Onderwijs (1)
Met steeds groter wordende verbazing volgen wij al enkele jaren het onderwijsdebat. De drie grote actoren in het onderwijsbeleid _ de koepels (die de inrichtende machten vertegenwoordigen), de vakbonden (die de leerkrachten vertegenwoordigen) en de overheid _ worden blijkbaar niet langer gedreven door een streven naar ‘goed’ onderwijs, maar door een ‘zelfverdedigingsreflex’ die bestaat uit het legitimeren en de bestendiging van de eigen machtspositie. Hierdoor verwaarlozen zij de mogelijkheid om tot een open gesprek te komen. (‘De week in België’, Knack nr. 44, ‘De minister maakt school’, Knack nr. 44, ‘Onderwijs op de tekentafel’, Knack nr. 42)
Laten we stoppen met het debat te reduceren tot ‘macht’ en ‘invloed’. Laten we die woorden vervangen door ‘ervaring’ en ‘positieve bijdrage’. Laten we het kind en de jeugdige opnieuw centraal stellen in het onderwijsdebat en samen streven naar een onderwijs waar iedereen trots op is, dan kan de maatschappelijke (her)waardering volgen.
Wij pleiten dus voor een inhoudelijk debat, een debat over de kwaliteit van het onderwijs, een debat waarin elke actor eerst voor zichzelf bepaalt wat ‘kwalitatief onderwijs’ inhoudt.
Macht kan je verliezen, ervaring niet. Laten we de ervaring van de drie actoren koppelen om opnieuw de dialoog aan te gaan over wat goed is voor het onderwijs, in plaats van ons te verliezen in eindeloos gekibbel over het eigen grote gelijk.
George Vilain XIIII, Brussel.
Onderwijs (2)
Als bewust niet-gesyndiceerde werknemer vind ik het weinig democratisch dat mijn stem niet gehoord wordt in het huidige onderwijsdebat. Ik pleit er dan ook voor dat Marleen Vanderpoorten naar de scholen komt om te horen waar nu werkelijk de noden zitten en wat ons dwars zit. En dat is niet de drie procent loonsverhoging of de verhoging van de uitstapleeftijd. De vakbonden vertellen hun eigen verhaal, niet dat van hun leden. En voor zover ik weet, is het in dit land nog altijd niet verplicht om je tot een zuil te bekeren om gehoord te worden. Als de vakbonden zeggen dat ze de eisen bundelen en op die manier beter kunnen verwoorden, is dat ronduit een leugen. Naar mijn mening is bijvoorbeeld nog niet gevraagd, want de vakbonden praten enkel met hun eigen leden.
Ik heb voor deze regering gestemd en sta nog altijd achter het beleid dat ze uitstippelt, dus ook achter de 58+, uiteraard in combinatie met andere maatregelen om de instroom in het onderwijs te bevorderen. Ik ben het dan ook meer dan beu dat de vakbonden de voorbije twee jaar enkel probeerden deze regering in diskrediet te brengen. Ik heb het dan vooral over de spoor- en onderwijsbonden, die telkens weer de hele bevolking gijzelen. Het is veel geloofwaardiger constructieve oppositie te voeren om op die manier eindelijk eens wat positieve veranderingen door te voeren dan destructief alle gesprekken op te blazen en overtuigd te zijn van het eigen gelijk.
Dat is althans wat ik mijn leerlingen probeer bij te brengen.
George Vilain XIIII, Brussel.
Onderwijs (3)
In het Vlaamse onderwijs wordt gestaakt. Ik staak. Sommige collega’s schromen te staken om een uitstapregeling die in vele andere sectoren al helemaal onbestaande is. Anderen wijzen dan weer naar de leerlingen en studenten die de speelbal dreigen te worden van wat buiten hen om gebeurt. Er is de dreiging van weddeverlies. En het staat uiteraard iedereen vrij al dan niet te staken.
Collega’s die een ‘hiërarchische positie’ hebben, staken duidelijk minder dan de anderen. Jonge, en zeker niet-vastbenoemde collega’s staken nauwelijks. Uit angst? Gastlectoren, en zo zijn er steeds meer, staken niet. Ze zijn amper of niet bij het onderwijsgebeuren betrokken. En je hebt ook collega’s die niet staken omdat ze tegen de vakbond zijn.
Het beroep leraar heeft de jongste twintig, dertig jaar veel aan prestige ingeboet. De leraren behoren niet meer tot de hogere ‘strata’, maar spiegelen zich daar nog wel aan. Die ambigue klassenpositie leidt tot collectieve hoogmoed. En die komt voor de val.
