De verkiezingen van 10 juni hebben de N-VA geen windeieren gelegd. Maar de echte politieke lakmoesproef voor de partij van Bart De Wever, die vooruit wil met ‘de Vlaamse staatsvorming’ en daarvoor desnoods tot 2009 wil wachten, is de coalitievorming.

‘De cactus in de broekzak van Yves Leterme.’ Herman De Croo (Open VLD) geniet zichtbaar van zijn vondst, telkens als hij dat beeld van de N-VA als kartelpartner van CD&V en haar gedoodverfde nieuwe federale premier ophangt. Het was wellicht ook als een ironische plaagstoot richting N-VA bedoeld dat Spirit, die andere kleine partij met wortels in de Volksunie (VU), zijn communautaire programma voor de parlementsverkiezingen van 10 juni opsmukte met twee kleine cactussen in een bloempot. Die campagnezet heeft de kartelpartner van de SP.A niet aan een beter resultaat geholpen.

Spirit deelt mee in de zware klappen die de Vlaamse socialisten hebben gekregen, verdwijnt uit de Kamer en houdt met voorzitter Geert Lambert ternauwernood één senator over, aangezien de ook verkozen Bert Anciaux Vlaams minister blijft.

Omgekeerd profiteert de N-VA maximaal van de grote verkiezingsoverwinning van haar kartel met CD&V. In 2003 tilde de N-VA zich op het nippertje over de kiesdrempel, met één verkozene in de Kamer. Nu stijgt het kartel CD&V/N-VA van 22 naar 30 Kamerzetels, en gaat de helft van die zetelwinst naar de partij van voorzitter Bart De Wever. En in de Senaat heeft ze met arts Louis Ide en Europees Parlementslid Frieda Brepoels eveneens twee rechtstreeks verkozenen.

Met dat zetelresultaat wordt ook de mandatenafspraak gehonoreerd die De Wever op 8 december 2006 met CD&V-voorzitter Jo Vandeurzen maakte, toen een kortstondige vrijage van de N-VA-voorzitter met Jean-Marie Dedecker eerst uitdraaide op een tijdelijke kartelbreuk, en de brokken vervolgens werden gelijmd met een akkoord om toch samen met ‘een positief alternatief voor Paars’ naar de kiezer te trekken. Door opvolging kan de groep van N-VA-verkozenen in de Kamer (Bart De Wever, Flor Van Noppen, Jan Peumans, Sara Smeyers en Els De Rammelaere) overigens nog groter worden. Jan Jambon (Antwerpen), Ben Weyts (Brussel-Halle-Vilvoorde) en Patrick De Groote (West-Vlaanderen) staan in de wachtkamer en kunnen doorstoten naar een Kamerzetel zodra de politieke toekomst en de keuzes van CD&V-kopstukken als Kris Peeters, Inge Vervotte, Herman Van Rompuy en Stefaan De Clerck vastliggen. In die nakende opvolgingscarrousel moeten overigens ook enkele N-VA-verkozenen een beslissing nemen. Brepoels, bijvoorbeeld, blijft in het Europees Parlement. Haar Senaatszetel gaat naar Sabine de Bethune (CD&V). De Wever en Peumans maken op dit ogenblik nog deel uit van een zeskoppige N-VA-fractie in het Vlaams Parlement. Hun overstap naar de Kamer zou die fractie onthoofden en voor de N-VA meteen al de aanloop naar de Vlaamse verkiezingen van 2009 deels hypothekeren.

