‘Het klinkt misschien hoogdravend, maar ik wil van onze kijkers betere burgers maken.’ Stef Wauters is anderhalf jaar hoofdredacteur van het VTM-nieuws, maar is zijn job nog lang niet beu. ‘Ik ben wel een beetje een missionaris.’

Het is druk in de VTM-hal. Een groep jonge leeuwen smeedt luidkeels plannen. In de verte horen we – hé, dat is lang gele- den – Guido Depraetere een Basiel-mop vertellen. Zijn omstanders barsten in een onbedaarlijk lachen uit. In naam van het leven, allicht.

Maar we zijn hier voor Stef Wauters. Een van de twee hoofdredacteuren van het VTM-nieuws. En ook weleens ‘de meest besproken man van de VTM’ genoemd.

Is het ooit anders geweest? Twintig jaar geleden studeerde Wauters Romaanse filologie in Leuven. Toen al hing hij vaker rond in een naar bier en jongensgeuren ruikend kot aan de ’s Meiersstraat, waar hij voor de progressieve studentenkrant Veto schreef. Wauters behoorde tot een legendarische lichting Veto-redacteurs. Samen met Walter Pauli, Ivan De Vadder en anderen – die nu allemaal iets belangrijks zijn in de media.

Na wat omzwervingen belandde Wauters aan de Reyerslaan. Hij werd het gezicht van het VRT-journaal. Populaire Stef: de eerste nieuwslezer die fanmail kreeg. In de boekskes werd zijn X-factor besproken. Een beetje tegen z’n zin. ‘Al dat gezeik over mijn mooie kop: dat moet maar ’s ophouden.’ Maar hij was ook de nieuwslezer die na 11 september 2001 verzuchtte: ‘Wat een ongelofelijk goede barak is die VRT-nieuwsredactie toch.’ De VRT & Wauters, dat was zoals De Vos & Lemmens: een onwrikbaar verbond. Dat dachten we.

Tot hij op een augustusdag in 2003 naar VTM trok. Zijn transfer zorgde net niet voor een aardbeving. ‘Populaire Stef is een geldwolf’, schreven journalisten. Zelfs op de VTM-nieuwsredactie waren ze er niet helemaal gerust op. ‘Niet overdrijven’, zegt Wauters nu. ‘Er zullen in het begin wel wat spanningen geweest zijn. Maar is dat niet normaal? Ik was geen anonieme journalist die hoofdredacteur werd, hè. Ik was een gezicht van het VRT-journaal. En nu ging ik hen vertellen hoe het allemaal moest. Natuurlijk staan er dan mensen op die hun nieuwe baas willen wegen. Natuurlijk zijn er ook mensen die hun eigen ambities gedwarsboomd zien. Dat is menselijk. Het komt er dan op aan lang met die journalisten te praten. En ze vooral duidelijk te maken dat het daar niet over gaat. Dat is ook gelukt: de plooien zijn snel gladgestreken. Een kwart van de redactie is trouwens vernieuwd zonder dat er ooit één sociaal conflict geweest is. Dat zegt toch alles?’

U zei toen: ‘We gaan de woestijn in. Misschien wel voor lange tijd.’ Is de oase inmiddels in zicht?

STEF WAUTERS: We zijn er nog niet, maar we zijn wel een heel eind opgeschoten. Er kijken nu elke dag meer dan 100.000 mensen méér naar ons nieuws dan een jaar geleden. We hebben de dalende trend, waar VTM al 6 jaar in zat, kunnen omkeren. En het marktaandeel van de VRT is de voorbije maanden fors gekrompen. Bij grote nieuwsevenementen werden we tot voor kort compleet in de vernieling gespeeld. Dat is niet meer het geval. Kijk naar de tsunami-ramp. Nu, we willen niet per se marktleider zijn. Wij willen het beste nieuws maken. De rest volgt wel.

Het VTM-journaal…

WAUTERS: (onderbreekt) Het VTM- níéuws. Wij maken Het Nieuws, de VRT maakt Het Journaal.

Dat is het nu net. Zijn ‘Het Nieuws’ en ‘Het Journaal’ niet onderling inwisselbaar geworden?

