SP-europarlementslid en gewezen minister Freddy Willockx volgt de bewegingen in de Brusselse Wetstraat op de voet. Wat hij ziet, bevalt hem niet altijd even erg. Een gesprek.
EUROPARLEMENTSLIDEN ex-minister Freddy Willockx moet samen met Willy Claes zowat de laatste echte unitarist lees : belgicist bij de SP zijn. Tenminste, die reputatie sleept hij met zich mee. Onlangs leek het er zelfs op dat Willockx in botsing kwam met een deel van de SP, namelijk met hen die een ruimere Vlaamse autonomie voorstaan.
Van waar die zenuwachtigheid over de denkoefeningen van uw partijgenoot Norbert De Batselier ?
FREDDY WILLOCKX : Het spreek vanzelf dat ik het er mee eens ben dat de SP zich moet voorbereiden op de communautaire gesprekken van 1999, zoals die verlopen in de werkgroep geleid door Robert Voorhamme. We moeten een zo degelijk mogelijk dossier samenstellen daarin een actieve rol te kunnen spelen. Volgens de afspraak zal één en ander besproken worden in 1998, op ons congres over politieke vernieuwing. Slechts één hoofdstuk van het politiek contract dat daar wordt opgesteld, vraagt een communautaire invulling. De oorzaak van mijn reactie ligt bij de overtrokken voorstelling van de beslissingen en de besprekingen daarvan in het partijbureau. De nota van Norbert De Batselier werd er besproken, maar de meningen waren verdeeld. Toch werd dit alles naar de pers gelekt en werd er bij verteld dat de nota éénparig was aanvaard. Dat was voor mij niet houdbaar, omdat de indruk werd gewekt dat de SP het eens was met de verdere aftakeling van de federale bevoegdheden. Onze achterban heeft het recht te weten dat daarover binnen het SP-bureau verschillend wordt gedacht. Vandaar mijn reactie, in de eerste plaats om de sluipende besluitvorming, die bezig was, tegen te gaan.
Wat SP-voorzitter Louis Tobback onlangs aan Le Soir vertelde, betekent dat België als federale staat omzeggens ophoudt te bestaan, eens de Europese Muntunie begint.
WILLOCKX : Daar zit de kern van de vergissing. In de analyse waarop men steunt om België uit te kleden en de federale bevoegdheden te beperken, wordt altijd uitgegaan van de utopische veronderstelling dat er na de invoering van de Europese Monetaire Unie (EMU) meteen een politiek eengemaakt Europa volgt met veel meer bevoegdheden. Wij dromen daarvan. Spijtig genoeg moeten we met de werkelijkheid rekenen. Het intergouvernementele zal een groot deel van volgende eeuw een belangrijk aandeel behouden in de Europese besluitvorming. Door vooruit te lopen op die politieke eenmaking van Europa en door de federale bevoegdheden tot een minimum te beperken, dreigen we in een situatie te verzeilen, waarbij België intergouvernementeel belangrijk standpunten moet innemen voor domeinen die intussen, in eigen land, steeds meer gecommunautariseerd werden. Met een acutere spanning tussen de deelstaten tot gevolg. Want die gaan zich op de duur tekort gedaan voelen door de manier waarop België hun standpunten verdedigt. Daar ligt het gevaar voor separatisme, omdat het voortijdig uitkleden van België de spanning tussen de deelstaten, uitgerekend in de Europese beslissingscentra, zal opdrijven.
De Belgen gaan nu zware inspanningen leveren, onder meer om onze sociale zekerheid overeind te houden, maar vooral om de toetreding tot de EMU te verzekeren. Wie garandeert dat we nadien nog zelf over het voortbestaan van de sociale zekerheid kunnen beslissen ?
WILLOCKX : De verzorgingsstaat zal nog vele decennia lang tot de bevoegdheid van de nationale lidstaten behoren. De stelsels van sociale zekerheid zijn zo verschillend dat een Europese uniformisering op korte of middellange termijn ondenkbaar is. Europa moet sociale minimum-spelregels bepalen. We pleiten ook voor fiscale minium-spelregels, want ook die zijn er vandaag nog niet.
Maar Europa krijgt wel inspraak in de financiering van de sociale zekerheid en zal ons verplichten die, omzeggens jaarlijks, bij te knippen.