Bij de N-VA gaat men er prat op dat hun zeven rechtstreeks verkozenen ‘op eigen kracht’ een zetel in het federale parlement hebben gehaald. De overtuiging is ook dat dit voor een deel te danken is aan een ‘nuttige stem’ van teleurgestelde kiezers van Open VLD en van Vlaamse nationalisten, die wegens het cordon sanitaire rond het Vlaams Belang dit keer tactisch hebben gestemd in de hoop dat er een nieuwe en ingrijpende staatshervorming komt. Maar of de N-VA daarmee binnen het kartel met CD&V veel meer waard is dan 5 procent van de kiezers, moet nog blijken uit een meer diepgaande analyse van de uitslag van 10 juni. Met meer dan vijf Kamerleden komt de N-VA bij de vorming van een oranje-blauwe coalitie, die informateur Didier Reynders (MR) op dit ogenblik verkent en die 81 zetels telt, in elk geval op de wip te zitten. En ook bij een uitbreiding van deze coalitie naar een tweederdemeerderheid, door bij de oppositie steun te zoeken voor een communautair akkoord (bijvoorbeeld bij SP.A en de Lijst Dedecker, of bij SP.A, Ecolo en Groen!) kan de N-VA haar parlementaire gewicht in de weegschaal leggen.

RAMPSCENARIO

Maar hoe sterk en krachtig is de politieke hefboom van de N-VA echt? Bart De Wever beschouwt zijn partij slechts als ‘een kleine aandeelhouder in de Vlaamse democratie’. Hij zegt zijn strategie daarop af te stemmen, en dat betekent in realotermen ‘stap voor stap richting Vlaamse staatsvorming’. In het jongste nummer van Doorbraak, het maandblad van de Vlaamse Volksbeweging, licht De Wever daarbij ook het verschil met Vlaams Belang toe. ‘Ofwel kies je voor een eeuwige minderheidspositie, oppositie en wachten op de grote sprong voorwaarts – het verleden toont dat dit nooit structureel gelukt is. Ofwel sluiten we allianties met de best mogelijke partner om zo ver mogelijk in de goede richting te gaan, richting finale ineenstorting van het systeem. Ik geloof in het tweede scenario.’

Dat geloof kan De Wever voorlopig behouden. Extra gemobiliseerd en geïrriteerd door het gezwaai met Vlaamse leeuwenvlaggen tijdens de overwinningsmeeting van CD&V/ N-VA op de avond van 10 juni, lieten Reynders en ook CDH-voorzitster Joëlle Milquet andermaal weten dat ze niet met de N-VA wensten te onderhandelen. Om de kartelrangen gesloten te houden, kregen ze meteen lik op stuk van Leterme. ‘Het zal mét de N-VA of zonder mij en CD&V zijn’, zo klonk het. Milquet mocht bovendien noteren dat een partij die maar 10 van de 150 Kamerzetels heeft niet te hoog van de toren moet blazen. Een perverse geest zou daarbij durven te denken dat vijf of zes N-VA-Kamerleden evenmin de eerste viool kunnen opeisen.

Intussen zijn De Wever en Vandeurzen begin deze week langsgegaan bij informateur Reynders om daar het gemeenschappelijke kartelprogramma van december 2006 voor te leggen. Dat bevat de voor de N-VA cruciale zin dat het kartel niet zal toetreden tot een federale regering ‘als er in het regeerakkoord geen duidelijke afspraken worden opgenomen over de realisatie van de Vlaamse verzuchtingen’. Die slaan op Vlaamse bevoegdheden voor gezondheidszorg, gezinsbeleid, werkgelegenheid, mobiliteit (inclusief de NMBS), telecommunicatie, wetenschapsbeleid, de personen- en vennootschapsbelasting, justitie, politie en brandweer. Ook op het lijstje: een aangepast statuut voor Brussel, en uiteraard de splitsing van het gerechtelijk en kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde.

Maar al die ‘verzuchtingen’ zeggen weinig of niets over de inhoudelijke cohesie ter zake binnen het kartel. CD&V en N-VA denken zeker niet over alles hetzelfde. Verschillende werkgroepen onder leiding van Luc Van den Brande (CD&V) en Frieda Brepoels verkenden weliswaar gedurende maanden de diverse bevoegdheidsvraagstukken, maar legden aan het kartel bewust geen concrete of definitieve keuzes voor. Dat geeft meer onderhandelingsruimte aan CD&V dan aan de N-VA, die vaak veel verder wil gaan. En De Wever kent blijkbaar ook de risico’s. In het al geciteerde interview met Doorbraak sloot hij ‘een rampscenario met CD&V’ niet uit.

