Hij heeft geen spijt van zijn vroegere platen. ‘Ik heb mezelf alleen van een internationaal megaproduct in een lokale act voor culturele centra veranderd.’ Een gesprek over roddelbladen, credibility en zijn verschrikkelijke naam.

‘Eigenlijk ben ik hier niet helemaal gerust op’, zegt Helmut Lotti terwijl hij zich een glas water inschenkt. ‘Als je zegt wat je niet meer wilt doen, moet je het bijna wel hebben over wat je vroeger verkeerd hebt gedaan.’ En afrekenen met zijn verleden, dat is wel het laatste wat hij wil. Zeker nu, zo kort na zijn grote carrièrewending.

Eind jaren tachtig al zette Helmut Lotti zijn eerste stappen in het vak. Als Elvis Presley in de Nederlandse Soundmixshow dan nog. ‘Elvis was mijn grote voorbeeld’, legt hij uit. ‘Ik was een jaar of acht, negen toen ik tijdens de zomer in een vakantiekolonie aan zee was. Met de hele groep jongens liepen we dan luid zingend over de stoep naar het strand. En ik zong het hardst van allemaal. Na een paar dagen was ik natuurlijk ontzettend hees. “Daar hebben we wel een pilletje voor”, zeiden de begeleiders. Maar dat wou ik niet. Natuurlijk niet! Elvis was gestorven door te veel pillen te slikken. Dat hij op het eind van zijn leven zo dik was en uiteindelijk is bezweken door de pillen, daar was ik zwaar van onder de indruk. Daarom heb ik altijd mijn best gedaan om gezond te leven. Twee dingen wou ik absoluut niet: vet worden en kapotgaan aan medicatie.’

Maar het succes van Elvis Presley, dat wou hij dan weer wel. En op het hoogtepunt van zijn carrière kwam hij toch een heel klein beetje in de buurt. Platen als Helmut Lotti goes Classic, en de opvolgers met nummers die hij opdiepte uit het latino-oeuvre, het Afrikaanse en het Russische repertoire, sloegen bij een wel erg breed publiek aan. Doordat ze heel toegankelijk waren, doordat Lotti een stem als een klok had, maar ook omdat hij ‘zo’n gewone jongen’ was gebleven. Resultaat: wereldwijd 13 miljoen verkochte platen, uitpuilende sportpaleizen en een vertrouwenwekkende bankrekening.

Maar onlangs wendde Helmut Lotti resoluut de steven met de Nederlandstalige cd Mijn hart en mijn lijf. Een plaat die minder verkoopt dan zijnhitalbums van weleer en die ook erg argwanend is onthaald. Zowel door de critici als door zijn publiek, die beiden niet echt schijnen te weten wat ze ermee aan moeten. ‘Ik heb mezelf dan ook van een internationaal megaproduct in een lokale act voor culturele centra veranderd’, zegt Lotti. ‘Dat was een goede beslissing, maar dat betekent nog niet dat ik spijt zou hebben van alles wat aan deze plaat is voorafgegaan. Ik heb me niet bekeerd, zoals sommigen beweren, ik ben gewoon veranderd. Net zoals ik nog altijd van Elvis Presley hou, maar ook al eens luister naar Neil Young. Die klinkt dan misschien als een personage uit The Muppet Show, maar hij heeft toch prachtige nummers.’ Dat neemt niet weg dat er best wel wat dingen zijn die Helmut Lotti niet (meer) wil doen. Acht dingen zelfs.

Vergeten te genieten

‘Er is een tijd geweest dat ik vijf, zes optredens per week deed. Ik was alleen maar bezig met morgen, morgen, morgen en kon daardoor niet van het moment zelf genieten. Na een optreden nog wat blijven plakken? Onmogelijk, want ik moest mijn stem sparen. Zo wil ik het niet meer. Nu treed ik hoogstens drie dagen na elkaar op, en in alle eerlijkheid: ik heb nog nooit zo van een tour genoten. Dit keer hoef ik niet de hele tijd bang te zijn voor mijn stem. Ik mag na een optreden al eens een glas drinken en met mijn muzikanten verbroederen. Vroeger kon je me dus vergelijken met een topsporter uit de Ronde van Frankrijk, terwijl ik nu meer een minister van staat ben die af en toe wordt gevraagd om leuke dingen te doen. Heerlijk. (grijnst)

‘De culturele centra waar ik nu optreed, liggen me ook beter. In een zaal als het Sportpaleis staan, geeft natuurlijk wel een kick – dat kan ik niet ontkennen – maar die duurt niet lang. Na een paar nummers krijg ik meestal een bevreemd gevoel doordat er daar zo veel afstand is tussen mij en mijn publiek. In een cultureel centrum sta je als artiest veel dichter bij de mensen en dat voelt echt beter. Voor mij toch. Daardoor kan ik authentieker, eerlijker en rustiger te werk gaan.’

