijn oom Tapon een voetbal en dribbelt van dan af aan in de krochtige steegjes van Buenos Aires tot de duisternis hem opslorpt. Hij fantaseert de onvoorspelbaarste goocheltrucs en lost de bal tijdens zijn slaap van geen vin. Hij droomt dat hij de beste voetballer van de wereld wordt. Zijn eerste coach ontdekt de puurheid in zijn spel, kijkt met tranen in de ogen toe en noemt het poëzie.

Jimmy Burns is journalist bij de Londense krant The Financial Times. Hij publiceerde in oktober ?Hand of God?, de eerste biografie van de Argentijnse stervoetballer Diego Armando Maradona. Burns volgde het spoor van Maradona van Buenos Aires (1960) tot Buenos Aires (1996) en notuleerde hoe het wonderkind als goddelijk voetbalgenie werd vereerd en tegelijk de vernietiging ingedreven door de onderwereld van drugs en corruptie.

DE TANGO VAN HET LEVEN

Villa Fiorito geniet de reputatie van kwalijkste suburb van Buenos Aires. De laatste vrijplaats voor huurmoordenaars, kruimeldieven, koppelbazen en gastvrije vrouwen. De huizen zijn opgetrokken uit petroleumblikken en liggen gekneld tegen de boorden van de rivier Riachuelo, de symbolische grens tussen rijk en arm in Buenos Aires. De stroom drijft vol dierlijke uitwerpselen, vergif van fabrieken en overblijfselen van de mensen, die de dagelijkse slachtpartijen downtown niet hebben overleefd. Daar wordt Diego Armando Maradona geboren op 30 oktober 1960.

De Argentijnse samenleving siddert nog na van de shock die de omverwerping van het Peronisme had veroorzaakt. De pampa kreunt onder de zoveelste militaire putch. De dood van Evita kerfde een kras in het hart van Buenos Aires. De charismatische dictator Peron was een levende paradox : de kolderieke kolonel koketteerde schaamteloos met nazi-Duitsland en Franco maar boetseerde tevens de martelaarsmythe van Evita als koningin van de descamisados, de naakten, de daklozen, de verworpenen.

Maradona is een kind van een uit de pampa gevluchte Indiaanse moeder en uit Italië afstammende vader. Hij behoort tot de cabecitas negras, een door de exclusief blanke Argentijnse high society uitgespuwde kaste van have-nots.

De cabecitas negras een dooreengehaspeld zootje ongeregeld van Afrikaanse slaven, gringo’s (niet-Spaanse Europeanen) en Argentijnse lompenproleten laven zich aan de tango. Deze ?droevige gedachte waarop gedanst kan worden? ( Ana Sebastiàn in ?De geschiedenis van de tango?) ontstond op de binnenkoer van een overbevolkte woonkazerne in de slums van Buenos Aires uit de gecombineerde danspasjes van blanke, zwarte en mulatte jongeren. De muziek van Astor Piazolla en andere grootmeesters van de bandoneon was doordrenkt van melancholie, spotlust met de dood en innerlijke verscheurdheid om de onbereikbare liefde.

In deze labiele atmosfeer een cocktail van familietradities, rebels onbehagen, opgekropt narcisme, zucht naar messianisme en overgave aan drank en wellust vormt de jonge Maradona zijn karakter. Zijn geloof in de mensheid kalft af bij zijn eerste jeugdselectie voor het Argentijnse knapenteam. Terwijl de jongens uit de middenklasse in aanverwante huizen logeren, dropt men hem bij een werkloze zwarte die een kale keet zonder stromend water aanbiedt. Het grieft de elfjarige Diego diep. Hij begrijpt meteen de ranzige realiteit van het leven voor een kind van de straat.

Intussen duwen de extreem-linkse Montoneros de Argentijnse samenleving in de chaos met hun blinde bommenterreur. In 1974 neemt de zich progressief voelende schrijver en intellectueel Julio Cortàzar in zijn ?Boek voor Manuel? zowel de onverdraagzaamheid van het autoritaire socialisme als de zelfgenoegzaamheid van de gevestigde orde scherp op de korrel.