NIET VOOR 2009

Een politiek existentiële vraag voor de N-VA-leiding – die het nu al liever over oranje-geel-blauw als mogelijke coalitieformule heeft om de eigen inbreng te beklemtonen – is hoe hard CD&V het communautair wil spelen. Van de christelijke arbeidersbeweging ACW is bekend dat ze al haar invloed zal gebruiken om op het stuk van de staatshervorming ‘zottigheden’ af te blokken. De Vlaamse christendemocraten zullen in een regeerprogramma bovendien ‘een ander en beter bestuur’ op onder meer financiën, justitie en op sociaaleconomisch vlak willen doordrukken. Maar Fons Verplaetse, oud-gouverneur van de Nationale Bank, zei vorige week in Knack dat het zo goed als onmogelijk is om de staat te hervormen én tegelijk een goed sociaaleconomisch beleid te voeren. Oud-premier Wilfried Martens (CD&V) sprak hem nadien in De Morgen niet tegen.

Daarnaast is er uiteraard de houding van de mogelijke coalitiepartners aan Franstalige kant. CDH-voorzitster Milquet blijft zich met haar CDH stevig profileren als de verdedigster van ‘de belangen van de Franstaligen’. Reynders van zijn kant zei, net voor hij door de koning als informateur werd aangesteld, dat de MR voor de regionale verkiezingen van 2009 geen nieuwe bevoegdheden en middelen wil doorschuiven naar de Waalse en Franse gemeenschapsregeringen, omdat de PS daar nu de plak zwaait en omdat dit een manier voor de Franstalige liberalen is om hun pas verworven positie als grootste politieke formatie in Wallonië en Brussel te consolideren. Ook de Open VLD verdedigde vorige week ‘een stappenplan’ in plaats van een zeer gedetailleerd akkoord over een nieuwe staatshervorming.

Inmiddels is duidelijk dat CD&V en ook de N-VA na haar campagne tegen de ‘verstrikking van Vlaanderen’ oor hebben voor de stelling van Reynders dat een federale regering zonder de PS al ‘een staatshervorming op zich’ zou zijn. Maandag gaven Vandeurzen en De Wever tegenover de informateur in elk geval hun fiat voor een staatshervorming die pas in 2009 zou ingaan. Ze koppelden daaraan wel enkele voorwaarden: met de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde wordt niet gewacht, en de krachtlijnen van een communautair akkoord moeten in het regeerprogramma staan. Voor de uitvoering daarvan moet er bovendien een ‘realistisch uitzicht’ op een tweederdemeerderheid zijn. Zeker voor De Wever en co is dat een eerste grote gok sinds 10 juni. Onder Dehaene- I werd in 1992-1993 op die manier het Sint-Michielsakkoord gerealiseerd. Maar aan de top van N-VA kan ook moeilijk iemand vergeten hoe opeenvolgend het Egmontpact in 1977, de staatshervorming ‘in drie fasen’ in de periode 1987-1991, en ten slotte ook de goedkeuring van het Lambermontakkoord in 2001 telkens pijnlijke splijtzwammen voor de toenmalige VU bleken te zijn.

