Het Forum: plein in Rome, tussen Capitool en Palatijn, waar burgers samenkwamen om publieke zaken te bespreken en recht te doen.
Mijnheer Geeraerts, op de eerste Europese ministerraad na de vorming van de regering-Schüssel, is de Oostenrijkse minister Sickl vijandig ontvangen.
Jef Geeraerts: Zuiver wettelijk kan men stellen: zolang de Oostenrijkse regering geen wetten of verdragen overtreedt, en zolang ze de rechten van de mens respecteert, moeten we ons neerleggen bij deze coalitie, die tot stand is gekomen zonder dat de regels van het democratische kiessysteem zijn geschonden. Maar dat is een te makkelijke en een gevaarlijke reactie, die bovendien niets oplost. Je moet niet wachten tot iets misloopt, om maatregelen te treffen. Uiteraard zal de FPÖ niet vanaf de eerste dag allerlei internationale conventies overtreden, maar ondertussen is een onverdraagzame uiterst conservatieve partij er toch maar in geslaagd om zich in een EU-lidstaat in de nationale regering te wringen. En dat met belangrijke portefeuilles: Justitie, Landsverdediging, Financiën en Sociale Zaken. Dat zijn hefbomen waarmee je ingrijpende veranderingen kunt teweegbrengen.
De man in het middelpunt, Jörg Haider, is buiten de regering gebleven.
Geeraerts: Voorlopig wel, maar hij maakt er geen geheim van dat hij de volgende keer op het kanseliersambt mikt. En dan kan je weer zeggen: zolang hij niets verkeerds doet, is dat zo erg niet. Maar op een bepaald moment is het te laat. Het is al stuitend genoeg dat Haider vorig jaar voor de tweede keer Landeshauptmann van Karinthië is geworden. Een Landeshauptmann staat aan het hoofd van een deelstaatregering en heeft veel meer bevoegdheden dan bij ons een provinciegouverneur. Voor Haider is dat een gedroomde uitvalsbasis voor een gooi naar het hoogste regeringsambt. Intussen zet hij zijn pionnen uit, en kan de FPÖ via benoemingen infiltreren in alle maatschappelijke geledingen. De ÖVP draagt een zware verantwoordelijkheid. Wolfgang Schüssel wou absoluut kanselier worden, en heeft aan die ambitie alles opgeofferd. Zijn land zal daar zowel extern als intern een zware prijs voor betalen.
Gerard Mortier is uit protest opgestapt bij de Salzburger Festspiele.
Geeraerts: Ik juich zijn beslissing toe. Er wordt gesneerd: hij had al een contract in Gent en misbruikt de FPÖ om uit Salzburg weg te kunnen. Maar die kritiek is onterecht en unfair. Mortier voert al acht jaar strijd tegen de Oostenrijkse aartsconservatieven, waarvan de FPÖ de emanatie is. Dat is heel wat langer dan de meeste criticasters die hem nu verwijten maken. Mortier heeft in Salzburg revoluties veroorzaakt: in de programmatie van de Festspiele, en met het opvoeren van theaterstukken als Ten Oorlog en volgend seizoen Allemaal Indiaan. Dat is niet zo eenvoudig geweest als sommigen vanop veilige afstand denken. Oostenrijkers zijn bijzonder etnocentrisch, en hebben een groot wantrouwen tegen al wie niet arisch, niet blank en niet conservatief is.
Ik heb de Salzburger Festspiele vaak bezocht. Je stelt daar de visu de heropleving van het Oostenrijkse nationalisme vast, ook bij de rijkere burgerij. Ik heb nooit zoveel vrouwen in Dirndl weten komen als de voorbije jaren. En in het straatbeeld zie je de Lederhosen zeker niet afnemen, integendeel. Dat is meer dan folklore, het is een uiting van een superioriteitsgevoel dat men onder andere via de cultuur opdringt. Haider pleit voor een zuivere gezonde kunst, en fulmineert tegen wat Hitler indertijd entartete Kunst noemde. Voor hem moet kunst ook privat blijven. De politiek moet zich daar niet mee moeien, cultuur wordt overgeleverd aan sponsors. Die vind je bij rijken en middenstanders, van wie er zeer velen de opvattingen van Haider delen. De bijdrage voor de Bachmannprijs is na een controverse met de kinderen van Ingeborg Bachmann geschrapt. En Gerard Mortier voorspelt dat zijn opvolger in Salzburg noodgedwongen zal teruggrijpen naar meer Strauss, operetten en jodelkoren.