Praten met de populaire pers

‘Voor mij zijn de boekskes een reden om niet meer als Helmut Lotti op het podium te gaan staan. Al vijf jaar praat ik nu niet meer met de populaire pers. En tegenover andere media wil ik eigenlijk alleen nog over mijn muziek praten, want anders weet ik niet wat er zal worden uitgelicht. Een paar weken geleden stond in DS Weekblad bijvoorbeeld een reportageover Daan die met zijn vriendin ergens in een ver buitenland was. Een zeer interessant interview waarin zij uit de doeken deed hoe hij in elkaar zit. Daan heeft geluk dat hij Daan is. Als ik dat zou doen, dan werden er zeker fragmenten door andere bladen opgepikt en uit hun context gerukt. Want de boekskes trekken zich er niets van aan dat ik niets meer tegen hen wil zeggen. Zonder blikken of blozen zetten ze mij toch nog keer op keer op de cover. Net alsof ik ze vorige week nog een interview heb gegeven. Pure rancune natuurlijk. Zelf roepen ze graag: “Je moet ons nu de rug niet toekeren, want wij hebben je groot gemaakt.” Onzin! Had ik nooit iets tegen die bladen gezegd, dan had mijn carrière er echt niet anders uitgezien. Alleen had ik dan wat meer credibility gehad. Die mensen besteden geen aandacht aan onbekenden. Pas als iemand het al aan het maken is, springen ze op de kar en daarna claimen ze dat zij verantwoordelijk zijn voor dat succes. Parasieten zijn het. Werk je niet met hen mee, dan doen ze er alles aan om je een hak te zetten. Maar zelfs als je doet wat ze willen, pakken ze je uiteindelijk wel. Je kunt simpelweg niet van hen winnen.

‘Als ik vandaag aan de start van mijn carrière zou staan, dan begon ik er niet eens aan om met hen te praten. Maar 23 jaar geleden was ik jong en naïef. Ik ben op die mallemolen gestapt en jarenlang blijven meedraaien. Die boekskes waren toen ook nog niet wat ze vandaag zijn, hè. Ze waren wel al voyeuristisch en geïnteresseerd in privéverhalen, maar de artikels waren toch nog niet zo vunzig en smeuïg. Tegenwoordig lanceren ze zomaar een opinie over je leven die niets maar dan ook niets met de werkelijkheid te maken heeft. Hoe hoog de prijs ook is, ik doe daar niet meer aan mee.’

Anderen zijn artiestennaam laten kiezen

‘Weet je wat mijn allereerste artiestennaam was? Kevin Leach. Kevin Bloedzuiger dus! (lacht) Die was ook al door iemand anders verzonnen. Later, in 1989, werd het dan dus Helmut Lotti. Verschrikkelijk. Maar iedereen in mijn omgeving leek het een leuke naam te vinden en dus ging ik er maar in mee. Na al die jaren ben ik er voor mijn gevoel nog altijd niet mee vergroeid en ik zou er ook best van af willen. Sommigen beweren dat het daar te laat voor is, maar dat geloof ik niet. Als ik dan toch commerciële zelfmoord pleeg door een Nederlandstalige plaat te maken en in culturele centra op te treden, waarom zou het dan een stap te ver zijn om van artiestennaam te veranderen? Zelf zou ik Helmut Lotti in elk geval geen seconde missen.’

Niet zeggen wat hij denkt

‘De laatste vier, vijf jaar heb ik geprobeerd om zo eerlijk mogelijk te zijn. Daarvoor deed ik vooral mijn best om mijn job heel consciëntieus uit te oefenen en dat hield in dat ik soms niet te eerlijk mocht zijn, niet altijd onverbloemd mocht zeggen wat ik dacht. Er is nu eenmaal geen enkele job waarin je altijd honderd procent rechtuit kunt zijn. Mensen zitten ook niet op eerlijkheid te wachten. Nee, ze willen alleen dat het beeld dat zij van iets of iemand hebben telkens weer wordt bevestigd. Dat is de voorbije jaren wel gebleken: ik ben nog nooit door zo veel mensen uitgespuwd. Om mezelf te beschermen, zou ik er dus beter weer mee ophouden om zo eerlijk te zijn. Maar dat doe ik niet. Als sommigen het daar moeilijk mee hebben, dan is dat maar zo.

‘Er zijn ook mensen die naar een optreden komen en zich dan vertwijfeld afvragen wie de échte Helmut Lotti nu eigenlijk is. Simpel: ik was twintig jaar geleden de echte en dat ben ik nu ook. Mensen veranderen in de loop der tijd nu eenmaal van ideeën, van smaak, van ambitie. Maar tegenwoordig wordt dat heel moeilijk geaccepteerd. Nochtans moet iedereen het recht hebben om te veranderen. Het is toch niet omdat ik tien jaar geleden dol was op boterhammen met choco dat ik verplicht ben om daar vandaag nog altijd van te houden? Ik wil mezelf kunnen zijn, en voor een artiest betekent dat: de ruimte krijgen om constant grenzen af te tasten en telkens weer iets anders te doen.

