Ouderschap
De beslissing tot het ouderschap includeert een zich bewust zijn van de verantwoordelijkheid die dit meebrengt (Knack nr. 46, ‘Mijn kind, schoon kind’). Het is volkomen absurd om de opvoedingstaak volledig af te schuiven op de school. Leerkrachten zouden dan een soort supermensen moeten zijn, aan zulke hoge verwachtingen kunnen ze onmogelijk voldoen.
Ouderschap lijkt mij in de eerste plaats een taak met verantwoordelijkheden, en in de tweede plaats komt het erop aan te genieten van je kinderen. Als een ouder het in bepaalde situaties niet alleen aankan, is het zijn verantwoordelijkheid hulp te zoeken. Hulp zoeken waar nodig is verantwoordelijkheid nemen. Met de sterk opkomende tendens naar opvoedingsondersteuning zijn er mogelijkheden te over om hulp te krijgen. Het taboe hierrond is duidelijk aan het verdwijnen.
In deze complexe maatschappij zijn weerbare kinderen kinderen die thuis en op school geleerd hebben zich te houden aan regels en voorschriften, grenzen hebben leren trekken en respect als leefregel hanteren.
Monarchie
In Knack nr. 49 schrijft lezer Jan Dries (‘Het laatste woord’) dat het België-gevoel en de belangstelling voor het koningshuis nooit zo groot is geweest. Droomt hij dat ’s nachts? Ik hoor alleen maar stijgende kritiek op de monarchie en protesten tegen het feit dat wij, Vlamingen, wegens het bestaan van België worden gedwongen om jaarlijks een paar honderd miljard frank aan de Franstaligen af te dragen, waarschijnlijk als dank voor hun meer dan een eeuw durende politieke, sociaal-economische en culturele discriminatie.
Als onze koningen zo begaan zijn met ons lot, waarom willen ze dan dat wij, belastingbetalers, de factuur betalen voor verloren Belgische symbolen zoals Sabena en het wazige DAT, in plaats van zelf een paar miljard uit hun onmetelijke fortuin te storten? De waarheid is dat de Coburgs er alles aan doen om hun luie luxeleventje voor de toekomst veilig te stellen. Als tegenprestatie moeten wij tevreden zijn met wat handjesgeschud, sentimenteel gedoe en gekonkelfoes achter de schermen. Jammer dat veel Vlamingen daar nog in trappen.
Natuurbehoud
In 1952 kocht de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen (KMDA) het natuurreservaat De Zegge: zonder subsidies. Dit eerste Vlaamse natuurreservaat dat voor de KMDA gestalte gaf aan de opdracht ook aan natuurbehoud in ‘eigen land’ te doen, werd in 1973 uitgebreid: opnieuw zonder subsidies. Gelukkig kwam er steun van de Antwerpse vereniging Kindervreugd die de actie ‘Red De Zegge’ organiseerde. Daarna werden nog waardevolle percelen aangekocht, weer zonder subsidies, alleen met de steun van het Wereldnatuurfonds en de Koning Boudewijnstichting. Na 1993 werd, door gebrek aan financiële middelen, elke aankoop door de KMDA stopgezet. De KMDA bleef immers uitgesloten voor toekenning van aankoopsubsidies.
In ‘Eigen boom eerst’ (Knack nr. 50) lezen we: ‘Van controlemechanismen op de aankoop en het onderhoud van al deze natuurgebieden is geen sprake.’ Dit is zeker niet het geval voor het beheer van De Zegge. Als Erkend Reservaat (1985) en Gerangschikt Landschap worden de beheerswerken geadviseerd en gecontroleerd door Animal: afdeling Natuur en afdeling Bos en Groen. Het onderhoud van het landschap staat onder toezicht van de dienst Monumenten en Landschappen.
In een jaarrapport dat elk jaar vóór 31 januari wordt ingediend, moeten alle uitgevoerde beheerswerken vermeld worden. Daarbij is een beheersplanning voor het komende jaar verplicht. Voor vergunningsplichtige beheerswerken moet een vergunning aangevraagd worden. In 1997 weigerde het schepencollege van de stad Geel op ongunstig advies van het Bestuur van de Stedenbouw, zelfs na gunstig advies van Animal: afdeling Natuur en van Monumenten en Landschappen, de bouwvergunning voor een open schuilhok voor Konikpaarden, dat een grondoppervlak had van amper 32 vierkante meter.