Haider is de geknipte figuur om die ultrarechtse ideeën uit te dragen. Hij is een charismatische mooie man, die er niet voor terugschrikt om met zijn lichaam uit te pakken. Hij rijdt met een Porsche, gaat skiën en benjispringen. En, heel belangrijk in deze tijd, hij is onberispelijk en modieus gekleed. Dat maakt heel wat meer indruk dan figuren als Gerolf Annemans en Filip Dewinter, die eruitzien als een filiaalhouder van de Kredietbank. Zij zijn verbaal begaafd, maar missen de stijl en uitstraling die Haider heeft. Voor veel Oostenrijkers is hij de projectie van hun eigen gemis. Daarnaast is hij een ongelooflijke machiavellist.
Wordt het gevaar van de FPÖ onderschat, zoals dat van de nazi’s in de jaren dertig?
Geeraerts: De vergelijking loopt mank, omdat de historische context anders is. Hitler kon profiteren van een ideaal moment om zijn psychopathische veroveringsdrang te verwezenlijken. Zo erg is het nu niet. Maar anderzijds is de FPÖ ook niet toevallig de partij waar de sympathisanten van de nazi’s elkaar vinden. De gematigde reacties van Simon Wiesenthal en van de opperrabijn van Wenen verbazen me. Want ook al mijdt Haider anti-joodse uitspraken, dan moeten we toch oog blijven hebben voor de voorgeschiedenis van Oostenrijk als bakermat van het nazisme en het antisemitisme. Hitler was een Oostenrijker. Eichmann was een Oostenrijker. Franz Stangl, als kampcommandant van Treblinka verantwoordelijk voor de vergassing van achthonderdduizend joden, was een Oostenrijker. En zo kan ik een tijdje voortgaan. Telkens als ik in Salzburg over de Staatsbrücke wandel, moet ik denken aan de foto’s van de intrede van Hitler, fier rechtstaand in zijn auto, terwijl de hele straat versierd was met nazi-vlaggen en emblemen, en aan de kant vrouwen en mannen in klederdracht stonden te juichen. In geen enkel ander land heeft zich dat voorgedaan. Die onderliggende mentaliteit van toen, inclusief de sluimerende groot-Duitse gedachte, is in het Oostenrijk van vandaag nog steeds aanwezig. We hoeven niet meteen te vrezen voor een nieuwe oorlog of een nieuwe Kristallnacht. Maar de extreem conservatieve en xenofobe ideologie verspreidt zich nu op een subtielere manier, onder meer via cultuur en onderwijs. En laat geen plaats aan wie een andere mening heeft.
Staat u achter de oproep tot boycot van Oostenrijk?
Geeraerts: Zeker. Op dat punt verschil ik van mening met de legalisten die geen sancties willen nemen voor er een overtreding is begaan. Het opnemen van de FPÖ in de regering beschouw ik als een overtreding, tegen het politiek fatsoen. En een boycot is een efficiënte manier om dat kenbaar te maken. Want een Oostenrijker is voor alles een materialist. Hij is gemütlich en vriendelijk, maar alleen als hij daar zijn voordeel mee doet. Raak je het toerisme, dan tref je de Oostenrijker recht in zijn hart, dat wil zeggen in zijn portefeuille. Je moet de mensen niet verbieden om naar Oostenrijk te gaan, maar je mag ze er wel toe oproepen. Zoals Louis Michel heeft gedaan. Ik vermoed dat de Nederlandse premier Wim Kok niet erg opgetogen was dat uitgerekend zijn koningin Beatrix als eerste in Oostenrijk ging skiën. Dat illustreerde vrij pijnlijk dat deze autoritaire koningin zich weinig gelegen laat aan de verzuchtingen van de regering-Kok.
Ondertussen kijkt de Belgische politiek ongerust naar 8 oktober.
Geeraerts: Ook ik houd mijn hart vast. Ik heb brochures van het Vlaams Blok herlezen en gezien dat hun slogans en programmapunten een opvallende gelijkenis vertonen met die van Haider. De verheerlijking van het gezin met de vrouw aan de haard en de keurig opgroeiende kinderen, de strijd tegen abortus, het pleidooi voor een harde aanpak van de criminaliteit plus de nauwelijks verborgen link met de vreemdelingen, het voorbehouden van sociale voordelen voor het eigen volk… dat loopt allemaal parallel. En de meest verwerpelijke standpunten, zoals de vreemdelingenhaat, worden weggemoffeld in een keurige en misleidende verpakking, die de indruk wekt dat het om gerechtvaardigde bekommernissen gaat. Maar als je die lui onder mekaar hoort praten, merk je dat ze in feite alle vreemdelingen buiten willen.
