Hamas met de rug tegen de muur
In de derde oorlog tussen Hamas en Israël ontbreekt de wil om het conflict snel te beëindigen. Als de ene partij betere raketten afvuurt, dan gooit de andere gewoon meer bommen. En er is niemand in zicht die zou kunnen bemiddelen.
Ze verdringen elkaar in het souterrain: tachtig, misschien honderd vrouwen. Velen hebben een stuk matras of tapijt kunnen bemachtigen, de meesten zitten met ingetrokken benen op de grauwe tegels. Buiten is het oorlog, scheuren de gevechtsvliegtuigen, dreunen de bommen. Zomer 2014 in de Gazastrook, dat is: donkere rookzuilen en vrouwen die klaagliederen dreinen.
Het huis staat aan het uiteinde van een zanderige straat in Beit Hanun, in het noordoosten van de Gazastrook. Tot vorige week woensdag, de tweede dag van de jongste Gazaoorlog, was dit het thuis van de familie Hamad. Toen werd het huis ’s nachts door de Israëlische luchtmacht gebombardeerd. Op de veranda zaten de broers Mahdi, Hafis en Ibrahim Hamad, samen met hun ouders. Een paar meter verderop stonden Hafis’ vrouw Suha en zijn dochter. De twee vrouwen wilden net thee brengen toen de bom explodeerde. Naast de gebloemde sofa’s speelden Hafis’ zoon Nuraddin en zijn neef Kinan.
Nu zijn de meesten van hen dood: de drie Hamadbroers, hun moeder, Hafi’s’ vrouw en ook zijn dochter; de twee zesjarige neefjes liggen zwaargewond in het ziekenhuis. De veranda lijkt wel een krater, tussen de aan flarden gereten sofa’s ligt de tot een klomp gesmolten radio waarmee het gezin naar het journaal luisterde. De grond ligt vol granaatscherven en stukjes kussen. Alleen een vijgenboom staat ongedeerd voor de doorzeefde muur van het huis.
Hafis Hamad werd gedood omdat hij lid van de islamitische jihad zou zijn geweest, een groep die nog radicaler is dan Hamas, dat over Gaza heerst. De andere vijf gezinsleden stierven omdat ze die nacht toevallig in zijn buurt waren. Ze zijn niet de enige doden. Tot vrijdagavond stierven meer dan 100 Palestijnen, meer dan 700 raakten gewond.
Terwijl de mensen in Gaza om hun doden treuren, huilen 60 kilometer verderop in Tel Aviv de sirenen. Zelfs een sinds maanden aangekondigde vredesconferentie met prominente Palestijnse en Israëlische politici, georganiseerd door de krant Haaretz, moest verscheidene keren onderbroken worden. Een voormalig hoofd van de geheime dienst weigerde het podium te verlaten en in de schuilkelder te vluchten. Tijdens het alarm staarde hij bedroefd naar zijn smartphone. Alsof hij niet kon geloven wat hier gebeurde, nog maar een keer.
Ook Jeruzalem en de steden ten noorden van Tel Aviv worden dezer dagen door projectielen getroffen. Zelfs Haifa, dat op 180 kilometer ligt, proberen de Palestijnen te raken. Raketten op het zuiden van Israël was niets nieuws. Maar nu neemt Hamas ook het noorden in het vizier, en liggen grote steden dagenlang onder vuur.
Anders dan bij vroegere confrontaties is de dreiging in het hele land voelbaar, ook al wordt er geroutineerd mee omgegaan, met dank aan ontelbare oefeningen. Veel Israëli’s hebben op hun smartphone een app voor raketalarm gedownload. Je kunt zelfs het getjilp van vogels als waarschuwingssignaal instellen.
In het zuiden, in steden als Sderot, Aschkelon of Aschdod horen de inwoners een metalen stem meedelen: ‘Zeva Adom’, alarmfase rood, steeds opnieuw. Op heel wat plekken hebben ze maar vijftien seconden om zich in een schuilkelder in veiligheid te brengen. In Sderot werden jaren geleden al ondergrondse ziekenboegen geïnstalleerd. Raketten zijn hier bijna dagelijkse kost. Tot vrijdagavond registreerde het leger bijna 600 raketaanvallen op Israëlisch staatsterritorium. Ook een tankstation werd geraakt. Er waren gewonden, maar geen doden. Want het onderscheppingssysteem ‘Iron Dome’, de ‘IJzeren Koepel’, heeft tot nu toe bijna alle gevaarlijke raketten uit de lucht gehaald. Vanonder die koepel kan het Israëlische leger dan weer Gaza bombarderen zonder dat het op het thuisfront onder druk komt te staan.
