Een leugendetector, een analyse van de vezels van kleding-stukken, een analyse van plantenresten die in de kleding werden teruggevonden, een wijkstudie, langdurige ondervragingen en een analyse van de manier waarop Abdallah Ait Oud feiten probeert te weerleggen en hoe hij zich gedraagt. Het gevecht om de waarheid te doen zegevieren. Het verslag van een zoektocht vanuit het assisenhof van Luik.

Op vrijdagnamiddag 9 juni 2006 zit een koppel in een studio in de rue Fétinne 164 in Luik op een bed te eten. Abdallah Ait Oud en Christelle B. zijn zes maanden samen. Ze hebben een relatie die zij ‘passioneel’ noemen. Hij heeft zijn studio op de eerste verdieping in de rue Saint Léonard 231 nog. Ze verhuizen al een tijdje van de ene naar de andere studio, naargelang van de amoureuze en professionele omstandigheden.

Ze eten op het bed. Christelle heeft geen stoelen of tafel. Op het bed liggen een rode en een zwarte sprei met Chinese motieven. De sfeer is gespannen. ‘Ik wil niet dat je nog langer in Les Armuriers achter de toog staat’, zegt Abdallah. Les Armuriers is een café in de rue Saint Léonard dat de klok rond open is. Christelle B. werkt er ’s nachts.

‘Goed,’ zegt ze, ‘ik kap ermee.’ Ze zien de toekomst rooskleurig tegemoet. Christelle telt in gedachten het geld. Ze wil de toekomst liever een dag later laten beginnen. ‘Na vanavond kap ik er echt mee. Laat me er nog een nacht werken.’

Die dag is er braderie in de rue Saint Léonard. Een dag die veel extra belooft.

Na het eten en het beslechten van de ruzie, vrijen ze. Ze vrijen niet weinig. Ze vrijen vaak. Voor ze naar de stad vertrekken, stopt Christelle wat extra kleding in een plastic zak. Na haar dienst is ze van plan bij Abdallah te blijven slapen. Zijn studio ligt maar een paar huizen verwijderd van Les Armuriers.

’s Middags vertrekken ze richting stad. In de rue Feronstrée kopen ze witte sportschoenen voor Abdallah. Hij kan niet wachten om ze aan te trekken. Hij doet ze in de winkel al aan. Zijn oude sportschoenen neemt hij mee in een plastic zak. Vanuit de rue Feronstrée lopen ze naar de rue Saint Léonard. De braderie is al begonnen. Voor Les Armuriers staan een podium en een springkasteel. Boven de poort van het springkasteel hangt een lachende clown.

Om 19.00 uur begint Christelle B. haar nachtdienst in het café. Ze geeft de plastic zak met haar kleren mee aan Abdallah. Ze vraagt hem tampons voor haar te halen. Hij brengt haar zak naar zijn studio en komt terug naar het café. Hij ziet er netjes uit, zoals altijd. Hij draagt een wit T-shirt, een jeans met negen opgestikte zakken en zijn nieuwe witte sportschoenen. Hij ontmoet er Bob, aan wie hij ‘la blanche’ vraagt. Robert heeft geen cocaïne, zegt hij. Abdallah ziet een kennis bij wie hij wel cocaïne kan versieren. Abdallah en Bob gaan naar het huis van Bob thuis, en roken er samen coke. (Die avond zal Abdallah ongeveer een gram cocaïne gebruiken.) Dan gaan ze terug naar Les Armuriers. Het is er nog altijd feest. Abdallah drinkt zoals gewoonlijk Pisang Ambon Orange met peket, de bekende jenever van Luik. (Die avond zal Abdallah veel te veel Pisang Ambon drinken, zegt hij later.)