‘Dat is meteen ook de grote misvatting over mijn carrièrewending. In sommige kringen stellen ze het voor alsof ik alles wat ik daarvoor heb gedaan nu zum kotzen vind. Maar dat is helemaal niet zo! Als ik het allemaal zou overdoen, dan begon ik wellicht weer in de Soundmixshow. Op dat moment was dat voor de jongen die ik toen was nu eenmaal de juiste keuze. Misschien heb ik onderweg een Helmut Lotti goes Classic en een latinplaat te veel gemaakt, en ik had mijn eigen zin ook wat meer mogen doordrukken op mijn platen. Maar dat neemt niet weg dat ik op dat moment achter tachtig procent van die muziek stond. Het enige waar ik spijt van heb, is dat ik jarenlang dat haarstukje heb gedragen. Meer niet. Dan zou het toch niet juist zijn om nu te doen alsof het allemaal maar flauwekul was? Ik heb me helemaal niet bekeerd, ik ben gewoon geëvolueerd. En ik probeer ook niet krampachtig aansluiting te vinden bij intellectuelen, zoals ze nu soms schrijven. Dat is de dikste zever die er bestaat.’

Moderne talen studeren

‘Ik had in de middelbare school nooit de richting moderne talen mogen volgen. Het was veel beter geweest om kunstonderwijs te volgen aan Sint-Lucas. Maar ik heb toen jammer genoeg geluisterd naar de raad van het PMS, wat nu CLB heet. Of beter: mijn moeder luisterde naar het PMS. Dat neem ik haar niet kwalijk, want in die tijd was zij vooral bezig met overleven. Na de scheiding van mijn ouders hadden we het thuis niet breed, en mijn moeder vond het in de eerste plaats belangrijk dat we goed aten en er netjes bij liepen. Logisch ook.

‘Het enige wat die studie moderne talen me heeft bijgebracht, is dat ik me ontzettend erger aan veel Engelstalige rock die in België wordt gemaakt. De taalfouten! De slechte uitspraak! (lacht) Verder was dat niet echt iets voor mij. Had ik in een kunstrichting gezeten, dan waren mijn jeugd en mijn artistieke ontwikkeling waarschijnlijk helemaal anders verlopen. Dan was ik niet zo’n doelloze puber geweest die op zijn achttiende nog altijd niet wist wat hij met zijn leven aan moest. Door naar Sint-Lucas te gaan, had ik waarschijnlijk wat meer structuur in mijn hoofd gekregen en had ik een instrument kunnen bespelen. Dan was ik misschien niet in de Soundmixshow begonnen, maar wel in Humo’s Rockrally.’

Een terreinwagen kopen

‘Natuurlijk heb ik een bepaalde welstand verworven door het succes van mijn platen. En in de loop der jaren heb ik best wel een paar onnozele dingen met dat geld gedaan. Zo heb ik me een paar keer te vaak een nieuwe auto aangeschaft terwijl er niets mis was met de vorige. Dat zou ik nu niet meer doen. Ik rij al vijf jaar met dezelfde auto en die is nog altijd dik oké. Hier in de stad kun je je trouwens veel beter met de fiets verplaatsen. Wat ik ook nooit meer zou doen, is een terreinwagen kopen. Zulke auto’s zijn onhandig, alleen veilig voor de bestuurder zelf en in wezen gemaakt om kerstbomen mee te vervoeren in de Ardennen.

‘Verder heb ik ook veel geld uitgegeven om mensen te helpen. Als het je goed gaat, komen ze vanzelf bij je aankloppen met allerlei schrijnende verhalen. Omdat ik daar nogal snel in meeging, was ik vaak een makkelijk slachtoffer. Vooral ook omdat ik me schuldig voelde dat ik zo veel geld verdiende met iets waarmee ik me amuseerde. Bovendien heb ik de neiging om me te verliezen in altruïsme, in de verhalen, dromen en ambities van anderen. Daar moet ik mezelf wat tegen beschermen.

‘Mijn geloof dat wie goed doet inderdaad goed ontmoet, is in de loop der jaren ook zwaar getemperd. Als ik nu goed probeer te doen, is dat omdat ik ervan overtuigd ben dat ik daarmee een positieve bijdrage lever en in de hoop dat ik er iemand blij mee zal maken. Niet omdat ik geloof dat er daardoor fantastische dingen met mij zullen gebeuren.

