In ‘De Kroonraad’ geven vooraanstaande politici hun opinie over de actualiteit. Deze week Mark Eyskens over het sociaal overleg, de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, migratie in de EU, en het voorzitterschap van Luxemburg.
Mijnheer Eyskens, het sociaal overleg over een centraal loonakkoord verloopt uiterst moeizaam. Heeft zo’n akkoord nog zin, of moet men dat overlaten aan sectoren of bedrijven?
MARK EYSKENS: Ik heb in de zomer een klein boekje geschreven over de onmogelijkheid van het noodzakelijke, en daarin pleit ik ervoor om die akkoorden te schrappen, of tot het strikte minimum te beperken. Een interprofessioneel loon- akkoord, ook per sector, is eigenlijk het afsluiten van een loonkartel. In de Europese Unie bestaat terecht een hele reglementering tegen prijzenkartels, omdat die de concurrentie verstoren, maar loonkartels heeft men altijd heilig verklaard. Dat is niet logisch. Voor de arbeidsmarkt heeft het tot gevolg dat door gebrek aan flexibiliteit van de lonen, de enige factor die nog kan bewegen de werkgelegenheid is. Als er dan minder vraag is naar arbeid, bijvoorbeeld door delokalisering, kun je alleen maar de werkgelegenheid drastisch inkrimpen. Het is blijkbaar moeilijk om dat aan de vakbonden uit te leggen.
Premier Guy Verhofstadt (VLD) belooft eerst 350 miljoen euro voor lastenverlaging, maar wordt door minister van Begroting Johan Vande Lanotte (SP.A) teruggefloten.
EYSKENS: Vande Lanotte had gelijk. De sociale partners slagen er niet in om hun verantwoordelijkheid op te nemen en een akkoord te sluiten, en dan komt de regering met een aanzienlijk cadeau dat integraal moet worden betaald door de belastingbetaler. Dat gaat een beetje ver.
Als er op de valreep nog een compromis wordt gevonden, verwacht ik niet meer dan een dun schijnakkoord. Ook voor de premier zou dat een mislukking zijn. Zijn prestige is al fel aangetast, omdat hij de feitelijke leider is van een partij die in Vlaanderen maar op de vierde plaats staat. Vandaar dat ik het nogal arrogant vond van Kamervoorzitter Herman De Croo (VLD) om te roepen dat de VLD, als ze uit de federale regering moet, ook uit de Vlaamse stapt. Wij zijn met ons kartel CD&V/N-VA nummer één, wij zitten in de Vlaamse regering, maar wij hebben op geen enkel moment ook een plaats in de federale geëist.
We gaan naar politiek woelige weken. De ‘sterkte’ van de regering is dat iedereen als de dood is voor nieuwe verkiezingen. Een van de alternatieven is een coalitiewissel. PS-voorzitter Elio Di Rupo heeft te verstaan gegeven dat hij daar niet tegen gekant is. Het zou de VLD voor grote problemen stellen.
De gevaarlijkste bananenschil voor de regering is de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. De interministeriële conferentie zou deze week met een oplossing moeten komen.
EYSKENS: Je weet nooit in de politiek, maar op het moment van dit gesprek ziet het er niet naar uit dat dat zal lukken. De mogelijke ‘pasmunt’ is beperkt, nu de Raad van State de Franstalige bezwaren tegen de rondzendbrief van ex-minister Leo Peeters heeft verworpen. Premier Verhofstadt drukt terecht op de noodzaak om een compromis met de Franstaligen te vinden. De splitsing eisen zonder tegengebaar, is niet realistisch. Binnen het kartel CD&V/N-VA ligt dat gevoelig, omdat de N-VA alom verkondigt dat ze ‘geen prijs wil betalen’. De N-VA’ers zijn nog altijd getraumatiseerd door wat lang geleden is gebeurd met de Volksunie, die haar toegeeflijkheid in het Egmontpact zeer zwaar heeft betaald.
Men legt de Vlamingen te weinig uit dat de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde slechts een marginaal probleem is. Het arrondissement ís al gesplitst voor de deelstaatverkiezingen, het probleem doet zich enkel voor bij de federale verkiezingen. Men legt ook te weinig uit dat in het arrest van het Arbitragehof helemaal niet staat dat de splitsing onverwijld moet plaatsvinden. Ten eerste moet dat pas gebeuren tegen 2007. Maar veel belangrijker: het arrest spreekt níét van een verplichte splitsing, het zegt alleen dat de discriminatie van de kiezers uit het arrondissement Leuven moet worden weggewerkt. En om dat te doen, zijn andere oplossingen mogelijk.
Ik doe een kleine suggestie. Ik vind ook dat Brussel-Halle-Vilvoorde moet worden gesplitst, omdat het ingaat tegen de federale logica. In Duitsland, een echte federale staat, kan geen enkele inwoner van Beieren kiezen voor een kandidaat in Berlijn. Ik stel voor de splitsing te koppelen aan een hervorming van de Senaat. Je moet van de Belgische Senaat een Bundesrat op zijn Duits maken, bevoegd voor het arbitreren van belangenconflicten tussen gewesten en gemeenschappen. Dat hebben we niet, en vandaar het onfortuinlijke verhaal van DHL, en van de geluidsnormen die om de kilometer veranderen.
