De Russische president Vladimir Poetin wil alle macht in het Kremlin concentreren en pakt de machtige lobby’s één na één aan. Het knelpunt blijft Tsjetsjenië.
Een jaar geleden verraste Boris Jeltsin Rusland en de wereld met de benoeming van een grijze kantoormuis tot nieuwe premier: de ex-KGB-kolonel Vladimir Poetin. Een jaar later is Poetin de machtigste man van Rusland en hij herschept het land naar zijn beeld en gelijkenis. Poetin pakt, de een na de ander, de machtige lobby’s aan, die het in het Rusland van Jeltsin voor het zeggen hadden.
Na de gouverneurs en de oligarchen lijken nu de militairen aan de beurt. Poetin maakt van Rusland een supergecentraliseerde staat met een ultraliberale economie en een autoritair politiek regime, waarbij alle macht in het Kremlin is geconcentreerd: markt-leninisme. Maar de achilleshiel van het nieuwe regime is de aanslepende oorlog in Tsjetsjenië, die ontaard is in een niet te winnen guerrillaconflict en die na de bloedige bomaanslag van vorige week weer naar hartje Moskou is verplaatst.
VERDUISTERING VAN STAATSBEZIT
Het begon met de inval van gewapende en gemaskerde mannen in het hoofdkwartier van de mediagroep Media-Most van oligarch Vladimir Goesinski begin mei, kort na het aantreden van Vladimir Poetin als tweede president van Rusland. Goesinski zelf kwam in de gevangenis terecht onder beschuldiging van verduistering van staatsbezit ter waarde van een klein half miljard frank. De beschuldigingen werden ingetrokken en Goesinski mocht zijn familie in Spanje opzoeken de dag voor president Poetin 21 captains of industry – de uitgebreide familie van de oligarchen – in het Kremlin ontving.
De arrestatie van Goesinski miste het beoogde effect niet. De oligarchen, onder Jeltsin nagenoeg onschendbaar, zagen hoe voor het eerst één van hen – zij het dan een buitenbeentje – als een gewone sterveling in de beruchte Boetirka-gevangenis in Moskou kon terechtkomen en beslag zien leggen op al zijn persoonlijke bezittingen. Ze reageerden met een open brief op poten, gericht aan de nieuwe president, waarin ze hem waarschuwden dat acties als deze tegen Goesinski, de democratie in gevaar brengen en buitenlandse investeerders afschrikken.
Maar de arrestatie van Goesinski bleek nog maar het begin te zijn van het jachtseizoen. Vladimir Potanin kwam als volgende aan de beurt voor een ernstige waarschuwing. Potanin had in de goede, oude Jeltsintijd voor een prik Norilsk Nickel, het grootste nikkelbedrijf ter wereld, in zijn bezit gekregen. Potanin was kort daarvoor vice- premier geweest in de regering-Tsjernomyrdin – een beloning voor bewezen diensten in de campagne voor de herverkiezing van president Jeltsin. De openbare aanklager trok nu de wettigheid van die privatisering in twijfel. Potanin werd aangemaand alsnog een kleine zes miljard op tafel te leggen om de staat te compenseren voor het geleden verlies.
Nog later ging de belastinginspectie zich bemoeien met andere onaantastbaar lijkende industriereuzen: de autofabrieken Avtovaz (Lada) en de oliegigant Loekoil. De oligarchen beseften dat het tijd werd voor een compromis, en door bemiddeling van voormalig vice-premier en wonderboy Boris Nemtsov kwam er een verzoeningsvergadering op het Kremlin. Poetin beloofde de oligarchen dat de privatiseringen niet terug worden geschroefd – met andere woorden dat ze niet hoefden te vrezen voor onteigening van de bezittingen die ze op twijfelachtige manier hebben verworven. Maar de president maakte ook duidelijk dat een bestand niet het einde van de vijandelijkheden betekent. Hij gaf allerminst de garantie dat de belastingpolitie en het gerecht voortaan de oligarchen met rust zullen laten. En hij waarschuwde ze, dat ze ‘verantwoordelijk zijn voor de toename van de welvaart van de burgers’. Wie het staatsbelang in het oog houdt, kan op medewerking van de staat rekenen, zei Poetin nog. De wortel en de stok met andere woorden. Premier Kasjanov verklaarde plechtig dat het tijdperk van de oligarchen voorbij is. ‘De oligarchen als klasse zijn vernietigd’, zei Boris Nemtsov.
