De individuele mythologie van Bjarne Melgaard. Genot door ongehoorzaamheid.
IN zijn witte studiobox met wegblaasbare wanden lijkt de Noorse kunstenaar Bjarne Melgaard (29) te willen schuilen voor de gruwelen in de Hall of Sufferings van De Rode Poort in Gent, hoewel hij er met zijn omgekeerd gekruisigde figuur, hoog in de spanten, ook voluit aan deelneemt. Gekruisigd werd de Amerikaanse porno-acteur Joey Stefano, een vriend voor wie Melgaard een kerk opgericht heeft. Zij houdt er vreemde rituelen op na, die geen universele ideologie dienen maar het recht opeisen om een individuele mythologie te belijden. Wollen draden proberen de hopeloos versnipperde framenten van die mythologie bijeen te houden. Haastige krabbels op papier, tekeningen van fallushoofden, half opgerolde foto’s van kennelijk een beeldschone jongen, spookachtige kleipoppen en fetisjen. Ze dragen stukken aan van een tot het uiterste doorgedreven lichamelijk experiment dat reddeloos uiteengespat is, en in vele vervormingen gerecreëerd en gememoreerd wil worden.
Hoog boven uw witte box hangt een levensgroot beeld van een gekruisigde, met de voeten naar beneden. Is het lijden een centraal probleem in uw werk ?
BJARNE MELGAARD : Ja. Op verscheidene niveaus. Het is ook een soort van noodzaak, om door te gaan in het leven en te leren van de dingen. Het is ook zo dat je verslaafd kan worden aan ellende. En in die zin is mijn werk onder andere een kritiek van de totale omhelzing van de clichés van het lijden. Misschien gaat het nog meer om droefheid. Zaken als : alleen zijn. In het bijzonder gaat mijn werk nogal in op het feit van het eenzaam zijn met andere mensen, en het doet dat op een niet categorische manier. Mijn werken zijn een mengeling tussen schilderen, tekenen, abstract, figuratief, fysiek, niet-fysiek. Al die dingen breng ik in.
U heeft een box, een container nodig om al de verschillende uiteengerukte dingen in samen te brengen. Sommige tekeningen of kribbels hebben met lijden te maken, andere zijn grappen, vreemde rituelen… Ze vormen slechts een eenheid omdat u ze in één witte container stopt, en ze met draden aan elkaar verbindt. Misschien is dit uw leven, zijn dit uw gedachten verzameld in één kamer ? De draden, dat is misschien het beeld van de tijd die ze alle overwoekerd heeft.
MELGAARD : Wat die draden betreft : mijn werk heeft veel te maken met kwesties van afhankelijkheid, zoals chemische afhankelijkheid, mentale afhankelijkheid, afhankelijkheid van andere mensen, andere wezens. Deze installatie gaat fundamenteel over het gevoel dat we in het leven dezelfde dingen, dezelfde handelingen telkens opnieuw en opnieuw overdoen. En iedere keer weer verwacht je dat ze verschillende uitwegen bieden, dat het deze keer anders zal zijn. Dus kom je uit op dezelfde patronen, emotionele antwoorden, gedragingen… zoals bij relaties tussen mensen, liefdesrelaties ook. Het werk behandelt die kwesties denk ik, maar het wil niet bepaald zeggen : het is zus of zo. Het laat een soort opening. Ik wou dat het een mogelijkheid openliet, ik wou niet dat het volledig was alsof het leven enkel lijden en smart is en nergens heengaat. Daarom is het ook zo’n mengelmoes, iets banaals, zeer clichématigs…
Werkt u vanuit een stroom van beeldend bewustzijn, komt alles tegelijk, of wordt elk fragment toegevoegd aan het andere ?
MELGAARD : Ik maak al die verschillende dingen en later maak ik het onderscheid, wanneer ik de tentoonstelling doe, dan probeer ik er een soort structuur in te brengen. Ik ben ook geboeid door het werken met details. Heel wat kunst gaat over het doseren van punten, een punt hier, een punt daar… ik wou als een miljoen puntjes, weet je. Meer gedetailleerd, niet zo klaar. Ik ben zelf niet zo klaar. Ik denk dat de kwestie van niet-klaarheid nèt zo belangrijk is voor mij als klaarheid.
Voor de bezoeker zijn de fragmenten misschien te zeer uit elkaar gerukt om er zijn weg in te vinden.
MELGAARD : Ja, er is een soort zeer persoonlijke mythologie in het werk.
Met Joey Stefano in de hoofdrol ? Er worden vreemde duistere rituelen rond hem opgevoerd. Wat is het, een Black Sabbath ?
MELGAARD : De ?Kerk van Joey Stefano? is meer zoiets als een mentale gesteldheid voor mij. En als je zoveel ideeën en dingen hebt, is het ook een manier om ze te administreren. En het heeft ook veel te maken met dat soort onmatigheid, het gevoel dat sommige mensen zeer ver gaan in bepaalde dingen in het leven… die koorts, die hen het gevoel geeft dat ze een ziel hebben. Daar gaat het in sterke mate over.
Is dat geen tragische situatie ?
MELGAARD : Natuurlijk is het een tragische situatie. Maar er zit ook zeer veel schoonheid in, weet je. Met hèm is het ook een zoeken naar diepte doorheen oppervlakkigheid.
Het is een koortsachtig zoeken, langs extreme situaties : verminkte lichamen, een satanisch gebeuren.