DWAALTOCHT

Vanuit het raam ziet Christelle dat Abdallah samen met zijn ex-vriendin en haar collega van Les Armuriers aan een tafeltje zit. Ze wordt jaloers. Hij heeft trouwens geen tampons voor haar bij zich. Ze vraagt aan een vriendin of ze voor haar tampons wil halen. Dan roept ze door het café: ‘Abdallah, bedankt voor de tampons!’ Abdallah voelt hoe boos ze wordt. Hij verlaat Les Armuriers.

Ondertussen springen er veel kinderen op het springkasteel. Ook de zevenjarige Stacy en de elfjarige Nathalie, twee stiefzusjes, die zijn meegekomen met Thierry Lemmens en Catherine Dizier. De plastic clown beweegt mee.

Wanneer het later wordt, dansen de kinderen op het podium. Ze kennen de buurt. Ze lopen nu en dan naar het speelplein vlak bij hun oude school op de Place de la Vieille Montagne. Ze komen regelmatig terug naar Les Armuriers om wat te drinken, te eten, en gaan dan weer de straat op.

Om 23.00 uur wordt het verkeer in de rue Saint Léonard opnieuw toegelaten. Een half uur later wordt het springkasteel afgelaten. De clown verschrompelt.

Rond die tijd dwaalt Abdallah wat rond in de buurt van Les Armuriers. Hij spreekt een paar jongeren aan die op een plein verderop zitten te barbecueën. Hij vraagt hen of ze mee gaan schildpadden zoeken. Ze willen niet. Als hij ter hoogte van Fortisbank is, stopt er een zwarte Chrysler Stratus cabriolet vlak bij hem. Abdallah stapt in. Hij laat zich afzetten bij het café. De mannen zetten de muziek in hun auto harder, ze hebben er de boxen voor. Abdallah biedt hen een glas aan. Wanneer ze vertrokken zijn, blijft hij buiten op de stoep van Les Armuriers. Op het podium spelen en dansen wat kinderen. Ook Nathalie en Stacy.

Het wordt later. Voorbij één, twee uur. Catherine Dizier en Thierry Lemmens willen naar huis en zoeken de kinderen. Ze vinden ze niet. Iemand roept: ‘Stacy!’ Iemand roept ‘Nathalie!’ Even later is er door de straten nog meer geroep te horen. ‘Stacy! Nathalie!’ Thierry Lemmens en enkele cafégangers zoeken de kinderen in de buurt. Op zaterdag 10 juni om 3 uur, 13 minuten en 22 seconden belt Catherine Dizier de 101 om te melden dat haar kinderen verdwenen zijn.

De politie komt ter plaatse. De federale politie en het parket worden op de hoogte gebracht van een ‘onrustwekkende verdwijning’.

Christelle, die Abdallah sinds twee uur ’s ochtends niet meer heeft gezien, vraagt zich aan het eind van haar dienst om 7.00 uur ’s ochtends af, waar Abdallah blijft. Anders komt hij haar altijd zo trouw na haar dienst ophalen. Het is zaterdagochtend 10 juni 2006.

DE ONDERZOEKEN

Bijna twee jaar later zit Abdallah Ait Oud in de beklaagdenbank van het assisenhof in Luik. Hij ziet er nog altijd even net uit. Hij is niet groot. Soms luistert hij geconcentreerd naar wat de getuigen te zeggen hebben. Soms komt hij tussenbeide. Meestal rustig. Soms kijkt hij naar het grote scherm waarop beelden geprojecteerd worden. Het beeld van het levenloze lichaam van Nathalie, gevonden op woensdag 28 juni 2006 door een ploeg van de civiele bescherming en de leden van het politieteam van verdwenen en vermiste personen. Het is het beeld dat Jean Poesmans, lid van de civiele bescherming, zag toen hij die woensdag om 10.30 uur tijdens een zoektocht langs de spoorweg, niet ver van Les Armuriers, een metalen plaat van het afwateringssysteem optilde. Het beeld van wat de leden van de ploeg kregen van Stacy toen ze 4,5 uur later en 12,70 meter verder een ander metalen deksel oplichtten. Abdallah Ait Oud, die in de gevangenis graag naar Star Academy kijkt, kijkt nu naar levenloze lichamen. Hoewel hij de enige verdachte is in de zaak, blijft hij iedere betrokkenheid ontkennen.