MILDE KRITIEK
Vladimir Goesinski, vijand nummer één van het Kremlin is effectief onschadelijk gemaakt. Dat hij buiten vervolging is gesteld, is naar alle waarschijnlijkheid het gevolg van een compromis, waarbij de mediamagnaat belooft ten minste voor een poos in het buitenland te blijven en de kritiek van zijn media op Poetin en de oorlog in Tsjetsjenië te milderen. Het Kremlin ziet intussen niet af van de plannen om de pers in de pas te laten lopen en de volledige controle te krijgen over de elektronische media. NTV, het paradepaard van Media-Most en het enige onafhankelijke televisiekanaal blijft daarbij het voornaamste doelwit. Goesinski’s mediagroep zit tot over de oren in de schulden bij de gasgigant Gazprom, waar de staat de grootste aandeelhouder is. Onder patronage van het Kremlin onderhandelt Gazprom nu over een volledige overname van de mediagroep. Als dat gebeurt, controleert de staat alle nationale televisiekanalen. Bij ORT, het eerste net – en het enige dat in heel Rusland ontvangen wordt – deelt superoligarch Boris Berezovski de lakens uit, maar Berezovski heeft te kennen gegeven dat hij zijn minderheidsaandeel in de omroep wil verkopen. Voor de schrijvende pers is wat meer tolerantie ingeruimd, maar de adviseurs van Poetin kunnen ook hier hun KGB-achtergrond niet verraden. Er zijn plannen voor een licentiesysteem waarbij publicaties aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen. Minister van Perszaken Michail Lesin vindt dat het zijn taak is om de staat te beschermen tegen de vrije pers en niet andersom.
Boris Berezovski is intussen overgegaan tot het kamp van de oppositie. Of liever: Berezovski is op dit ogenblik de oppositie. De Doema, het Lager Huis van het parlement is een stemmachine voor het Kremlin en de communisten laten hooguit af en toe verbaal protest horen tegen de neoliberale politiek van de regering. Met veel fanfare deed Berezovski afstand van zijn zetel in het parlement uit protest tegen wat hij de ondemocratische tendensen noemt, die met Poetin het land in een nieuwe dictatuur dreigen te storten. De man die beweert Poetin uit het niets te hebben geschapen, keert zich dus tegen zijn eigen creatie. Wat zijn motieven zijn, is niet duidelijk, maar dat het hem ernst is met het oppositievoeren, mag blijken uit zijn inspanningen om de ontevreden gouverneurs in een nieuwe partij te verenigen.
De aanleiding tot Berezovski’s nieuwe roeping van opposant was Poetins plan om de machtige gouverneurs en plaatselijke baronnen (presidenten van autonome republieken en burgemeesters van grote steden) te kortwieken. Met de enthousiaste medewerking van de volksvertegenwoordigers heeft het Kremlin een aantal wetten door het parlement gejaagd, waarbij de regionale leiders niet langer automatisch zitting krijgen in de senaat, de Federatieraad. Niet alleen verliezen ze daardoor alle invloed op de nationale politiek en hun parlementaire onschendbaarheid, het Kremlin kan ze voortaan ook afzetten als ze nog maar verdacht worden van misdaden.
IN KGB-TRADITIE
Om de plaatselijke baronnen beter te controleren, heeft Poetin naar tsaristisch model het land ingedeeld in zeven grote regio’s waar een persoonlijke vertegenwoordiger van de president – een soort gouverneur-generaal – de centrale macht vertegenwoordigt. Vijf van de zeven zijn militairen of voormalige KGB-collega’s van Poetin.
Neem bijvoorbeeld Sint-Petersburg. Daar komt de voormalige baas van de Veiligheidsdienst FSB (de opvolger van de KGB) in Sint-Petersburg, Viktor Tsjerkessov, toezicht houden op gouverneur Vladimir Jakovlev. De vertegenwoordiger van president Poetin is berucht bij de Petersburgse, voormalige dissidenten die zich nog duidelijk hun KGB- kwelgeest herinneren. Tsjerkessov heeft zich – helemaal in de KGB-traditie – al laten opmerken door milieuactivist Aleksandr Nikitin opnieuw te laten vervolgen. Nikitin, een ex-militair die de internationale aandacht vestigde op de lekkende atoomduikboten in de noordelijke, Russische havens, was vorig jaar na vijf jaar gerechtelijke vervolging en dertien vonnissen definitief door de hoogste rechtsinstanties vrijgesproken van de beschuldiging van spionage. Nu wil de FSB, naar wordt aangenomen onder druk van Tsjerkessov, de man opnieuw voor de rechtbank dagen.
