De vernieuwingsoperatie van de CVP zit in een stroomversnelling. Vorig weekend werden de lokale voorzitters verkozen. Deze week begint het gezoem in ‘bijenkorven’ en over een maand moeten de contouren van de inhoudelijke vernieuwing zichtbaar worden.
Een bedrijf reorganiseren, de kwaliteit van de productie of de dienstverlening verhogen, nieuwe medewerkers aantrekken en ouder personeel een andere stek geven of afstoten, de marketing en de communicatie op een professionelere leest schoeien: dat gaat allemaal niet zonder slag of stoot. Dezelfde vaststelling geldt voor de vernieuwing van een politieke partij. CVP-voorzitter Stefaan De Clerck zal het niet tegenspreken. Eerst moest hij bewijzen dat hij niet de zetbaas was van de zwaargewichten in de partij. Dan moest hij ervoor zorgen dat zijn parlementaire fracties vertrouwd raakten met hun nieuwe rol in de oppositie. Vervolgens was het zaak om na de opdoffer van 1999 zonder nieuwe kleerscheuren de gemeenteraadsverkiezingen door te komen. En toen hij in oktober vorig jaar eindelijk met zijn ‘Vernieuwingstraject voor de christen-democratie in Vlaanderen’ uitpakte, was de kritiek in de eigen rangen niet van de lucht.
Te licht, te weinig inhoud en te veel nadruk op de structuren. Te veel naar marketeers en managers geluisterd, met hun opgeklopte jargon over high potentials, beehives, civic centers en corporate governance. Zo luidde het. Een niet mis te verstane vingerwijzing kwam er toen ook van Theo Rombouts, de voorzitter van het ACW, die als grootste christelijke organisatie ondertussen volop nadenkt over een herziening van haar politieke strategie en daarmee ook over haar ‘kapitaal van erkende mandatarissen bij de CVP’.
De Clerck maakte een tocht langs de afdelingen, corrigeerde zijn tekst en kreeg een maand later dan toch het unanieme fiat van de partijraad voor zijn plan om van de Vlaamse christen-democratie opnieuw een politieke marktleider te maken en de dialoog met nieuwe mensen aan te gaan in zogeheten bijenkorven.
NIEUW PERSONEEL
Als oppositiepartij zit de CVP al enige tijd op kruissnelheid. Daarvan weet paars-groen ondertussen mee te spreken. De open debatcultuur van de meerderheid zette de CVP aanvankelijk buitenspel, maar intussen hebben de christen-democraten een voet tussen de deur. Ze wisselen inhoudelijke replieken af met stevige plaagstoten aan het adres van individuele ministers. Ze maken handig gebruik van hun goede contacten met de media om de aanvallen op te warmen en weerwerk te bieden. De CVP zet zich vooral af tegen wat de partij de libertaire ‘alles kan, alles mag’-houding van paars-groen noemt.
Ook het vernieuwingsproces dat mikt op een betere profilering van de christen-democratie, het aantrekken van nieuw talent, het slagvaardiger maken van de partijwerking, een nieuw imago en een andere stijl van communiceren, verloopt steeds meer gestroomlijnd. Dat is voor een stuk de verdienste van het nieuwe politieke personeel, dat een sleutelrol speelt in het vernieuwingsproces. Naast De Clerck die als algemeen regisseur de touwtjes stevig in handen houdt, is dat op de eerste plaats kamerfractieleider Yves Leterme. Leterme zit ook de werkgroep ‘inhoudelijke vernieuwing’ voor, die het belangrijke tweedaagse vernieuwingscongres van 28 en 29 september voorbereidt. Sedert Leterme in de Kamer het nieuwe politieke speerpunt van de CVP is en daar veel van zijn energie moet instoppen, zet zijn collega Jo Vandeurzen mee de schouders onder die werkgroep. Nog een ander kamerlid, Pieter De Crem, heeft de taak van ‘hoofdimker’. Hij moet leven in de bijenkorven brengen.
