Onrechtvaardig en beledigend. Dat zegt Leo Delcroix over zijn veroordeling in het milieuboxenproces. Volgens hem zijn ‘de oude praktijken’ om verkiezingsuitgaven te financieren ook niet verdwenen. ‘Er wordt zoveel met enveloppen onder en boven de tafel gezwaaid dat het niet meer mooi is.’
Op 23 oktober werd Leo Delcroix, oud-partijsecretaris van de CVP (nu CD&V) en voormalig minister van Defensie, door de correctionele rechtbank van Hasselt veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf en een fikse boete. Delcroix mag in de komende vijf jaar ook elk openbaar ambt of mandaat vergeten. Samen met vijf andere beklaagden werd hij schuldig bevonden aan schriftvervalsing en het gebruik van valse stukken.
Alles draait rond een ‘derdenfacturatie’ die in de marge van het milieuboxencontract uit 1991 tot stand kwam. In juli van dat jaar wees de Vlaamse regering een order van ongeveer 25 miljoen euro voor de levering van 2 miljoen groene plastic dozen voor klein gevaarlijk afval toe aan het bedrijf Aralco in Hamme. Toenmalig Vlaams milieuminister Theo Kelchtermans (CD&V) moest het hoofd buigen. Hij had de bestelling dolgraag bij het Overpeltse bedrijf Plascobel geplaatst.
Maar Plascobel haalde als onderaannemer toch nog 40 procent van de milieuboxenproductie binnen en daarvoor wilde directeur Maurits Roggeman zijn ‘erkentelijkheid’ uitdrukken. Dat gebeurde onder meer via een facturencarrousel van Plascobel naar het Lokerse bedrijf ICC Industries van de Overpeltse broers Jean-Pierre en Marc Bleyen, en vervolgens van ICC Industries naar het communicatiebedrijf Hermes dat met toenmalig directeur Chris Lelièvre-Damit ruim 78.000 euro te goed had van de CVP voor het maken van tv-spots voor de verkiezingscampagne van 1991.
Volgens de Hasseltse rechter was Leo Delcroix het brein achter deze constructie en daarom kreeg hij de zwaarste veroordeling. ‘Ik ben volgens mijn advocaat veroordeeld omdat ik een gift aan de partij zou hebben verdoezeld. Was dat dan zo erg? In heel deze affaire heeft niemand schade geleden. Integendeel, in het facturenverkeer tussen Plascobel, ICC Industries en Hermes is er nog btw betaald ook’, zegt Leo Delcroix. ‘Het gezond verstand is hier ver zoek. Waarom zou ik in die tijd in godsnaam een illegale regeling bedacht hebben terwijl er zoveel legale wegen waren om tot hetzelfde resultaat te komen? Blijkbaar heeft men een grootschalig onderzoek van zeven jaar willen verantwoorden. Dat onderzoek reikte trouwens veel verder dan het milieuboxendossier. Volgens sommige bronnen bij het gerecht heeft het meer dan 3 miljoen euro gekost. Honderden mensen zijn ondervraagd. Maar de berg heeft een muis gebaard. In het bedrijfsleven vinden velen de uitspraak van de Hasseltse rechter crazy en politici van alle partijen hebben me al gezegd dat het vonnis bij de haren getrokken is.’
Daarom gaat u ‘krachtig heroptreden’?
LEO DELCROIX: Daar zijn genoeg redenen voor. Het onderzoek door de mensen van het parket en het toenmalige Hoog Comité van Toezicht was partijdig en vooringenomen. Op een bepaald moment wilde ik zelfs niet langer meewerken omdat ze me alleen ondervroegen over wat Raf Sauviller en Danny Illegems in een boek over mij en het geld van de CVP hadden geschreven. Blijkbaar dachten ze bij het gerecht dé corruptiezaak van de eeuw op het spoor te zijn. Toen ik weigerde om bezwarende verklaringen over wijlen Gaston Geens, Theo Kelchtermans en andere politici af te leggen, gaven ze me te verstaan dat ik dan maar zelf moest hangen.
Er is geen sprake geweest van een onderzoek à charge en à décharge. Ik had gehoopt dat de rechter in Hasselt zich niet alleen door berichten in de media zou laten leiden. Dat is niet gebeurd. Daarom heb ik in een eerste reactie gesproken over ‘paparazzi-justitie’ en ga ik in beroep. Het vonnis is niet alleen bijzonder onrechtvaardig. Het is ook beledigend, want het openbaar ministerie had niet eens gevraagd dat ik gedurende vijf jaar geen openbaar ambt meer mag bekleden noch deelnemen aan verkiezingen.