George Vilain XIIII, Brussel.
Onderwijs (4)
Ik vind het totaal onaanvaardbaar dat een regering vroegere afspraken zomaar van tafel veegt. Ik ben de desinformatie en stemmingmakerij met betrekking tot het onderwijs hartsgrondig beu.
Communicatievaardigheid, overleg en luisterbereidheid zijn eindtermen, die liefst ook door het apparaat dat die houdingen propageert, worden gekoesterd en toegepast.
Ik heb van minister Vanderpoorten nooit enige relativering gehoord rond de smalende opmerkingen van Patrick Dewael (geef ze allemaal een computer) en Karel De Gucht (ze hoeven toch ook geen kijk- en luistergeld meer te betalen). De suggesties van De Gucht in verband met stakingsrecht en vakbonden lijken mij een directe aantasting van democratische rechten.
Ik stel ook vast dat een loopbaan in het onderwijs voor jongeren op geen enkele manier aantrekkelijker wordt gemaakt.
Kunnen er echt geen voorstellen uitgewerkt worden waardoor jonge leerkrachten vlugger uitzicht op een vaste baan krijgen? Flexibiliteit is mooi meegenomen in het bedrijfsleven: elk voor zich. Onderwijs en scholen steunen op engagement voor anderen, en dat valt moeilijk vol te houden als je van hier naar daar wordt gestuurd. Bovendien: in welk bedrijf wordt er van de werknemers verwacht dat ze tombolaloten slijten en/of eetfestijnen helpen organiseren om bijvoorbeeld de infrastructuur waarin ze zelf werken in stand te houden of te verbeteren?
TBS 55+ moet behouden blijven, maar wel gecombineerd met creatieve alternatieven: deeltijdse opdrachten, voltijdse uitgroeibanen met begeleiding van jonge leerkrachten en zo meer.
De ouders en de maatschappij wentelen een voortdurend groeiend aantal taken af op het onderwijs. Zonder grote investeringen in het onderwijs zal deze maatschappij haar eigen toekomst zwaar hypothekeren. Vlaanderen scoort vrij goed in internationale onderzoeken naar de kwaliteit van zijn onderwijs. De leraren hebben het al die tijd dus blijkbaar niet zo slecht gedaan, ondanks talloze vernieuwingen en een groeiend wantrouwen vanwege de overheid.
Wie zelf in het onderwijs staat, kan trouwens elke dag getuigen van het enthousiasme en het engagement van ontelbare collega’s en hun bekommernis om al die leerlingen.
Als Vanderpoorten om welke (partijpolitieke?) reden dan ook verkiest dit alles overboord te gooien, draagt ze een zware verantwoordelijkheid.
George Vilain XIIII, Brussel.
Onderwijs (5)
Kan iemand mij uitleggen waarom iemand die in de privésector werkt tot 65 (of 68 of 70) belastingen moet betalen om de leerkrachten op 55 met pensioen te laten gaan?
Wij moeten immers werken tot 65, tenzij we het geluk hebben te werken in een bedrijf in moeilijkheden, zodat we eerder kunnen ‘afvloeien’. Vakbondslieden en leraren, let ook op met jullie ‘creatieve oplossingen’, want er is niets _ behalve plaatsgebrek _ wat de minister belet om jullie aanwezigheid te eisen gedurende alle schooluren _ zoals bij elke andere werkgever _ en dan komt jullie creativiteit voluit in jullie gezicht terug.
George Vilain XIIII, Brussel.
Onderwijs (6)
De leeftijd optrekken naar 58 jaar zal alvast het tekort aan praktijkleerkrachten niet oplossen. Al jaren bestaat er een grote discriminatie tussen regenten algemene vakken en praktijkleerkrachten. Die laatsten geven 30 uur les (regenten 22). Met de twee gratis plage-uren, twee wachturen en nog enkele toezichten plus voorbereidingen, verbeteringen, klassenraden en bijscholingen komen ze algauw tot een werkweek van 45 uur. Praktijkleerkrachten worden dan nog minder vergoed. Om dat beroep weer aantrekkelijk te maken, moet eerst de discriminatie worden weggewerkt. Wie laat immers zijn job in de privésector staan om harder te werken en minder te verdienen.
George Vilain XIIII, Brussel.