WAUTERS: Dat zeggen ze bij de VRT. En ze hebben er alle belang bij om dat te zeggen, want ze zijn marktleider. Dus waarom zou je naar de concurrentie kijken als het toch hetzelfde is? Maar het klopt dus niet: er is wel degelijk een verschil tussen Het Journaal op de VRT en Het Nieuws op VTM. Wij brengen meer verhalen over wat er écht leeft in Vlaanderen en de wereld, de dingen waar mensen de volgende dag over praten. Het Journaal is institutioneler. Dat kan ook moeilijk anders, de VRT is zelf een overheidsinstelling. Je kunt nooit je eigen bedrijfscultuur ontkennen. Wij zijn populairder, dat is onze identiteit. Wij proberen ons niet te laten meeslepen in ‘standpuntenjournalistiek’. Maar politiek is voor ons wél belangrijk als er beleidsbeslissingen genomen worden die voor de mensen belangrijk zijn.

Overdrijft u daar niet in? De tumultueuze voorzittersverkiezing in de VLD was een paar maanden geleden het vierde item in het VTM-nieuws. Misschien is het ook de taak van een journalist om aan de mensen uit te leggen waarom iets belangrijk is.

WAUTERS: Het vierde item wordt veel meer bekeken dan het eerste. Honderdduizenden schakelen pas later in. Dus: naar dat item over de VLD hebben veel meer mensen gekeken.

Aha, de belangrijkste items zitten dus midden in het nieuws.

WAUTERS: Nee. Ik wil alleen zeggen dat we politiek met veel scrupule benaderen. Wij laten ons niet opjagen door de stemmingmakerij in de Wetstraat. Neem dat spierballengerol over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde: politici roepen tegen elkaar op, terwijl ze heel goed weten dat de storm een paar dagen later weer gaat liggen. Dat noemt men dan ‘koorts in de Wetstraat’. Wel, ik noem dat ‘ non-nieuws’. In heel dat dossier staan we even ver als vijf maanden geleden. Wij willen ons niet laten gebruiken door de communicatiestrategen van de Wetstraat. Als we dat wel zouden doen, scheppen we alleen maar een beeld van een hoop ruziënde politici. En geloof me: daar bewijzen we de democratie absoluut geen dienst mee. Als er écht nieuws is, staan we er en leggen we aan de mensen uit waarom dat belangrijk is. Maar ik neem er dus geen genoegen mee om ’s avonds De Standaard voor te lezen. Het Nieuws moet niet alleen de agenda volgen van politici en intellectuelen.

U bent toch ook een intellectueel. U bepaalt toch ook: dat is belangrijk voor de mensen en dat niet.

WAUTERS: Journalistiek is per definitie een intellectuele bezigheid. Maar daarover gaat het niet. Kijk, het makkelijkst zou zijn om het nieuws te maken dat het dichtst bij mijn eigen leefwereld staat. Ik discussieer met collega Pol Van den Driessche ook hele dagen over politiek. Waarom? Omdat ons dat nu eenmaal boeit. Heel wat journalisten toetsen hun denkkaders aan die van gelijkgestemden, mensen met dezelfde achtergrond. Zo zit je echter met een beperkte groep die zich onderling bevestigt in een bepaald wereldbeeld. Maar een goede journalist moet meer doen dan dat: hij moet rekening houden met de interesses en de nieuwsgierigheid van mensen uit álle groepen van de samenleving. Deze week hadden wij een interview met de moeder van het kindje dat door een kleuter is gedood. Is dat sensatie? Nee. Dat is relevant. Het land is in shock. Op dat moment speelt televisie een louterende rol.

Het is vaak dansen op een smalle koord. Vorige week zat er een item in ‘Het Nieuws’ over taartengooier Noël Godin, die een taart in het gezicht van Bush wou smijten. De relevantie van dat item was nihil.

WAUTERS: Dat is niet waar. De vorige keer, met Bill Gates, is het gelukt, hè. Akkoord: de kans dat zijn actie deze keer zou slagen, was nul. Maar daarover gaat het niet. Iedereen maakte zich druk over het bezoek van Bush. En dan prikt die man in z’n eentje al die ernst door. Hoe hij opriep tot een kamikaze-actie met crème-fraîche! Dat hou je toch niet voor mogelijk? Maar tegelijk zit er een soort ‘Belgitude’ in die man, in de manier waarop hij met de machtigen omgaat. Hij is een soort Don Quichot, een oer- en oer-Belgisch personage dat het establishment belachelijk maakt, en tezelfdertijd relativeert hij de manier waarop de media weer alles opblazen. De mensen van hier herkennen daar iets in.

Hij had in ‘Man Bijt Hond’ moeten zitten.