De andere vijf beklaagden zijn toch ook schuldig bevonden?
DELCROIX: Men heeft zich als bloedhonden op de politicus Delcroix gestort en die moet het uitzweten. Ik gun het bijvoorbeeld de broers Jean-Pierre en Marc Bleyen van harte dat de uitspraak voor hen veel gunstiger is. Ze waren tenslotte vroeger mijn vrienden. Maar op die manier is het hoofddossier een bijdossier geworden en omgekeerd. De zaak van de milieuboxen was eigenlijk maar een afgeleide van het onderzoek naar het bedrieglijk faillissement van de Bleyen-holding Zincpower. Daar was een bedrag van 50 miljoen euro mee gemoeid. Vele honderdduizenden euro’s zijn naar persoonlijke rekeningen gesluisd ten nadele van de fiscus, de sociale zekerheid enzovoorts. Dat dossier is door de correctionele rechtbank gescheiden behandeld, maar dan alleen pro forma en zonder dat er op 23 oktober straffen zijn uitgesproken.
Nogmaals, ik ben blij dat het voor de familie Bleyen op deze manier afgelopen is. Maar tegelijk geeft dit een wrang gevoel. Ik heb veel mensen uit de wind gezet omdat ik wist dat er ten gronde niets fouts gebeurd is en omdat ik besefte dat men in de tijdsgeest van de jaren negentig sommige politici wilde pakken. Als gewezen partijsecretaris van de CVP vond ik het gepast om niet altijd het achterste van mijn tong te laten zien.
Welke rol hebt u als partijsecretaris gespeeld bij het milieuboxencontract?
DELCROIX: Die is niet groter geweest dan die honderden andere keren dat bedrijven me vroegen om een afspraak met een minister te regelen. Dat heb ik gedaan voor wijlen Renaat Blijweert van Aralco en ook voor Roggeman van Plascobel die tijdens een fundraising diner in Limburg graag naast Kelchtermans wilde zitten. De toewijzing van het contract heeft zoals bekend veel voeten in de aarde gehad. In de Vlaamse regering was alleen Kelchtermans 100 procent voor Plascobel en hij was gehaast om nog voor de volgende verkiezingen met de milieubox te kunnen uitpakken. Maar hij kreeg geen steun van andere Vlaamse ministers zoals Gaston Geens (CVP), Jan Lenssens (CVP), Norbert De Batselier (SP.A), Johan Sauwens (toen VU, nu CD&V) en Patrick Dewael (VLD).
De twee bedrijven zelf bleven ook bekvechten, tot voor de Raad van State. Dat heeft geduurd tot Johny Cornillie, toen kabinetschef van Kelchtermans, hen geroepen heeft en een compromis heeft uitgewerkt met de hoofdorder voor Aralco en een onderaanneming voor Plascobel. Bij die deal heb ik zelf nooit bemiddeld, hoewel dat vaak in de media beweerd is.
Beide bedrijven waren in elk geval zo opgetogen dat ze graag een financieel gebaar stelden.
DELCROIX: Van Kelchtermans heb ik dan inderdaad vernomen dat Plascobel iets wilde doen voor de partij en in september heeft Roggeman me gevraagd hoe hij met een schenking zijn erkentelijkheid ten aanzien van Kelchtermans kon tonen. Ik heb hem gewezen op de legale mogelijkheden die de vzw’s van de partij boden, maar ik heb geen bedrag voorgesteld. Dat heb ik als partijsecretaris nooit gedaan. Wie een schenking wilde doen, moest dat naar eigen godsvrucht en vermogen bepalen.
In dit concrete geval heb ik wel aan Roggeman gesignaleerd dat ik vernomen had dat Aralco in totaal 125.000 euro had geschonken. Vijf vooraanstaande politici – twee uit Oost-Vlaanderen en drie uit Limburg – hebben elk 25.000 euro gekregen. Bon, onmiddellijk na de verkiezingen van 21 november 1991 heeft Plascobel 50.000 euro op de rekening van de CVP-studiedienst gestort en nadat ik met veel moeite nog 10 procent voor de partij had kunnen behouden, is dat geld naar Kelchtermans gegaan om zijn verkiezingsuitgaven te financieren.
Die storting stond niet ter discussie tijdens het milieuboxenproces.