Maradona sluit zich aan bij Argentinos Juniors. Bij de oprichting had die club gekozen voor de bijnaam Martelaren van Chicago, ter ere van de op 1 mei 1888 opgehangen anarchistische Amerikaanse arbeiders. Maar niet iedereen laat zich inspireren door die geest van oude libertijnse oriëntatie. Op het moment dat Maradona zich aandient, deelt een door corruptie in opspraak geraakte militair bij de club de lakens uit.

DE KNUPPEL VAN DE MILITAIREN

Tijdens de pauze van de wedstrijden van het eerste elftal mag Maradona zijn kunstjes opvoeren. Dat fleurt het stadion meer op dan het catenaccio, het uitgesproken defensieve spelsysteem, dat de Argentijnse clubs beoefenen. Op zijn vijftiende verovert Maradona een basisplaats bij Argentinos Juniors.

Het is 1976.

De maatschappelijke ontwikkelingen nemen een rechtlijnige route in de richting van de ravijn. De militairen grijpen de macht en voeren met hun vuile oorlog de Argentijnen naar de diepste krochten van de hel. De fantasma’s van deze doctrinaire doordrammers roepen de herinnering op aan de wijze waarop Eugène Ionesco in zijn theatervertellingen generaals pleegde te omschrijven : ?Rinocerossen zonder enige menselijke trek.? De briljante balkunsten van een kind uit de sloppenwijken van Buenos Aires fonkelen als enige ster in de donkerste nacht uit de Argentijnse geschiedenis.

De acrobatie van Maradona verleidt Boca Juniors, één van de topteams uit de hoofdstad. Boca Juniors, aartsrivaal van het blanke aristocratische River Plate, is de club van de armen met een donkere huid, die in Buenos Aires boeren, negers en hoeren worden genoemd.

Vele Boca-fans hebben dezelfde roots als Maradona : drop-outs, geboren uit de passie van ingeweken paupers voor Indiaanse vrouwen. De adoratie voor hun idool neemt dreigende afmetingen aan. Jimmy Burns getuigt : ?Het afgeladen Boca-station La Bombonera vibreerde op de intensieve sound van feet stamping en de kreet Maradoona, Maradoona naar een angstaanjagende, collectieve krijgsdans.?

In hetzelfde tijdskader, aan de andere kant van Buenos Aires, verdwijnt Monica Mognone. In zijn onthutsend boek ?De vuile oorlog. De Argentijnse junta en de mensenrechten? schetst de Britse journalist Iain Guest hoe deze jonge onderwijsspychologe in ware Nacht-und-Nebelstijl wordt ontvoerd door een paramilitair doodseskader. Ze belandt in de concentratiekampen van de ESMA, de school van de marine, waar beulsknechten hun sadisme op de subversieven botvieren. Van Monica Mognone wordt niets meer vernomen. Ze symboliseert het lot van duizenden onschuldige Argentijnen.

Het geestesleven in Buenos Aires gaat op het einde van de jaren zeventig gebukt onder een huiveringwekkend dogmatisme. Dat hebben de militairen er ingeknuppeld. Bondscoach Cesar Luis Menotti gedraagt zich als een rariteit. Hij veegt achteloos de vloer aan met de geloofsartikelen van het leger. Menotti groeide, net als Che Guevara, op in Rosario en is een typisch product van deze onorthodoxe universiteitsstad, bekend om haar traditie van links-radicale politieke denkbeelden en gestyleerd voetbal. Als coach stimuleert hij elegant, creatief spel met ruimte voor instinctieve frivoliteit. Het druist in tegen de heersende opvattingen in Argentinië : het afbraakvoetbal van de club Estudiantes en international Rattin, de beruchte schopper van het WK’66, kraakt op dat moment onder de planetaire afkeuring. Menotti keert terug naar de virtuose school van Alfredo di Stefano (Real Madrid) en Omar Sivori (Juventus), de wereldsterren uit de jaren vijftig. In dat plaatje hoort Diego Maradona naadloos thuis. Toch draait de relatie tussen de naïeve Maradona en de paranoïde Menotti snel in de soep.

