Guido De Padt ‘Muur, mattentaart en Manneke Pis’
De Muur van Geraardsbergen moet ook zondag als scherprechter fungeren in de Ronde van Vlaanderen. Ex-burgemeester Guido De Padt (Open VLD) over ‘zijn’ mythische helling en de drie grote M’s van zijn stad.
Een afspraak met Guido De Padt? De receptioniste in het OCMW-gebouw hoeft niet te telefoneren. ‘U neemt de lift naar de tweede verdieping en dan gaat u de derde deur rechts naar binnen’, zegt ze. Daar zit de voorzitter weggedoken achter een stapel papieren. De toegankelijkheid past bij het volkse karakter van Guido De Padt. Hij was tussen 2001 en 2006 burgemeester van Geraardsbergen en is er nu, na een kort intermezzo als minister van Binnenlandse Zaken, schepen en voorzitter van het OCMW. In een stad die zoals andere centrumsteden met tal van problemen kampt, wordt hij dagelijks geconfronteerd met de keerzijde van de maatschappij.
De Padt praat met een haast hartstochtelijke liefde over Geraardsbergen. De dag van de Ronde van Vlaanderen is voor hem een van de mooiste van het jaar. Dan constateert hij dat mensen zich al van acht uur ’s ochtends verdringen op de Muur, dan ziet hij hoe de horeca op volle toeren draait en de bakkerijen haast bedolven liggen onder de mattentaarten, nog een – Europees erkend – handelsmerk van de stad.
Guido De Padt: ‘De Muur is onze grootste publiciteitsbezorger. Dat de Ronde van Vlaanderen hier passeert, geeft Geraardsbergen een grote internationale bekendheid. Dat zie je aan de toestroom van toeristen, vooral dan Nederlanders en Duitsers. En Geraardsbergen wordt natuurlijk ook heel veel aangedaan door wielertoeristen. De Muur symboliseert toch een beetje de wielerhistoriek van Vlaanderen.
‘De week voor de Ronde hangt hier een zeer speciale sfeer. Iedereen leeft naar de wedstrijd toe. De Ronde is hier thuis, hij zit in de genen van elke Geraardsbergenaar. Zonder die wedstrijd zou de stad een stuk van haar geschiedenis verliezen.’
Geraardsbergen wordt op de dag van de Ronde van Vlaanderen overrompeld.
Guido De Padt: Dat is zo. Ik krijg kippenvel als ik dan door de straten wandel. Maar het begint eigenlijk al voordien, als de wielertoeristen ’s zaterdags hun wedstrijd rijden. Al moet ik eerlijk bekennen dat we daar niet zoveel aan hebben. Want de Muur is voor hen een passage. Ze laten hier geen centen achter, maar wel flink wat rommel op de grond.
Het mooiste moment is voor mij zondagochtend, als de mensen al hun plaats gaan kiezen op de Muur. In de buurt van de Kapelmuur, waar je het beste overzicht hebt, staan ze al van acht uur ’s ochtends.Dan voel je al de geestdrift die in de loop van de dag op de hele stad overslaat. Het is een echte volkstoeloop die uitmondt in een volksfeest.
De horeca beleeft dan gouden tijden.
De Padt: Het is voor hen een hoogdag. Ook al zijn de cafébazen niet gelukkig met de tenten die de organisatoren plaatsen. We zouden in de toekomst toch zeker op de Markt liever geen tenten meer zien. We gaan daarover praten met de organisatoren. Er zijn cafés genoeg op de Markt.
Het is voor Geraardsbergen belangrijk dat de Muur de scherprechter van de Ronde blijft en dat de aankomst dus vijftien kilometer verder in Meerbeke blijft. Maar Oudenaarde en Ronse willen in de toekomst als aankomststad fungeren. Dan moet het parcours hertekend worden en wordt de Muur minder beslissend.
De Padt: Dat zou Geraardsbergen grote imagoschade bezorgen. Niemand hier die er met zijn verstand bij kan dat zoiets echt overwogen wordt. Milaan-Sanremo kan toch ook niet zonder de Poggio in de slotkilometers, en wat is Parijs-Roubaix zonder aankomst op de wielerbaan? In de geesten van de wielerliefhebbers zijn dat verankerde momenten.
