“Vader, we moeten een pc kopen van de prof. ” De tijd dat moeder de tesis en de papers uittikte, is voorbij. Hoe rusten ouders het gezin uit voor het jaar 2000 ? Waar moet de gebruiker op letten ?
Wie geen eigen computer bezit, wordt door gegoede academici snel beschouwd als een proleet. Getypte teksten, hoe verzorgd ook, doen sinds enkele jaren behoorlijk kneuterig aan. Een tekstverwerker is ongetwijfeld praktischer. Verbeteringen aanbrengen kan daarmee zonder vervelende gevolgen in de bladnummering en de ordelijke opbouw van een werk. Het argument van de professoren is : voor computeranalfabeten is er binnenkort geen plaats op de arbeidsmarkt. Wie beschikt over de middelen en de sociale kontakten, vindt zijn weg en geraakt vooruit in de maatschappij. De minderbedeelden kennen de weg niet en blijven aan de kant. De wereld van computers en informatiesnelwegen spreekt van information haves en have-nots.
“Hebben ze op de universiteit dan geen pc’s ? ” zal een bezorgde ouder zich afvragen. Inderdaad, maar die computers zijn niet voor iedereen beschikbaar. Hoogleraars en assistenten gaan voor. Naargelang van de fakulteit en de universiteit krijgt een student een zogenaamde account. In de computerlabs moet hij telkens een formulier invullen en ook op het toestel moet hij zich kenbaar maken door middel van een paswoord. Wie dit kafkaïaans proces doorspartelt, merkt al snel dat het computerlaboratorium na de lessen de deuren sluit. Spijbelen of een computer kopen, zijn de enige alternatieven.
Welke computer loont de moeite ? Hoeveel mag die kosten ? Het is als vragen hoe ver de horizon ligt en wanneer die is bereikt. Het beste en het duurste blijkt de dag na aanschaf hopeloos verouderd. Wachten helpt al evenmin. In de dynamische computersektor kan een voorzichtige klant eeuwig wachten. De ideale computer voor een student is een draagbare. Tot voor kort was de aanschaf van zo’n toestel van minder dan een kilo een utopische wens. Die dingen zijn hun gewicht letterlijk in goud waard. DEC heeft nu een dergelijk, ultraplat toestel dat in elke boekentas past. Apple heeft met de Duo’s eveneens interessante speledingetjes, die in elke schoudertas passen en nog ruimte laten voor een ringmap. Thuis haakt de student het ding aan een zogenaamd docking-station met kleurenscherm en extra harde schijf. Het maneuver is het best te vergelijken met het aansluiten van een uitneembare autoradio. De Duo wordt vervolgens een echt bureaumodel. Andere fabrikanten zoals AT&T en Hewlett-Packard produceren eveneens toestellen met thuisbasis.
DAGDROMERIJ.
Een student mag in zijn vrije tijd jammer genoeg niet zoveel verdienen (als hij geen belasting wil betalen en zijn ouders de kinderbijslag niet willen kwijtspelen). Gelukkig volstaat een maand hard werken tegenwoordig om een sub-notebook (kleine, compacte computers zoals de Aero van Compaq) aan te schaffen. De serieuze tuigen kosten daarentegen al snel honderd à tweehonderdduizend frank.
Enkele jaren geleden pleegde een stukadoor uit Merksem nog zelfmoord nadat zijn studerende vriendin hem had laten zitten met een dure lening voor een computer met randapparatuur. Zelfs met studentenkorting kostte de goedkoopste Macintosh in 1990 nog ruim 89.000 frank zonder printer. Een student mocht echter slechts 78.000 frank belastingvrij verdienen met bijbaantjes. Ook een pc-kloon of wit produkt kostte in de winkel om de hoek ruim 50.000 frank. Een degelijke printer kostte zelfs veel meer. De fotokopiezaken rond de universiteiten groeiden al snel uit tot print-shops. De studenten trokken er met hun schijfjes heen om hun teksten te laten afdrukken. De programmeurs van computervirussen wreven zich in de handen. Sinds de grote fabrikanten zoals Compaq, Apple Computers en IBM zich in 1994 op de konsumenten gingen koncentreren zakten de prijzen drastisch.