‘Nu ik meewerk aan de actie Syrië 12-12 zeggen mensen weleens: “Voor hem is het gemakkelijk met al zijn geld.” Meestal hebben ze dan kritiek op de actie omdat ze vinden dat we beter iets zouden doen voor de armen van bij ons. En natuurlijk is ook die armoede heel erg. Daarom zoeken we nu met Unicef uit wat we daar concreet aan kunnen doen. Maar op dit moment is er nu eenmaal een groot en dringend probleem in Syrië. Ik heb het er echt moeilijk mee dat sommigen doen alsof ze dat niet zien, of nog erger: beweren dat het geld van onze actie nooit op de juiste plek zal aankomen. Zeg dan gewoon: “Ik heb geen zin om iets aan Syrië te geven.” Omdat je geen geld hebt of omdat het je geen zak kan schelen dat de mensen daar in de miserie zitten. Maar wees alsjeblieft eerlijk.’

Vreemde nummerplaten in het oog houden

‘Wat er bij de voorbije gemeenteraadsverkiezingen hier in Antwerpen is gebeurd, vond ik niet prettig. Ik had liever gehad dat alles bij het oude bleef. Maar goed, in een democratie krijgt het volk nu eenmaal altijd gelijk. Eerlijk gezegd dacht ik aanvankelijk ook dat er met Bart De Wever als burgemeester niet zoveel zou veranderen. Mijn vrouw wel. Zij voorspelde meteen een andere sfeer in de stad en ondertussen heeft ze ook gelijk gekregen. Neem nu die oproep aan de Antwerpenaren om auto’s met een vreemde nummerplaat in het oog te houden. Dat gelóóf je toch niet? Ik beschouw mezelf als een heel tolerant mens, en ik vind dat iedereen moet kunnen zijn wie hij is. Vandaar dat ik me ook erger aan mensen die tolerantie prediken, maar ondertussen wel van de rest van de wereld eisen dat die hetzelfde soort tolerantie aan de dag legt. Ook dát is intolerantie. Een blinddoek dragen is een groter probleem dan een hoofddoek, hè. Daarom heb ik een paar jaar geleden ook meegedaan aan die 0110-concerten voor verdraagzaamheid. Wie kan er nu tegen verdraagzaamheid zijn? dacht ik. Daar heb ik een duidelijk antwoord op gekregen. Ik bewaar nog altijd de brieven van onder meer Filip Dewinter en Francis Van den Eynde van het Vlaams Belang.

‘Op politiek vlak is het voor mij simpel: paars-groen is de beste coalitie voor een land, want er moet altijd een evenwicht zijn tussen sociale en economische belangen. En groen is natuurlijk te allen tijde belangrijk. Ik ben een sociaalvoelende liberaal die graag in de natuur gaat fietsen. (lacht)

‘Vroeger, nog voor de Classic-platen, heb ik op verkiezingsmeetings van verschillende partijen opgetreden. Ik hoorde Louis Tobback speechen, Jean-Luc Dehaene, Guy Verhofstadt ook. Razend interessant. Wat mij opviel, was het gescheld van die mannen. Zo plat! Dat oversteeg amper het niveau van een pensenkermis. Om hun achterban mee te krijgen, kapten ze allemaal op elkaar. Behalve Guy Verhofstadt. Die somde op wat er allemaal verkeerd liep zonder de anderen aan te vallen. Hij gebruikte ook ingewikkelde grafiekjes om zijn ideeën uit te leggen. Dat was natuurlijk moeilijk te volgen allemaal – en dat zal zijn bedoeling ook wel zijn geweest (lacht) – maar het kwam wel veel chiquer over.’

Zichzelf verantwoorden tegenover de buitenwereld

‘Ik wil niet meer de hele tijd aan iedereen uitleggen wie ik ben en waarom ik sommige dingen doe. Dat heeft toch geen zin, want mensen geloven alleen wat ze willen geloven. Ze vormen zich een beeld van je aan de hand van een paar flarden informatie die ze opvangen. Ze staan aan te schuiven aan de kassa van de Delhaize, bladeren door zo’n boekske en denken meteen te weten wie je bent. Onzin natuurlijk. Ik trek me daar tegenwoordig zo weinig mogelijk van aan. Ik deel de wereld nu op in een binnenwereld, met de mensen die dicht bij me staan, en de buitenwereld. Die binnenwereld wil ik kleiner maken en tegenover die mensen wil ik me wel nog verantwoorden. Maar dat is dan weer niet nodig, want zij prikken al die verhalen over mij vanzelf door.’

DOOR JOS GEYSELS EN ANN PEUTEMAN, FOTO’S FILIP VAN ROE

‘Elvis was mijn grote voorbeeld. Maar twee dingen wil ik absoluut niet: vet worden en kapotgaan aan medicijnen.’

‘Van de naam Helmut Lotti zou ik ook best af willen.’

‘Op politiek vlak is het voor mij simpel: paars-groen is de beste coalitie voor een land.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content