Mark Kinet, de voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Psychoanalytische Therapie, reageert op de harde beschuldigingen uit het Franse zwartboek.
INFO / Van Mark Kinet verschijnt begin volgend jaar, ter gelegenheid van het 150e geboortejaar van Sigmund Freud, het boek ‘Freud & Co in de psychiatrie’ bij uitgeverij Garant.
‘Ik heb het boek niet helemaal gelezen, maar ik weet natuurlijk wel van waar de wind komt’, zegt Kinet. ‘De kritiek is niet nieuw. Sterker nog, ik heb de indruk dat men weer dezelfde oude koeien uit de sloot heeft gehaald. Al moet ik ook wel zeggen dat het wetenschappelijke statuut van de psychoanalyse inderdaad controversieel en discutabel is. Maar dat geldt volgens mij voor de hele psychiatrie. Het gaat dan ook om een speciaal soort wetenschap. De psychoanalyse beweegt zich tussen natuur- en menswetenschap, tussen wetenschap en kunst of kunde.
‘Dat eigenaardige statuut heeft te maken met het feit dat het de wetenschap van het particuliere is. Een depressie verloopt bijvoorbeeld niet bij iedereen volgens dezelfde wetmatigheden, elke patiënt heeft zijn eigen verhaal. Dat de psychoanalyse altijd met een zekere hooghartigheid heeft geweigerd om bepaalde hypothesen te toetsen en heeft gedaan alsof ze de waarheid in pacht heeft, valt niet goed te praten. Het is er ook de oorzaak van dat ze zich in de meeste landen wat in de marginaliteit heeft gewerkt.
‘Nochtans hebben zich de voorbije decennia grote ontwikkelingen voorgedaan binnen de psychoanalyse. Wij hebben op wetenschappelijk vlak een forse inhaalbeweging achter de rug. Ik sta aan het hoofd van een psychiatrische kliniek (de kliniek Sint-Jozef in Pittem; nvdr) en ik schrijf indien nodig uiteraard wél psychofarmaca voor. En ik gebruik een gedragstherapeutische benadering voor patiënten met fobie-en of een obsessief-compulsieve stoornis. Maar dat wil nog niet zeggen dat de biologische invalshoek heilig moet worden verklaard, en dat de psychoanalyse moet worden gediaboliseerd. En dat laatste gebeurt nu weer. Al moet ik daaraan toevoegen dat sommige psychoanalytici wandelende antireclame zijn voor de psychoanalyse, wegens te weinig openheid en te veel dogmatisme.
‘Essentieel is het mensbeeld van de psychoanalyse. Voor ons is de mens geen rationeel wezen, dat zijn gedrag naar believen kan sturen. Er bestaat voor ons ook niet altijd een duidelijke grens tussen normaal en abnormaal.
‘In Vlaanderen is de psychotherapeutische wereld voor 30 procent analytisch en voor 70 procent gedragstherapeutisch georiënteerd. In Wallonië is dat, net zoals in Frankrijk, andersom. Maar de meeste experts zijn het er tegenwoordig over eens dat het niet zo belangrijk is welk soort therapie je krijgt, maar wel de kwaliteit van je therapeut. Het is de therapeut die telt.’