Binnen het gezin kan iedereen voordeel halen uit de computer. De typische thuiscomputer bevat immers fax-modem, cd-rom-speler en geluidskaart. Dank zij de geluidskaart en de cd-rom-speler wordt de thuiscomputer een boeiend amusementstoestel. Het interessantst is de fax-modem. De computer wordt tegelijk een fax-toestel en een oprit naar de in aanbouw zijnde informatiesnelwegen zoals Internet, Europe Online, CompuServe…
De gebruiker moet echter opletten dat hij, omwille van een iets lagere prijs, geen sterk verouderde apparatuur in huis haalt. Een pc op basis van een 386-processor van Intel en een modem die geen 9600 bps (de snelheid) haalt, zijn uitgesloten. Ook de harde schijf en het interne geheugen (ram) mogen niet aan een grondige inspektie ontsnappen. Qua harde schijf is 80 Mb in een draagbare computer en 250 Mb in een kantoormodel het absolute minimum. Ook bij het interne geheugen is meer beter. (Bij computers is meer altijd beter, tenzij bij de toegangstijd van de gegevensdragers zoals harde schijf en cd-rom.) Alles onder 4 Mb ram valt onherroepelijk af. De geheugenchips zijn zowat de ruwe diamanten in de computersektor. Een geheugen-module of chip wordt per stuk verkocht en de prijs is vrij konstant omdat de chips niet zo snel verouderen. 1 Mb kost ongeveer 1.000 à 1.500 frank. Fabrikanten kunnen dus 4.000 frank besparen door in plaats van de vereiste 8 Mb slechts 4 Mb ram te installeren. De konsument kan geheugen bijkopen, maar in veel gevallen moeten de reeds betaalde 4 Mb eruit, om plaats te maken voor de nieuwe 8 Mb. De klant betaalt dus voor 12 Mb en krijgt slechts 8 Mb. Wie geheugen koopt, moet trouwens altijd zijn oude SIMMS (serial inline memory modules), SIPPS enzovoort vragen. Je weet nooit dat ze nog eens van pas komen (zo denkt de verkoper natuurlijk ook).
GODSDIENSTOORLOGEN.
In de computersektor bestaan er twee strekkingen : die van de Apple-adepten en die van de Windows-aanhangers. De Italiaanse auteur Umberto Eco vatte de botsing kernachtig samen. De gebruikers van een Macintosh van Apple zijn de jezuïeten en de pc-gebruikers zijn de protestanten. De hele diskussie heeft overigens veel weg van een godsdienstoorlog. De Macintosh is volgens Eco contrareformatorisch in zuivere jezuïeten-stijl. De gebruikers worden in een keurslijf gedwongen, moeten stap voor stap werken naar niet de hemel maar naar het printen van een dokument. “De katechismus ten voeten uit, ” aldus Eco. De essentie van de openbaring wordt bevestigd door ikonen (pictogrammen in goed Nederlands, maar icons in het Engels). Bij de Mac heeft iedereen recht op een goed lot.
Dos is protestants, calvinistisch. Het laat de vrije interpretatie van de heilige teksten toe, vergt persoonlijke en moeilijke beslissingen en vereist vooral een subtiele hermeneutiek (kennis van de bronnen van een tekst). Niet iedereen heeft bij Dos dus recht op heil. Eco trekt de vergelijking nog verder door : om zeker te zijn dat het systeem werkt, moet de gebruiker autonoom interpreteren, alleen in het diepst van zijn gekwelde geest. Umberto Eco past ook multi-miljardair Bill Gates van Microsoft een kleedje. Windows maakt Dos behoorlijk wat intoleranter. Windows, alsnog Eco, is het Anglikaanse schisma. Inclusief katedralen en groots ceremonieel vertoon, maar met de mogelijkheid om een zijsprongetje te maken naar Dos om de boel weer aan elkaar te knutselen. Bij Windows kan de gebruiker vrouwen en homo’s dus mee laten bidden als hij dat absoluut wil. Wat is de onderliggende machinetaal dan ? Volgens Eco is dat je reinste Oud Testament, met brokken talmoed en kabbala.