Menotti’s obsessie voor de wereldtitel is even groot als die van het illegale staatshoofd, generaal Jorge Videla. Hoewel hij de sabelslepers verafschuwt, sluit de bondscoach tot glorie van zichzelf een tactisch bondgenootschap met de junta. Het uitgespuwde regime houdt het voetbal in een ijzeren greep. De generaals zien in de Mundial van 1978 het gedroomde middel om hun politiek isolement te doorbreken en voor Menotti ligt de internationale roem voor het oprapen. Hij duldt echter geen invloedrijke personen naast zich. Omdat hij vreest dat de gigantische populariteit van de amper zeventienjarige Maradona hem de das zal omdoen, weert hij hem uit de WK-selectie. Daarmee raakt hij een gevoelige snaar bij de ontluikende wereldster. De toch al onstandvastige persoonlijkheidsontwikkeling van Maradona krijgt een nieuwe knauw.

Menotti pakt de Cup en bevredigt ook zijn gewetensnood. Net voor de finale zet hij het Argentijnse elftal onder stoom : ?Ik gaf ze één opdracht, die dag : groet de kijkers op de staanplaatsen. Ik verplichtte hen de loges van de autoriteiten compleet te negeren. Ik dwong ze naar het volk toe. Dat was mijn manier om de generaals te tonen : fuck off !?

Tijdens de eerste Argentijnse wedstrijd op het WK houdt de ironische romanticus Jorge Luis Borges een lezing over het thema onsterfelijkheid. Hij steekt hierin subtiel de draak met de flirt tussen dictatuur en voetbal. De bestofte conservatief heeft zich tot afgrijzen van zijn lezersschare bekeerd tot de intellectuele steunpilaar van de junta. Hij ziet in voetbal niets meer dan ?opium voor het volk?, een elitair regime onwaardig.

De Mundial van de ?militaire misantropen? staat voor de verloren eer van het ?spel om de bal.? Aan de eerste Argentijnse wereldtitel kleeft nog een andere smet : doping. Volgens vertrouwelijke rapporten zijnde sterspelers Kempes en Tarantini na sommige partijen zo high dat ze nog een uur op het trainingsveld doorrazen om af te kicken. Een andere Argentijnse vedette ontloopt het schandaal dankzij de urine van een zwangere stadionkuisvrouw.

Maradona leert dat doping en drugs tot de vaste geplogenheden van de Argentijnse vedetten behoren.

EEN HELD VAN DE JUNTA

De nationalistische massahysterie tijdens het WK smaakt naar meer. De militairen schakelen voetbal in hun strategie van nationale veiligheid in en misbruiken het als gespierde reclame voor hun regime. Diego Maradona zal onderdeel van het nationale erfgoed worden.

In 1979 organiseert Japan het wereldkapioenschap voor spelers tot achttien jaar. Het glanzend voetbalverstand van de tot het uiterste geprikkelde Maradona spot er met alle tegenstand. Argentinië grijpt opnieuw de wereldkroon. In eigen land krijgt de junta het benauwd. De Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties bijt zich vast in de verdwijningen. Het wekelijkse protest van de Dwaze Moeders voor het presidentieel paleis op de Plaza de Mayo zwelt aan en verwerft weerklank. Maar de door de militairen gemanipuleerde media voeren een agressieve aanval uit. Ze sturen na de zege in Tokyo een opgejutte massa Barras Bravas, de Argentijnse hooliganvariant, naar het Plein. Onder het schreeuwen van de kreet Maradona drijven ze de demonstratie van de Moeders uit mekaar. De Mensenrechtencommissie krijgt het beeld van een feestende mensenzee over zich heen en vertrekt onverrichterzake.

