Grijze manoeuvres, witte rook

Druk gelobby Het conclaaf is niet meer dan een eindfase van de pausverkiezing. Het échte werk gebeurt tijdens voorbereidende gesprekken en onderhandelingen. © Reuters/Osservatore Romano

Het pontificaat van Benedictus XVI eindigt zoals het zich de voorbije acht jaar voortsleepte: als een rommeltje, opgejaagd door de pers, vergiftigd door al dan niet bevestigde schandalen. Het is een haast Bijbelse metafoor, de manier waarop de kerk door het stof moet kruipen en kardinalen opgejaagd worden door anonieme beschuldigingen van ‘ondergrondse seksschandalen’. Het komende conclaaf kiest een nieuwe paus die moet voorkomen dat de katholieke kerk weer in de catacomben wordt gejaagd.

Je hoeft geen grote specialist in kerkgeschiedenis te zijn om te weten dat conclaven – de plechtige, besloten vergaderingen waarop het college van kardinalen de nieuwe paus kiest – momenten van opperste spanning zijn. Het decorum is wereldwijd bekend. Hoe de kiesgerechtigde kardinalen (niet ouder dan 80) onder het zingen van ‘Veni, Creator’ (‘Kom, Schepper’) de Sixtijnse kapel binnenstappen. Hoe ze daar letterlijk opgesloten worden (‘con clave’ betekent ‘met de sleutel erop’), hoe ze onder het alziende en zelfs wat wraakzuchtige oog van de Christus van Michelangelo’s monumentale ‘Laatste Oordeel’ uit hun midden een nieuwe paus kiezen – een plaatsvervanger van Christus op aarde dus.

En als zo’n paus verkozen is, en die zijn verkiezing aanvaard heeft, en in opperste spanning zijn nieuwe naam heeft meegedeeld aan de kardinalen, is het tijd voor de witte rook. Jarenlang was het niet echt een punt of de rook nu duidelijk pikzwart was, dubbelzinnig grijs, of eigenlijk nog redelijk wit. Met de komst van de genadeloos registrerende tv-camera’s is dat helemaal veranderd. In het conclaaf van 1978 heette het al een ‘schande’ dat de rook niet ondubbelzinnig de kleur had van de uitkomst van de vergadering. Alsof er aan zo’n conclaaf ook maar iets ‘ondubbelzinnigs’ zou zitten. De procedure, die zogezegd gemaakt is opdat de kardinalen volkomen vrij kunnen kiezen, verbergt de haast existentiële angst van voortdurende druk of invloed van buitenaf. De Heilige Geest wordt gesmeekt om te inspireren, maar het zijn natuurlijk mensen – mannen – die kiezen.

In de regel blijft een conclaaf een bizarre vertoning van armworstelen in de schaduw. Dat blijkt al uit hoeveel zorg verscheidene pausen (onder meer Pius XI, Paulus VI en Johannes-Paulus II) eigenhandig besteedden aan het herschrijven van de regels voor het conclaaf. En zeker zij, als rechtstreeks betrokken partij, zullen kennis en/of een vermoeden hebben gehad van de intriges en manoeuvres achter de schermen. Allerlei gedetailleerde bepalingen werden ingevoerd, bijvoorbeeld bizar-precieze omschrijvingen van hoe de briefjes te vouwen, en hoe die dan weer moesten worden opengeplooid. De vrees voor afluisteren bestaat echt al sinds mensenheugenis. Vandaar het hermetisch afsluiten van het conclaaf, toen een sleutel en een peloton Zwitserse wachten nog volstonden om elk contact met de buitenwereld te verhinderen.

Maar al bij het conclaaf van 1963, dat een opvolger moest kiezen voor Johannes XXIII, ging het gerucht dat de CIA er álles aan zou doen om verborgen microfoons binnen te smokkelen. Bijvoorbeeld in de mijter van een bijzonder anticommunistischingestelde kardinaal – en zo waren er in volle Koude Oorlog wel een paar. Bij het overlijden van Johannes-Paulus II in 2005 had iedereen het over het gevaar van gsm’s, acht jaar later zijn sociale media, smartphones en tablets gemeengoed, ook onder kardinalen. Aangenomen wordt dat wie het per se wil áltijd de mogelijkheid heeft om te lekken. En als er informatie naar buiten kan, kan er ook naar binnen komen. Al blijft de vraag wat voor nut of zin dat heeft: het conclaaf is slechts de laatste fase van een voorafgaande periode van gesprekken, overwegingen en onderhandelingen.

