Patrick Martens

Van een breuk is er geen sprake. Maar er is wel iets gebroken in de relatie tussen de Antwerpse burgemeester Leona Detiège (SP.A) en haar partijvoorzitter Patrick Janssens. Het vertrouwen zal moeten worden hersteld.

Leona Detiège is bezig aan haar negende jaar als burgemeester van Antwerpen. Ze heeft al vele politieke en maatschappelijke stormen in de havenstad getrotseerd. Als ze ooit haar memoires schrijft, zullen de jongste weken zeker een apart hoofdstuk vormen.

Het begon met een interne ruzie bij de politie over het beleid van korpschef Luc Lamine. Ondertussen voert het gerecht onderzoeken naar de boekhouding van de politie en ook naar mogelijke corruptie bij de totstandkoming van een aanvullende overeenkomst met de Franse straatmeubilairfirma JCDecaux. In die twee dossiers gaat stadssecretaris Fred Nolf voortdurend over de tongen. En daarbovenop is er ook heel veel gedoe over het gebruik van Visa-kaarten door de Antwerpse schepenen.

In die geladen sfeer tilt Leona Detiège bijzonder zwaar aan een ‘motie van wantrouwen’ van haar eigen partijvoorzitter en fractieleider in de gemeenteraad, Patrick Janssens. Zo ervaarde zij in ieder geval zijn tussenkomst om een collegebeslissing over het addendum met JCDecaux te herzien. Volgens Janssens kon het niet door de beugel dat de firma méér advertentieruimte binnenhaalt zonder dat de stad daar ook maar één euro beter van wordt. Die redenering nam Detiège over. Maar toen Janssens de zaak op de gemeenteraad aankaartte nog vóór het schepencollege een externe advocaat had aangesteld, zat er een haar in de boter. En dat is nog niet weg.

Eind februari, ruim twee weken na de eerste collegebeslissing over het contract met JCDecaux, vond nochtans een ‘verzoeningsvergadering’ plaats op het kabinet van minister Steve Stevaert (SP.A). Zijn de plooien daar niet gladgestreken?

LEONA DETIÈGE: Tijdens de mondelinge vraag van Janssens op de gemeenteraadsvergadering heeft niet alleen zijn inmiddels beruchte zinnetje over ‘luiheid, onwetendheid of erger’ het schepencollege in de gordijnen gejaagd. Door de vraag zelf was het kwaad geschied, want ze wekte de indruk dat we op hem hadden moeten wachten om iets te ondernemen. Hij heeft nadien gezegd hij het zo niet bedoeld had, maar het schepencollege heeft het wel op die manier geïnterpreteerd.

Waarom heeft het zo lang geduurd voor u met hem over die kwestie een serieus gesprek kon voeren?

DETIÈGE: Niemand van het huidige schepencollege was in het begin van de jaren negentig bij dat dossier betrokken. Alleen schepen van Financiën Luc Bungeneers (VLD), die toen nog CVP-raadslid was, heeft het destijds mee goedgekeurd. We hebben het dus opnieuw uit de archieven moeten halen om te weten hoe de vork aan de steel zat. Het contract met JCDecaux heeft in het verleden veel stof doen opwaaien, maar geen enkele ambtenaar is ooit veroordeeld geweest.

De vraag was: waarom hebben u en Janssens niet eerder betere afspraken gemaakt over de problemen met dat dossier, in plaats van openlijk met elkaar in de clinch te gaan?

DETIÈGE: Maar we hébben daarover binnenskamers gesproken en ik héb nadien aan het schepencollege gevraagd om het contract opnieuw tegen het licht te houden. Ik had ook niet echt een probleem met het feit dat hij tijdens de raadsvergadering een vraag wilde stellen. Maar door de teneur leek het alsof wij wilden foefelen en dat is pertinent onjuist.

Janssens vond dat we niet vlug genoeg reageerden en dat we het collegebesluit onmiddellijk moesten intrekken. Maar hij vergeet dat het schepencollege normaal maar eenmaal per week vergadert en dat we nu met de opdracht om het contract met JCDecaux eventueel te verbreken, zelfs een stap verder gaan dan hij heeft gevraagd.

Twijfelt u aan zijn intenties?