WAUTERS: Niet waar. In Het Nieuws moet een heel palet aan meningen aan bod komen. Niet alleen staatshoofden hebben een relevante mening over het bezoek van Bush, ook gewone mensen zoals Noël Godin. Toegegeven: hij is een clown, maar so what? Onderschat de kijker niet: die voelt aan hoe hij zo’n stuk moet interpreteren. De waarderingscijfers van die nieuwsuitzending lagen niet toevallig bijzonder hoog. Een nieuws heeft dat soort lichte stukken gewoon nodig: het maakt het verteerbaar. Op dat vlak beantwoordt een nieuwsprogramma trouwens aan dezelfde wetmatigheden als een entertainmentprogramma.

Op de VRT pleitte u ook voor die mix tussen wat belangrijk en wat belangwekkend is. Maar VTM heeft die mix altijd al gehad. Het eerste journaal van VTM opende met de prijs van de tomaten.

WAUTERS: Dat is normaal, het hoort gewoon veel meer bij de nieuwscultuur van VTM. Maar als er niets scheelde aan het VTM-nieuws, had ik ook niet hoeven komen, hè. (lacht) Om te beginnen is het gezicht van Het Nieuws veranderd. Weg met dat ouderwetse blauwe nineties-decor. Je kunt mensen niet wijsmaken dat ze naar een níéuwsprogramma zitten te kijken, als het decor compleet uit de tijd is. Ook het ‘janneke en mieke-gehalte’ moest eruit. Dany zat naast Birgit, waarbij Birgit onvermijdelijk een tweederangsrol speelde. Die stijlfiguur had ooit gewerkt, maar was nu compleet achterhaald. Onze madammen hebben genoeg metier om het alleen te kunnen.

Dat is de vorm.

WAUTERS:Het Nieuws is minder hard, minder zuur geworden. Toen ik naar VTM overstapte, hebben we een week lang, met een hele ploeg heel nauwkeurig het VTM-nieuws geanalyseerd. Wel, we vonden dat zelf beangstigend! Het bloed droop bij wijze van spreken van het scherm. Na het VTM-nieuws kon je niet rustig gaan slapen, ook al omdat het ritme zo ongenadig hoog lag. Daarom willen we tegengif bieden: ook positieve verhalen brengen, zodat onze kijkers een genuanceerd beeld krijgen van Vlaanderen. En het werkt, hè. Hoe meer wij investeren, hoe meer kijkers wij winnen. Dagelijks kijken er twee miljoen mensen naar de nieuwsuitzendingen van VRT en VTM. Overal in de wereld verliezen nieuwsuitzendingen kijkers. Behalve in Vlaanderen. En toch zijn er nog altijd mensen die vinden dat er moeilijker nieuws moet komen voor een kleiner publiek.

De vraag is: zijn de Vlamingen ook de meest geïnformeerde burgers ter wereld?

WAUTERS: Wel, ze zijn in elk geval de meest nieuwsgierige burgers ter wereld. A-typisch nieuwsgierig, zelfs.

U wilde hét nieuws maken, zei u destijds. Dat is niet gelukt. De schrijvende pers doet dat wel, de televisie volgt gewoon.

WAUTERS: Niet akkoord. Wij zetten de toon. Het motto van Het Nieuws is: geen plaatjes bij de krant van vandaag, maar nu al de verhalen die morgen in de populaire kranten staan. En dat lukt. Om een voorbeeld te geven: de uithaal van prins Filip naar het Vlaams Belang hadden wij als eerste. Het verhaal van de straatracer Kimble: idem.

Met alle respect, maar dat is toch niet het harde nieuws? Destijds brachten onderzoeksjournalisten van het VRT-journaal de dioxinecrisis en de zaak-Khaled aan het rollen. Of neem het NOS-journaal…

WAUTERS: (onderbreekt) Boring!

Oké, het BBC-journaal dan: zij bepalen de agenda van nieuwsleiders.

WAUTERS:(zucht) Maar nee, dat doen ze niet, of maar heel zelden. Politici zoeken op het juiste moment de media op om op die manier aan agenda-setting te kunnen doen. In de dioxinecrisis of de zaak-Khaled stond alles op springen. De vraag is dan alleen: welke journalist wordt als eerste getipt? Dat noem ik géén onderzoeksjournalistiek. Als de media de agenda bepalen, dan betekent dat vaak dat andere mensen erin geslaagd zijn om de media te bespelen. Günter Walraff undercover als allochtoon in Duitsland: dat was onderzoeksjournalistiek. Ander voorbeeld: de afgelopen maand hebben wij consequent het nieuws gebracht over de stroompannes in Gent. De elektriciteitsmaatschappij bleef maar zeggen dat die storingen toeval waren. Na vier, vijf items in ons nieuws zeiden ze ons: ‘De VRT brengt dat toch niet, neem daar een voorbeeld aan.’ Wel, we zijn het blijven brengen, tot de maatschappij heeft moeten toegeven dat er wél een probleem is met het net, en dat er dringend investeringen moeten komen als we over enkele jaren niet om de haverklap in het donker willen zitten. Dát is agenda-setting.

