Aanslag (1)

De wereld viel vrijdag 14 september drie minuten stil. Niet voor één miljoen dode Rwandezen in afgebrande hutten, maar voor die vijfduizend vermorzeld onder tonnen beton. Zelfs in onze stilte hebben we de noodkreet van het Zuiden niet gehoord.

En nog dit: Knack hield vorige week een warm en broodnodig pleidooi voor meer zelfkritiek van de pers (‘Is de pers nog mee’, Knack nr. 37). Journalisten moeten niet meelopen in de drang naar commercieel gewin, maar op afstand de zaken duiden. Dezelfde dag hoor ik dat een extra editie van Knack verschijnt over de tragedie in New York. Er zijn deze week veel illusies aan diggelen gegaan.

Aanslag (2)

We moeten een inspanning doen om de woede te begrijpen die ten grondslag ligt aan deze misdaden. De woede is wellicht te begrijpen, de daden zelf nooit.

Geregeld wordt gezegd dat de aanslagen gericht zijn tegen de vrijheid en de democratie. Ik zou daaraan willen toevoegen: ‘Ze zijn gericht tegen het rijke Westen.’ Onze welvaart is voor een niet onaanzienlijk deel te ‘danken’ aan de armoede van de derde wereld. De ‘anders’-globalisten leggen de vinger terecht op de wonde. We moeten de Noord-Zuidverhoudingen grondig herzien om een voedingshaard van terrorisme weg te nemen.

Er is ook het aspect religie. Voor religieus fundamentalisme (van welke denominatie ook) kan ik absoluut geen begrip opbrengen. Maar (massaal) fundamentalisme verdwijnt als de welvaart en het opleidingsniveau stijgen.

Ik hoop dat de Amerikanen en de NAVO niet blindelings terugslaan. Afghanistan (laten we daar even van uitgaan) naar het stenen tijdperk bombarderen, zou voornamelijk onschuldigen treffen, die zelf het slachtoffer zijn van het vreselijke Taliban-bewind.

Aanslag (3)

Niets tegen 3-minutenacties, maar laten we nu eerlijk zijn en ze iedere week consequent herhalen voor de duizenden dagelijkse slachtoffers, kinderen vooral, van structureel terrorisme: een uit de hand gelopen kolonialisme en een ontspoord kapitalisme met ongelijkheid, uitbuiting, armoede, honger tot gevolg.

Het is gemakkelijk om gespierde verklaringen af te leggen over armoede en ongelijkheid in de wereld en daarna níét de budgetten voor bijvoorbeeld ontwikkelingssamenwerking serieus op te trekken, maar wel de grote bedrijven nog wat extra’s in de handen te stoppen en de uitstapregeling voor parlementsleden fors te verhogen. De open ruimte tussen burger en politiek begint inderdaad de proporties van een kloof aan te nemen.

Aanslag (4)

Het ‘acute’ terrorisme, zoals in New York, is spectaculair en maakt door de mediatisering ervan empathie en solidariteit met de slachtoffers vanzelfsprekend.

Het ‘sluipende’ terrorisme is de dagelijkse ervaring van zovelen die vrijwel nooit in beeld komen en met wie identificatie en empathie veel moeilijker zijn.

Dát terrorisme veroorzaakt hinderlijke reacties: vluchtelingenstromen en een woekerende haat die bij sommigen tot zulke bewustzijnsvernauwing leidt dat ze zich aanbieden als zelfmoordcommando of anderen daartoe aanzetten. Wij noemen hen gekken of monsters en met die kwalificaties voelen we ons moreel gerustgesteld en superieur.

Maar moeten wij ons niet afvragen of onze zo superieure beschaving niet evenzeer lijdt aan een even desastreuze bewustzijnsvernauwing: de obsessie met winst en macht; in morele termen: onze hebzucht en gelijkhebberigheid of arrogantie?