De generaals laten de champagnekurken knallen. Maradona’s feestelijke intocht uit Japan overtreft een bezoek van de paus. Videla pronkt op de televisie naast de nieuwe held van het bewind, die prompt met veel vlagvertoon bij de nationale strijdkrachten wordt ingelijfd. Maradona’s legerdienst haalt de headlines. De militairen grijpen de gebeurtenis aan voor alweer een zorgvuldige cameraceremonie, vol lofzangen op het regime : ?Het land heeft je nodig, Diego, als voorbeeld voor de jeugd, als onderdeel van onze grootse expeditie.? Maradona stalt in een openbare verklaring zijn geluk uit en voelt zich vereerd : ?Mijn land is als mijn familie voor mij. Als op een dag het leger het land moet verdedigen, dan zal ik soldaat Maradona zijn. Want ik ben in de eerste plaats een Argentijn.?

De junta heeft hem deze tekst voorgekauwd. Op datzelfde ogenblik pakt die uit met zijn ?oorlog tegen de subversie? en vecht ook een grensrobbertje uit met Chili. De militairen dollen met Maradona. Ze verhinderen een transfer naar het buitenland, zolang ze hem nodig hebben om de bevolking te sussen.

Maar Buenos Aires raakt de generaals beu. Het canaille roert zich. De politieke oppositie steekt opnieuw de kop op. Bondscoach Menotti, sinds zijn wereldtitel onsterfelijk in Argentinië, hekelt vlijmscherp de sociale schande. Het regime haalt eens te meer Maradona uit de kast. Zijn publieke uitspraken beperken zich evenwel tot : ?Politiek ? Niets mee te maken. Het enige wat ik wil, is voetballen voor mijn land. De beste van de wereld zijn.? Generaal Galtieri, die Videla in zijn web van intriges heeft versmacht, ziet slechts één uitweg voor zijn rammelend regime en laat het Falklandsconflict escaleren. De oorlogsretoriek wordt vertaald in televisiebeelden die de invasie van de eilanden mixen met doelpunten van Maradona en scènes uit de wereldbekerfinale van 1978. De junta hanteert voetbal als fundament van zijn politieke propaganda.

DOKTOR FAUST IN NAPELS

Intussen is de factor Maradona harde business geworden. In 1979 tekent jeugdvriend/manager Jorgen Cyterszpiler een Liechtensteinse constructie uit : Maradona Productions. Cyterszpiler sleept vette contracten met Puma en Coca-Cola in de wacht maar weigert promotiespots voor sigaretten en wijn omwille van ?sociale en etische? bezwaren. Maradona investeert een miljoen dollar in een protserig paleis dat hij neerplant in de volkswijken van Buenos Aires. Familie en vrienden strijken er neer en nestelen er zich. Maradona beschouwt de familieroots als zijn heiligdom : zijn ouders, broers en zussen, zelfs neven en nichten bevinden zich altijd in zijn leefomgeving. De internationale doorbraak staat voor de deur. De geruchten over een transfer naar Barcelona stoken onrust in de tent. De Barras Bravas van Boca Juniors demonstreren voor het stadion en bedelven de familie onder dreigtelefoons en scheldbrieven. Het zijn de eerste signalen van sociale vereenzaming als gevolg van het superstardom. Omdat opdringerige fans hem voortdurend belagen, waagt Maradona zich nog amper op straat.

In de zomer van 1981 hakt Maradona de knoop door en tekent voor CF Barcelona, de Catalaanse trots met fanclubs van Peking tot Rio, 110.000 socio’s, zijn unieke voetbalkathedraal Nou Camp en het motto : Barca is meer dan een voetbalclub. Het loopt faliekant af. Maradona aardt niet in de harde businessworld van de Catalaanse metropool. De verwaande beau monde haalt de neus op voor de vlegel uit Buenos Aires. Hij krijgt de hoon van de snobs over zich heen en de deuren van de nachtclubs tegen zijn neus na enkele geflopte amoureuze avontuurtjes. Maradona sterft van heimwee en sluit zich op in zijn peperdure appartementsblok. Vandaag getuigt hij hoe hij daar voor het eerst in de cocaïne vlucht. Tegelijk leent hij zijn naam aan een anti-drugscampagne.

