RIK VAN CAUWELAERT
Forum 21 is een denkgroep in het leven geroepen door Vlaams minister-president Patrick Dewael in het kader van zijn ambitieuze project Kleurrijk Vlaanderen. Hij wordt voorgezeten door gewezen Europees commissaris Karel Van Miert en telt onder zijn leden academici Bea Cantillon en Luc Huyse, dichter/publicist Jozef Deleu en zakenman Karel Vinck – jawel, die van den ijzeren weg. De groep kreeg destijds de opdracht zich te bezinnen over de toekomst van Vlaanderen. Geen kleine opgave.
Een eerste resultaat van die denkoefening bereikte ons vorige week. Ze is van de hand van professor emeritus Luc Huyse, die in zijn essay Gullivers probleem hardop nadenkt over de toekomst van de politiek. Want daar begint het allemaal mee.
Zoals hij destijds bij het begin van zijn academische carrière voortborduurde op Arend Lijpharts standaardwerk Verzuiling (1967) en het op een Belgische diapason zette, zo heeft Huyse de bouwmaterialen voor dit essay zorgvuldig bijeengezocht bij Hans Magnus Enzensberger, Michel Crozier, Lester Thurow, Robert Kaplan, Samuel Huntington en uiteraard bij de hem zeer vertrouwde Ulrich Beck. Bij Beck leende Huyse het beeld van de politiek als levende dode, die maar niet wil sterven.
Twee jaar geleden nog spoorde Huyse in De opmars van de Calimero’s de politici ertoe aan hun gejammer en ge-sorry achterwege te laten en over te gaan tot geloofwaardig en daadkrachtig bestuur. Nu komt hij in Gullivers probleem tot de vaststelling dat de politiek een machteloze reus is die, als een Gulliver, door talloze draadjes – Europese en internationale verplichtingen, beperkingen van de vrije markt – wordt ingesnoerd. Nieuw is die vaststelling geenszins.
Toen de Amerikaanse president Richard Nixon in 1971 een einde maakte aan de vrije converteerbaarheid van de dollar in goud en even later ook de eerste oliecrisis uitbrak, was het afgelopen met de politieke zekerheden. Want volgens de regels opgesteld in Bretton Woods konden regeringen zelf ingrijpen in ’s lands economie via allerhande monetaire maatregelen, renteverhogingen en -verlagingen, desnoods zelfs door een devaluatie van de eigen munt. Maar in 1982 moest premier Wilfried Martens daarvoor eerst het fiat van Europa krijgen.
En plots kwam de betaalbaarheid van tal van sociale en andere programma’s in het gedrang, want alle groeivooruitzichten waarop die modellen waren gebouwd bleken ineens niet meer te kloppen. De val van de Berlijnse Muur heeft die evoluties nog versneld en versterkt.
Vandaag heeft de regering van Guy Verhofstadt geen enkele invloed meer op de koers van de euro. Zelfs de Europese Raad en de Europese Centrale Bank kunnen daarover niet alleen beslissen. De Europese Unie, door de Amerikaanse hypermacht aan de kant gelaten in conflicten in voormalig Joegoslavië, Israël en Afghanistan, kan hooguit beslissen haar blinkende oorlogsbodems uit te sturen om haveloze gelukzoekers van haar grenzen weg te slaan.
Eigenlijk heeft een burgemeester van Antwerpen een grotere invloed op de gang van zaken in de stad, dan een Belgische premier controle heeft over zijn staatshuishouden. In het beste geval is die regering een plichtsgetrouwe boodschapper voor de Europese Unie of voor de Wereldhandelsorganisatie.
Vorige week nog kondigde minister van Defensie André Flahaut met nauwelijks verholen trots de aanschaf aan van nieuw militair materiaal, ten bedrage van één miljard euro. Terwijl de Verenigde Naties intussen al lieten berekenen dat de huurlingen van het Zuid-Afrikaanse privébeveiligingsbedrijf Executive Outcomes veel efficiënter – en goedkoper – een Afrikaanse brandhaard kunnen bedwingen dan, zeg maar, Belgische para’s.
Het beeld van de machtige politiek klopt niet meer, maar het wordt wel in stand gehouden door de politici zelf, door middel van allerhande, veelal irritante regelneverij. En de kiezer, die ook niet meer weet tot wie hij zich zal richten, verliest af en toe zijn geduld, soms met kwalijke gevolgen.
P.J. O’Rourke vergeleek het Amerikaanse politieke systeem ooit met een Mexicaanse kerstfiësta. Elke politieke partij is een immense ezel in papier maché, volgepropt met beloften voor volledige tewerkstelling, lage intresten, goedkope woningen, betaalbare medische verzorging, een begroting in evenwicht en ander lekkers. De kiezer wordt geblinddoekt en krijgt een stok waarmee hij in alle richtingen slaat, in de hoop een van die ezels te raken. Recente voorbeelden toonden aan dat het bij ons niet anders is en dat geregeld de verkeerde ezel wordt getroffen.
Al krijgt stilaan de apathie de overhand – bij voorbije parlementsverkiezingen in Frankrijk bleven vooral de jongere kiezers massaal weg. Die apathie, waarover Huyse in het verleden al heeft geschreven, is nu zo groot dat de democratie zelf erdoor wordt bedreigd. Want, zo wist Huyses collega Robert Maynard Hutchins al, de dood van de democratie zal niet het gevolg zijn van een sluipmoord. De democratie zal zachtjes wegkwijnen, als gevolg van afstomping, onverschilligheid en ondervoeding. Een remedie tegen die kwalen hebben ze bij Forum 21 nog niet gevonden.