DETIÈGE: De komende verkiezingen zullen wel een invloed hebben gehad en mogelijk beschikte Janssens over meer informatie dan ik. Hij heeft een signaal gegeven en ik heb dat signaal beantwoord en meegenomen naar het schepencollege. Als dan een afspraak om de zaken tot op het bot te onderzoeken niet voldoende blijkt te zijn, dan rijzen er bij mij twijfels over onze samenwerking. Dan wordt het een kwestie van vertrouwen en dat ligt zeer gevoelig bij mij.

Waarom zou hij u niet vertrouwen?

DETIÈGE: Dat moet u aan hem vragen. De gebeurtenissen van de voorbije weken zijn voor mij geen reden om niet meer met elkaar te praten. Maar ik word wel heel boos als er ook nog eens wordt gesproken over ‘een oude ziekte’ en ‘normvervaging’, ook met betrekking tot SP.A-mensen in het schepencollege. Dat is echt geen manier van doen, alsof alleen Patrick Janssens zuivere handen heeft en alle anderen niet. Daarover zal nog een hartig woord worden gewisseld in de partij en op vergaderingen met hem en de SP.A-schepenen. De bijeenkomst op het kabinet van Stevaert was in dat verband slechts een eerste stap.

Sloeg de kritiek over de normvervaging ook niet op het gebruik van betaalkaarten en andere aanvullende vergoedingen bij de politie en de administratie?

DETIÈGE: Ook op dat vlak zou ik niet vlug genoeg hebben gereageerd. Maar het gerecht is na de eerste berichten over allerlei politie-uitgaven direct een onderzoek gestart. Daarom heb ik aanvankelijk aan de procureur gevraagd of het verstandig was om ook een eigen audit te organiseren. Hij heeft toen geadviseerd om te wachten en het optreden van het parket niet te dwarsbomen.

Ondertussen hebben we toch beslist om de interne auditcel van de stad te versterken. Die is nog opgericht op verzoek van toenmalig Vlaams minister Johan Sauwens (ex-VU, nu CD&V), maar het bleek zeer moeilijk om mensen aan te werven. Nu mogen we van de Vlaamse regering voor nieuwe kandidaten ook rekening houden met hun loopbaanjaren in de privésector. Voorts zetten we binnenkort een extern auditbureau aan het werk voor de begrotingen van de stad en van de politie. Van de procureur moeten we dat auditbureau wel met de onderzoeksrechter in contact brengen zodat hij richtlijnen kan geven om het gerechtelijk onderzoek niet te hinderen.

Toen de heisa losbarstte, bestempelde stadssecretaris Fred Nolf in ‘Gazet van Antwerpen’zichzelf als een ‘armoezaaier’ die zijn nettomaandloon van 3100 euro wel moét aanvullen met kredietkaarten en mandaatvergoedingen van intercommunales. Is dat geen normvervaging?

DETIÈGE: Die reactie van Nolf was een stommiteit. Dat heeft hij zelf toegegeven. Hij staat weliswaar aan het hoofd van een administratie met 8000 mensen, maar je kunt dat niet zomaar vergelijken met een privébedrijf. En wat zijn andere mandaten betreft: die kunnen perfect door de gemeenteraad worden gecontroleerd.

Er is controle, zegt u. Maar toch geven uw schepenen allemaal een eigen uitleg aan het gebruik van hun betaalkaarten voor ‘kosten eigen aan het ambt’. De ene koopt er een nieuw kostuum mee, de andere meent dat dit helemaal niet kan.

DETIÈGE: Het systeem met de betaalkaarten bestaat pas sinds begin 2002. Voordien werden kosten terugbetaald op basis van bewijsstukken. Na overleg tussen de stadsontvanger en de belastingdiensten zijn we overgestapt naar een nieuwe regeling. Er is duidelijk afgesproken wie die betaalkaarten met welke grensbedragen kan gebruiken en waarvoor ze mogen dienen. Met de betaalkaarten kan geen geld worden afgehaald en de uitgaven moeten worden gestaafd met Visa-bonnetjes en kastickets.

Welke kosten zijn dan ‘eigen aan het ambt’?

DETIÈGE: Ik zal een voorbeeld geven. Op 12 april ben ik uitgenodigd voor het huwelijk van prins Laurent. Er is me gezegd dat ik voor die gelegenheid een hoed moet dragen, terwijl ik dat nog nooit eerder gedaan heb. Ik weet nog niet of ik het zal doen, maar in principe zou ik die hoed met mijn betaalkaart (met een limiet van 6000 euro per jaar sinds eind 2002) kunnen kopen.