DELCROIX: Voor mij was de zaak daarmee in elk geval rond. Na de verkiezingen in 1991 had ik het ook zeer druk. De coöptatie in de Senaat moest geregeld worden. Dat vergde veel tijd en overleg want de sociale organisaties rond de CVP hadden allemaal een kandidaat. Ik ben er toen ook in geslaagd om in afspraak met Karel Dillen van het Vlaams Blok en voor de neus van de PS een zesde coöptatie voor de CVP weg te kapen. Die is naar Hugo Vandenberghe gegaan. Dillen begreep goed dat hij met de rechtstreeks verkozen senatoren van het Blok bij de stemming over de coöptatie de keuze had tussen een linkse Waal en een rechtse Vlaming. Hij heeft niet geaarzeld.
U bent toen zelf ook gecoöpteerd senator geworden. Volgens velen was dat de beste manier om u te beschermen, want zo werd u politiek onschendbaar.
DELCROIX: Dat is zever in pakskes. Ik had diverse aanbiedingen uit het bedrijfsleven en ik wilde graag weer die richting inslaan. Herman Van Rompuy en Jean-Luc Dehaene hebben aangedrongen dat ik naar de Senaat zou gaan.
Maar omdat dit in de media bekend was geraakt, kreeg ik in december 1991 ook nog eens het Hoog Comité van Toezicht op mijn dak in verband met het dossier van de smeerpijp. Bij die inval zijn mijn berucht geworden schriftjes in beslag genomen. In feite heeft zich het omgekeerde voltrokken van wat sommigen altijd beweerd hebben. In plaats van rustig gecoöpteerd en zo onschendbaar te worden, is onderzoeksrechter Bruno Bulthé versneld opgetreden om me aan de tand te voelen voor mijn coöptatie.
Wat heeft dit met de milieuboxenaffaire te maken?
DELCROIX: Mijn hoofd stond toen helemaal niet naar een constructie van valse facturen om verkiezingsspots van de CVP te betalen. Wel heeft Jean-Pierre Bleyen op dat moment telefonisch laten weten dat Roggeman en Plascobel nog een tweede keer over de brug wilden komen. Pas achteraf heb ik vernomen dat er bijbestellingen van de milieubox voorzien waren en ik vermoed dat Plascobel die keer wel de hoofdcontractant wilde zijn. Maar ik heb me van dat concrete dossier nooit iets aangetrokken. Bleyen, die Roggeman goed kende, onder meer van het bedrijfsleven en het voetbal in Overpelt, is vervolgens zelf op stap gegaan.
Om via een omweg en een rist facturen een rekening van de CVP bij Hermes te betalen?
DELCROIX: De tweede financiële inspanning van Plascobel bedroeg ongeveer 80.000 euro. Daarvan heeft Bleyen 7500 euro als commissie opgestreken. Dat is te lezen in het gerechtelijk dossier en meteen het duidelijkste bewijs dat hij de architect van de hele constructie is geweest. Waarom heeft de rechter daarover geen vragen gesteld? Ik kende het bedrijf ICC Industries ook niet. Hoe moest ik het dan een dienstenfactuur laten maken voor Plascobel om nadien met dat geld Hermes te kunnen betalen?
Hermes was destijds op mijn initiatief en met kapitaal van de broers Bleyen opgericht om een partijmedewerker met ambities in de audiovisuele wereld te helpen. Hermes werkte tegen een vast maandelijks bedrag voor de partij-vzw Kridemo die de radio- en televisieprogramma’s van de partij verzorgde. Aanvankelijk liep dit goed, maar dan is Chris Lelièvre-Damit directeur van Hermes geworden en hij vond de vergoeding ontoereikend. De broers Bleyen zaten verveeld met dat dispuut. Ze hadden kapitaal in dat communicatiebedrijfje, maar ze kenden ook mij goed en begrepen dat ik de partijbelangen moest verdedigen.
Jean-Pierre Bleyen heeft dan met de beste bedoelingen een uitweg gezocht en daarvoor het geld van Plascobel gebruikt. Op die manier is er een einde gemaakt aan het conflict tussen CVP en Hermes. Tegelijk stroomde er weer wat geld naar dat bedrijf waarvan hij zelf aandeelhouder was.