Volgens onderzoeken zouden de lichamen van de meisjes op zondag 11 juni 2006 rond 5.00 uur in het afwateringskanaal gedumpt zijn. Ze zouden met de hand gewurgd zijn. Nathalie zou anaal verkracht zijn. Als een van de advocaten van de ouders van de slachtoffers aan Ait Oud vraagt wat hij dan denkt van iemand die zoiets gedaan heeft, antwoordt hij: ‘Wie zoiets doet, is een monster.’

Het proces dat in Luik begon als een proces tegen ouders die hun kinderen te laat alleen laten buitenspelen, is nu een proces geworden tegen de ‘leugen’ en de ontkenning. Het is voor het eerst in de geschiedenis dat in een assisenproces zoveel forensisch wetenschappelijk bewijsmateriaal wordt aangevoerd. Zowat alle mogelijke forensische en politionele onderzoeks-technieken kwamen de voorbije dagen aan bod. Abdallah Ait Oud werd vele uren ondervraagd door de beste ondervragers. De hele buurt werd straat per straat uitgekamd. In de wijk Saint Léonard leefden er op het ogenblik van de feiten meer dan veertig pedofielen. In Les Armuriers zouden er die avond negen mensen aanwezig zijn geweest die in het verleden genoemd werden in dossiers met betrekking tot zedenfeiten met minderjarigen. Alle amateur-video’s en foto’s die de avond van het verdwijnen van de meisjes werden genomen, werden in beslag genomen. Heel wat gsm-verkeer werd geanalyseerd. Ait Oud kreeg de eerste dagen van zijn arrestatie een infiltrant van de politie in zijn cel. Honderden mensen werden ondervraagd.

Maar het opvallendst van alle getuigen tijdens het proces zijn de wetenschappers van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC), die de kleding van Abdallah Ait Oud en die van Stacy en Nathalie onderzochten.

Dat het bewijsmateriaal in de kleding zou zitten, vermoedden de speurders al langer, zo wordt tijdens het proces duidelijk. Op 11 juni 2006, de ochtend waarop de lichamen van de meisjes omstreeks 5.00 uur gedumpt zouden zijn in het afwateringskanaal, zit Driss Z. op zijn drempel aan de rue Vivegnis, vlak bij de spoorweg, op zijn djembé te spelen. Rond 5.45 uur, zo vermoedt hij toch, ziet hij Abdallah – ook een djembéspeler – passeren. Abdallah ziet hem, maar zegt niets. Driss is verbouwereerd, en niet zozeer om zijn stilzwijgende vriend. ‘Ik vond dat hij er verward uitzag. En zijn kleren waren vuil. Terwijl ik Abdallah ken als iemand die nauwelijks een spatje op zijn hemd kan verdragen.’

Nu was het gewoonlijk de moeder van Christelle die de was deed van Christelle en Abdallah. Maar die zondag getroostte Abdallah zich de moeite om zijn eigen was te doen. Wanneer de politie op 11 juni 2006 een huiszoeking doet bij Abdallah Ait Oud, vinden ze een wit T-shirt dat hangt te drogen en een jeansbroek in het sop. Op het NICC nemen ingenieur textiel Fabrice Gason en zijn ploeg de kleding onder handen. Het vezelonderzoek werd verricht op de kledingstukken die bij Ait Oud werden gevonden en die hij de avond van de feiten droeg. Ook de kleding van de meisjes werd onderzocht. Doordat ze zo lang in het water hadden gelegen, was 90 procent van de vreemde vezels op hun kleren al weggespoeld. Het wasje van Ait Oud had 95 procent van de vezels op zijn kleren doen verdwijnen. Toch kon er in de plooien van de kleding van de meisjes en dankzij de negen zakken op de jeans van Ait Oud nog materiaal worden gevonden. De nieuwe sportschoenen die Ait Oud samen met Christelle gekocht had, zijn nooit teruggevonden. De speurders vermoeden dat hij ze heeft weggegooid omdat ze nat waren geworden.