POWERPLAY

Die richting hoeft het volgens oud-journalist Pol Van Den Driessche vandaag niet uit te gaan. In de laatste regering-Martens was hij woordvoerder van wijlen Hugo Schiltz, en binnenkort komt hij normaal voor CD&V/N-VA als opvolger in de Senaat. ‘De N-VA heeft een aantal troeven. Mathematisch zijn haar verkozenen nodig, zowel voor een gewone als voor een tweederdemeerderheid’, aldus Van Den Driessche. ‘Belangrijk is ook dat CD&V en N-VA nu al drie verkiezingen in kartel optrekken en dat de samenwerking steeds beter gaat. Leterme zet de MR en de CDH heus niet uit opportunisme op hun nummer omdat ze niet met de N-VA zouden willen praten. Hij meent het echt dat het mét de N-VA of zonder hem zal zijn. Er zal veel moeten gebeuren om het kartel uit verband te spelen. Na een campagne die rond geloofwaardigheid draaide, kunnen de twee partners het zich ook niet veroorloven om met lege handen en zonder een inhoudelijk akkoord op papier uit de onderhandelingen te komen. Dan kunnen ze evengoed nu al de boeken sluiten.’

Anderzijds weet Van Den Driessche ook dat de brede waaier van Vlaamse verenigingen, het Vlaams Belang en Lijst Dedecker snel druk op de ketel zullen zetten bij de N-VA. ‘Een deel van de achterban van N-VA is daar heel gevoelig voor. Voor sommigen zal een compromis misschien nooit ver genoeg gaan, terwijl de parlementsleden en staf van de partij proberen een realistische koers aan te houden. Ik denk niet dat dit voor spanningen tussen CD&V en N-VA zal zorgen, maar dat vooral de MR het FDF van Olivier Maingain in toom zal moeten houden. In die zin zijn de komende communautaire onderhandelingen een permanent powerplay’, aldus Van Den Driessche, die nog een andere handicap ziet. ‘Er zijn nog heel weinig staatshervormers met een grote technische en historische kennis. Herman Van Rompuy van CD&V is een uitzondering. Daarom hoop ik ook dat we zeker een hulplijn naar Johan Vande Lanotte van de SP.A kunnen leggen, want hij is op dat vlak een crack.’

Een andere voormalige journalist, Marc Platel, versloeg alle grote staatshervormingen sinds de jaren zeventig. Hij eindigde zijn loopbaan op de studiedienst van de VU en de N-VA, werkte mee aan het Warandemanifest en geeft zijn mening geregeld in ’t Pallieterke. Platel is veel minder positief over de slagkracht van de N-VA. ‘Ik wil de N-VA niet onderschatten, maar ze is geen zweeppartij zoals de VU in de jaren zeventig. Die was toen groter dan de Open VLD nu, en vormde een bedreiging voor de Vlaamse flank van de toenmalige CVP. De N-VA is door CD&V gekocht met mandaten, om te vermijden dat die 200.000 stemmen naar het Vlaams Belang zouden vloeien. Maar daardoor zijn Bart De Wever en de anderen met handen en voeten gebonden’, aldus Platel. ‘Ten tijde van het Egmontpact was er in de publieke opinie een elan voor een staatshervorming. Die is er op dit ogenblik niet meer. Mathematisch is het juist dat veel Vlamingen voor een partij met een Vlaams profiel gekozen hebben, maar politiek is dat niet zo. De kiezers van de N-VA zijn misschien nog brave VU’ers, die ondanks alles trouw blijven. Maar de motieven van de mensen die hebben gestemd voor CD&V, Vlaams Belang of Lijst Dedecker zijn zeer uiteenlopend.’

‘Een groot verschil met 30 jaar geleden is dat Wallonië en Brussel toen vragende partij waren voor een staatshervorming. Nu vragen de Franstaligen niets, en aan Vlaamse kant weet ik ook helemaal niet wat Leterme concreet bedoelt als hij een ander statuut voor Brussel en sociaaleconomische hefbomen voor Vlaanderen wil’, aldus Platel. ‘Mijn inschatting is dat er rond Brussel-Halle-Vilvoorde een politieke stuntbeslissing wordt genomen, waarvoor aan Brussel moet worden betaald. En over de rest praten we later nog wel eens, want een tweederdemeerderheid zal er niet komen. En de N-VA, die zal zich dan vastrijden.’

DOOR PATRICK MARTENS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content