Erkende reservaten krijgen inderdaad subsidies voor het beheer. Van deze subsidies moeten zowel de werkingskosten als de wedde van een vast personeelslid betaald worden. Een kleine berekening leert hoeveel de KMDA elk jaar moet bijpassen. Gelukkig kan De Zegge rekenen op veel vrijwilligers: geen zwartwerkers en geen kinderarbeid. In 2000 betekende dit 5836 uren vrijwilligerswerk. Hierdoor behoort De Zegge al vele jaren tot de best beheerde reservaten. Onze vaste medewerker gaf gedurende 737 uren leiding aan alternatief gestraften die geplaatst werden door ‘Dienstverleningsproject in het kader van het Globaal Plan’.
Knack schrijft: ‘Als er natuurliefhebbers gekrenkt zijn, is dat jammer, want dat was uiteraard niet de bedoeling.’ Gelukkig maar. De Zegge van KMDA behoort niet tot Natuurpunt. We werden dus ook niet aangespoord om massaal te reageren op het artikel over de exoten.
Cannabisbeleid
Minister van Volksgezondheid Magda Aelvoet is een voorstander van een gedoogbeleid en als ze kinderen heeft, hoop ik dat ze cannabis gebruiken (Knack nr. 51, ‘Ik ben voor een beetje gesmos’). Immers, en ze kan het niet genoeg herhalen: het cannabisluik gaat over het niet-vervolgingsbeleid tegenover cannabisgebruik. Haar invalshoek is: drugs zijn een realiteit en een maatschappij zonder drugs is een utopie.
Trouw aan dit gedachtegoed heb ik een goede suggestie voor haar collega’s Marc Verwilghen en Didier Reynders. Ook belastingfraude bij zelfstandigen en vrije beroepen is een realiteit in dit land. Laten we dus ook voor fiscale fraude een niet-vervolgingsbeleid invoeren.
Zilverfonds
In een lezersbrief (Knack nr. 51, ‘Het laatste woord’) beweert minister Johan Vande Lanotte dat een ‘storting aan het Zilverfonds … geld is dat men opzij legt … waardoor vanzelfsprekend het begrotingsresultaat verbetert’. Een normaal mens zou denken dat als men geld uit de begroting wegneemt, het resultaat voor de begroting slechter wordt.
Voorts zegt hij dat de gelden van het Zilverfonds ‘integraal deel uitmaken van het globale begrotingsresultaat’. Ja maar, wordt het nu opzij gelegd of niet? Het wordt hoog tijd dat Vande Lanotte begrijpbare taal spreekt over het Zilverfonds. Hij wil de bevolking doen geloven dat het Zilverfonds twee vliegen in één klap vangt: met hetzelfde geld zal de overheid een pensioenreserve opbouwen én een stuk van de staatsschuld afbetalen. Het lijkt wel een heruitgave van de wonderbaarlijke vermenigvuldiging, terwijl de partijen van bijbelse inspiratie niet eens meer in de regering zitten.
Wat is de tovertruc? Dat men geld ‘opzij legt’, doet denken dat het buiten de begroting is, dat het Zilverfonds een onafhankelijke reserve is waar niet meer aan geraakt kan worden en die enkel zal dienen voor de betaling van de pensioenen. In dat geval, als de staat geld in het Zilverfonds ‘opzij legt’, is dat een meeruitgave voor de begroting.
Nu zegt Vande Lanotte in dezelfde zin het tegenovergestelde, namelijk dat het Zilverfonds deel uitmaakt van de begroting. Als dat zo is en dat geld wordt gebruikt om de staatsschuld af te bouwen, dan ontstaat er geen pensioenreserve, want het geld wordt uitgegeven aan de afbetaling van de staatsschuld. Er is dan geen verschil tegenover vroeger, wanneer men gewoon poogde de staatsschuld te verminderen. Er ontstaan enkel bijkomende administratiekosten.
Vande Lanotte zou het eindelijk eens mogen zeggen. Wordt dat geld werkelijk ‘opzij gelegd’ in een ‘onafhankelijk’ fonds dat haar geld ‘investeert’ in overheidsobligaties (leningen aan de staat)? Als dat Zilverfonds moet dienen om pensioenen te betalen, dan moet het Zilverfonds zijn leningen aan de Belgische staat terugvragen. De Belgische staat zal dan de belastingen moeten verhogen, zowel om de intresten te kunnen betalen als om de lening zelf terug te betalen, of elders lenen om aan geld te komen. Natuurlijk, elders lenen betekent uiteindelijk ook dat de belastingen stijgen, want leningen slepen voortdurend intrestlasten achter zich aan. Of maakt het Zilverfonds deel uit van de begroting en worden er staatsschulden mee afbetaald? Maar dan ontstaat er helemaal geen reserve voor de pensioenen.