Er is een lijst van toegelaten kosten. Het gaat onder meer over restaurantkosten, boeken, schoenen, bloemen, relatiegeschenken en kledij. Ik heb er geen probleem mee als men wil terugkeren naar de oude regeling, maar van het huidige systeem wordt volgens mij geen misbruik gemaakt. De schepen die de huwelijken op het stadhuis voltrekt, moet geen pak van Armani dragen. Maar hij mag toch een beetje deftig gekleed zijn, of niet?

Misschien denken de Antwerpenaren daar anders over. De meeste mensen krijgen van hun werkgever geen Visa-kaart waarmee ze hemden of schoenen kunnen kopen.

DETIÈGE: Ik besef dat dit niet goed begrepen wordt buiten het stadhuis, maar kan dat worden vermeden? Veel mensen denken ook dat ik als burgemeester enorm veel geld verdien, terwijl mijn maandwedde 1250 euro lager is dan die van een volksvertegenwoordiger en zelfs 2645 euro lager dan die van een fractieleider in het parlement. Daarover spreekt niemand.

Onderschat u de beeldvorming niet? De stad moet uiterst zuinig zijn en tegelijk is er veel rumoer over bijvoorbeeld dure dienstreizen en teambuildingsessies van de politie.

DETIÈGE: Als de zaken eenmaal in een bepaald daglicht geplaatst zijn, kun je de beeldvorming nog heel moeilijk wijzigen. Dat gevecht verliest een stadsbestuur altijd. In de totale politiebegroting van 155 miljoen euro is 300.000 euro uitgetrokken voor vorming en studie. Voor de besteding geeft het schepencollege telkens zijn goedkeuring.

Schepen Bungeneers was anders zeer kri-tisch over al die uitgaven van Lamine.

DETIÈGE: Bungeneers controleert nauwgezet alle uitgaven en hij heeft ook eigen opvattingen over de politiewerking. Hij is er bijvoorbeeld tegen dat politiemensen naar het buitenland gaan. Hij vindt dat ze in Antwerpen al werk genoeg hebben. Maar in het schepencollege, waarvan hij deel uitmaakt, hebben de politie-uitgaven nooit voor moeilijkheden gezorgd.

Als er in Antwerpen problemen zijn, voelen velen zich geroepen om hun stem te verheffen. Maar ik stel ook vast dat Bungeneers nog weinig verklaringen heeft afgelegd sinds het gerecht hem als getuige ondervraagd heeft. Het parket heeft hem blijkbaar aangemaand geen publieke uitspraken meer te doen.

Het Vlaams Blok telt opnieuw zijn zegeningen in Antwerpen.

DETIÈGE: Absoluut, maar dat neemt niet weg dat fouten moeten worden onderzocht en rechtgezet. Dat is, nogmaals, ook de reden waarom we nu met de interne en externe audit van de stads- en politiefinanciën doorzetten.

Volgens Janssens en ook volgens VLD-fractieleider Ludo Van Campenhout profiteert het Vlaams Blok politiek niet zozeer van al die financiële ‘akkefietjes’, maar wel van het feit dat u en het schepencollege te defensief reageren.

DETIÈGE: Janssens en Van Campenhout pleiten voor openheid. Alle kaarten moeten onmiddellijk op tafel gelegd worden. Maar dat is niet zo eenvoudig. Om bijvoorbeeld de overeenkomst met JCDecaux te verbreken, moet je toch weten of dat juridisch wel kan. Bovendien lopen er gerechtelijke onderzoeken en ben ik verplicht om voorzichtig te zijn. Die logica heeft ook haar rechten.

Christian Leysen (VLD) meent dat Amsterdam het voorbeeld geeft met een eigen integriteitsbeleid. Hij stelt voor om ook in Antwerpen met een stedelijke gedragscode te werken en om een integriteitsbureau te installeren.