Ik hoop dat de organisatie dat ook vindt en niet bezwijkt voor louter financiële encommerciële argumenten. De Muur is ideaal om een aanval te plaatsen, er valt nog vijftien kilometer te rijden en je komt alleen nog de Bosberg als ultieme hindernis tegen. Een betere finale kun je je niet wensen.
Toch blijken Oudenaarde en Ronse er veel voor over te hebben om al vanaf volgend jaar de aankomst te mogen organiseren.
De Padt: Dat kan. En het is natuurlijk een heel vervelend jaar, 2012, het jaar van de gemeenteraadsverkiezingen. De burgemeester die de aankomst van de Ronde van Vlaanderen naar zijn stad haalt, zal daar allicht electoraalgaren bij spinnen. De organisatoren weten dat ook en gaan die burgemeesters een beetje tegen elkaar uitspelen. Insiders zeggen me wel dat ze vooral met een goed dossier rekening houden, maar anderen hebben daar twijfels bij.
Ook Geraardsbergen zal mee bieden om de aankomst in Meerbeke, deelgemeente van Ninove, te houden?
De Padt: We hebben met Ninove en voor een klein stuk met Galmaarden een verbond gesloten om samen een dossier in te dienen. De ene kan uiteindelijk niet zonder de andere, want laten we wel wezen: zonder de Muur zou de aankomst van de Ronde van Vlaanderen nooit in Meerbeke liggen.
Het parcours moet blijven zoals het is.
De Padt: Wat ons betreft wel. Uiteindelijk is deze streek toch mee ingebed in de wielersport. Stel dat je de Muur na 100 kilometer in het parcours opneemt, dan staan daar 200 mensen. En die haasten zich na de doortocht snel naar een andere plaats. Terwijl ze nu naar de Vesten afzakken waar wij een groot scherm hebben geplaatst. De Ronde van Vlaanderen is voor mij een van de mooiste dagen van het jaar. Ik loop dan tussen het volk, ga een pint drinken, de blijmoedigheid die je dan aantreft, vind ik schitterend. Iedereen is met die koers begaan, mensen die je anders nooit ziet, komen dan buiten.
Ook bakkerijen doen met hun mattentaarten uitstekende zaken.
De Padt: Zeker. En terecht. De mattentaarten zijn uniek. En dan bedoel ik: de mattentaarten die in Geraardsbergen gebakken worden. Die zijn veel lekkerder dan wat ze in de omliggende gemeenten maken, ook al denken ze er daar anders over. Ik werd ooit uitgedaagd door de burgemeester van Horebeke om geblinddoekt een mattentaart uit zijn gemeente en één uit Geraardsbergen te proeven. Ik merkte het verschil na één hap. Tot zijn grote verbazing. Maar ik eet dan ook veel mattentaarten. Op elke receptie hier. Want mattentaarten kun je altijd eten, ook bij hetaperitief. Het is niet toevallig dat ze een Europees label hebben gekregen.
Trouwens, als ik naar het parlement ga en ik wil mijn medewerkers eens verrassen, neem ik mattentaarten mee. Vroeger, toen Herman De Croo voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers was, hebben wij samen een verbondje gesmeed: in de cafetaria waarin parlementsleden iets kunnen gaan eten waren er iedere donderdag, wanneer het plenaire zitting was, mattentaarten voorradig. Zijn chauffeur kwam die donderdagochtend in Geraardsbergen ophalen. Maar sinds De Croo geen Kamervoorzitter meer is, is dat gebruik verdwenen.
Geraardsbergen heeft veel meer dan de Muur.
De Padt: Ik zeg altijd dat hier drie grote M’s zijn: de Muur, de mattentaarten en het oudste Manneke Pis. Dat staat op de Markt en is ouder dan dat van Brussel, wat ze daar ook mogen beweren. En dan is er ook nog de krakelingenstoet die ieder jaar in februari door onze stad trekt en een Unesco-erkenning heeft gekregen.