Onderwijs (7)
Ik lijk niets anders meer te doen dan te discussiëren over ‘die van het onderwijs’, een dubieuze soort waar ik dus zelf toe behoor. Ik ben op dit moment bozer en overtuigder dan ooit en zelfs bereid de rest van het schooljaar te staken als dat nodig is. Er zijn namelijk een aantal vooronderstellingen waaraan ik mij mateloos erger.
Onderwijs blijkt wel synoniem van ‘opvang’. Wij mogen de ouders niet ‘gijzelen’ door te weigeren hun kinderen in verzekerde bewaring te nemen, terwijl zij zich wijden aan werkelijk belangrijke dingen. Ik dacht dat wij niet gestudeerd hadden om kinderen in alle mogelijke omstandigheden op te vangen, maar om zo goed mogelijk les te geven.
En als precies dat ons door opeenvolgende bezuinigingen en maatregelen onmogelijk wordt gemaakt, dan komt zelfs het lerarenkorps in beweging.
In plaats van de steeds kleiner wordende groep leerkrachten telkens opnieuw te viseren, lijkt het me zinvoller om een aantal structurele maatregelen te nemen, die het tekort in de toekomst proberen te vermijden. Daar reken ik niet toe: degenen die er wel zijn, dwingen om langer te blijven als ze dat niet wensen. Nog minder het verlagen van de bekwaamheidsbewijzen van de aspirant-leraren. Beide getuigen van een grote minachting voor het behoud van de kwaliteit van het onderwijs en staven de ‘opvang-stelling’. Wedden dat we over een paar jaar de discussie voeren over het twijfelachtige niveau van onze afgestudeerden? Raden wie daar dan verantwoordelijk voor zal zijn?
George Vilain XIIII, Brussel.
Antwerpen
Het Berchemse Buurtcomité der Goden ging begin dit jaar van start naar aanleiding van de aanslepende discussies over de toekomst van een groot stuk braakland in de wijk. Van meet af aan wilde het comité op een structurele en constructieve manier samenwerken met alle democratische partijen. Op maandag 22 oktober overhandigde het comité nog een petitie met 1200 handtekeningen (80 procent van de wijk) aan burgemeesteres Leona Detiège en de fractieleiders van de meerderheidspartijen om zijn bezorgdheid kracht bij te zetten.
De bewering als zou het Buurtcomité ‘het Blok de pest en de stad de cholera vinden’ (‘U hoort nog van ons’, Knack nr. 43), is daarom erg ongelukkig. Navraag leert ons bovendien dat de vertegenwoordigster van het comité, die op de voorbereidende vergadering van de StRaten-Generaal aanwezig was, dat zeker niet heeft gezegd.
We zijn ons er juist van bewust dat we zonder de hulp van het Berchemse districtsbureau en het Antwerpse gemeentebestuur machteloos zijn. We beschouwen hen dus niet als cholera, maar als partners in de zoektocht naar een leefbare en minder verzuurde stad. Het is wel juist dat een aantal leden in het Buurtcomité een grotere terughoudendheid aan de dag willen leggen. Dat is zeker geen kwestie van antipolitiek, zoals de connotatie cholera suggereert, maar van gezond voorbehoud tegen politieke partijen.
George Vilain XIIII, Brussel.
Congo
Ik begrijp de kritiek van Marijke Welvaert op het werk van Lieve Joris niet goed (‘Het laatste woord’, Knack nr. 43). Uiteraard geeft elke auteur van reisboeken zijn persoonlijke impressies weer. De boeken van Lieve Joris passen in een grote traditie van reisliteratuur, een traditie die helemaal teruggaat tot de Arabische reiziger Ibn Battuta. Het is een eer zo iemand te hebben in ons kleine taalgebied.
George Vilain XIIII, Brussel.
Midden-Oosten
Boze Israëli’s schreeuwen moord en brand omdat hun (aftredende) minister van Toerisme Revaham Zeevi werd vermoord (‘De week in de wereld’, Knack nr. 43). Die had een eigen strategie om het conflict in het Midden-Oosten op te lossen: miljoenen Palestijnen gewapenderhand uit hun land verdrijven.
Er werd eerder een ander regeringslid vermoord: Yitzhak Rabin, wellicht de enige die vrede had kunnen brengen in de regio. Precies daarom werd hij vermoord. Zijn moordenaar was een joods extremist, voorstander van de strategie van Zeevi.
De selectieve verontwaardiging van Sharon maakt dus weinig indruk. Wel heeft hij weer een alibi om zijn tanks in Palestijns gebied te laten opereren. Wie denkt nu nog aan Rabin?
George Vilain XIIII, Brussel.