DETIÈGE: Is mijnheer Leysen niet de man die als voorzitter van de Antwerpse Waterwerken door de regeringscommissaris werd teruggefloten toen hij een directeur met een jaarwedde van 300.000 euro wilde aanwerven? Is hij daarvoor ook de mosterd in Amsterdam gaan halen? Misschien is zijn idee van een integriteitsbeleid niet slecht, maar voegt het iets toe aan de geplande audits? Hoeveel verschillende bureaus moeten we nog oprichten? En is dat financieel wel haalbaar als we flink moeten besparen op de personeelsuitgaven?

Een andere klacht luidt dat de top van de stadsadministratie te veel invloed heeft op het schepencollege en het beleid. Bent u het daarmee eens?

DETIÈGE: In de vorige bestuursperiode is onder toenmalig VLD-schepen André Gantman een nieuw systeem ingevoerd om tot een andere verhouding tussen de administratie en het schepencollege te komen. Daar was toen veel applaus voor. Er kwam een managementcomité met alle leidende ambtenaren en met de stadssecretaris als voorzitter. De schepenen zouden zich voortaan veel meer toeleggen op het beleid en zich niet meer met allerlei details bezighouden.

Ondanks die hervorming zouden ze nog altijd te weinig in de pap te brokkelen hebben. Er zijn ideeën om dat te corrigeren. Daar willen we eind dit jaar klaar mee zijn. Ik denk alvast dat het goed is dat er meer rechtstreekse contacten zijn tussen de schepenen en de managers. Maar de rolverdeling moet duidelijk zijn. De schepenen moeten geen afdelingsdirecteurs worden en hun kabinetten moeten niet in de plaats van de administratie dossiers voorbereiden. En het schepencollege moet collegiaal blijven optreden en beslissingen nemen.

Minimaliseert u de invloed van de administratie niet? U weet ongetwijfeld dat Fred Nolf ‘de echte burgemeester van Antwerpen’ wordt genoemd.

DETIÈGE: Ik weet dat zeker en ik weet ook dat mijn stijl als burgemeester geregeld op de korrel genomen wordt. Voor de ene ben ik te zacht, voor de andere ben ik te bruut. (haalt de schouders op) Ik heb veel goede raadgevers, maar er is slechts één burgemeester van Antwerpen, en dat ben ik.

Over uw voorganger Bob Cools werd gezegd dat hij zeer autoritair was. U zou dan weer niet doortastend genoeg zijn.

DETIÈGE: Pfff, wat is doortastend zijn? Als ik in het dossier van JCDecaux een initiatief neem en de volgende dag wordt daarover openlijk geklaagd, dan zorgt dat alleen maar voor nieuwe problemen en meer tijdverlies.

Sommigen menen dat u de jongste weken andermaal bewezen heeft dat u uitstekend crisissen kunt drukken, maar dat u ze nooit oplost.

DETIÈGE: Wat is een crisis in het Antwerpse stadsbestuur? Binnen een coalitie van vier partijen zijn er om evidente redenen meer discussies dan in een meerderheid van slechts twee partijen. De meningsverschillen kunnen alleen door overleg tussen de vier partners worden weggewerkt en dat vergt nu eenmaal tijd.

Voor dat meerderheidsoverleg is er ondertussen een aparte ‘bende van vier’: Ludo Van Campenhout (VLD), Marc Van Peel (CD&V), Erwin Pairon (Agalev) en Robert Voorhamme (SP.A). Verliest u zo niet uw greep op het bestuur?

DETIÈGE: Nee. Dat overleg is positief voor de stabiliteit van het bestuur en ook voor de samenwerking in een zeer heterogene coalitie van vier partijen die geen kadaverdiscipline kennen en vaak ook rekening moeten houden met de persoonlijke ambities van sommige mandatarissen. Een consensus in dat meerderheidsoverleg, waaraan ik in principe ook deelneem, is een waarborg dat beslissingen een draagvlak hebben en niet op de lange baan worden geschoven of steeds weer in twijfel worden getrokken.

In welke mate zijn de jongste politieke verwikkelingen ook gekleurd door een conflict tussen de oude en nieuwe garde in de SP.A?

DETIÈGE: Ik begrijp die indeling tussen oud en nieuw in de SP.A niet goed. Tot welk kamp behoren bijvoorbeeld Kathy Lindekens of Tuur Van Wallendael? Het is duidelijk dat Patrick Janssens en ik een verschillende aanpak en stijl hebben, maar dat hoeft geen probleem te zijn, als het wederzijdse vertrouwen en respect maar groot genoeg is. Voorts ben ik er even hard als hij van overtuigd dat de partij moet vernieuwen en dat we moeten proberen om jonge mensen aan te trekken. Alleen moet hij ook contact houden met onze traditionele achterban en mag hij die zeker niet verwaarlozen.