Rots in de branding
Na een vrij lange periode van rust is er dus een nieuwe ronde in de krachtmeting tussen de regering in Jeruzalem en Hamas begonnen. En met elke nieuwe ronde in dit conflict wordt de inzet aan beide zijden verhoogd. De raketten van Hamas vliegen nu verder dan ooit. Sinds de laatste confrontatie in november 2012 heeft Hamas de radius van zijn projectielen verruimd. De radicalen hebben blijkbaar Syrische raketten van het type M-302, die zowat 150 kilometer ver kunnen vliegen. En ze schrikken er nu ook niet meer voor terug om ze direct op Tel Aviv en Jeruzalem af te vuren. Iets wat ze voorheen vermeden, omdat ze zeer goed wisten dat het de regering in Jeruzalem tot een hard antwoord zou dwingen. Daarom bombardeert het Israëlische leger deze strook aan de Middellandse Zee nu zo hevig.
Eén ding is bij deze nieuwe escalatie hetzelfde gebleven: wie de verliezers zijn, staat op voorhand vast. Zoals altijd lijdt de bevolking aan beide kanten het meest. De oproepen van de internationale gemeenschap aan het adres van de oorlogspartijen vallen in dovemansoren. Tevergeefs herhaalt de Amerikaanse president Barack Obama bijna dagelijks zijn mantra van de ‘mogelijke vrede’, en prijst hij de bemiddelingsdiensten van zijn minister van Buitenlandse Zaken aan. Ook de oproep van VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon om tot een wapenstilstand te komen, bleef tot nu toe zonder succes.
In plaats daarvan kreeg de Israëlische premier Benjamin Netanyahu bijval van zijn regering toen hij meedeelde dat Israël ‘vooralsnog’ niet in een wapenstilstand geïnteresseerd was. Netanyahu kan ook op de steun van zijn bevolking rekenen wanneer hij zegt dat hij Hamas drastisch wil verzwakken. ‘De Israëli’s staan voor 100 procent achter ons. Ze zeggen: we zijn bereid een tijdlang te lijden terwijl jullie het karwei klaren’, aldus de rechts-nationalistische minister van Economie Naftali Bennett.
Hamas werd door operatie ‘Zuk Eitan’ (‘Rots in de branding’) inderdaad al behoorlijk getroffen door het leger. In Gaza werden 1100 doelen aangevallen, vanuit de lucht en vanaf oorlogsschepen voor de kust. 800 ton raketten en bommen werden afgeworpen. Ministeries van Hamas, woonhuizen, trainingskampen en tunnels werden vernietigd. Bovendien werden 40.000 reservisten gemobiliseerd voor mogelijke grondoperaties. Hamaswoordvoerder Muschir al-Masri reageerde prompt op die dreiging: Israëlische troepen zouden ‘een droom voor ons verzet’ zijn, want zo zou Gaza eindelijk ‘het graf voor Israëlische soldaten’ worden. Nu heeft Netanyahu geen belang bij een grondinvasie, hij zal ze zo lang mogelijk vermijden. Toen het leger de laatste keer Gaza binnenmarcheerde, in de winter van 2008-2009, stierven 1300 Palestijnen. De meesten waren burgers. En de beelden van dode kinderen waren vernietigend voor het aanzien van Israël in de wereld.
Oude plannen
Aan het nieuwe militaire offensief gingen de gewelddadigste dagen in twee jaar vooraf. Nadat drie ontvoerde Talmoedleerlingen dood werden teruggevonden op de Westelijke Jordaanoever, maakten Joodse extremisten in Jeruzalem jacht op Palestijnen. Dat culmineerde in de moord op scholier Mohammed Abu Chidair uit Oost-Jeruzalem. Zes verdachten werden intussen gearresteerd. De Israëlische politie heeft het over een daad met een nationalistische achtergrond.
Sindsdien is de rust niet weergekeerd op de Westelijke Jordaanoever. Palestijnse massademonstraties en straatgevechten worden door het leger beantwoord met massale arrestaties. Sinds half juni werden ongeveer duizend Palestijnen aangehouden, sinds de ontvoering van de drie scholieren werden de meesten van hen alleen op grond van verdenking gearresteerd. Tijdens de razzia’s drong het Israëlische leger binnen in Palestijnse steden, wat indruiste tegen de afspraken van het Oslo II-verdrag. ‘We hebben hun hoofdkwartieren vernield, hun geldstromen onderbroken, we hebben moordenaars gearresteerd’, aldus Naftali Bennett. ‘Ik zou zeggen dat we Hamas bijna verpletterd hebben’ – tenminste: op de Westelijke Jordaanoever.