Patrick Dewael
Dat Patrick Dewael zich nogmaals – nu in het gesprek met Luc Van den Brande (Knack nr. 1, ‘En toch hebben ze ons graag’) – niet eerlijk toont met zichzelf en met zijn gewetenloosheid te koop loopt, is voor zijn rekening. Het bedriegen van de kiezers die zijn Vlaamse imago geloofden en het voor schut zetten van de Vlaamse belastingbetaler kan niet. Het kan niet beter geïllustreerd worden dan met het NMBS-dossier. Door de nederlaag tegen de PS van Elio Di Rupo zullen de Vlamingen nog langer in de file staan. Dankzij het Waals profitariaat blijft de NMBS een geldverslindende machine die geen rekening houdt met de specifieke noden van de gewesten. Waarom moet er federaal geld (Vlaams geld) betaald worden voor de spoorlijn naar Luxemburg; en moet de Vlaming daarentegen het spoor in en rond de haven van Antwerpen zelf betalen?
Met Luc Van den Brande was dit nooit gebeurd.
Europa
Knack heeft enorm veel aandacht gegeven aan Europa. Toch ben ik van mening dat Europa geen democratie is. Onder het bewind van Jean-Luc Dehaene werd het Nederlands als voertaal geweerd in het Merkenbureau van Europa. Alleen het Frans, Engels, Duits, Spaans en Italiaans zijn de gebruikstalen geworden. Onlangs werd een Bureau voor Tekeningen en Modellen in het leven geroepen. De ministerraad die over de gebruikstalen moest beslissen, werd voorgezeten door Magda Aelvoet. Was het zo moeilijk voor haar om voor te stellen het Nederlands, Fins, Portugees en Zweeds als voertalen te gebruiken? Weldra zal in Europa ook een eenheidsoctrooi ingang vinden. Het zal de rechten op het patent van uitvindingen beschermen. Dan zou men Grieks, Iers en Deens als voertalen kunnen zien. Zo hoort het in een democratie. Maar het zijn altijd dezelfde talen die de voorkeur krijgen en het zijn altijd de kleine cultuurtalen die verdrongen worden.
Aan zo’n Europa hebben de kleine landen niets. De stelling dat al die kleine cultuurtalen aan bod laten komen te veel geld zou kosten, is onzin. Het gaat niet op een groep landen te verenigen om dan de rechten van de kleine landen te miskennen en de eisen van de grote landen in te willigen. Aan politici zoals Magda Aelvoet en anderen die niet opkomen voor het Nederlands hebben wij geen boodschap.
Prins Filip (1)
De beslissing van de Academische Raad van de KU Leuven om aan prins Filip een eredoctoraat toe te kennen, moet toegejuicht worden (Knack nr. 1, Pro & Contra): het is een duidelijke en bewuste stap van de KU Leuven in het verdere democratiseringsproces van het universitair onderwijs. Vanaf nu komt ook iemand die gewoon postzegels verzamelt in aanmerking om de titel van eredoctor te verkrijgen. Voorheen konden enkel mensen die speciale verdiensten hadden zo’n titel krijgen.
Prins Filip (2)
Het is algemeen bekend dat het intellectuele niveau van de bewoners van het koninklijk paleis op een bedenkelijk niveau ligt. Wat uiteraard niet belet dat ze tot luitenant-kolonel of generaal in het leger worden benoemd. Het is wel onbegrijpelijk dat een universiteit – die van Leuven – een doctoraat (honoris causa!) toekent aan een lid van deze anti-Vlaamse op erfelijkheid steunende macht. Het is een kaakslag voor alle Vlaamse logisch denkende mensen.
DAT
De Waalse regering wil enkel in DAT investeren indien er voldoende Franstaligen worden aangeworven (Knack nr. 1, ‘Verhofstadt geeft niet thuis’). Wie dacht dat de Walen een ‘Belgisch’ symbool wilden redden, komt dus bedrogen uit. Daar waar ze lang gekozen hebben voor de luchthaven in Charleroi en de hierbij horende steun aan Ryanair, denken ze dus ook in het DAT-dossier enkel aan de eigen belangen. Wie was er weer bekrompen?
Rechtzetting
In Knack nr. 2 van 9 januari wordt mijn naam genoemd in een kaderstuk (‘De politiek rekent af’) bij het verhaal over Noël Slangen. Ik wens een aantal stellingen in dat artikel te weerleggen.
Ik ben geen docent sociologie en ben ook nooit actief geweest in dat domein. Ik ben al diverse jaren hoogleraar, maar dan wel in andere vakgebieden. Van een ‘lasterlijke roddelcampagne’ aan de Universiteit Antwerpen is mij niets bekend. Ik heb die instelling in 1997 omgeruild voor andere opdrachten. Ik heb bij federaal minister Hendrik Daems nooit gewerkt op het Sabenadossier.