À propos, u laat zich naar verluidt inspireren door de inzichten van Pierre Bourdieu. Vreemd, want Bourdieu haatte televisie.

WAUTERS: (zucht geërgerd) Dat wil ik nu toch even uit de wereld helpen. Toen ik destijds voor Veto schreef, kon ik ’s nachts urenlang met Walter Pauli en Clem Robijns (hoofdredacteur van Nachtwacht) discussiëren over Bourdieu. Heel fascinerend. Dat heeft ons natuurlijk gevormd. Jaren later heeft Walter in De Morgen een essay over massamedia geschreven, waarin hij dat beschreef, en een link legde tussen Bourdieu en hoe ik over journalistiek denk. Dat verhaal is een eigen leven gaan leiden. Ik heb daar zelf in interviews nooit over gesproken. Laat staan dat ik de theorieën van een socioloog zou gebruiken in de dagelijkse praktijk. Komaan zeg!

Had die geëngageerde Veto-journalist Stef Wauters ooit vermoed dat hij later hoofdredacteur van het VTM-nieuws zou worden?

WAUTERS: Nee, natuurlijk niet. Ik ben niet in de journalistiek gegaan om weet-ik-wat te worden. Maar omdat ik dacht dat ik iets te vertellen had. En ik ben nog altijd een geëngageerd journalist: ik wil mensen een juist beeld geven van de wereld waarin ze wonen. En zo snel en accuraat mogelijk. Het klinkt misschien hoogdravend, maar als journalist wil je mensen goed informeren om er betere burgers van te maken. Oké, misschien heb ik wat van een missionaris in mij. (lacht)

Siegfried Bracke zegt dat het VRT-journaal de democratie verbeterd heeft. En u?

WAUTERS: Het klinkt pretentieus, maar hij heeft gelijk. Alleen mag hij niet alleen over het VRT-Journaal spreken. (lacht) De massamedia hebben de democratie vorm gegeven. De democratie kon maar ontstaan en groeien doordat mensen wisten op wie ze konden stemmen. Ik erger mij weleens aan al dat doemdenken over de relatie tussen politiek en media. Democratie is juist altijd gemediatiseerd geweest, dat is haar essentie. En laten we eerlijk zijn: er is géén goeie ouwe tijd geweest waarin de media minder focusten op de BV-kwaliteiten en meer op het inhoudelijke. Dat is een mythisch verleden. Iemand die vroeger ten onder ging in een debat, haalde ook geen stemmen. Net zoals het voor een politicus vandaag nog altijd belangrijk is om ook inhoudelijk bezig te zijn.

Laten we het ’s hebben over de BV-kwaliteiten van de VTM-nieuwsankers. Birgit Van Mol poseerde onlangs zwanger op de cover van ‘Dag Allemaal’, terwijl Cathérine Moerkerke met blote buik tegen haar aanschurkte. Niets op tegen, maar ik zie het Bavo Claes en Annelies Van Herck nog niet snel doen. U weet: het nieuws staat of valt met de geloofwaardigheid van haar ankers.

WAUTERS: (zucht)Nieuwslezers zijn nu eenmaal BV’s tegen heug en meug. Op de redactie geldt de ongeschreven richtlijn dat wij niet over onze diepste zielenroerselen praten. Dat interview ging trouwens over het nieuws, maar ze hebben er een kop uitgelicht over Birgits zwangerschap. En die foto: tja, Birgit is een mooie vrouw met een mooie ronde buik. Ik zie het probleem niet. Bij de VRT doen ze dat trouwens ook. Wim De Vilder staat als pin-up tussen Ann Van Elsen en andere babes in de Humo-kalender. Het verschil is dat wij daarop aangesproken worden en de VRT niet.

Hetzelfde weekblad liet alle Vlaamse nieuwsankers onlangs beoordelen door gewone Amerikanen. Die waren niet mals voor u: ze vonden u ‘saai’ en u had ‘wis en zeker een superego’. Raakt u dat?

WAUTERS: Weet je, er zijn toen mensen op mijn schouder komen kloppen. ‘Stef, trek het u niet aan. Dat stelt niks voor.’ (lacht) Nee, natuurlijk stelt dat niks voor. ’t Was niet eens een enquête. I don’t care wat iemand die in Amerika zwembaden stofzuigt van mijn presentatie vindt.