Wat is nu het beste ? Alles hangt af van wat de gebruiker met zijn machine wil doen. Neem een hevige Macintosh-liefhebber, die een PowerMac, PowerBook en Classic bezit. Voor tekstverwerking, tekenen, het bewerken van foto’s en het spelen van grafische spelletjes gaat er waarschijnlijk niets boven een PowerMac. Voor sommige toepassingen, zoals het werken op Internet, is het kompromisloze gedrag van de anders zo gebruiksvriendelijke Mac onuitstaanbaar. En daarom werkt dezelfde Mac-fan dus liever op een zeer zware pc waar hij, indien nodig, zelf tot in de duisterste crypten kan afdalen om wat krom is recht te trekken. Apple verkoopt sinds enkele weken een nubus-kaart met daarop een 486-chip en een Soundblaster-kaart, zodat elke PowerMac 6100 tegelijkertijd een IBM-compatibele pc kan bevatten. Voor wie zelfs dat niet wil, blijft er nog steeds het uitmuntende SoftWindows voor de PowerMac van Insigna. De meeste populaire commerciële toepassingen werken perfekt binnen een dergelijke konfiguratie, maar let wel : elke programmeur kan direkt apparatuur aanschrijven om tijd te winnen en die apparatuur zit niet in de PowerMac. De toepassing zal met andere woorden vastlopen.
Volgens het marktstudiebureau Dataquest is Apple Computer de marktleider bij de Belgische konsumenten. De thuisgebruiker werkt, volgens de studie, in 17,1 procent van de gevallen met een Macintosh. Vooral gezinnen en kinderen blijken belangstelling te hebben. In de bedrijfswereld is Apple slechts de derde qua verkoop in België en de IBM-compatibele pc’s staan toch voor zo’n 90 procent van alle pc’s. De volgende grote leverancier aan konsumenten, Vobis, kondigde echter aan heuse Mac-klonen te zullen gaan fabriceren zo gauw de onderdelen ook bij derden te koop zijn. Ook Pioneer, Power Computing (een dochter van Olivetti) en Radius besloten PowerMac-klonen te gaan produceren. Olivetti, Acer en andere grote bedrijven zouden naar verluidt op vinkentouw zitten.
TELEVISIE.
Apple kombineerde vorig jaar al televisie met de Macintosh Performa 630. De gebruiker kan tv-kijken op zijn Mac. Hij kan zelfs teletekst raadplegen en de beelden en teksten bewerken op zijn toestel. Elke Mac is ook standaard uitgerust met alle toeters en bellen om hem in een netwerk te hangen. Iemand met twee Mac’s kan ze zonder moeite koppelen en bepaalde zaken delen (bijvoorbeeld harde schijven en printers). Bij een pc komt daar toch iets meer bij kijken. Het jongste besturingssysteem van Apple bevat eveneens al het nodige om op Internet te gaan, maar ook OS/2 Warp van IBM bevat dergelijke uitbreidingen (OS/2 Warp is zelfs beter uitgerust voor Internet).
De naam is gevallen : OS/2 Warp. OS/2 is een modern 32-bits besturingssysteem voor IBM-compatibele pc’s. Het uiterlijk gelijkt zeer veel op het besturingssysteem van de Mac en het is veel krachtiger dan de huidige versies van Windows en MS-DOS. OS/2 Warp is echter net als al zijn voorgangers kieskeurig wat betreft apparatuur. Het minste, goedkope onderdeeltje volstaat om OS/2 Warp van de kook te brengen. IBM staat zonder twijfel garant voor technologisch prachtige ontwikkelingen, maar de ondersteuning naar de klant toe is wat anders. Bij een ingewikkeld probleem is de kans groot dat de gebruiker meer materiekennis bezit dan de helpende hand bij Europ Assistance (dat de Helpline van IBM runt).