De krakelingenstoet waarin levende visjes worden gedronken.
De Padt: Inderdaad. We hebben daarvoor grote problemen gehad met GAIA. Die kwamen hier zo fel protesteren dat Geraardsbergen wel een half belegerde stad leek. Ze hebben voor iedere rechtbank geprocedeerd maar geen gelijk gekregen, het is zelfs voor het Hof van Cassatie geweest. De krakelingenstoet, met zijn rituelen, hoort bij de identiteit van onze stad.
Speciaal stadje.
De Padt: ( enthousiast) En dan zou u eens de opening van de kermis moeten meemaken, in de tweede helft van augustus. Dat gebeurt met een merkwaardige optocht, die wij ‘een processie van plaisance’ noemen, waarin een zeventigtal verenigingen meelopen, allemaal met hun attributen: een sigarenclub, een hondenclub, noem maar op. Daarna is er een onwaarschijnlijk feest, wij noemen dat ‘Saint Saucisse’, waarbij een van de cafés op de Markt volloopt, er wordt opwekkende muziek gespeeld, er wordt bier gezopen, en de apotheose is dat er iemand op een draagberrie naar buiten wordt gedragen en dat die dan saucissen begint te gooien. Dat is echte couleur locale.
Mooi volkje.
De Padt: (onverstoorbaar) Maar om op de krakelingenstoet terug te komen, het drinken van levende visjes maakt deel uit van een heidens gebruik. Het symboliseert de nieuwe lente die op komst is. Let wel, die visjes zien niet af. Ze worden in rode wijn gegoten en zijn dan eigenlijk alverdoofd. Het gaat om kleine groendelingen die ook dienen als aas om op snoek te vissen. Het aantal mensen dat deze visjes drinkt is wel beperkt. Het gaat om de notabelen van de stad, inclusief de deken.
U praat wel met grote liefde over Geraardsbergen.
De Padt: Het is dan ook een prachtige stad. Als je alleen al de ligging ziet, midden in dat heuvelachtige landschap, als het ware gebouwd tegen de rug van de Muur. Maar naast al dat moois worden we af en toe ook geconfronteerd met overstromingen. Dat is Geraardsbergen van zijn minder goede kant. Als burgemeester was ik er altijd als eerste bij om de mensen te helpen. En nu doe ik dat nog, ook al wordt dat niet meer speciaal gevraagd.
Ik ben hier zes jaar burgemeester geweest en ik vind dat het mooiste politieke mandaat dat je kunt uitoefenen. Omdat je dicht bij de mensen staat en vroeger resultaten ziet van wat je beslist en onderneemt. Als senator zit je wekelijks wetsvoorstellen te schrijven waarvan je je afvraagt of ze in het parlement ooit nog maar besproken zullen worden. Dat werkt weleens demotiverend. Terwijl het op gemeentelijk niveau allemaal meteen implementeerbaar en zichtbaar is.
Maar in 2006 is Freddy De Chou van de SP.A burgemeester geworden. Ik had duizend voorkeurstemmen meer dan hij, een historisch hoog aantal zelfs, meer dan vierduizend, maar de afspraak was dat de partij met de meeste stemmen het burgemeesterschap zou opnemen. De SP.A had zo’n honderd stemmen meer dan Open VLD. Een grote teleurstelling voor mij, dat moet ik toegeven. Wij hadden een coa-litie kunnen maken met CD&V en dan was ik weer burgemeester geweest, maardat was de afspraak niet. En een politicus die zijn afspraak niet nakomt, is voor altijd onbetrouwbaar.
Eind volgend jaar zijn er opnieuw gemeenteraadsverkiezingen en als ik dan opnieuw burgemeester word, leg ik mijn ambt van senator neer. De afspraak is dat ik mijn zetel afsta aan Hilde Vautmans. Nu ben ik hier dus OCMW-voorzitter en dat is ook erg boeiend, al zie je in die functie vaak de grijze kant van de maatschappij. Maar zoals gezegd: ik ga me smijten voor het burgemeesterschap. Het eerste en het laatste woord is aan de kiezer.