De experts onderzochten 3712 vezels, die ze met een speciale kleefbandtechniek van de betrokken kledij verzamelden. ‘Het was onze bedoeling te onderzoeken of er op de kleding van de slachtoffers vezels aanwezig waren van de kleding van de verdachte en vice versa.’ Uit het rapport van 65 pagina’s met foto’s en schema’s concludeert Gason dat er vezels van de kleren van Ait Oud naar die van de meisjes is gegaan en omgekeerd. ‘Dat bevestigt de hypothese dat er de nacht van de feiten contact is geweest tussen de slachtoffers en Abdallah Ait Oud. Het contact moet hevig en gewelddadig zijn geweest.’

Op de kleding van de slachtoffers werden meer dan 1611 vezels van blauw katoen en 32 niet-gekleurde polyestervezels van de jeans van Ait Oud gevonden. Op het T-shirt en de broek van Stacy werden 16 polyamide- en viscosevezels gevonden die overeenkomen met een deel van de textuur van het T-shirt van Ait Oud. Zowat 35 vezels van grijs katoen op de kleding van Ait Oud corresponderen met de vezels van de achterkant van de broek van Nathalie. Er zijn 8 grijze polyestervezels op het T-shirt van Stacy en op de broek van Nathalie teruggevonden die corresponderen met de vezels waaruit de slip van Abdallah Ait Oud is samengesteld.

Meer nog. 134 katoen- en polyestervezels met een rode en zwarte kleurstof die gevonden is op de kleding van Ait Oud en 8 vezels op de kleding van beide slachtoffers corresponderen met de vezels van de rode en zwarte bedspreien met Chinese motieven die bij Christelle in beslag werden genomen.

Volgens Ait Oud is de aanwezigheid van de vezels te verklaren doordat hij op de avond van de braderie kinderen van en op het podium heeft geholpen. Die verklaring wordt in het dossier weerlegd door een te groot aantal corresponderende vezels én door het feit dat het podium te laag zou zijn geweest om er kinderen op te hoeven helpen. Voor het onderzoek is het podium nog eens nagebouwd. Volgens de onderzoekers ‘behoefden een kind van zeven en een kind van elf geen hulp om op dit podium te komen’.

PLANTEN, HAREN, DNA

De broek van Ait Oud verried nog meer, dankzij de negen zakken. Luc Bourguignon, ingenieur chemie en bio-industrie, vond vooral in de zakken resten van planten. Hij vergeleek de plantenresten die hij vond op en in de kleding en in de afvoerleiding van de keuken waar Ait Oud zijn kleding waste, met de plantengroei op de plaats waar de lichamen van de kinderen werden teruggevonden. Volgens Ait Oud zijn de plantenresten afkomstig van de achtertuin van Christelle waarlangs hij naar haar studio had willen gaan, van de bosjes waar hij die avond geürineerd had, of van het park waar hij die nacht in had rondgedwaald. De plantengroei van die drie plekken werd geanalyseerd. Verschillende plantenresten die bij Ait Oud werden gevonden, corresponderen met de genoemde plaatsen. Maar het is de wilde haver die in de zakken van Ait Oud werd gevonden die zeer belastend is. Die haver groeit alleen op de plaats waar de lichamen werden gevonden, en niet op de andere plaatsen waarvan Ait Oud zegt dat hij er is geweest.