We maken dus een Senaat van gewesten en gemeenschappen, maar aangevuld met een contingent van een vijfentwintigtal nationale senatoren die worden verkozen in de grote kieskring België. Mensen die kandidaat zijn van Oostende tot in Aarlen. Als je dat doet, vermijd je de discussie over de pariteit van een Bundesrat-Senaat, en geef je aan Franstaligen in Vlaanderen de kans om voor een Franstalige kandidaat te stemmen, zij het voor een instelling met beperkte bevoegdheden. Volgens mij is dat een voor Vlamingen aanvaardbare en voor Franstaligen eerbare compensatie voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Dat kan natuurlijk niet ‘onverwijld’ gebeuren, want er is een grondwetswijziging voor nodig, maar men kan over deze formule wel een politiek akkoord afsluiten, en dat eventueel in het parlement met een resolutie laten bevestigen.
Europees commissaris voor Justitie Franco Frattini pleit voor meer economische migranten in de EU. Dat hebt u zelf ook al meermaals gedaan.
EYSKENS: Ik ben verheugd over de woorden van Frattini, al spreekt hij vooral over mensen die zich aan de bovenkant van de arbeidsmarkt bevinden, hoogopgeleide specialisten. Ik beweer dat we ook nood hebben aan ongeschoolde migranten. Laten we een eind maken aan het hypocriete beleid van zero-immigration, dat vooral leidt tot clandestiene immigratie van sukkelaars die in het zwarte circuit terechtkomen.
De vraag is hoe het voorstel van Frattini onthaald zal worden door de Europese ministerraad. Ik zie zelfs onze eigen regering niet positief reageren, ondanks de moedige woorden van minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (VLD). Onze politieke partijen gaan zodanig gebukt onder de angst voor het Vlaams Belang, dat geen enkele nog haar nek durft uit te steken.
De Luxemburgse premier Jean-Claude Juncker is de komende zes maanden voorzitter van de EU. Wat verwacht u van zijn beleid?
EYSKENS: Juncker is een van onze meest verstandige, handige en ervaren Europese politici. Klein land, groot man. Als hij had gewild, was hij de voorzitter van de Europese Commissie. Als voorzitter van de EU zal hij het goed doen, wat niet betekent dat hij de grote problemen ook zal kunnen oplossen.
Vooreerst is er de financiering van de EU. Een delicaat dossier, gezien de kosten van de uitbreiding en het dwaze standpunt van enkele grote lidstaten om de begroting van de EU te houden op maximaal 1 procent van het Europese Nationaal Product. Alle ingewijden zeggen dat je daarmee zelfs de lopende programma’s niet kunt betalen.
Ik betreur dat in de Europese grondwet geen opening wordt gelaten voor een eigen Europese fiscale bevoegdheid. Mocht het Europees parlement twee eurocent indirecte belasting heffen op de benzine aan de pomp, dan konden alle rekeningen betaald worden. Europa heeft, althans in de hoofden van sommigen, de pretentie een federatie te worden. Dan is 1 procent afdragen wel bijzonder weinig. In de Verenigde Staten wordt 27 procent van het bruto binnenlands product aan de federatie besteed. Het is in de EU altijd hetzelfde liedje: we willen wel, maar we kunnen niet. En zo maken we ons steeds weer belachelijk.
Een tweede probleem vormen de referenda over de Europese grondwet.
EYSKENS: Een demagogisch en lichtzinnig genomen initiatief. Zelfs in België willen sommigen een referendum, een erfenis van Verhofstadts Burgermanifesten. Men heeft in België nooit een referendum gehouden over de herziening van de Belgische grondwet en de toch bijzonder ingrijpende staatshervorming die wij hebben gekend. Maar nu zou men het wél doen over de Europese grondwet, die niemand gelezen heeft en die ook onleesbaar ís. Wat een dwaasheid.
Ik vrees dat in ten minste twee of drie landen die grondwet zal worden verworpen, en dan zitten we helemaal vast. We zullen het dan moeten rooien met het Verdrag van Nice, waarvan iedereen weet dat het buitengewoon ongelukkig was. We breiden de EU almaar uit, zonder nog te verdiepen. Daarom verdedig ik al lang een ‘Saturnusmodel’, met een stevige en ook politiek geintegreerde kern van de 12 landen van de monetaire unie. Hopelijk komt het Verenigd Koninkrijk daar ooit bij. De andere EU-leden cirkelen daar in ringen omheen, en als ze voldoende coherent en convergerend zijn, kunnen ze op hun beurt tot de kern toetreden.
Maar de waarheid is dat de Angelsaksische benadering, van een EU die beperkt blijft tot een grote vrijhandelszone, steeds meer gaat overheersen. De invloed van het Angelsaksische wereldbeeld is kolossaal. We zien dat in alle domeinen. Bijvoorbeeld het monetaire. Ik ben voor een ingreep in de wisselmarkt, met een ‘beheerst vlotten’ van euro en dollar, maar daar zijn de Angelsaksen radicaal tegen. Je ziet het ook in de hervorming van onze universitaire programma’s. In heel Europa drijven wij hun systeem van bachelors en masters door. Ik vind dat goed, maar het is wel de zoveelste Angelsaksische stempel op onze intellectuele elite van morgen. Het zal de positie van het Engels als eerste wereldtaal nog versterken. Men onderschat die evolutie. Ik vrees dat in die context de idealen van de ‘founding fathers’van de EU zullen verdrinken.
Koen Meulenaere
Mark Eyskens: ‘Koppel de splitsing van B-H-V aan een hervorming van de Senaat.’