Daarover wist ik op dat ogenblik echter niets. Bleyen heeft me dat pas een tijd later verteld. Rond Kerstmis ’91 wist ik van hem enkel dat hij vanuit zijn bedrijvengroep ook financieel tussenbeide was gekomen voor twee CVP-kandidaten die gesteund waren door het Limburgse patronaat en de middenstand. Maar dat stond volledig los van het milieuboxencontract. Zo had hij Karel Pinxten (toen CVP, nu VLD) geholpen met een derdenfacturatie voor 37.500 euro en kreeg Eddy Schuermans (CD&V) voor 30.000 euro steun in natura. Het ging dan vooral om verkiezingspanelen en -karretjes.
Uw rol in de hele zaak was met andere woorden onbetekenend?
DELCROIX: Mijn rol is in een aantal media ten onrechte uitvergroot. Ik ben eind 1983 partijsecretaris geworden. De partij had een mislukte Europese campagne achter de rug die 1,5 miljoen euro had gekost. Bovendien was het hele gedoe met derdenfacturatie toen al onoverzichtelijk en onbeheersbaar. Die praktijk – een partij of een politicus bestelde bijvoorbeeld brochures of affiches bij een drukker en liet de factuur sturen naar bedrijf X – was trouwens niet alleen bij de CVP schering en inslag. Ik wilde daar komaf mee maken en in 1985 is CVP-senator Bob Gijs naar het parlement getrokken met een amendement om over te stappen naar een systeem van legale giften en fundraising diners.
Als Plascobel voor zijn tweede gift de gewone legale weg had gevolgd, was er niets aan de hand geweest?
DELCROIX: Natuurlijk niet. Waarom zou ik een systeem dat ik in 1984 zelf in de partij had afgeschaft op het einde van mijn opdracht als partijsecretaris opnieuw toegepast hebben? Waarom zou ik dat gedaan hebben terwijl er genoeg wettelijke technieken waren? Waarom zou ik anders het amendement-Gijs hebben uitgewerkt? Waarom zou ik nadien ook de wet-Dhoore op de partijfinanciering mee voorbereid hebben?
Bovendien is in de constructie van Jean-Pierre Bleyen een eerste factuur van ICC naar Plascobel gegaan op 31 december 1991. De rest is afgehandeld in januari en februari 1992. Sorry hoor, maar op dat moment was ik al geen partijsecretaris meer. Ik ben voor de kerstvakantie van ’91 gecoöpteerd in de Senaat.
Ook voormalig CVP-woordvoerder Willy Buijs zei vorige week in ‘Knack’ dat er geen probleem was geweest indien de betaling aan Hermes volgens de regels van de partijfinanciering was verlopen.
DELCROIX: Plascobel had zijn tweede betaling gerust in verschillende schijven voor en na de jaarwisseling en eventueel via verschillende vzw’s van de partij kunnen doen. Net die mogelijkheid heeft overigens geleid tot felle discussies met Frank Vandenbroucke (SP.A, en toen partijvoorzitter) over de fiscale aftrekbaarheid van giften. Hij wilde dat systeem ruilen voor een volledige overheidsfinanciering van de partijen. Hij heeft nadien zijn zin gekregen, maar ik blijf erbij dat die fiscale aftrekbaarheid een goed en controleerbaar systeem was.
Bijna 15 jaar later hoor ik vaak smalend zeggen dat dit iets was uit het tijdperk van het gesjoemel van Delcroix en co. Nu zou het allemaal heel netjes verlopen. Wel, laten we vooral geen al te rare bekken trekken. Er wordt in deze tijd zoveel met enveloppen onder en boven de tafel gezwaaid dat het niet mooi meer is. Bij de jongste verkiezingen zijn er bergen cash geld verzet en ook de derdenfacturatie is weer helemaal terug. Als een kandidaat 25.000 folders nodig heeft, bestelt en betaalt hij er 5000 zelf om in orde te zijn met de wet op de verkiezingsuitgaven. Voor de factuur van de resterende 20.000 exemplaren wordt bedrijf X of ondernemer Y ingeschakeld. Ook op het bal van de burgemeester of de volksvertegenwoordiger is derdenfacturatie een bekend fenomeen. Dat men dus niet doet alsof de publieke partijfinanciering alles heeft opgelost. Komaan, hè!
Om fiscaal aftrekbare giften te controleren, moet de boekhouding van een partij wel intact blijven. Maar bij Kridemo waren de boekhouding van 1991 en 1992 verdwenen en daarover is volgens Buijs ten onrechte geen vraag gesteld op het milieuboxenproces.