U bent, als opvolger van Patrick Dewael, ook nog zeven maanden minister van Binnenlandse Zaken geweest.
De Padt: Inderdaad, tussen december 2008 en juni 2009. Die aanstelling was ook voor mij een grote verrassing. Ik deed dat heel graag, vooral omdat ik kon gebruikmaken van mijn ervaring als burgemeester. Wanneer ik bijvoorbeeld bij de politie kwam, of bij de brandweer, voelden die aan dat ik het werkveld kende. Helaas heeft het dus niet lang geduurd, dat zijn de soms ondoorgrondelijke wegen van de politiek.
U moest wijken omdat, zo wordt gefluisterd, Guy Verhofstadt een vrouw wou op dit ambt. Dat werd Annemie Turtelboom.
De Padt: (afgemeten) Dat moet u aan Verhofstadt vragen.
Dat moet voor u toch een degradatie geweest zijn?
De Padt: Ik moet eerlijk bekennen dat ik dat inderdaad een beetje als een kaakslag heb ervaren. Mocht dat niet het geval geweest zijn, had men ernstig kunnen twijfelen aan mijn emotionele ingesteldheid. Maar in plaats van wild om me heen te schoppen, heb ik dan maar met het partijbelang rekening gehouden. Ook omdat de inhoud van mijn nieuwe functie, het efficiënter maken van onze administratie, mij eigenlijk wel aansprak. En politiek is niet voor doetjes, je moet tegen een stoot kunnen, ook als die erg hard aankomt. Rancune is een slechte raadgever.
U werd regeringscommissaris, bevoegd voor de audit van de federale overheid.
De Padt: Ik heb getracht er het beste van te maken. Het was een moeilijk en onzichtbaar mandaat. Omdat je een groot veranderingsproces moet teweegbrengen in de hele federale administratie. Hoe werk ik efficiënter en beter, dat is een proces van heel lange adem. En daarvoor is de periode te kort geweest.
Ik ben geen tafelspringer. Ik probeer mijn werk naar eer en geweten te doen. Daarom is er tijdens mijn periode als minister van Binnenlandse Zaken ook het probleem met Fernand Koekelberg geweest. Hij wou een klacht die tegen mij was in-gediend zonder gevolg laten. Ik vond dat de commissaris-generaal van de politie dat nooit mag doen. Daarom werden hem een paar functies ontnomen, ik sta daar nog altijd volledig achter, ook al pleitte de Raad van State hem later vrij. Die klacht tegen mij is trouwens onderzocht en er werd niets gevonden, ik weet zelfs al niet meer waarover ze juist ging.
Maar voortaan gaat uw aandacht naar Geraardsbergen?
De Padt: Ik houd van deze stad. Hebt u al eens door het centrum gewandeld? Of langs de Dender? Prachtig. Ik moet zeggen: ik geniet ervan om Geraardsbergenaar te zijn. Zeker met de Ronde van Vlaanderen.Dan vind ik het ook prachtig om politicus te zijn. Want ’s avonds denk je: het is weer een mooie dag geweest voor de mensen, en wij hebben als overheid bijgedragen tot het goede gevoel dat ze hebben.
De Muur van Geraardsbergen moet dus de ultieme kuitenbijter van de Ronde van Vlaanderen blijven.
De Padt: Wat is het mooiste beeld van de Ronde van Vlaanderen? Toch de renners die met de tong op hun voorwiel boven op de Muur komen, de Kapelmuur passeren, te midden van al die mensen en al dat enthousiasme, die afgepeigerde gezichten na die steile beklimming op de kasseien, de renners als flandriens… Dat is de wielersport op haar mooist.
STIJN VANDERHAEGHE EN HUGO CAMPS, DE RONDE, LIDO, 320 BLZ., 49,90 EURO
DOOR JACQUES SYS
‘Het mooiste moment is zondagochtend, als de mensen al om acht uur hun plaats gaan kiezen op de Kapelmuur.’