WILLOCKX : We zullen ook morgen met de eigen financieringsmethoden blijven werken. Want in het ene land zit je met een repartitiesysteem. Elders is het systeem gemengd : kapitalisatie en repartitie. Nog anderen financieren hun systeem via de fiscaliteit. Dat is onmogelijk in een vingerknip op één lijn te krijgen.
Ik geloof in minimum-spelregels. Trouwens, als Belgen zullen we bij die gelijkschakeling wellicht op de rem staan. Want als de sociale voorzieningen geharmoniseerd worden, zal er veeleer naar omlaag dan naar omhoog genivelleerd worden.
Gaan die verschillende systemen van sociale zekerheid op de duur niet als een concurrentiemiddel worden aangewend ? Is dat dan geen bom onder de Europese constructie ?
WILLOCKX : Wat nu als kritiek op de Muntunie wordt geformuleerd, is eigenlijk kritiek op het Verdrag van Maastricht. Ik heb nooit geapplaudisseerd voor dat verdrag. Omdat ik vond dat vooraleer de monetaire unie in te voeren, minstens het fiscaal beleid moest worden geharmoniseerd. Maastricht heeft dus niet gezorgd voor een evenwichtig Europa. Beter ware geweest eerst een sterkere politieke unie uit te werken en pas daarna de Muntunie. Maar eens de keuze gemaakt en de stap naar de Europese munt gezet, werd het onbetaalbaar om het geweer nog van schouder te veranderen. Want dan speculeren de geldmarkten Europa kapot. Er blijft dus geen andere keuze over dan op de tanden te bijten ; al was het maar om de voordelen van de EMU te plukken. Want die zijn reëel. Alleen al door het wegvallen van de wisselkosten levert één munt een concrete voordeel op voor de economie. Bovendien heeft één munt een renteverlagend effect, wat dan weer de investeringen stimuleert.
Voorts sorteren de puur economische effecten van de EMU ook sociale voordelen. Al ga ik niet beweren dat de EMU honderdduizenden arbeidsplaatsen zal opleveren….
Zoals ooit werd beweerd….
WILLOCKX : Ik kom er toe : als afgeleide van de economische voordelen zal de EMU de werkgelegenheid in een belangrijke mate beïnvloeden. De schok van de munt kan ook het klimaat doen omslaan, dat vandaag de spaarquota hoog en het verbruik laag houdt. Alles staat of valt met de communicatie. Daarom is de manier waarop de federale regering de begroting ’97 voorstelt, eigenlijk belangrijker dan wat er in staat. Het is van het allergrootste belang dat snel en doortastend de laatste budgettaire horde voor de Muntunie wordt genomen.
Klinkt daar ontgoocheling over de huidige regeringsploeg ?
WILLOCKX : Neen. Als je ziet in welk tempo we van een zeer slecht primair saldo, van een groot deficit, in de tweede helft van de jaren tachtig, zijn geëvolueerd naar het beste primair saldo van Europa, dan kan je niet ontkennen welke ontzettende inspanning er is geleverd. En dat onder een centrum-links kabinet, en met vrijwaring van de sociale bescherming.
U zegt dat dit de laatste hindernis is voor de Muntunie. Maar worden daarna niet telkens nieuwe hindernissen opgeworpen om in het systeem te mogen blijven ?
WILLOCKX : De naoorlogse periode waarin de welvaart met twintig procent steeg, is voorbij. Ook na de invoering van de EMU zal de koek niet groter worden. De socialisten moeten toezien op de rechtvaardige verdeling van die koek. Trouwens, de mensen beseffen dat een zekere vorm van matiging, ook op lange termijn, onvermijdelijk is.
Dat alles wordt bewaakt via het stabiliteitspact waarover momenteel wordt onderhandeld en waarbij de regeringen die aan de Euro deelnemen, zich engageren tot het handhaven van een bepaalde discipline. Zonder die discipline werkt het systeem niet.
Zo’n systeem vereist een kolossale solidariteit. Hoe moet dat aflopen, als we zien hoe hier de solidariteit tussen Vlamingen en Walen op de helling wordt gezet ?