Dan volgt de fatale klap. De Bask Goicoextchea trapt ongestraft Maradona’s enkel aan flarden en verminkt hem voor het leven. Deze aanslag met voorbedachte rade maakt van Maradona een neurotische hypochonder en scherpt zijn vijandbeeld. Zijn vertrouwen in de medemens smelt verder weg.

Intussen heeft Maradona Productions de Europese markt overvleugeld maar zijn braspartijen en onbeheersbare drang naar erkenning drijven hem naar de financiële afgrond. Het Barça-bestuur spuwt Maradona uit. Het aanbod van SCC Napoli in 1984 lijkt een godsgeschenk maar blijkt een duivelspact.

?Napels is de hellekring van de onderwereld,? schreef Fabrizio Calvi, grijze eminentie van de maffiajournalistiek, in ?Het Europa van de Peetvaders?. De georganiseerde misdaad heeft er haar bolwerk : de Camorra. Het is de grootste werkgever en grootste macht van de stad. Napels is Babylon-bij-dag. Alles kan en mag. Tien procent van de kinderen is voorbestemd voor de maffia. De binnenstad verdrinkt in vuile, stinkende steegjes waar prostituees, travestieten en marginalen met de killers van het milieu zaakjes doen. De Camorra is alom aanwezig en specialiseert zich in namaak van luxe-producten, piraatedities van cd’s en video’s, zwendel met huisvuil en industrieel afval, handel in sigaretten en drugs.

Bouwondernemer Corrado Ferliano is de voorzitter van SCC Napoli, op dat moment een nietige stip op de Italiaanse voetbalkaart. Hij leidt de operatie bij de monsteraankoop. Ferliano linkt zich aan de Democrazia Cristiana en schopt het tot zetbaas van de Camorra. Hij dankt zijn fortuin aan het mateloos tillen van de staat bij de heropbouw van de Napolitaanse krottenwijken, die in 1980 door de vuurspuwende Vesuvius waren weggeveegd. Het geld voor Maradona’s transfer, 250 miljoen frank, wordt bij elkaar gecollecteerd door de banken van de Camorra. Volgens Jimmy Burns schrijven duizenden Napolitanen een cheque uit : ?Het leek op Robin Hood. De armen schonken aan hun arme voetbalclub. De Camorra openbaarde zich als verdediger van de machtelozen.?

Als een modieuze Mefisto spiegelt de maffia Maradona, in de rol van Doktor Faust, gouden bergen van vervoering en succes voor. Napels haalt hem in als Messias die het arme Zuiden zal verlossen van de arrogante overheersing van AC Milan, Internazionale en Juventus. Maradona huurt een luxueus jacht en koopt een Rolls Royce en een zwarte Ferrari Testarossa. In 1986 treedt de machtigste tak van de Camorra uit de schaduw. De clan- Giuliano nodigt Maradona uit op exclusieve party’s waar de Napolitaanse inner circle zich te goed deed aan dope, drank en vrouwen. Maradona staat op het toppunt van zijn roem. Maar zijn uitspattingen worden gefotografeerd. Zonder het te beseffen, raakt hij verstrikt in het web van zijn toekomstige partners in crime. Hij voelt er zich thuis. De Giuliano’s zijn net als hij kinderen van de straat, spreken zijn rauwe taal, accepteren zijn ruw gedrag.

HET LAATSTE KUNSTJE VAN DE MEESTER

Op aanstoken van de Camorra dumpt hij zijn-kameraad-voor-het-leven Cyterszpiler als manager en vervangt hem door de gehaaide gentleman-gangster Guillermo Coppola.