Het is alleszins opvallend dat het zwaartepunt van de partijvernieuwing ligt bij een groep CVP-kamerleden, die zich in een recent verleden vaak met de rol van backbencher moesten verzoenen. Alleen voor de vernieuwing van de partijstatuten – die pas gepland is voor december – zit met de juridisch beslagen senator Hugo Vandenberghe iemand van de oudere generatie aan het roer.
DE LAATSTE RESTANTEN
Het valt moeilijk te ontkennen dat de hele operatie het debat binnen de CVP heeft aangezwengeld. Op persoonlijke websites en op een speciale discussiesite ( axis.cvp.be) leveren verschillende parlementsleden en militanten doorwrochte bijdragen over een eigentijdse Vlaamse christen-democratie. Anderen breken zich het hoofd over een nieuwe partijnaam, nog anderen laten weten dat er geen betere politieke merknaam is dan CVP. De proefballon ‘Fides’ werd intussen van alle kanten vakkundig afgeschoten. Leterme had het over de naam van een hond, De Crem dacht aan hondenvoer. Het behoud van de ‘C’ staat trouwens voor een meerderheid in de partij buiten kijf. Maar de kernwoorden christen-democratisch, Vlaams en volksverbonden in een nieuwe lettercombinatie gieten, is nog een ander paar mouwen.
Opmerkelijk is ook dat op de website van de CVP-Jongeren nog altijd de zeer kritische teksten van voormalig interimvoorzitter Koert Debeuf prominent aanwezig zijn. De jongerenorganisatie van de CVP neemt het De Clerck ook bijzonder kwalijk dat hij bij de recente opvolging van Reginald Moreels en Jean-Luc Dehaene in de Senaat niet een jongere de kans gaf, maar met ‘Unizo-kopstuk Jan Steverlinck’ en ‘oudgediende Jacques D’Hooghe’ vergat ‘een mooie voorzet in de doel te koppen’. De Clerck is volgens de CVP-Jongeren geen lefgozer.
Er is blijkbaar zoveel debat in de CVP dat de interne communicatie over het verder verloop van de vernieuwing soms wat te wensen over laat. En dat leidt geregeld tot heftige discussies op het wekelijkse partijbureau. Volgens sommige leden van dat bureau wijst het spanningsveld op ‘de laatste restanten van 41 jaar regeren’ en op een generatiewissel: de ene strekking is onzeker over de vernieuwing en vindt dat de CVP een beleidspartij moet blijven die het land en de instellingen moet redden; de andere strekking kiest dan weer voor de CVP als harde oppositiepartij, die radicaal nieuwe wegen inslaat.
Soms krijgen de aanvaringen ook een heel inhoudelijk karakter. Na het voorstel van Leterme en fractiegenoot Servais Vanherstraeten om het kerkelijk en burgerlijk huwelijk los te koppelen, zat het er binnenskamers flink tegen. Dat werd nog versterkt door de met het voorstel beoogde scheiding tussen kerk en staat. De band tussen de CVP en de katholieke kerk werd in feite al in het Kerstprogramma van 1945 doorgeknipt, maar in de beeldvorming blijft de CVP de partij van de kerk. En dat hypothekeert de pogingen van de vernieuwers om ook ongelovige kiezers aan te spreken. Sommige CVP-ers willen echter dat de indentificatie tussen de CVP en de kerk behouden blijft. ‘Ik had de indruk dat sommigen willen dat de CVP een christelijk gereformeerd verbond wordt’, onthield een lid van het partijbureau na de clash tussen ‘vernieuwers en behoudsgezinden’. ‘Alles liep bij die laatste groep door elkaar: geloof en politiek, christelijk en christen-democratisch. Zelfs het onderzoeksrapport van Jaak Billiet en Marc Swyngedouw over het kiesgedrag in 1999 werd erbij gesleurd om hun argumenten te staven. Want daaruit blijkt dat regelmatige kerkgangers voor de CVP stemmen. Dat die groep van kiezers alsmaar kleiner wordt, is blijkbaar geen punt.’
