Jan Blommaert ziet Leopold II als Grootste Belg.
We zijn in navolging van onze buurlanden met z’n allen de Grootste van ons volk aan het kiezen. Hoewel de oefening op zich flauwekul is, levert ze amusante en interessante radio op, en ik probeer de uitzendingen zoveel mogelijk te beluisteren. Allerhande mensen pogen vanuit hun specifieke niche in de samenleving een kandidaat naar voren te schuiven: het Davidsfonds stelt Davids voor, het Willemsfonds Willems, het Masereelfonds Masereel, De VUB nomineert Pierre-Théodore Verhaegen, enkele eenzame wiskundigen stellen een oud-collega voor, en de oud-kolonialen bepleiten de kandidatuur van Leopold II.
Leopold II de Grootste Belg – waarom niet? Wie hem vergelijkt met tijd- en functiegenoten zoals Victoria, Louis Bonaparte of Franz Joseph zal wellicht concluderen dat Leopold de slechtste nog niet was. Monarchen uit het laatste kwart van de 19e eeuw waren rare snuiters: zij orkestreerden de overwinning van de burgerij en het grootkapitaal in Europa met vorstelijke pomp and circumstance, megalomane urbanistische ingrepen, koloniale hallucinaties, een afkeer van de gewone man en voor minderheden in hun rijk. Ze hebben allemaal wel wat bloed aan de handen. Bij de Afrikaners moet men Victoria niet gaan slijten als een Groot monarch: zij is daar de uitvindster van de concentratiekampen tijdens de Boerenoorlog.
Leopold was dus de slechtste niet. Dat maakt hem echter geen goeie, want de rest was zo mogelijk nog slechter. Al was Leopold in één aspect wellicht de allerslechtste. De Europese koloniale hallucinaties waren overal een kwaaie droom voor de gekoloniseerden, maar de hallucinaties van Leopold waren voor de Congolezen een regelrechte nachtmerrie. Hij was zonder twijfel – zij het met flink wat concurrentie – de slechtste kolonisator, en ik zeg dat met een zeker aplomb omdat ik me gesteund weet door het meest recente wetenschappelijke onderzoek. Daarmee zou de kous af moeten zijn. Over de wantoestanden in Leopolds Vrijstaat bestaan geen twijfels meer; over het feit dat de wreedheden deel waren van het systeem waarmee Leopold zijn private speeltuin beheerde, evenmin. Men kan twisten over het precieze aantal slachtoffers, maar niet over het feit dat het er zeer veel waren. Leopolds Congo was een zeer wrede plek, en dit is geen herhaling van de zogeheten Britse anti-Leopoldpropaganda, het is een historisch feit.
De kous is daarmee natuurlijk niet af. Toen ik dit standpunt onlangs publiek maakte, kreeg ik meteen e-mails van oud-kolonialen en andere vaderlandslievenden, die me nestbevuiling verweten en me wezen op mijn merkwaardige positie als afrikanist die het Belgische koloniale erfgoed kritisch bekijkt. Volgens die mensen is zo’n kritisch standpunt per definitie onwetenschappelijke toogpraat. Want kom nou, Leopold heeft toch wegen, scholen, fabrieken en ziekenhuizen in Afrika gebracht? Hij heeft de Afrikaan toch uit zijn achterlijkheid en ellende gehaald? Die handen werden afgehakt tijdens tribale oorlogen, professor, en Leopold heeft daar net een einde aan gemaakt! En u, professor Blommaert, u bent professor omdat wij hebben gekoloniseerd! Zonder de kolonie zouden we geen Afrikaanse talen of culturen hebben kunnen bestuderen, dus wees dankbaar – u zou dokwerker geworden zijn zonder ons!
Leopolds koloniale hallucinaties waren duidelijk een natte droom voor de vele Belgen die meedraaiden in de koloniale exploitatie. Ons land was heel even groot – groot met klein volk. Weg was het kleinsteedse België, de modderige dorpen in de regen: we beheerden hele provincies en regeerden met pluimen op de tropenhelm een heel volk. We speelden er een rol die bigger was than life. De eindredacteur van dit docudrama, de geniale Leopold – móét gewoon de Grootste zijn.
In Nederland koos men met Pim Fortuyn niet voor een historisch mens, maar voor een opwindend verhaaltje, een brok recente mediacultuur. Het zou hier wel eens niet anders kunnen zijn.
Jan Blommaert