DELCROIX: Heel eerlijk, ik weet van die kwestie niets. Waarom zouden delen van de Kridemo-boekhouding hebben moeten verdwijnen? Volgens mij is de boekhouding van de CVP en haar vzw’s altijd correct gevoerd.
In november 1996 barstte de milieuboxenaffaire los nadat het gerecht in Zwitserland een nota van Jean-Pierre Bleyen gevonden had. Buijs suggereert dat u toen aan bedrijfsrevisor Herman Van Impe hebt gevraagd om delen van de Kridemo-boekhouding te laten verdwijnen.
DELCROIX: Dat is pure larie. In 1996 was ik Vlaams parlementslid en gemeenschapssenator. In die hoedanigheid had ik helemaal geen opdrachten aan de bedrijfsrevisor van de partij te geven.
Ik begrijp absoluut niet dat Willy de pretentie heeft om te zeggen hoe het in 1991 allemaal in elkaar zat. Hij was op dat moment geen mandataris. Hij was ook geen personeelslid van de partij. Dat is pas veranderd in 1994 toen Johan Van Hecke partijvoorzitter werd. Ik denk dat Buijs in het milieuboxendossier via mij Herman Van Rompuy heeft willen treffen. Volgens Buijs heeft die kwade genius Van Hecke buiten gewerkt. Maar ook dat klopt niet.
Tijdens het hele proces in Hasselt bleef u afwezig. Is dat geen tactische fout geweest?
DELCROIX: Ten eerste vond ik principieel dat ik op dat proces niet thuishoorde. Ik had ook geen zin om te bakkeleien met mensen die ik vroeger goed gekend heb. Voorts zou mijn aanwezigheid vooral het mediaspektakel gediend hebben. Ten slotte is er sinds april van dit jaar een nieuwe wet die toelaat dat een beklaagde vertegenwoordigd wordt door zijn of haar advocaat. Mijn advocaat heeft aan de rechter gevraagd of mijn aanwezigheid nuttig en nodig was voor het verloop van het proces. Het antwoord was negatief. Achteraf gezien, is daardoor een situatie ontstaan waarin het gemakkelijker was om mij met de vinger te wijzen en tot spilfiguur uit te roepen, maar ik had vooraf ook meer vertrouwen dat de rechter onafhankelijk zou oordelen.
CD&V-voorzitter Leterme reageerde erg laconiek op het vonnis. Samengevat zei hij: we nemen er akte van en de partij is niet betrokken bij deze zaak.
DELCROIX: Yves heeft me onmiddellijk na het vonnis getelefoneerd. Ik heb hem toen zelf geadviseerd om de partij er zo weinig mogelijk bij te betrekken. Maar in de beeldvorming en bij een aantal militanten is zijn mededeling niet goed overgekomen. Ik denk niet dat Yves het kwaad bedoeld heeft of een ezelsstamp heeft willen uitdelen. Mijn verstandhouding met hem is altijd goed geweest. Hij is me destijds opgevolgd als partijsecretaris. Ik heb hem aangemoedigd om partijvoorzitter te worden en ik geef raad over de partijorganisatie als hij me die vraagt.
U hebt intussen ontslag genomen als zakelijk directeur van de Maastricht School of Management (MSM). Was dat afgesproken als u zou worden veroordeeld?
DELCROIX: In Nederland is men in dit soort situaties nog gevoeliger dan in ons land. Indien het vonnis lichter was geweest en zonder die extra sanctie dat ik in de komende vijf jaar geen openbare functie meer mag bekleden, dan had de zaak er wellicht anders kunnen uitzien. Nu heb ik na overleg met het MSM-bestuur mijn ontslag gegeven. Ik heb willen vermijden dat de MSM schade zou ondervinden. We bekijken in de komende weken welke opdrachten ik met mijn inzichten en contacten nog voor de mensen in Maastricht kan vervullen. In de voorbije drie jaren heb ik daar goed werk geleverd en dat weten ze bij de MSM.
Ik kan u in elk geval verzekeren dat Leo Delcroix niet k.o. is. Ik ga me ook niet vervelen, want ik heb al weer nieuwe projecten op stapel staan.
Daar hoort ook die al zo vaak aangekondigde ‘sleutelroman’ over de hele affaire bij?
DELCROIX: Ja. Misschien publiceer ik dat boek wel in elektronische vorm op mijn vernieuwde website.
Rik Van Cauwelaert
‘Bij de jongste verkiezingen zijn er bergen cash geld verzet en ook de derdenfacturatie is weer helemaal terug.’