CONSUMER BENEFIT
De voorstanders van een duidelijker scheiding met de kerk verwezen dan weer nadrukkelijk naar de aanbevelingen van het communicatiebureau Quattro D’Arcy, dat nauw betrokken is bij het vernieuwingsproces in de CVP. Tijdens een retraite met de partijleiding in het Constant Vanden Stock-stadion begin dit jaar had dit bureau, nogmaals, de binding met de kerk, de vermeende oubolligheid en de associatie met de macht aangestipt als voornaamste handicaps van het CVP-imago. Voor Quattro is de noodzaak om te vernieuwen zeer urgent, hoewel niet uit het oog mag worden verloren dat ‘christen-democratie’ de belangrijkste distinctive factor voor de partij blijft. Maar het bureau vindt dat de CVP dit op een andere manier moet leren communiceren, onder anderen door de consumer benefit, het concrete nut voor de burger, van een bepaalde stellingname sterker in de verf te zetten, iets wat vaak vergeten wordt.
‘De communicatie over het huwelijksvoorstel was in dat opzicht niet erg professioneel en zelfs contraproductief’, meent De Crem. Maar de confrontaties op het partijbureau baren hem niet zoveel zorgen. ‘Het feit dat zulke discussies binnen de CVP plaatsvinden is op zich al vernieuwend en het zoveelste bewijs van de stelling dat een oppositierol bevrijdend kan werken. Er kan wel een probleem rijzen als de meningsverschillen na verloop van tijd niet tot een synthese kunnen worden gebracht.’
De Crem verwijst daarmee ook naar de krachtlijnen van de inhoudelijke vernieuwing, waarvan op 24 april een eerste ontwerptekst klaar moet zijn. Zijn collega Leterme zag in De Morgen alvast zes belangrijke aandachtspunten: een nieuw evenwicht tussen vrijheid en verantwoordelijkheid, het belang van duurzame relatievormen, ruimte voor het maatschappelijk middenveld, aandacht voor zingeving, zorg voor de sociaal zwakkeren, en ‘samenlevingsopbouw’ als remedie tegen de stijgende onzekerheid en individualisering in de samenleving.
OPERATIE ‘NIEUW BLOED’
Naast de inspanningen om de partij inhoudelijk en organisatorisch te vernieuwen, wordt donderdag in Machelen-aan-de-Leie het startschot gegeven voor de parallelle operatie ‘nieuw bloed’ of de werking van de bijenkorven. Stefaan De Clerck haalde Magda Lambert (zie kader) in huis om dat nieuwe politieke talent te coachen. Pieter De Crem werd gebombardeerd tot ‘hoofdimker’ en schuimde sindsdien honderd partijafdelingen en andere fora af om nieuwe mensen voor het opzet warm te maken.
De Crem: ‘Drie factoren zijn essentieel voor de vernieuwing. De partij heeft nieuw politiek talent nodig dat dossiers aanreikt en werkt aan een langetermijnvisie. Ze moet leren op een professionele manier aan politiek te doen. En ten derde moet de partij haar aantrekkelijkheid verhogen door een open gesprek aan te gaan met de burgers. Dat kan niet uitsluitend binnen de klassieke partijstructuren, zoals de lokale afdelingen, die vaak te veel bezig zijn met organisatieproblemen, ledenwerving en het bal van de burgemeester. Bovendien zijn er heel wat mensen die over maatschappelijke problemen willen nadenken, maar niet noodzakelijk in het strakke keurslijf van een partij. In de bijenkorven kunnen mensen als gelijken aan het debat deelnemen. Die korven zijn zowat de fysieke vertaling van onze slogan midden de mensen.’
