Nu het stof is gaan liggen na het vraaggesprek met mij in Knack van 24 oktober veroorloof ik me enkele opmerkingen en antwoorden op vragen. De belangrijkste vaststelling is wel dat de feiten (dat Hugo Schiltz de verschillende stromingen binnen de Vlaamse beweging met elkaar wou verzoenen, nvdr) door niemand betwist worden en door alle betrokkenen worden bevestigd. Het antwoord van Gerolf Annemans en Lionel Vandenberghe in De Morgen van 24 oktober, van Paul Huybrechts in De zevende dag (28 oktober) en bovenal de notities van Schiltz zelf bevestigen het gesprek en de context waarin het plaatsvond. Het gesprek met Annemans is door de media uitvergroot vanwege de nieuwswaarde, maar het is slechts een onderdeel van een veel groter plan: een brede Vlaamse eensgezindheid bereiken rond een aantal eisen op het vlak van de staatshervorming. Daarbij gaat het om duidelijke verregaande voorstellen gedragen door alle Vlaamse partijen, Vlaams Belang inbegrepen. Het was de oprechte overtuiging van Schiltz dat een duurzame (her-) vorming van de staat onmogelijk was wanneer 1 miljoen Vlamingen uit de besluitvorming werden geweerd. Opmerkelijk is dat de reacties op het Knack-interview met mij enkel uit de hoek van Spirit kwamen. De commotie bij Spirit is begrijpelijk en ging van verbazing via ongeloof tot radeloosheid, zoals blijkt uit de reacties van Nelly Maes in De Standaard van 25 oktober, die van Bert Anciaux in Knack van 31 oktober en van Willy Kuypers in Knack van 14 november. Ik zal niet ingaan op persoonlijke verdachtmakingen en insinuaties, maar me beperken tot het volgende.
Ten eerste: de schending van de vertrouwelijkheid. Overeengekomen was dat de gesprekken vertrouwelijk waren, ook al om ze niet bij voorbaat te kelderen. Maar het plan van Schiltz was geen zandbakspel; het was bedoeld om te slagen en het op dat ogenblik naar buiten te brengen. Zelfs op zijn ziektebed was hij er nog mee begaan, zoals blijkt uit een telefoongesprek met Pol Van Den Driessche, en hij vroeg me dat werk voort te zetten. Hopelijk wordt iemand met voldoende gezag gevonden om het plan te doen slagen.
Ten tweede: de reden dat ik dit interview gaf, was níét het Vlaams Belang ter wille te zijn. Dan zou ik het wel hebben gedaan voor de verkiezingen van 2006 of die van 10 juni 2007, en niet vier maanden later. Zoals hoger gezegd was het de bedoeling het werk van Schiltz verder te zetten en erop te wijzen dat men niet bang hoeft te zijn om taboes te doorbreken.
Ten derde: sommigen schrijven dat het niet Hugo’s plan was maar het mijne. Of nog: dat het ‘een vriendendienst’ was. Zoiets miskent volledig de sterke persoonlijkheid die Schiltz was. Het is toch totaal ongeloofwaardig dat ik Schiltz bij het handje kon nemen en hem laten doen wat hij gedaan heeft. Hij was zich wel bewust van het risico van zijn onderneming. Bovendien is dit totaal in tegenstrijd met de feiten. Schiltz heeft zélf het plan voor de verzoening van de IJzerwake en het IJzerbedevaartcomité opgesteld. Hij heeft zélf contact opgenomen met Lionel Vandenberghe. Hij heeft zélf Richard Celis gebeld om de verzoeningsspreker te zijn enzovoort. Ik heb slechts 60 procent gezegd van wat ik heb beleefd en weet. De overige 40 procent neem ik mee in het graf.
door Paul Doevenspeck, PAUL DOEVENSPECK IS EEN VOORAANSTAAND VLAAMS-NATIONALISt.