Maar nergens is de staat van oorlog zo tastbaar als in de Gazastrook. Vorige week woensdag droegen de mannen van Beit Hanun hun doden in eenvoudige houten kisten door de stad. De rouwstoet werd aangevoerd door een oude Volkswagenbus. Op het dak waren vier luidsprekers vastgebonden. Daaruit weerklonk ‘Allah is groot’, afgewisseld met gezangen die klinken als een Arabische versie van Rammstein. Via de luidsprekers werd wraak verkondigd ‘voor de misdaden in ons bezette land’. Met uitzondering van de rouwstoet waren de straten leeg, het is ramadan, en het is oorlog.
Vanuit zijn woonkamer heeft Bassim Naim een machtige paddenstoelwolk gefotografeerd. Hij zit op een sofa in het Schifaziekenhuis van Gazastad en veegt zoekend over het beeldscherm van zijn smartphone. Naim (50) is arts, en woonde tien jaar in Duitsland. Hij is een van de leidende Hamasvertegenwoordigers in Gaza. In de regering van Ismail Hanija bekleedde hij tijdelijk verschillende ministersposten tegelijk. Bovendien heeft hij de reputatie een intieme vertrouweling te zijn van Chalid Maschaal, de verbannen leider van de beweging. Het is nu bijna onmogelijk om prominente Hamasmensen te ontmoeten, de meesten zijn ondergedoken uit angst voor een Israëlische aanslag.
Of hij niet bang is om gedood te worden, vragen we. Naim: ‘Ik ben een mens, natuurlijk ben ik bang. En ik heb kinderen.’
De man met het dunne haar en het smalle brilletje is niet zoals de gemiddelde Hamasfunctionarissen. Krijgshaftige oorlogsretoriek is hem vreemd, hij spreekt bezonnen, zacht, nadenkend. ‘Niemand wil deze oorlog’, zegt hij. Achter hem rijden om de minuut de ambulances de binnenplaats van het ziekenhuis op, hun sirenes worden begeleid door doffe inslagen die de bodem doen trillen telkens als er weer een bom zijn doel treft. De voorraad geneesmiddelen van de artsen raakt op. Er is een tekort aan narcotische middelen en antibiotica.
En wat met al die raketten die Hamas op Israël afvuurt? Naim: ‘Wat kunnen we anders doen? Bijna twee jaar heeft mijn organisatie zich uitgesloofd om de wapenstilstand met Israël na te leven’, zegt hij. Sinds de laatste confrontatie tussen Israël en Hamas in november 2012 heerste inderdaad overwegend rust. ‘Toen werden die drie jongens ontvoerd, en Netanyahu beschuldigde meteen Hamas. Maar wij hebben geen flauw benul wie dat waren. Wij waren het niet.’
Netanyahu zou van de ontvoering gebruik hebben gemaakt om iets te doen wat hij al lang van plan was, aldus Naim: Hamas vernietigen en daarmee ook de Palestijnse eenheidsregering saboteren. Dat zou de verklaring zijn voor het buitensporig optreden van het leger op de Westelijke Jordaanoever en voor de massale arrestatiegolf. Zo zitten bijna alle Palestijnen die onder druk van Hamas in ruil voor de door hen ontvoerde Israëlische soldaat Gilad Schalit vrijgelaten werden alweer in Israëlische gevangenissen.
‘Hij weet dat we op dit moment zwak zijn’, zegt Naim. Maar Hamas kan zich niet alles laten welgevallen, het kan niet zomaar ‘in rust sterven’. Daarom wordt nu verder geschoten. Het is een terugkerend patroon in het Nabije Oosten: de demonstratie van macht tot elke prijs.
Cynische strategie
In Gaza is Hamas sinds de val van de Egyptische kortetermijnpresident Mohammed Mursi geïsoleerd geraakt. De Moslimbroeders, die hun nauwste bondgenoten waren, worden in Egypte hard vervolgd. Duizenden werden gearresteerd. Het militaire regime in Caïro beschouwt de Palestijnse tak van de Moslimbroeders als een terroristische organisatie. De grensovergangen worden maar zelden geopend, de smokkeltunnels zijn vernietigd. Sindsdien heerst in Gaza gebrek aan haast alles. Vorige winter al waarschuwde de VN-vluchtelingenorganisatie dat de kuststrook ‘op weg was om onbewoonbaar te worden’. Door de vernietiging van de tunnels hebben de islamisten ook hun voornaamste bron van inkomsten verloren. Ze kunnen niet eens de lonen van hun eigen ambtenaren betalen. Dat wakkert het ongenoegen bij de bevolking aan.