Bij de keuze van het merk (dus niet het toestel) zijn er drie criteria : de ondersteuning, de ondersteuning en de ondersteuning ook wel support genaamd. Een thuisgebruiker die een apparaat koopt, vraagt eerst en vooral of er een Nederlandstalige handleiding bij zit. Vervolgens vraagt hij of de leverancier het hele apparaat ook in elkaar zet bij levering. Een wasmachine wordt ook niet in een bouwdoos geleverd. De klant vraagt niet dat zijn pc 25 jaar huwelijk overleeft, maar hij zou wel mogen verwachten dat hij de service na verkoop krijgt die ze bij de verkoop van een goede wasmachine geven.
Bij ondersteuning komt een tweede aspekt kijken : kontinuïteit. Bestaat de leverancier van de thuis-pc volgend jaar of binnen twee jaar nog ? Niemand heeft iets tegen dozenschuivers of verkopers van witte produkten, maar het kiezen voor een grote internationale naam zonder rode cijfers is toch altijd een beetje veiliger. Binnen die kontekst kan een klant, zonder goede tegenindikaties, dus kiezen uit een kleine groep bedrijven zoals Compaq, Hewlett-Packard, Vobis (annex Escon), IBM, AST, Tulip, Acer… zelfs Digital Equipment Corp. en Olivetti komen dankzij de recente positieve resultaten weer in aanmerking. De gebruiker elimineert vervolgens op aanbod, technische ondersteuning en prijs.
Een goede truuk om de ondersteuning te testen, is nog voor de aankoop op vrijdag rond vier uur bellen naar de hulplijn en een vraag stellen zoals : “Mijn pc start normaal op, maar mijn muis wil niet werken. Ze lijkt wel dood. Wat nu ? ” Een andere vraag zou kunnen luiden : “Ik heb mijn tekst al vier keer geprint en de printer wil maar niet starten. Wat nu ? ” Voor u een probleem heeft, kan u dus nagaan of de telefonische ondersteuning deugt. Onvriendelijke reakties, terugbellers die niet terugbellen en dergelijken kan de thuisgebruiker onverbiddellijk schrappen.
EXOTISME.
Hetzelfde principe geldt voor de aankoop van de toepassingen. Veel gebruikers vergeten dat het meeste geld kruipt in de toepassingen of programma’s. De prijzen van de populaire toepassingen zoals WordPerfect, Word, Excel, FoxPro, Lotus 1-2-3, Paradox, dBase en Quattro Pro zijn de jongste maanden aanzienlijk gedaald dankzij de zogenaamde Office Suites (een tekstverwerker, een rekenblad, een presentatie-pakket en een databank voor de prijs van één). Software-bedrijven verdienen echter hun geld met upgrades of verbeteringen. Elke nieuwe versie die fouten verbetert of extra’s toevoegt, kost geld. De versies of upgrades volgen elkaar ontzettend snel op. Een thuisgebruiker kan gerust een aantal upgrades overslaan als hij tevreden is over zijn programma. WordPerfect 5.1 voor Dos is zo’n prachtig uitgebalanceerd programma dat, bijvoorbeeld, nooit aan vervanging toe leek. Doordat de toestellen verbeterden en er andere en betere printers op de markt kwamen, bleek WP 5.1 plots niet meer zo fantastisch : het werkte niet met kleurenprinters van HP (die printers bestonden in 1990 niet), faxen vanuit WP was omslachtig enzovoort.
