Wie het ook wordt, ik heb voor de volgende paus een verlanglijstje klaar. Ik was namelijk niet zo geporteerd voor Johannes Paulus II. Vele duizenden schreeuwden meteen na zijn overlijden om een standrechtelijke zaligverklaring, met verwijzing naar zijn menselijkheid, zijn warmte en zijn diep inzicht in de wereldproblemen. Ik ben echter van mening dat Wojtyla monumentale gebreken had en het lot van miljoenen mensen in de wereld negatief heeft bepaald. En in tegenstelling tot de waarnemers die van de volgende paus vooral een grote communicatievaardigheid en groot diplomatiek talent verwachten, verwacht ik wat meer. Of men het nu wil of niet, de paus is per definitie een van de grote wereldleiders en hij heeft dus een reusachtige morele en politieke opdracht. Van de volgende paus verwacht ik dat hij die opneemt.
Aids staat bovenaan mijn verlanglijstje. Aids is genocidair, het treft letterlijk miljoenen mensen in de armste gebieden van de wereld. Het maait een hele generatie Afrikanen weg: de actieve generatie, de generatie die Afrika uit het moeras moet halen. Die generatie sterft in erbarmelijke omstandigheden, en ze laat een andere generatie achter: miljoenen aidswezen, kinderen die hun jongere broertjes en zusjes moeten opvoeden en daardoor belanden in de goorste vormen van uitbuiting. Volgens UNAIDS is tussen de 20 en de 25 procent van de Zuid-Afrikaanse volwassenen hiv-positief – ruim vijf miljoen mensen. Tussen de 15 en de 20 procent van de volwassenen in Zambia is eveneens besmet – een miljoen mensen; in Kenia telt UNAIDS nog eens een miljoen seropositieven, in Nigeria zijn dat er bijna vier miljoen. Ik heb vier landen vermeld, en samengeteld zitten we al aan een bevolkingsaantal dat groter is dan België. Voor geheel Sub-Saharaans Afrika klokt UNAIDS voorzichtigjes af op ruim 25 miljoen seropositieve volwassenen. In de huidige staat van de verzorging in dat deel van de wereld staat dit gelijk aan een vrijwel even hoog aantal toekomstige aidsdoden. Dit is een genocide op een zelden geziene schaal.
Johannes Paulus II was lang niet de enige die verantwoordelijk was voor de escalatie van aids in de wereld. Maar met zijn uniek spiritueel gezag had hij de wereldleiders (en de farmaceutische industrie) wellicht kunnen aansporen tot meer actie. En zijn eigen standpunt inzake condoomgebruik was, hoe zal ik het zeggen, niet meteen behulpzaam in het indijken van de epidemie. Wojtyla deed dus minder dan hij had kunnen doen, en dat net op een terrein waarop hij een verschil had kunnen maken: een probleem waarin menselijk gedrag, man-vrouwverhoudingen, seksualiteit, armoede, ethiek, kapitaal en politiek samenlopen. Een paus van de 21e eeuw moet net rond dat soort problemen aantonen dat zijn Kerk relevantie heeft, dat ze hoop geeft en begrip biedt voor de complexiteit van het probleem. Ik hoop dat de volgende paus voluit meewerkt aan een wereldwijde kruistocht tegen aids; het kleine rubbertje dat zo veel onheil kan voorkomen zou hierbij geen taboe meer mogen zijn.
Dat de volgende paus daarnaast ook de gelijkheid van mannen en vrouwen in de Kerk realiseert, duidelijk maakt dat homoseksualiteit niet meteen gelijkstaat met het statuut van Untermensch, het celibaat van priesters versoepelt, en allianties aangaat met bevrijders in de wereld eerder dan met christenen van het slag van George W. Bush – dat zou allemaal mooi meegenomen zijn. Maar het weze me veroorloofd dit alles als relatief bijkomstig te beschouwen. De volgende paus zou het best wat actiever levens kunnen redden en levens levenswaardiger kunnen maken dan zijn voorganger. De schaal waarop dit thans nodig is, en de urgentie waarmee dit nu moet gebeuren, is zo groot dat het probleem moet worden aangepakt door figuren met pontificaal gezag. De volgende paus moet hierop scoren.
Info:
JAN BLOMMAERT