In Sverdlovsk, in de Oeral, heeft een andere vertegenwoordiger van het Kremlin het offensief ingezet tegen de roemruchte gouverneur Edward Rossel. Rossel is één van de gouverneurs die Poetin uitbundig steunden in de verkiezingscampagne, maar nu bitter teleurgesteld is. De nieuwe toezichthouder – generaal Pjotr Latoesjev – veegde de gouverneur publiekelijk de mantel uit. Hij noemde Sverdlovsk één van de meest corrupte regio’s in zijn district en hij beloofde al zijn aandacht op de provincie te concentreren.
Na de gouverneurs en de oligarchen lijkt Poetin nu van plan de militaire kaste aan te pakken. Een paar weken geleden kregen zes generaals hun ontslagbrief in de bus en het lijkt maar een kwestie van tijd te zijn eer defensieminister Igor Sergejev de bons krijgt. Poetin is nog altijd zeer populair binnen het leger maar de president wordt steeds ongeduldiger met de militairen die er niet in slagen de Tsjetsjeense separatisten een beslissende slag toe te brengen. Onlangs moest Poetin bemiddelen, toen het conflict tussen de militaire clans in volle openbaarheid openbarstte. Stafchef Anatoly Kvasjnin wil van het Russische leger een sterke, conventionele strijdmacht maken. Sergejev wil geheel in de geest van de Koude Oorlog de schaarse beschikbare middelen gebruiken voor het handhaven en uitbouwen van het Russische intercontinentale rakettenarsenaal.
Van de zes ontslagen generaals waren de meeste bondgenoten van Sergejev, en volgens defensiespecialist, Pavel Felgenhauer, mogen we in de komende maanden nog meer ontslagen in het leger verwachten. Maar Poetin moet omzichtig optreden, want hij heeft beide rivaliserende groepen nodig.
HONGERIGE BLIK
Dat de malaise in het leger ondanks de oorlog in Tsjetsjenië verre van voorbij is, bewijst het zoveelste financiële schandaal waarin de legertop betrokken is. De militaire aanklager onderzoekt de betrokkenheid van het ministerie van Defensie bij een zaak van fictieve leveringen van militair materieel voor een totaal van 20 miljard frank. De gewone soldaten lijden intussen honger. In Sverdlovsk deed de plaatselijke, militaire commandant Anatoly Batoerin een wanhopige oproep tot de civiele administratie om bij te springen in de kosten voor het levensonderhoud van de rekruten. Batoerin kon de hongerige blik van de jonge mannen niet langer aanzien, zei hij en met de twintig roebel (30 frank) per soldaat per dag, die hij van het ministerie van Defensie krijgt, is hij niet in staat zijn jongens drie maaltijden per dag voor te zetten.
Ondanks alle ronkende zegeverklaringen van de legerleiding zijn de militairen er niet in geslaagd de opstandige provincie Tsjetsjenië te ‘normaliseren’. Het conflict is bijna een jaar oud en heeft al volgens officiële cijfers aan 2300 Russische militairen het leven gekost. Het werkelijke cijfer ligt wellicht twee of drie keer zo hoog.
Niemand weet wie de daders zijn van de bomexplosie die vorige week in Moskou aan ten minste zeven mensen het leven kostte, maar de meeste Russen zijn er vast van overtuigd, dat de oorlog in Tsjetsjenië zich naar hartje Rusland heeft verplaatst. In Tsjetsjenië zelf duiken de Tsjetsjeense rebellen keer op keer weer op in gebieden die al lang onder Russische controle heten te staan. Een paar weken geleden nog vielen Russische troepen in een hinderlaag op een boogscheut van Chankala, de reusachtige versterkte legerbasis in de buurt van de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny. Vorige week werden twee Russische officieren onthoofd in de buurt van het rebellenbolwerk Vedeno, dat ook al maanden door Russische troepen wordt bezet. Het is een publiek geheim dat zowel de Russische militairen als een deel van de rebellen er alle belang bij hebben dat het conflict aansleept.