En is deze bewustzijnsvernauwing niet even moorddadig en op langere termijn even suïcidaal als de razernij van moslimkamikazes? We zien lichamen aanspoelen op de kusten van Fort Europa en onze reactie is onverschilligheid of een oproep om de grenzen van dat Fort Europa nog strenger te bewaken. We voelen afgrijzen voor extremisten, maar willen niet weten dat geweldloos verzet brutaal de kop wordt ingedrukt door regimes met wie we goeie zaken doen. Je moet al hardnekkig nieuwsgierig zijn om – bijvoorbeeld via de publicaties van Amnesty International – iets te vernemen over de moorden op vakbondsleiders, kritische intellectuelen en leden van boerenorganisaties die op een waardige manier aan het sluipende terrorisme wensen te ontkomen, maar daartoe geen kans krijgen bij gebrek aan internationale solidariteit en empathie.

‘Wij’: dat is de zwijgende en instemmende meerderheid en dat is het politieke en economische establishment. Want steeds meer mensen zien in dat het anders moet en verenigen zich. Die worden uiteengeslagen of paternalistisch toegesproken dat ze misschien wel de juiste vragen stellen doch de verkeerde antwoorden suggereren. Het juiste antwoord is immers tonen wie de sterkste is en verder ‘business as usual’: nog meer liberaliseren of integendeel reguleren naar gelang van wat het meeste profijt oplevert.

Aanslag (5)

‘De vrijwillige en moordende aanslagen die dinsdag tegen ons land werden gepleegd, zijn meer dan terreurdaden. Het zijn oorlogsdaden’, stelde Bush. Aanslagen in vredestijd hebben niets te zien met die opruiende taal. Oorlog voeren om het volk te sussen? Zo zijn oorlogen altijd begonnen.

‘Vrijheid en democratie’ aangevallen? Zijn de vrijheid en de democratie in de VS zo wankel dat een paar fanatieke misdadigers ze ongedaan kunnen maken?

In de NAVO bespreekt men de bijstandsclausule waarbij als één lidstaat ‘aangevallen’ wordt, de andere lidstaten automatisch mee betrokken zijn.

Aanslag (6)

Men kan de aanslag van 11 september ook proberen te verduidelijken met het beeld van een piramide. Bovenaan de kapers, onmiddellijk daaronder extremistische organisaties, daaronder het fundamentalisme, en zo verder tot aan de onderlaag: de volledige geloofsgemeenschap van de islam. Dat de top van de piramide eraf moet, is duidelijk. Dat aan de onderste lagen niet geraakt mag worden, evenzeer. Maar waar trekt men de grens, wetende dat hoe dan ook onder de scheidingslijn onvermijdelijk weer die laag zit die de voedingsbodem is om de piramide, laag voor laag, weer naar boven op te bouwen?

Een oplossing lijkt in eerste instantie alleen van de moslimgemeenschap zelf te kunnen komen. Na de gruwel van WO II predikte filosoof J.F. Lyotard ‘het einde van de grote verhalen’, want elke grote ideologie zorgt onvermijdelijk voor catastrofes. Er zijn op dit ogenblik zeker twee ‘grote verhalen’: het Amerikaanse en het mohammedaanse. Het eerste is nu aan zet, maar vooral het tweede kan voor vrede zorgen. Dat moet dan, wegens de piramide, op een manier die een zo sterk en breed mogelijke basis heeft. En dat lijkt even moeilijk als de VS hun patriottisme te laten afzweren. Een patriottisme dat – paradoxaal genoeg – bovenaan zijn piramide monsters als McVeigh heeft voortgebracht.

Aanslag (7)

Het feit dat de acties op vier plaatsen tegelijk op gang kwamen, is volgens mij het bewijs dat hier binnenlandse krachten spelen, met name de fundamentalisten rond McVeigh. Die verblinde misnoegde Vietnamveteranen zorgen ervoor dat de VS in een permanente staat van burgeroorlog verkeren, zoals zij er ook voor zorgden dat Bill Clinton tot twee keer toe tot president werd verkozen. Een dappere Bush betaalt nu de rekening en verdient onze steun.

