
Grote namen
Anselm Kiefers monumentale schilderijen vullen het lege KMSKA.
Voor ze een onderkomen vinden in een nog te bouwen Kiefermuseum in Berlijn, hangen 27 monumentale schilderijen van Anselm Kiefer uit de collectie van bouwondernemer en mecenas Hans Grothe drie maanden in het lege museum voor schone kunsten in Antwerpen (KMSKA). Leeg, omdat het de komende jaren een beurt krijgt. Rubens en co zijn amper naar de kathedraal overgebracht, of een hedendaags equivalent van bovenmenselijk drama en pathetiek dringt het museum binnen.
De samenwerking met het MuHKA was daarom aangewezen. Zo kon MuHKA’s Bart De Baere eindelijk weer een hedendaagse klassieker presenteren – een terrein dat hij, bij gebrek aan middelen, meestal ‘braak moet laten liggen’. (Toeval dat hij met Craigie Horsfield nu wel zo iemand te gast heeft.) Aangezien de stad op voorstel van cultuurschepen Philip Heylen een ‘grote naam’ naar Antwerpen wou halen, was de zaak snel rond.
Kiefers drama is dat van zijn geboorte in 1945 in een land dat net de halve wereld in brand had gezet om een duizendjarig rijk te vestigen, en daarbij 6 miljoen Joden had uitgeroeid. De kunstenaar uit Donaueschingen was de enige niet die vond dat het geestelijke failliet van de Duitse cultuur het onmogelijk maakte om de vergiftigde taal, kunst en muziek achteloos te blijven gebruiken. Kiefer, door Joseph Beuys aangezet om zijn dubbele roeping van schrijver en beeldend kunstenaar te combineren, herschiep in zijn schilderijen Duitsland als een hel waarin zijn grote namen branden, als een besmeurd landschap ook.
Zoals in de Bijbel Jakob vocht tegen de Engel, zo worstelt Kiefer met de materie, een gevecht over gigantische oppervlakken, dat hij met toevoeging van tekst, organische stoffen, emulsie en lood, mythische dimensies geeft. In de hoop om ergens de aanzet tot nieuw en onbezoedeld leven te zien ontkiemen, in de hoop om de wonderbaarlijke verbondenheid van micro-en macrokosmos beeldend aan te tonen. Daarvoor put hij inspiratie uit de wereld van de drie grote monotheïstische culturen: de joodse, de Arabische en de christelijke, geografisch dicht bijeen in de ‘Vruchtbare Halve Maan.’ Wil dát nu juist de regio zijn waar maar geen einde komt aan een clash der culturen. Kiefers jongste, in Antwerpen voor het eerst geëxposeerde werk heet Der fruchtbare Halbmond en toont exact waar het de kunstenaar om te doen is: uit de ruïnes van de toren van Babel verrijst een steenbakkerij waar de wereld het materiaal aangereikt krijgt om iets nieuws op te bouwen. Het liefst geen toren die tot in de hemel reikt.
Jan Braet