WILLOCKX : Nu al bestaat, via de structuurfondsen, een reusachtig solidariteitsmechanisme. Meer dan twintig procent van de Europese begroting komt neer op solidariteit.
Met de uitbreiding van de Europese Unie, die er rond de eeuwwisseling aankomt, zal de gevraagde solidariteit nog versterken, maar tegelijk ook voor een ander landschap zorgen. Ik weet niet of een regio als Henegouwen na uitbreiding van de Unie nog langer als een achtergebleven gebied zal worden beschouwd.
Let wel, ik zit ook met twijfels bij de uitbreiding van de Unie. Omdat die alleen werkzaam is als eerst de Europese werkmethode verandert en de aan de gang zijnde intergouvernementele conferentie resultaat oplevert. In politiek opzicht kunnen we niet neen blijven zeggen tegen die prille democratieën. Al was het maar omwille van onze veiligheid. Maar we zullen neen moeten zeggen als Europa blijft werken met éénparigheid in de ministerraad. Dan kan dat niet.
Dat de socialisten de matiging moeten beheren, lijkt u veel minder te storen dan uw Waalse PS-collega’s.
WILLOCKX : De Waalse socialisten hebben met ons het Globaal Plan goedgekeurd. Ze hebben de verantwoordelijkheid opgenomen voor de sanering van de openbare financiën. Samen met de Waalse socialisten restaureren en beschermen we het monument van de sociale zekerheid. Sedert ons colloquium van eind vorig jaar zitten we op één lijn. Alleen in syndicale kringen vooral in het ABVV , neemt de afstand tussen Vlamingen en Walen toe. Hoewel, de afwijzing van het Toekomstcontract begin dit jaar verliep niet volgens de communautaire scheiding. De Waalse interregionale neemt in verband met de pensioenen een onmogelijk standpunt in. Maar ook deze keer heb ik de indruk dat de PS de interregionale niet volgt.
Die matiging mee beheren, het sociaal model zonder breuk doorheen de sanering helpen, is voor socialisten een delicate opgave.
Volgens sommigen kan Vlaanderen het beter alleen proberen ?
WILLOCKX : In haar jongste beleidsbrief zegt de Vlaamse minister van Financiën Wivina Demeester (CVP) heel eerlijk, dat de vergrijzing zich geleidelijk aan begint te manifesteren, waardoor de Vlaanderen een geringere fiscale capaciteit krijgt. In de loop van het eerste decennium van de volgende eeuw zullen de solidariteitsvolumes tussen Vlaanderen en Wallonië stilaan wegsmelten, omdat die vergrijzing zich sterker gaat enten op Vlaanderen dan op Wallonië. De naoorlogse baby-boom was in Vlaanderen sterker. We moeten dus wat verder kijken dan onze neus lang is en goed nadenken vooraleer de splitsing van de sociale zekerheid te vragen.
U leek destijds heel enthousiast over uw vernieuwingsproject. Van dat enthousiasme blijft na het verschijnen van ?Het Sienjaal? weinig over.
WILLOCKX : Ik blijf geloven in de noodzaak om de Vlaamse progressieven tot elkaar te brengen. Ik heb het Coppieters-initiatief op gang gebracht op een moment dat de vernieuwingsoperatie exclusief aan liberale kant verliep. Eén evolutie en ze is niet gering heb ik verkeerd ingeschat. Toen ik het voorstel lanceerde en Maurits Coppieters en Norbert De Batselier gingen samenzitten, was het Sint-Michielsakkoord pas achter de rug en leek het erop dat Volksunie, Agalev en socialisten in een volgende legislatuur ofwel samen in de Vlaamse regering ofwel samen in de oppositie zouden zetelen. Dat we in een verschillend kamp zitten, hindert de toenadering.
Niettemin komt het debat op gang. Agalev heeft gepoogd met het 14-puntenplan het manoeuvre in handen te krijgen. Wij hebben daar toch positief op gereageerd. Maar ook Agalev heeft ja gezegd tegen een politieke discussie onder progressieven. De Volksunie stelt een aantal voorwaarden, maar zegt niet neen. Het ACW is de grote onbekende. Het ACW heeft midden ’95 een congres gehouden waar de band met de CVP bevestigd werd, maar waar ook werd gezegd dat het een actieve rol wil spelen in de voorbereiding van nieuwe, duurzame politieke constructies. Het ACW heeft ons laten verstaan dat het in september en oktober consultaties over ?Het Sienjaal? wil voeren.