Magda Lambert: ‘Mensen worden geen lid van een bijenkorf. Ze hoeven ook geen lid van de CVP te zijn. Het is evenmin de bedoeling dat ontevreden CVP’ers overstappen naar een bijeenkorf. De mensen komen omdat het hen boeit en vertrekken wanneer het hen niet langer interesseert.’ Totnogtoe meldden zich zevenhonderd mensen. Voor een groot deel prijkten hun namen al op de talentenlijst die na de gemeenteraadsverkiezingen werd gemaakt. Opmerkelijk bij al deze ‘nieuwe talenten’ die de bijeenkorven zullen bevolken en animeren: 90 procent heeft een lidkaart van de CVP op zak, de mannen (69 procent) zijn in de meerderheid, de helft is jonger dan dertig en driekwart heeft een diploma hoger onderwijs. De vijf thema’s die in hoofdzaak hun belangstelling wegdragen zijn jeugd, onderwijs, het verenigingsleven in brede zin, ruimtelijke ordening en het bedrijfsleven. De vijf domeinen die opvallend weinig enthousiasme opwekken zijn gelijke kansen, derde wereld, bio-ethiek, senioren en landbouw.
DRIE SOORTEN KORVEN
De huidige samenstelling van de korven brengt een aantal zwakke punten aan het licht. ‘We moeten meer vrouwen, meer lager geschoolden en meer niet-CVP’ers aanspreken’, aldus Lambert. Zij werkte een model uit met drie soorten bijenkorven. ‘Er zijn streekkorven, waarin de deelnemers werken rond een streekgebonden thema. De deelnemers luisteren naar het hedendaagse middenveld en proberen door netwerking met organisaties en mensen concrete oplossingen te formuleren. In Antwerpen zal bijvoorbeeld de wijkwerking worden herbekeken. Daarnaast zijn er politieke bijenkorven, die nadenken over de rol van de politiek in de 21ste eeuw. Met name de impact van het fenomeen globalisering en stijgende invloed van de media op het politieke bedrijf zullen daar aan bod komen. Dat debat trekken we op gang via de website. Tenslotte zijn er toekomstverkennende bijenkorven, die proberen nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen in kaart te brengen.’
Tot die laatste soort behoort inmiddels ook de Christen-Democratische Vernieuwing (CDV) van Johan Van Hecke. Van Hecke was aanvankelijk vooral een ‘stoorzender’ in de vernieuwingsplannen van De Clerck. Van Heckes visie kreeg ook forse tegenwind van Herman en Eric Van Rompuy. Zij verwerpen de aanpak van Van Hecke wegens ’te humanistisch en te ecologisch’ en zodoende in tegenspraak met het christendemocratische gedachtegoed. De Clerck heeft CDV nu toch aan boord gehesen, hoewel Van Hecke vasthoudt aan zijn soms controversiële standpunten. Voor hem moet de CVP geen centrum-, maar een volkspartij worden, die zich radicaal sociaal-progressief opstelt in plaats van ethisch-conservatief. ‘Een verkrampt katholicisme’ is aan Van Hecke niet besteed. Niet voor niets heet het manifest waarmee hij tegen het congres van september klaar wil zijn ‘Tegen de stroom in’.
Lambert en De Crem daarentegen zien september liever niet als een belangrijk scharniermoment voor de bijenkorven. Ze werken niet onder tijdsdruk, ‘het congres is geen vervaldatum,’ klinkt het. Ze verwachten wel dat de bijenkorven op termijn de CVP inhoudelijk zullen verrijken en hopelijk wat ‘goodwill’ voor de partij zullen creëren. Maar een opstapje naar een ministerpost is het bijenwerk zeker niet. Of misschien toch? De Crem: ‘In de kering hopen we natuurlijk wel mensen mee te nemen in de actieve politiek en in de nieuwe CVP’.
Han Renard Patrick Martens