Ook veel andere geldbronnen zijn opgedroogd. Hamas heeft Iran, zijn belangrijkste bondgenoot, gebruuskeerd omdat het in de Syrische burgeroorlog de kant van de rebellen heeft gekozen. Sindsdien krijgt het geen Iraanse raketten, militaire hulp of financiële steun meer. Andere Arabische staten zijn ook terughoudend. Ook om die reden gaat Hamas door met de rakettenoorlog, hoe cynisch ook: de weerstand tegen Israël en de beelden van burgerslachtoffers mobiliseren de steunverleners in eigen land en de geldschieters in het buitenland.
De islamisten van Hamas staan met de rug tegen de muur. Maar juist dat maakt de huidige confrontatie zo onberekenbaar. Want anders dan tijdens de vorige twee Gazaoorlogen is er niemand in zicht die zou kunnen bemiddelen. De vroegere broederstaat Egypte is vijandelijk gebied geworden voor Hamas. Anders dan zijn voorgangers Husni Mubarak en Mohammed Mursi heeft president Abdul al-Sisi geen belang bij een snelle beëindiging van de Israëlische bombardementen. Een andere bemiddelaar zou Turkije kunnen zijn, maar dat ligt overhoop met Israël sinds de affaire met de dodelijke slachtoffers op het schip Mavi Marmara, dat deelnam aan een ‘vrijheidsflottielje voor Gaza’. De VS en de EU dan? Die hebben het soort banden met Hamas om als eerlijke bemiddelaars te kunnen optreden.
‘De vraag is’, aldus Bassim Naim, ‘wat er na ons komt, wat komt er na Hamas?’ Hoe dan ook heeft Hamas de extremisten van de Islamitische Jihad en andere groepen in toom kunnen houden. De Palestijnen, zegt hij, zouden niet veel meer te verliezen hebben, hoe het ook afloopt. De werkloosheid is groot, de armoede ook, er is geen bewegingsvrijheid, sommigen hebben zelfs geen elektriciteit of stromend water meer.
‘Het gaat nu om grondrechten, om fundamentele behoeften voor de bevolking’, zegt Naim. ‘De blokkade door Egypte en Israël moet opgeheven worden, Gaza moet de kans krijgen om een plaats te worden waar men kan leven.’
Op een paar stappen van Bassim Naim, in het Schifa-ziekenhuis, liggen Nuraddin en Kinan Hamad, de twee zesjarigen die in de veranda speelden toen de bom insloeg. Kinan kan zijn linkerarm niet bewegen omdat bij de explosie de zenuwen doorgesneden werden. Nuraddin heeft een granaatsplinter zo dik als een vinger in zijn buik gekregen, mogelijk moet hij voor de rest van zijn leven kunstmatig gevoed worden. Zijn oogleden trillen, hij ademt door rubberen slangetjes. Hij is nog verdoofd, en weet nog niet dat zijn ouders dood zijn.
Buiten in de gang staat de televisie aan. In een eindeloze lus van beelden toont de Hamaszender al-Aksa-TV hetzelfde beeld: als kleurloos vuurwerk sissen rookpluimen door de lucht in de richting van Israël. ‘Deze keer zullen we ze treffen’, zegt de ziekenzuster.
© Der Spiegel. Vertaling en bewerking: Piet de Moor
DOOR JULIA AMALIA HEYER – © Der Spiegel. Vertaling en bewerking: Piet de Moor
Hamas gaat cynisch door met de rakettenoorlog: de beelden van burgerslachtoffers mobiliseren steunverleners en geldschieters.
Veel Israëli’s hebben op hun smartphone een app voor raketalarm gedownload. Zelfs het getjilp van vogels kun je als waarschuwings-signaal kiezen.
Hamas heeft Syrische raketten die verder vliegen dan ooit, en schrikt er niet voor terug om ze op Tel Aviv en Jeruzalem af te vuren.
Het militaire regime in Caïro beschouwt de Palestijnse tak van de Moslimbroeders als een terroristische organisatie.