Dat laatste kan men u alvast niet verwijten.

DETIÈGE: Voor het leggen van contacten met de bevolking heb ik van niemand lessen te krijgen, ook niet van Janssens. Ik ben opgegroeid in een sociale wijk en heb altijd een band met de mensen behouden. Als ik dat niet had gedaan, had ik dat trouwens wel te horen gekregen van mijn ouders. Een politicus op een eiland kan niets uitrichten.

Beschouwt u Janssens nog altijd als de geknipte man om u in 2006 op te volgen als burgemeester?

DETIÈGE: Hij kan die opdracht zeker en vast aan, maar dan mag er nu geen breuk komen met mijn collega’s in het schepencollege. In de politiek zijn er vele gevoeligheden en die moet je leren kennen. Als je een paard tegen de schenen schopt en het zegt ‘oei’, dan moet je weten waarom het dier dat doet.

U leidt nu ruim acht jaar een bonte coa-litie die intern veel ruzie maakt, en dat in een stad die gebukt gaat onder een hoge schuldenlast en onder het gebeuk van het Vlaams Blok. Aangenaam is anders voor een burgemeester.

DETIÈGE: Het is vooral jammer dat alle aandacht steeds naar incidenten gaat. Daardoor wordt vergeten dat we intussen een meerjarenplanning hebben tot 2006. Die zal het uitzicht van de stad sterk veranderen. Door een schuldherschikking hebben we meer financiële ademruimte. We investeren in de ontwikkeling van het Eilandje, de heraanleg van het Falconplein en de herwaardering van diverse andere stadsgebieden. De leien worden heraangelegd en een nieuw justitiegebouw staat in de steigers. We leveren grote inspanningen om de samenlevingsproblemen in de stad aan te pakken. En internationaal treden we veel meer naar buiten. Ik ontvang geregeld internationale delegaties en buitenlandse collega’s zoals Martine Aubry van Rijsel. Telkens krijg ik te horen dat ze heel graag in Antwerpen vertoeven en dat de stad in gunstige zin verandert.

Maar kan u met dat positieve verhaal ook de Antwerpenaren overtuigen?

DETIÈGE: We maken het onszelf niet gemakkelijk. We hebben bijvoorbeeld het stedelijk informatieblad De(n) Antwerpenaar, maar de burgemeester en de schepenen mogen er niet in aan bod komen. Dat is in weinig andere steden en gemeenten denkbaar. Het resultaat is dat onze ambtenaren in dat blad het goede nieuws brengen, en dat de Antwerpse politici met het slechte nieuws naar kranten en andere media stappen.

Alle problemen in Antwerpen zijn toch niet te reduceren tot goede of slechte communicatie?

DETIÈGE: Uiteraard niet. De discussies van de jongste weken maken me weliswaar kregelig, maar in vergelijking daarmee zijn er twee problemen waarover ik veel meer bezorgd ben. Ten eerste is er de sociale onrust over de Europese liberalisering van de havenarbeid. Die bedreigt het statuut van de Antwerpse dokwerkers. Nieuwe stakingen zouden een slechte zaak zijn voor onze haven terwijl de werkloosheid in de stad Antwerpen al zoveel hoger is dan in de rest van Vlaanderen.

Ten tweede is er de nakende oorlog in Irak. Door de Amerikaanse militaire transporten via onze haven zijn er niet alleen de potentiële moeilijkheden met vredesactivisten. Nog ingrijpender zijn de gevolgen voor de samenlevingsproblemen en die worden al voortdurend aangewakkerd door het Vlaams Blok en de Arabisch-Europese Liga. We hebben goede contacten met de verschillende gemeenschappen in Antwerpen maar de toestand is, zeker bij veel jongeren, zeer gespannen.

Patrick Martens

‘De schepenen moeten geen afdelings-directeurs worden en hun kabinetten moeten niet in de plaats van de administratie dossiers voorbereiden.’

‘Voor het leggen van contacten met de bevolking heb ik van niemand lessen te krijgen, ook niet van Janssens.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content