Net als in de eerste Tsjetsjeense oorlog is er een bloeiende handel ontstaan in wapentuig en olie. Russische soldaten verkopen kalasjnikovs en granaten aan Tsjetsjeense rebellen, officieren laten zich betalen om dorpen te sparen. Ooggetuigen vertellen hoe Russische, militaire voertuigen illegale olie uit Tsjetsjenië transporteren of escorteren.
HEILIGE OORLOG
Van de veel besproken en vaak beloofde politieke regeling van het conflict komt nauwelijks iets in huis. Poetins man in Tsjetsjenië, voorlopig hoofd van de plaatselijke administratie is Achmad Kadirov, de voormalige, religieuze leider van de provincie. Kadirov stond in de vorige oorlog aan de kant van de rebellen en riep ooit op tot de heilige oorlog tegen Rusland. Later keerde hij zich tegen Maschadov omdat die de religieuze extremisten, de wahabieten, vrij spel zou hebben gegeven. Maar de voormalige moefti is in Tsjetsjenië een uiterst omstreden figuur, die nauwelijks meer controleert dan zijn clan en die zich in Tsjetsjenië alleen onder zware Russische escorte durft te verplaatsen.
Kadirovs tweede man is de beruchte Bislan Gantamirov, een veroordeelde zwendelaar die door Poetin uit de gevangenis is gehaald om een Tsjetsjeense militie te leiden die de Russen heeft geholpen met de inname van Grozny. De militie, die meer faam had verworven door gebrek aan discipline dan door militaire heldendaden, is intussen ontbonden maar Gantamirov geeft zijn ambitie om de eerste viool te spelen in een door Rusland gecontroleerd Tsjetsjenië niet op. Hij dreigt openlijk met gewapende rebellie en voegde al de daad bij het woord door met 200 gewapende mannen de kantoren van zijn baas binnen te vallen op zoek naar ‘wapens en terroristen’. Poetins vertegenwoordiger in de Kaukasus moest eraan te pas komen om de twee rivalen aan de top van de Tsjetsjeense, civiele administratie met elkaar te verzoenen.
Poetin dankt zijn nog steeds toenemende populariteit voor een deel aan de gunstige, economische cijfers. Maar de president waarschuwde zelf in zijn eerste toespraak tot de natie, dat die gunstige evolutie volledig afhankelijk is van externe factoren: de hoge olieprijs en de zwakke roebel – nog altijd een gevolg van de devaluatie na de financiële crash drie jaar geleden. De economische adviseurs die Poetin heeft ingehuurd, met name de ultraliberaal Andrei Ilarjonov en minister van Economische Ontwikkeling en Handel German Gref, willen de recepten van de School van Chicago tot de uiterste consequentie doortrekken. De belastinghervorming voorziet in een inkomensbelasting van 13 procent voor iedereen: van de superrijke tot de gepensioneerde baboesjka. Gref verklaarde – half voor de grap – dat belastingontduikers de doodstraf moesten krijgen.
Poetins economische goeroes willen schoon schip maken met alle sociale voordelen die nog uit de sovjettijd stammen: gratis onderwijs en gezondheidszorg zullen binnenkort tot het verleden behoren. Een Russische krant berekende dat zwangerschap en bevalling in een gewoon ziekenhuis 80 tot 120.000 frank zullen kosten, voor de geprivilegieerden in een luxeziekenhuis drie tot vier keer zoveel. Het hoofd van het Instituut voor Bevolkingsproblemen van de Russische Academie voor Wetenschappen, Natalja Rimasjevskaja, voorspelde dat het land afglijdt naar het levensniveau van een burgeroorlog.
Rusland heeft ervaring met economische schoktherapie. De eerste postcommunistische regering van Jegor Gaidar liet de prijzen vrij en is sindsdien symbool geworden voor de spectaculaire verarming van de bevolking. De gevolgen zijn nog altijd uit de statistieken af te lezen: meer dan 60 procent van de Russen leeft onder de armoedegrens, tientallen miljoenen kinderen en volwassenen lijden honger. Alles wijst erop dat de schoktherapie van Gaidar nog maar kinderspel was vergeleken bij wat de Russen nu te wachten staat.
Johan Depoortere