Neemt niet weg dat uw imago na de overstap drastisch is veranderd. De hele pers stond op z’n achterste poten. U was plots Stef Wauters de geldwolf.

WAUTERS: Iemand had mij gezegd: als je overstapt naar VTM, gaan we de bevriende pers gebruiken om je te pakken. Ik wist het dus al min of meer op voorhand. Al had ik nooit verwacht dat er zo veel tamtam gemaakt zou worden rond die overstap. Het was bijna onwezenlijk. Ik herinner mij dat ik de dag erna met mijn vrouw aan de keukentafel zat en de kranten bekeek. ‘Allez, nog ’s op de één…’ Waanzinnig! Ik heb eruit geleerd dat de Vlaamse mediawereld heel onvolwassen is. In het bedrijfsleven is het de normaalste zaak ter wereld dat iemand van job verandert. In de media ben je plots een verrader. Ik vind dat zeer onverstandig. Er zijn maar twee zenders die fors in nieuwsuitzendingen investeren. Als journalisten iets níét moeten doen, dan is het vechtend over straat rollen. Na de anti-politieke sfeer kunnen we de ‘anti-media’-sfeer missen. Ik probeer in elk geval zo veel mogelijk respect te hebben voor de collega’s.

Op de Reyerslaan is het nochtans bon ton om neer te kijken op VTM-journalisten.

WAUTERS: Als dat zo is, dan is dat heel klein. En onterecht. Want ik wéét dat onze journalisten gerust naast die van de VRT kunnen staan. Maar ach… dat neerkijken hoort bij de marketing rond de VRT. Zij zijn, zeggen ze, ‘de enige garantie op onafhankelijke berichtgeving’. Want, zo luidt hun redenering, ‘niets zegt dat de commerciële omroepen zo veel zullen blijven investeren in het nieuws’. Als je die redenering doortrekt, moet er ook een openbare krant en een openbaar tijdschrift komen. Want heel de schrijvende pers is commercieel en dus geen garantie op onafhankelijke berichtgeving. (resoluut) VTM bewijst al vijftien jaar dat het onafhankelijk nieuws maakt. Terwijl de openbare omroep nog niet eens zo lang geleden zwaar gepolitiseerd was. De man die ooit een thesis schrijft over journalistieke betutteling in Vlaanderen, zal tal van voorbeelden vinden bij de openbare omroep. En geen enkel bij de commerciële omroep. En toch blijven ze aan de Reyerslaan roepen dat zij de enige garantie zijn op onafhankelijke berichtgeving. Komaan zeg, ken uw klassiekers!

U voelt zich al goed thuis bij VTM. Vroeger zei u nochtans: ‘Ik vrees dat ik erg van de openbare omroep ben.’

WAUTERS: O, ik zal altijd wel een mens van de openbare omroep blijven, hoor. Maar ik ben ook iemand van VTM. Ik heb die twee in mij zitten. Ik amuseer mij hier prima, dank u. Nee, ik heb nog geen seconde spijt gehad van mijn overstap. Hier heerst een heel andere sfeer dan bij de VRT: het is meer een familiebedrijf.

Vlug, nog een oud citaat: ‘Bij de openbare omroep zul je nooit het fakesfeertje aantreffen van één zender, één familie, zoals dat bij andere omroepbedrijven gecultiveerd wordt.’

WAUTERS: Ach, ik had het toen over de VTM van tien jaar geleden. Of beter: over het beeld dat ik van die zender had. (zwijgt even) Er wordt nog altijd veel onzin over VTM geschreven. Oké, de jaarcijfers zijn niet spectaculair verbeterd. Maar de perceptie die rond de omroep hangt is dat wel. Een jaar geleden was VTM de bomma- en bompazender. Het was bon ton om je daarvan te distantiëren. Waren wij niet allemaal kijkers van de openbare omroep? Dat is veranderd. Mensen durven zich weer associëren met VTM. Natuurlijk móét de vernieuwingsoperatie nog veel verder gaan- een zender als VTM moet zichzelf voortdurend vernieuwen. Maar we zitten op de goede weg: mensen plakken weer massaal stickers van VTM op hun auto.

Tiens.

WAUTERS: Zie, dat bedoel ik nu. Sommige mensen zien dat dus niet. Die stickers zijn nu oranje, hè. Niet meer geel-groen-rood. (lacht)

Door Stijn Tormans

‘Als de media de agenda bepalen, dan betekent dat dat andere mensen erin geslaagd zijn om de media te bespelen.’

‘Er is géén goeie ouwe tijd geweest waarin de media minder focusten op de BV-kwaliteiten en meer op het inhoudelijke. Dat is een mythisch verleden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content