Als SCC Napoli in 1987 zijn eerste scudetto wint, viert de stad feest zoals tijdens de bevrijdingsdagen na de Tweede Wereldoorlog. Rond Maradona zweeft een goddelijk aureool. Straten en baby’s krijgen zijn naam, bijgelovige families smeken bij hem genade af. Deze fantasiewereld contrasteert sterk met het geïsoleerde leven van Maradona. Hij sluit zichzelf op in zijn huis, blindeert de ramen en kijkt tot diep in de nacht televisie. De fans klimmen tot in de bomen en hopen op een glimp van hun idool. Maradona is de machtigste man van Napels geworden. De Camorra raakt de controle over hem kwijt en intimideert de familie met inbraken zonder diefstal, een beproefd procédé van clanleiders om toekomstige slachtoffers te waarschuwen. De paranoïa slaat wild om zich heen. Maradona verdrinkt in drugsparty’s van de maffiosi en in de seksschandalen. De geruchtenmolen draait op volle toeren. Maradona zou al zes jaar op de pay-role van de Camorra hebben gestaan. De Italiaanse justitie zet vaart achter zijn operatie Schone Handen en Maradona vertrekt vier maanden voor de Mondiale in 1990 als een dief in de nacht. In Napels heerst dagenlang de sfeer van een begrafenis.

Tijdens het WK in Italië voert Maradona zijn laatste kunstje op. Het bestaat uit die ene voorzet van veertig meter die de Braziliaanse defensie uit verband rukt en Canigia laat scoren. Voor het overige bevriest Maradona de bal.

Als Argentinië tegen Duitsland de finale verliest door een arbitrale miskleun, strooien satellieten de tranen van Maradona over de wereld uit. Komedie, opperen zijn critici maar zij dwalen. De tranen van Diego Armando Maradona zijn kristalhelder. Zij tonen de pijn van het schoffie dat beseft : ?Ik zal nooit meer de beste van de wereld zijn.?

Sindsdien gieren de depressies Maradona door de keel. Het ene mislukte voetbalavontuur volgt na het andere. Hij bakkeleit met de wereldvoetbalbond Fifa over de oprichting van een spelersvakbond en reist als voetballende Unicef-ambassadeur de wereld rond.

Eduardo Galeona, één van de Zuid-Amerikaanse literaire boegbeelden, schetst in zijn ?Glorie en tragiek van het voetbal? een intrigerend beeld van Maradona, die gebukt gaat onder het gewicht van zijn personage : ?Maradona droeg een last die Maradona heette en zijn rug deed kraken. Het lichaam als metafoor. Zijn benen deden pijn, zonder tabletten kon hij niet slapen. De verantwoordelijkheid om als god in de stadions te werken was ondraaglijk, maar hij kon er niet mee stoppen. Ik heb het nodig dat ze me nodig hebben, bekende hij. Hij was onderworpen aan de tirannie van de bovenmenselijke inspanning, volgestopt met cortisone, pijnstillers en toejuichingen, belaagd door de eisen van zijn bewonderaars en door de haat van de machtigen die hij had gekrenkt.?

Het leven van Diego Armando Maradona lijkt op een tango : een droevige gedachte waarop gedanst kan worden.

Raf Willems

Jimmy Burns, ?Hand of God?, Bloomsbury. De vertaling naar het Nederlands wordt verwacht in maart en wordt uitgegeven door Elmar.

Diego Armando Maradona, zeven jaar : poëzie.

Op het WK’94 : de verantwoordelijkheid om als god in het voetbalstadion te werken.

Met de Argentijnse president Carlos Menem : een deel van het nationaal erfgoed.

Met de wereldbeker ’86 : een collectieve krijgsdans.

Bij Barcelona : uitgespuwd.

Napels verwelkomt de Messias.

Maradona als lid van de inner circle : een partner in de misdaad.

Aangehouden voor drugsgebruik : gebukt onder het gewicht van zijn personage.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content