Het debat tussen Herman Suykerbuyk en David Susskind over het “repres- siedecreet” verdeelde ook de lezers in twee kampen. Dat leren hun reacties.
Repressie (1)
David Susskind vertegenwoordigt niet alle joodse organisaties, hij heeft van de joodse gemeenschap geen opdracht gekregen. Hij is zeker niet mijn woordvoerder (“Het zijn weer die gezichten”, Knack nr. 27).
Hij heeft gelijk als hij zegt dat je incivieken en oorlogsslachtoffers niet bij elkaar kunt zetten, maar dan mag hij de communistische collaborateurs ook niet vergeten noch degenen die passief toekeken.
Zijn uitspraak over Louis Davids is absoluut onwaardig. Terwijl Davids in de Dossin-kazerne geïnterneerd was en nadien naar Auschwitz werd gedeporteerd, was de jonge Susskind sinds 1942 in Zürich.
U bent er blijkbaar van overtuigd dat Susskind het monopolie bezit op alle joodse waarden, waarheden, kennis en historische ervaring. De zwijgende joodse meerderheid weet beter. Elk gesprek met deze linkse militant culmineert in een heftige pennenstrijd.
Repressie (2)
Wij, Manoesj-zigeuners van Belgische nationaliteit, zijn erg verontwaardigd. Dit decreet wil gewoon vergeten wat men ons heeft aangedaan. We werden vervolgd, gevangen genomen, mishandeld en uitgeroeid in diezelfde wereldoorlog en dragen daar tot vandaag de gevolgen van. Wij krijgen vandaag nog geen recht op een deftige woonplaats overeenkomstig onze levenswijze. We worden nog steeds opgejaagd als beesten, krijgen dwangsommen tot vijfduizend frank per dag. Elke dag zijn wij het slachtoffer van hetzelfde racisme dat onze familieleden in gaskamers ombracht, vaak na onmenselijke medische experimenten.
Onze kinderen hebben ook recht op een volwaardige toekomst zonder vrees en angst, zodat ze hun onderwijs kunnen afmaken, net als de burgerkinderen van hun leeftijd.
De Vlaamse parlementariërs die dit decreet stemden, zouden beter zorgen voor deftige standplaatsen: dat is wel hun bevoegdheid. Laten ze niet zeggen dat we ons moeten integreren. Sinds zes generaties zijn we Belgen. Onze voorouders deden hun militaire dienst, hebben hun vaderland verdedigd in de Tweede Wereldoorlog. Bij hen waren geen verraders of zwarthemden, velen waren verzetslieden.
Wat krijgen we terug voor deze bewezen diensten? We worden vervolgd, gewantrouwd, niet aanvaard en gediscrimineerd. Degenen die onze families verraadden en oppakten, zouden nu een uitkering moeten krijgen. Wij, zigeuners, zijn beschaamd ons Belg te moeten noemen.
Repressie (3)
Wie het heeft over Vlaamse collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog (ontegenzeggelijk een zware fout!), vergeet vaak te vermelden dat het Belgische establishment daar mee schuld aan had. Vlamingen, door de gevestigde machten als tweederangsburgers behandeld, hadden weinig reden om België lief te hebben. De bevoorrechte Walen hadden geen enkele reden om tegen de Belgische staat te ageren.
Toch deden de Walen – Rex, Léon Degrelle en de Waalse Oostfronters – inzake collaboratie niet onder voor de Vlamingen. Economische collaboratie en verklikking kwamen meer voor bij Franstaligen dan bij Vlamingen.
De oproepen van Boudewijn en Albert II tot verzoening blijven stuiten op de onwil van een onverzoenlijke anti-Vlaamse kaste. Zelfs een gebaar van louter menselijkheid vindt bij hen geen genade.
Repressie (4)
Amnestie heeft geen zin, de repressieslachtoffers hebben hun straf ondergaan. Een gebaar van eerherstel kan zin hebben, waardoor de huidige generatie begrip toont dat mensen in oorlogstijd uit zelfbehoud daden stellen die het nageslacht als fout bestempelt.
Alle begrip voor de zwaar getroffen slachtoffers van de holocaust, maar dat is een Duitse kwestie. De joden waren en zijn in ons land goed geïntegreerd, voor hen bestaat geen racisme.
Hebben de slachtoffers van razzia’s – door Duitse SS of Zwarte Brigades – ooit schadevergoeding gekregen van de Belgische staat, terwijl de daders zwaar werden bestraft?