Exotische toestanden kunnen op het eerste gezicht leuk lijken, maar programma’s die niemand anders gebruikt en die moeilijk te krijgen zijn, mogen nog zo briljant in elkaar zitten : ze deugen niet. Niemand haalt het immers in zijn hoofd om een wagen te kopen waarvoor geen wisselstukken te krijgen zijn. Waarom dan wel zulke pc’s of programma’s binnenhalen ?
Alvorens een toepassing te kopen, informeert de thuisgebruiker best eerst waarmee ze op school, op de universiteit en op het werk van pa en ma werken. Bij de meeste pc’s wordt standaard een zogenaamd geïntegreerd pakket geleverd (Microsoft Works, WordPerfect Works, Claris Works of exotischere Works). Geïntegreerde pakketten bevatten rekenblad, kommunikatie-programma, tekstverwerker en databank. Voor de gemiddelde gebruiker is dat ruim voldoende.
Wie echter een tesis moet schrijven, is bijna verplicht om een deftige tekstverwerker te nemen met voetnoten-apparaat en mogelijkheden om indexen en bibliografische referenties aan te maken. Wie zijn persoonlijke financiën wil verrekenen op de computer of de stand in zijn wijnkelder wil bijhouden, kiest dan weer beter voor een serieus rekenblad of databank-programma. In dat geval kan het nooit kwaad te informeren of een leverancier, bijvoorbeeld, Microsoft Office bij het toestel levert in plaats van Microsoft Works. Als het niet als optie kan, beding dan een korting voor het weglaten van MS Works, want dat kan u vervolgens missen. Sommige software-huizen zoals Oracle bieden de gebruiker zelfs de kans om hun toepassing een tijd gratis te gebruiken. Liefhebbers van een databank-programma vragen, bijvoorbeeld, gratis Personal Oracle 7 voor Windows bij hun pc.
Ondanks de prijsdalingen van de populaire toepassingen zoals rekenbladen, tekstverwerkers en databanken, blijven specifieke toepassingen zoals AutoCAD (computerondersteund ontwerpen) en MapInfo (desktop mapping of geomarketing) biezonder duur. Studenten leren op school echter met die programma’s werken. Een kopie mee naar huis nemen, is illegaal en dus strafbaar. Die regel is voor minvermogende studenten ronduit belachelijk en in zekere zin ondemokratisch. Bij WordPerfect hadden ze vroeger een speciaal tarief voor de studenten.
AutoCAD geeft in het buitenland soms ook kortingen aan studenten architektuur. Vragen staat vrij en als er plots een halve fakulteit belt, zullen de kortingen allicht spontaan het daglicht zien. Geen enkele student kan zomaar 50.000 tot 80.000 frank neertellen voor een programma waar hij, behalve punten, niets mee kan verdienen. Het software-bedrijf kan een overtuigde gebruiker met gratis mondelinge reklame winnen. Een klant verliezen, doet het bedrijf toch niet, want officieel kopen zou die student toch nooit. Dus liever een student tegen de prijs van de boeken en de diskettes dan een gebruiker van een piratenkopie.
Buiten het informeren naar de ondersteuning van hardware en software is de thuisgebruiker op zelfstudie aangewezen. Bedrijven betalen zonder nadenken een dure kursus voor hun personeel, maar de thuisgebruiker is op zichzelf en vrienden aangewezen. Lees de handboeken, maak aantekeningen bij elke installatie van apparatuur of programmatuur en kleef etiketten aan de draden achteraan de computer. Een kleine investering in goede tijdschriften en boeken kan zowel voor als na de aanschaf van een computer een goede investering zijn. De computer is weliswaar een veredelde soepmixer, maar het helpt altijd om te weten hoe iets werkt. Mocht er toch nog iets mislopen ? Indien de thuisgebruiker niet kan deduceren wat er misloopt, rest er hem de gouden regel : afblijven.
Lode Goukens
Laat alles installeren, een wasmachine wordt ook niet in een bouwdoos geleverd.
Kiezen kan door eliminatie : eerst komt het aanbod, dan de ondersteuning en de prijs.