Toegegeven, de schok in het politieke landschap, die ik in 1994 had voorspeld en die we ambieerden, bleek op korte termijn niet haalbaar. Maar als we in onze programma’s al tot gelijklopende objectieven komen, hebben we al heel wat bereikt en groeit de kans op toenadering.
Bent u niet ontgoocheld over een onmiskenbare verkramptheid bij de groenen ? In wezen blijft Agalev toch een kleinburgerlijke partij.
WILLOCKX : Ik zou dat zo niet stellen. Al heb ik soms wel de indruk dat Agalev zeer centralistisch gestructureerd is. De groenen spreken dat tegen. Maar ik wil geen onbillijke etiketten kleven op partijen. Wij zouden dat zelf ook niet aanvaarden van anderen.
De indruk bestaat dat SP-voorzitter Tobback u wel heeft laten werken, maar eigenlijk geen voeling heeft met uw project ?
WILLOCKX : Wellicht denkt Tobback minder rood-groen dan De Batselier en ikzelf en staat hij ook sceptischer tegenover de groenen die hem trouwens de voorbije jaren zwaar hebben aangevallen. Niettemin is ?Het Sienjaal? voor hem interessant omdat het zijn eigen partij tot vernieuwing dwingt. Het vernieuwingscongres van ’98, waarvoor De Batselier mijn volle steun krijgt, heeft twee doelstellingen : ofwel onze partij klaarstomen voor een groter progressief geheel, ofwel de partij als sterkste progessieve familie uitbouwen en zo het gezicht van progessief Vlaanderen bepalen.
Uiteindelijk is ?Het Sienjaal? niet het werkstuk van Coppieters, De Batselier en uzelf, maar van een hele klad mensen, professoren allerhande. Heeft dat de tekst finaal niet verwaterd ?
WILLOCKX : Het was een keuze om de academische wereld, die altijd een belangrijke rol speelt….
Maar die meestal ontgoochelt…
WILLOCKX : De academische wereld is wat hij is. Wij hebben die keuze gemaakt. We hebben het initiatief een wetenschappelijke onderbouw willen meegeven. Let wel, ?Het Sienjaal? is een poging om waarden en contracten te definiëren. Het is geen programma.
In hoeverre heeft het harde asielbeleid van uw partijgenoot en minister van Binnenlandse Zaken Johan Vande Lanotte het vernieuwingsproject verstoord ?
WILLOCKX : Het is ongetwijfeld voor sommige progressieven een alibi om onze oproep niet te moeten beantwoorden. Ik heb het zelf ook lastig met sommige individuele humanitaire consequenties van een dergelijke aanpak. Ik meen overigens dat minister Vande Lanotte daarmee ook moeite heeft althans, dat hoop ik voor hem. Maar ik vrees dat hij niet anders kan dan één en ander streng te reguleren ; kwestie van de chaos te vermijden.
Ook nu weer, met de zaak-Dutroux, blijkt dat een groot deel van de publieke opinie de politiek uitspuwt.
WILLOCKX : Louis Tobback zegt al vijf jaar en ik ben het met hem en met de publieke opinie eens dat de rechtsstaat faalt. Maar ik ben het er niet mee eens dat het publiek dat falen uitsluitend in de schoenen van de politieke klasse schuift. De essentiële verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij het Hof van Cassatie. Zelfs de minister van Justitie heeft niet alle instrumenten in handen.
Ik wil niet aanvoeren dat de politieke klasse geen schuld treft. Verre van. Maar nu ontstaat een zeer gevaarlijke situatie doordat een deel van de publieke opinie zelfs denkt dat de politieke wil ontbreekt om de rechtsstaat te laten functioneren. Het is hoogdringend dat de hoogste politieke verantwoordelijken, zoals de premier, de mensen uitleggen hoe het gerecht werkt en waar de verantwoordelijkheden liggen in een systeem van scheiding der machten.
De federale overheid maakte de afgelopen maanden geen goede beurt. Behalve de zaak-Doutroux was er ook de affaire rond de Luxemburgse rekeningen van de Kredietbank.