Het decreet-Suykerbuyk is een symbolisch gebaar. Het gaat erom dat in een onafhankelijk Vlaanderen de Vlaamse idealisten beter gehonoreerd worden.
Repressie (5)
Dit is andermaal een verdoezelde poging van een spijtig genoeg groeiende meerderheid van demagogische en machtsgeile Vlaamse politici die zo snel mogelijk komaf willen maken met de Belgische federale staat door die Vlamingen te eren die streden voor een onafhankelijk en intolerant Vlaanderen en bewust collaboreerden met de nazi-terreur.
De woorden van koning Boudewijn werden bewust verkeerd geïnterpreteerd. Hij wilde wellicht de nadelige gevolgen van de veroordeling stoppen zonder de veroordeling te doen schrappen. Vergeven dus en niet vergeten.
Om één en ander acceptabel te maken, betrekt men een vage categorie slachtoffers bij het decreet: degenen die leden onder de gevolgen van de oorlog. Dat gaat dan op voor honderdduizenden Belgen, die sneuvelden, in het verzet stonden, honger leden, hun huizen plat zagen gooien en zo meer. Voor al die Belgen die het niet breed hadden in tegenstelling tot degenen die opteerden voor een financiële, economische, militaire, politieke en/of ideologische collaboratie. Want het nazisme was van in het begin van de jaren dertig bekend: een nieuwe wereldorde via militair geweld en terreur, gekoppeld aan de uitroeiing van minderheidsgroepen die “anders” waren.
Franse Revolutie
In “De wereld ging op de fles” (Knack nr. 25) schrijft Paul Goossens: “Het verklaart waarom Galbraith, een spits intellectueel maar geen historicus, 1929 even belangrijk acht als (…) het begin van de Franse revolutie (1776).”
Ik vrees dat de Amerikaanse economist met 1776 de 4de juli van dat jaar of Independence Day voor ogen had. Het startschot van de Franse Revolutie is 14 juli 1789 en de val van de Bastille.
Patiënt
Als het wetsontwerp van minister Colla realiteit wordt en de arts verplicht wordt alle mogelijke gevolgen van een behandeling te melden, komen we in Amerikaanse toestanden terecht (“De patiënt moet niet alles slikken”, Knack nr. 26).
Colla reduceert de rechten van de patiënt tot de plichten van de arts. Een basisrecht is ook de toegankelijkheid tot de best mogelijke behandeling. Hiervoor is natuurlijk geld nodig, maar met geen woord wordt gerept over de plicht van de gemeenschap voor de financiële middelen te zorgen.
Typerend is ook dat nergens een geneesheer aan het woord komt. Dokters worden wel voorgesteld als onverantwoordelijken die ongestraft het verkeerde been afzetten en steriliseren. Demagogische journalistiek werkt de vertrouwensrelatie arts-patiënt niet in de hand. Patiënten hebben ook behoefte aan een ander essentieel recht; correcte informatie door professionele journalisten.
Hexen
Is Marnix Verplancke incompetent, gefrustreerd of mij vijandig gezind (“Zoveel lucht”, Knack nr. 26)? Mijn boek “Ons bloemenparadijs” gaat niet uitsluitend over jongeren die zich “onledig houden met vrijen, moorden, drinken en kletsen”. De weinige jongeren over wie ik schrijf, verzetten zich net tegen dat soort zaken. De suggestie dat ik een epigoon ban van Coupland en Ellis slaat nergens op. Ik pasticheer hen en heb voldoende relativeringsvermogen om mezelf te parodiëren door middel van de stripfiguur Wolf Hexen. In tegenstelling tot Ellis en Coupland cultiveer ik de condition postmoderne niet, maar zoek ik een uitweg uit de hel. Lees maar de allerlaatste bladzijde. Of is de titel van het openingsverhaal “Het einde en verder” niet duidelijk genoeg? Ook is er nauwelijks sprake van dure auto’s en designmeubelen. En de bewering dat ik een “racistische moraalridder” zijn eigen zus laat verkrachten, is ronduit fout.
S. Lerner, Brussel.,M. Leimbergen, Aalst.,A.R. Dejaegher, Brugge.,L. Lambert, Gent.,Ph. Nicolas,D. De Grauwe, Meise.,Dr. C. Verheugen, Brasschaat.,W. Hexen