Aan de binnenkant van de broek die Abdallah Ait Oud op 9 juni droeg, zijn er ook drie donkere haren teruggevonden. De drie haren zijn het weinige DNA-materiaal dat de speurders zeggen te kunnen analyseren. DNA-analyse van bloed, sperma of speeksel is niet mogelijk geweest doordat de meisjes zo lang in het water hadden gelegen. De DNA-experts Françoise Hubrecht en Stijn Desmyter getuigen dat de drie haartjes zo goed als zeker van Stacy zijn of van iemand uit haar matriarchale lijn. Volgens Olivier Martins, de advocaat van Ait Oud, bewijzen de haartjes niets. Volgens Hubrecht en Desmyter zijn de haren met geweld uitgetrokken. Het Openbaar Ministerie uit het vermoeden dat Stacy oraal verkracht zou zijn.

CHARME EN LEUGENS

‘Abdallah Ait Oud heeft de touwtjes in handen, maar noemt zich altijd het slachtoffer van de ander’, zeggen de psychiaters en psychologen die hem onderzochten. Ze noemen hem charmant aan de buitenkant maar ziekelijk jaloers en koud vanbinnen. Hij lijkt zich normaal bewust van zijn verschijning. Op zijn lichaamshygiëne valt niets aan te merken. Wanneer men hem precieze duiding vraagt over zijn verklaringen, raakt hij geïrriteerd. Hij zwijgt over sommige fases van zijn leven. Zijn intelligentie is matig. ‘Sluw’, zo noemen de psychologen hem. ‘Hij past zijn verklaringen op maat aan.’ Volgens psychologe Séverine Louwette is hij een façademens. ‘Het zijn de vrouwen die hem verleiden en waar hij dan zogezegd geen blijf meer mee weet. Maar tegelijkertijd houdt hij iedereen in zijn greep. Hij verliest niet graag de controle. Hij schuift alle verantwoordelijkheid van zich af.’ Opvallend is dat hij nooit spijt heeft getoond, ook niet nadat ontdekt werd dat hij zijn nichtje had misbruikt, noch na de ontvoering en verkrachting van een veertienjarig meisje in 2001. Voor die feiten had Ait Oud al vastgezeten. ‘Hij ontwijkt dat onderwerp.’

De psychologen ontweken de psychiatrische verslagen van hun collega’s uit het verleden. Ait Oud zat geïnterneerd en werd in 2005 ontslagen uit de instelling van Paifve. In het eindrapport van de arts Pierre Lux stond toen te lezen dat er slechts ‘zwakke indicaties waren tot leugenachtig gedrag of pogingen om te manipuleren’. Volgens de huidige experts op het proces valt geen radicale genezing noch verbetering te verwachten in de persoonlijkheid van Ait Oud. ‘Hij is niet in staat tot introspectie. Dat maakt het moeilijk om hem een psychologische therapie te laten volgen.’

Volgens Meester Moureau, de advocaat van de moeder van Stacy, is in de loop der jaren alleen maar duidelijker geworden hoe Ait Oud zijn technieken verbetert en zijn sporen weet uit te wissen.

Dat Ait Oud zelf in de loop van het onderzoek om een test met de leugendetector had gevraagd, sluit trouwens aan bij die analyse. Volgens sommige onderzoekers wou hij bewijzen dat hij van een leugendetector kon winnen. Toen hem gevraagd werd of hij Stacy en Nathalie eigenhandig had gedood, gaf de detector aan dat hij loog. Op zowat alle vragen die hem concreet naar zijn betrokkenheid bij de feiten vroegen en waarop hij ontkennend antwoordde, gaf de leugendetector aan dat hij loog of niet de waarheid sprak. Ait Oud noemt de leugendetector ‘flauwekul’ en ‘kloterij’.