WILLOCKX : Met die Luxemburgse KB-rekeningen zitten we in een onmogelijke situatie. We hebben open grenzen met een buurland dat als een fiscaal paradijs staat aangeschreven. Welke wetgever kan dat controleren ? Dat bewijst nog maar eens de noodzaak van een fiscale harmonisering in Europa.
PS-voorzitter Philippe Busquin koppelt aan de KB-affaire allerlei bedenkingen in verband met besparingen en nieuwe lasten. Terwijl alle grote partijen, ook de socialisten, hun vertegenwoordigers hebben in de raad van bestuur van het Gemeentekrediet, die destijds via de uitgifte van sicav’s mee de fiscale ontwijking heeft georganiseerd. Hoe rijmt u dat ?
WILLOCKX : Ik heb altijd gemeend dat publieke financiële instellingen, ook de ASLK, zich met dit soort methoden niet mochten inlaten. Maar de affaire van de Luxemburgse rekeningen valt alleen Europees, door de fiscale harmonisering, te regelen. Nu, ik zie daar wel enige beweging. De taal van de Luxemburgse premier Jean-Claude Juncker en van de Luxemburgse vertegenwoordiger in de bevoegde commissie van Mario Monti, waarin ik België vertegenwoordig, is veel gematigder dan vijf jaar geleden.
Uit de KB-affaire mag evenwel niet worden afgeleid dat geen strijd werd geleverd tegen de fiscale fraude. Die strijd en de wet op de economische realiteit, gestemd in ’93-’94, werpen vruchten af. De Bijzondere Belastingsinspectie (BBI) heeft weer de nodige armslag om grote dossiers aan te pakken. De socialisten hebben destijds een lijst gemaakt met alle mogelijke antifraudevoorstellen. Daarvan werd negentig procent verwezenlijkt. Alleen het aanleggen van het vermogensregister blijft uit. Dat moet nu opnieuw op tafel komen.
U bent veel milder voor de federale dan voor de Vlaamse regering ? Hoe komt dat ?
WILLOCKX : Het is wellicht aantoonbaar dat de Vlaamse regering in een aantal materies, zoals arbeidsbemiddeling, milieu-, thesaurie- en ambtenarenbeleid, sedert de staatshervorming beter heeft gewerkt dan in federaal verband had gekund. Het Vlaams economisch beleid daarentegen oogt bijzonder conservatief-liberaal. De hele verankeringscampagne is een parodie. Verankeren kun je niet met privé-kapitaal. Punt. Kijk naar Aimé Desimpel, ooit manager van het jaar. Ik kan het die man niet eens kwalijk nemen dat hij zijn zaak verzilvert. Dat is nu eenmaal kapitalisme. Buitendien zijn er drie dossiers die Vlaanderen besmeuren. Wat is er allemaal gebeurd met Super Club en de KS ? Welke rol heeft Thyl Gheyselinck daar gespeeld ?
Vreest u niet dat met Super Club en KS alle traditionele partijen, ook de SP, een deel van de rondvliegende modder zullen vangen ?
WILLOCKX : Mij is het te doen om het concept. Gheyselinck was aangesteld door de regering. Wat heeft die man uitgericht ? Ik wil daar uitleg over. Daarover en over de relatie van de KS met het bouwbedrijf Pieters-De Gelder.
En tenslotte Plant Genetic Systems. België heeft dan eens spitstechnologie in huis. Wij hebben daar, eerst met België dan met Vlaanderen, veel geld ingepompt. Vlaanderen privatiseerde en herleidde de overheidsparticipatie tot 25 procent. Het hele geval werd voor zeventien miljard frank verkocht. Vlaanderen de belastingbetaler kreeg daar vier miljard van. Waar zitten die overige dertien miljard ?
Ik heb dus heel wat vragen over tal van economische dossiers. In het SP-bureau heb ik onze fractie in het Vlaams parlement gevraagd om dit allemaal grondig uit te vlooien.
Rik Van Cauwelaert
Freddy Willockx over Louis Tobback (hier met onder meer Bert Anciaux van de Volksunie en Wilfried Bervoets van Agalev) : Hij denkt minder rood-groen.