Ik heb vorig jaar in Salzburg de affiches van de FPÖ zien hangen. Je had er waarop drie blote en onverdacht blanke babybipsen te zien waren, met de belofte van een sterk verhoogde toeslag voor elk kind. Daarnaast waren er met ‘Dood voor de Dealers’. En overal zag je kleine kleefbriefjes met een gehelmde Duitse soldaat uit de Tweede Wereldoorlog en daaronder : ‘Sie haben recht gehabt.’ Dat verraadt de ware geest van de FPÖ. Zij vergoelijken de SS’ers als mensen die het eerlijk meenden. ‘Meine Ehre heisst Treue’, zoals op de gespen van hun koppelriemen stond. Die minimalisering van de nazi-misdaden, of bij ons van de collaboratie, wordt geruisloos ingebed in een bont allegaartje van de meest uiteenlopende ongenoegens, die de mensen zonder veel nadenken voor extreem-rechts doen kiezen. In België betaalt de politieke klasse daarbij de tol voor de schandalen waarin ze de jongste vijftien jaar verwikkeld is geweest, en die haar alle vertrouwen van de bevolking hebben ontnomen.
Tweede en laatste thema voor deze zitting: de oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie naar de moord op Patrice Lumumba.
Geeraerts: Zonder er veel van te verwachten, vind ik dat een nuttig initiatief. Historici hebben de moord op Lumumba, en de context waarin hij plaatsvond uitvoerig belicht, maar de politieke klasse mag best haar eigen proces eens maken voor een soort waarheidscommissie. Er zijn nog getuigen in leven, sommigen zouden onder ede interessante verklaringen kunnen afleggen. Ik ben benieuwd hoe men zal omspringen met de rol van het Hof. Dat zou wel eens ongunstig kunnen zijn voor de zaligverklaring van koning Boudewijn. Want het lijdt geen twijfel dat die op de hoogte was van de plannen om Lumumba te liquideren.
Hebt u Lumumba ooit ontmoet?
Geeraerts: Eén keer heb ik gedurende een paar uren met hem kunnen spreken, toen hij een verkiezingsspeech kwam houden in het district waar ik werkte. Hij kon als geen ander een massa opzwepen tegen de Belgische overheerser, hoewel hijzelf volhield niet tegen de Belgen te zijn. Lumumba was een buitengewoon intelligent man, met een snelle geest en een flinke dosis ironie. Maar hij had te veel vijanden: Congolezen, Belgen en Amerikanen. De Belgische politiek was bereid Congo politieke onafhankelijkheid te geven. Maar de beledigingen die Lumumba tijdens de officiële plechtigheid, met het grootlint van de Leopoldsorde om zijn schouder, door zijn toespraak mengde, zijn zeer slecht gevallen. Ik heb die rede toen op de radio gehoord, later heb ik de beelden gezien waarop Gaston Eyskens stoïcijns zijn ergernis verbijt, maar waarop je koning Boudewijn onthutst naar adem ziet happen. En toen de koning tien minuten later in zijn auto stapte, ging tot overmaat van ramp een Congolees er met zijn sabel vandoor. Na die dag was Lumumba alle krediet bij het Hof en de Belgische regering kwijt. Daarna botste hij tegen onze economische belangen, van de Union Minière en de Société Générale, en tegen die van de Amerikanen. Die konden al niet aanvaarden dat Lumumba steun zocht en vond bij Russen en Chinezen, en helemaal niet dat hij de industrie probeerde te nationaliseren. Want de ertsginning bracht fortuinen op. Niet alleen goud en diamant, maar vooral kobalt. In Katanga kon je grote blokken van het zuiverste kobalt zo van de grond scheppen. Om hun belangen te vrijwaren, hebben de Belgen trouwens de afscheuring van Katanga door Tsjombe gesteund. Zowel voor Amerikanen als voor Belgen moest Lumumba weg. In Congo betekende dat: vermoorden. Dat Afrikaminister d’Aspremont Lynden in een telegram die opdracht heeft gegeven, is inmiddels bekend. Ik vind dat de Belgische politiek, ook zoveel jaren later, best mag ophelderen hoe dat allemaal in zijn werk is gegaan. Ik ben het eens met Luc Huyse, door Mark Eyskens tamelijk doorzichtig een crypto-marxist genoemd, die stelt dat dit een mijlpaal kan zijn in de politieke cultuur van dit land.
JEF GEERAERTS
Koen Meulenaere