Euro

Dat de invoering van de euro hier in België niet zal gebeuren zonder horten of stoten, staat als een paal boven water (‘De kruidenier heeft gelijk’, Knack nr. 37). De boekhouding van de Koninklijke Munt en het Muntfonds is al jaren een puinhoop. De onrechtstreekse verkoop van goud van de Nationale Bank eind jaren ’80 via het slaan van ECU’s is hier mede de oorzaak van.

In plaats van de koe bij de horens te vatten, stopt men de dossiers in België liever in de koelkast. Ik heb ooit een beheersrekening opgesteld voor het Muntfonds op basis van een boekhoudplan. Het is me niet in dank afgenomen. Te duidelijk, te moeilijk, wie zal het zeggen. Voor de cijfers van de Koninklijke Munt en het Muntfonds durf ik mijn hand dan ook niet in het vuur te steken. Dat men bij de Koninklijke Munt naast een paar bestellingen heeft gegrepen, verwondert mij niets.

Het wordt dan ook hoog tijd dat de regering en het parlement hun verantwoordelijkheid nemen, anders gaan we ook hier weer een blauwtje lopen. En dat kunnen we als voorzitter van de EU missen als kiespijn.

Vossen (1)

In een lezersbrief (‘Het laatste woord’, Knack nr. 37) insinueert Koen Van Den Berge, wildbioloog, dat de jagers het vossenprobleem puur uit eigenbelang (het jachtbelang) opschroeven. Hij kleineert de kennis van de jagers en hun uit ervaring opgebouwd inzicht in natuurzaken. Bovendien heeft het jachtbelang nooit losgestaan van andere belangen: landbouw en bosbouw doen een beroep op de jagerij om de wildstand te reguleren ter voorkoming van wildschade, het landschap profiteert mee van de inspanningen die jagers (op eigen kosten) leveren om habitat en biotoop van het wild te beschermen en te verbeteren.

De jager van vandaag is niet meer die ‘schieter’ die in het verleden de jacht zo vaak in diskrediet heeft gebracht. Om vandaag te kunnen jagen, moet je eerst je kennis van zaken bewijzen in een pittig jachtexamen, en als je dan jaagt, doe je dat in overleg met andere jagers (in wildbeheereenheden) en met andere belangengroepen die met de natuur te maken hebben. Schieters worden ook binnen de jagerij niet meer geaccepteerd.

Jagers zijn zich terdege bewust van hun zorgplicht voor de natuur. Zij willen dan ook serieus genomen worden, en behandeld worden als volwaardige gesprekspartners als het gaat om natuurbeheer.

Vossen (2)

Vlaams parlementslid Marino Keulen, waarschijnlijk slecht ingelicht betreffende zogezegde ‘uitgezette tamme hazen’, heeft de moed te wijzen op de toenemende vossenpest (‘De vos preekt de passie’, Knack nr. 31). Echt wilde hazen hebben ook jongen, en dat zijn juist geliefde prooien, alsmede broedende wilde fazanten, wilde patrijzen en andere grondbroeders. Doe maar eens navraag naar het negatieve resultaat van de broedgevallen van de kiekendief in het natuurreservaat van de Blankaart te Diksmuide, schade door moordlust van de vos bij particulieren en kwekers van kippen, konijnen, eenden en zelfs ganzen!

Hammarskjöld

In ‘Nachtvlucht naar Ndola’ (Knack nr. 37) blijkt dat Marc Reynebeau zijn bronnen niet kent. In mijn essay ‘Binza 10 – De eerste tien jaar onafhankelijkheid van Kongo’ verschenen in 1970, staat het verslag van de dood van Hammarskjöld. De bron is de verslaggeving van de debatten in het Zweedse parlement.

De conclusie was dat de Zweedse piloten dronken waren en het vliegveld van Ndola misten.

Olaf Dupont (e-mail).,Erik Arfeuille, Kessel-Lo.,Luuk Hoedemaekers, Bocholt.,Staf de Wilde, De Haan.,Willy Degheldere, Brugge.,Nick De Clippel, Leuven.,Ivan Vonck, Ninove.,Aimé Bailly, Lennik.,Ghislain Geenen, jager, Arendonk.,Walter Geerts, Tremel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content