‘Hij heeft geen schuldgevoel, maar hij weet wel dat hij iets verkeerds heeft gedaan. Niets kan hem deren’, merken de psychologen nog op. ‘Als hij je aankijkt, is zijn blik direct en open, zonder teken van angst.’

de BURGERLIJKE PARTIJEN EN DE SCHILDPADDEN

Tijdens het pleidooi van de burgerlijke partijen, wanneer het proces zijn laatste dagen ingaat, houdt de moeder van Nathalie de hele dag een foto van de vermoorde meisjes in haar hand. Ze richt de foto in het blikveld van Abdallah Ait Oud. Hij kijkt niet naar de foto’s. Hij kijkt naar de advocaten. Alle advocaten van de burgerlijke partijen zijn er na het bestuderen van het vuistdikke dossier van overtuigd dat Ait Oud de enig mogelijke ontvoerder, verkrachter en moordenaar van Stacy en Nathalie is. Ze zeggen zich neer te leggen bij het feit dat Ait Oud nooit de waarheid zal vertellen. ‘Maar de wetenschappelijke bewijzen tegen hem, donderen op hem neer.’

Meester Moureau, de advocaat van Stacy’s moeder: ‘Iedereen hier aanwezig zou graag weten wat er tijdens de laatste uren van het leven van de twee kinderen gebeurd is. Maar de troost van die kennis zullen we van hem nooit krijgen. Moet ik soms zeggen wat er gebeurd is? Nathalie roept. Hij ranselt haar af. En dan volgt de horrorscène. Hij verkracht Stacy. Wurgt haar. Houdt zich dan met Nathalie bezig. Moet ik zeggen wat hij met haar gedaan heeft? Het is onuitspreekbaar.’ Hij noemt Ait Oud een ‘recidivistische pedofiele psychopaat. Gefrustreerd door zijn kleine geslacht. Maar gevoed met cocaïne en Pisang Ambon met peket voelt zo iemand zich oppermachtig.’

Wat de cocaïne en de Pisang Ambon met hem gedaan hebben, weten we niet, zeggen de onderzoekers. ‘Wat ons op een bepaald moment van het onderzoek wel opviel, was dat jongeren die niets met elkaar te maken hadden en zich op drie verschillende plekken bevonden, getuigden dat ze de avond van het verdwijnen van Stacy en Nathalie, aangesproken werden door iemand die met hen schildpadden wou gaan zoeken.’ Geen van de speurders had weet van loslopende schildpadden in de grasperken van Luik. De jongeren wezen allemaal Ait Oud aan als de man van de schildpadden. Ait Oud ontkent.

‘Deze man jaagt niet op schildpadden. Hij jaagt op kinderen. En noemt zichzelf dan lafhartig de zondebok’, zegt meester Drion, de advocaat van Thierry Lemmens.

Meester Sauvage, pleitend voor de vader van Nathalie, roept het verhaal op van Nadia, een vroeger slachtoffer dat achter gesloten deuren kwam getuigen. ‘Ze zei hoe treffend ze haar gelijkenis met Stacy vond. Ze heeft u gevraagd: “Beken! Zeg het! Zeg het!”‘ Meester Henrard, advocate voor de moeder van Nathalie: ‘Geachte juryleden, ik zou niet in uw plaats willen zijn. Een onschuldige veroordelen, of een monster de vrijheid geven? Deze man dacht dat hij slimmer was dan de experts. Zal hij intelligent genoeg zijn om ons hier om de tuin te leiden?’

Meester Olivier Martins, de advocaat van de beschuldigde Abdallah Ait Oud, zorgt daarna voor een incident in de rechtszaal. Volgens hem is tijdens het proces het onderzoeksgeheim geschonden door in de media beelden over de leugentest van Ait Oud te verspreiden. Dat de ouders de foto’s van hun kinderen tonen, noemt hij het bemoeilijken van een sereen oordeel van de jury. De zitting wordt even geschorst en gaat dan verder.

Abdallah Ait Oud laat de woordenstroom over zich heen komen. Hij zwijgt. Zijn stilte is zijn schild.

DOOR ANNA LUYTEN/foto’s teun voeten

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content