MELGAARD : Wat het satanische betreft, kijk naar Lucifer. Hij is de engel van het licht, maar zijn hoofddoel is het genot van ongehoorzaamheid zoals een jong kunstenaar daar toch wel genot mag uithalen. Ik ben echt verrast over de compleet gehoorzame naturen van jonge kunstenaars. Zeer zelden komen ze hier op tegen curatoren of tentoonstellingen of wat dan ook. Voor mij is dat een belangrijk punt. Mij boeien de ideologieën die het extreme individualisme voortbrengen of als doel hebben, wat in zekere zin ook naar andere mensen toe, vind ik.
Wil u met uw geschreven statements hetzelfde uitdrukken, in taal ?
MELGAARD : Het is allemaal hetzelfde voor mij, het komt allemaal uit de tekeningen. Voor mij is tekenen het belangrijkste.
Heeft u een atelier nodig voor dit werk ?
MELGAARD : Ik heb een atelier in Noorwegen. Ik maakte het meeste voordat ik kwam. Sommige objecten zijn zeer zorgvuldig gekozen, vragen tijd eer ze er staan. Ik heb echt niks te maken met het soort trash art waar je om het even wat erbij kan bijsleuren. Voor sommige objecten heb ik een half jaar nodig om ze uit te kiezen.
Tegelijk zijn ze ook omringd door minder zorgvuldige of persoonlijke statements. Maar u beschouwt ze niet als trash ?
MELGAARD : Dat interesseert me niet. Voor mij komt alles voort uit de behoefte om dingen te doen, en die behoefte is niet altijd verbaal. Kunst is voor mij twee dingen. In het begin was het iets dat me vertelde dat ik niet alleen was, en nu denk ik dat kunst zo ongeveer functioneert : soms, als je behoefte heb om met iemand te praten en je bent in een grote stad, kan je op stap gaan en de ene of andere vreemdeling ontmoeten. Aan die vreemdeling vertel je je diepste geheimen, en je ziet hem nooit meer. En aan mensen die je twintig jaar kent vertel je nooit iets. Dit soort paradoxale situaties hebben voor mij veel te maken met kunst.
Ik las wat in een kleine roman van u, met heel veel abrupte coupures, met onmogelijke personages die onzinnige dingen zeiden. Waar wil u ons daar hebben ?
MELGAARD : U zegt heel terecht dat het erg uitgeknipt is, zoals die situaties die opgezet worden, stoppen, en telkens opnieuw beginnen. Het is wel een vrij masochistische roman denk ik, maar ook wel zo bedoeld dat je het om hem even waar kan openslaan en beginnen… Ik verwacht echt niet dat de mensen gaan zitten en het hele ding gaan lezen. Je opent het en leest enkele bladzijden. Zoals een koffietafelroman. Geschreven in het Stille Zuidzeeiland Samoa, gaat hij dus een beetje over de Stille Zuidzee-cultuur, hij heeft veel te maken met dat gevoel van, weet je : dat het leven elders is, dat als je maar ergens elders gaat, het dan beter zal worden. Het zijn echt duidelijk clichésituaties. Het zit een beetje in de lijn van de romantiek van het zoeken naar het schatteneiland. En zie het ook maar als een grote tekening. Het is immers handgeschreven.
Waar moet het heen, na de laatste schreeuw van pijn ?
MELGAARD : Bedoelt u dat het werk…
… ik bedoel dat het om een eindsituatie van het lichaam gaat : omgekeerd opgehangen, aan flarden gereten of voorzien van een fallus op de plaats van het hoofd. Je kan niet veel verder gaan, noch als mens noch als kunstenaar. Het is wat speculatief, maar ik zou graag zien waar het naartoe leidt.
MELGAARD : Je hebt verschillende oplossingen, verschillende ideeën, maar je ziet ook dingen voor je die je zou willen doen en je doet ze. Ik wil niet dat mijn werk enigerlei uitweg aanreikt, dat moeten de mensen maar voor zichzelf uitzoeken.
Als het inderdaad om een eindsituatie gaat, volgt er wel helemaal niets meer, vanuit het gezichtspunt van de lichamelijkheid ?
MELGAARD : Maar Joey Stefano stierf sowieso, hij is dood, hij pleegde zelfmoord, twee jaar geleden. Dus… ik weet het niet. Ik weet niet waar het naartoe gaat, ik maak twee kantoren, een soort verloren lokaties, één in Buenos Aires, één in Oslo. Ik bereid zoiets als de Bijbel van Joey Stefano voor. Het wordt als een sculpturaal werk van tweeduizend boeken, maar van slechts één pagina, één pagina tekst die het gat in jezelf raken, dat is het universum volgens Joey Stefano. Het zegt denk ik dat heel wat mensen die zwarte gaten hebben vanbinnen. En als je hoopt van ze met iets te vullen, moet je misschien toegeven dat dat gat in jezelf het universum is, dat het verondersteld wordt daar te zijn, en dat je het moet omhelzen in plaats van het te haten en er tegen te werken. Daar gaat het verder, zie je. Het enige wat je kan doen is de poëzie in de pijn zien. Dat is waarom zoveel mensen aan pijn vasthouden, aan depressie vasthouden… omdat er ook schoonheid inzit, er is schoonheid in ontreddering en er zitten ook heel wat mogelijkheden in, want als je erdoor geraakt, kom je als een ander mens naar buiten. Je bent meer ontwikkeld.
Jan Braet
De Rode Poort, tot 2.2 in het Museum van Hedendaagse Kunst, Citadelpark, Gent.
Het werk van Melgaard op de Rode Poort : als een miljoen puntjes.
Bjarne Melgaard : aan die vreemdeling vertel je je diepste geheimen.