Moeilijke bevallingen

Dat betekent niet dat de dobbelstenen automatisch ‘juist’ vallen. Je had in de moderne tijd grosso modo twee soorten conclaven. Soms is er redelijk snel een akkoord rond één kandidaat. Bijvoorbeeld doordat men voor de eerste medewerker van de overleden paus kiest. Dat was in 1939 het geval met Eugenio Pacelli, die als staatssecretaris van Pius XI als favoriet het conclaaf in ging en eruit kwam als Pius XII (1939-1958). Idem in 2005, toen Joseph Ratzinger, onder Johannes-Paulus II de invloedrijke prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer, na een bijzonder kort conclaaf de naam Benedictus XVI koos. En dan was er nog het merkwaardige conclaaf van 1978, toen de (Italiaanse) kardinalen het nog voor het conclaaf eens werden over een ‘compromiskandidaat’ die voor alle partijen niet te gevaarlijk leek: de vriendelijke patriarch van Venetië, Albino Luciano, die zelfs in zijn naamkeuze blijk gaf het vleesgeworden compromis te zijn: Johannes-Paulus I. Het merkwaardige is dat die ‘quasi-unanieme’ conclaven die redelijk snel tot een zogezegd ‘evidente’ kandidaat komen, zelden een paus kiezen die in de geschiedenis een hoofdrol opeist. Johannes-Paulus I stierf in 1978 na een maand, wellicht aan een losgekomen bloedklonter. Benedictus XVI gaf er na acht redelijk bleke jaren de brui aan, oud en moe – en misschien om andere redenen. En Pius XII werd in zijn tijd wel als een ‘grote paus’ gezien, maar na zijn dood ontstond een scherpe controverse over zijn rol tijdens de Tweede Wereldoorlog en zijn positie tegenover de Jodenvervolging. Het debat polariseert al decennialang de publieke opinie, ook het katholieke deel. Tot vandaag is de kwestie bijzonder schadelijk voor de reputatie van het pausdom en de ooit zo hoog aangeschreven Vaticaanse diplomatie.

Daarnaast heb je de ‘moeilijke’ conclaven, waar verschillende kandidaten er al dan niet in slagen een meerderheid te behalen, en het conclaaf soms op zoek moet naar een zogenaamde compromisfiguur. Dat gebeurde in 1922, toen Achille Ratti, aartsbisschop van Milaan, tot Pius XI (1922-1939) werd verkozen. Het herhaalde zich in 1958, toen de kardinalen een opvolger moesten kiezen voor Pius XII, en er eigenlijk helemaal geen echte kandidaat was. Pius had verzuimd het college van kardinalen te verjongen, zodat het sterk verouderde gezelschap gerontocraten na verschillende stemrondes uiteindelijk een van de youngsters uit zijn midden koos: de 76-jarige Angelo Roncalli, de bij leven al legendarische Johannes XXIII (1958-1963). En ook toen er in 1978, het tweede conclaaf van dat jaar, door de dood van de paus geen compromis gevonden werd tussen de Italiaanse fracties. Het resultaat was de op het eerste gezicht verrassende keuze voor een Pool, Karol Wojtyla, de aartsbisschop van Krakau, toen nog een ver oord achter het IJzeren Gordijn. Hij werd Johannes-Paulus II (1978-2005). Maar ook zijn verkiezing was geen ’teken van de Heilige Geest’, zoals sommige biografen beweren. Het was het gevolg van veel en discreet vergaderen, en een zorgvuldige campagne waarin de scherpzinnige Belg Leo Jozef Suenens zijn rol speelde.

Uitgerekend de drie pausen die niet vooraf ‘gepland’ waren, zijn uitgegroeid tot beslissende figuren in de geschiedenis van de kerk. De wat vergeten Pius XI als de man van de Katholieke Actie, de paus ook die een compromis met Italië (dus Benito Mussolini) maakte, maar zo wel de stichter is van het concept ‘Vaticaanstad’ als staat. Johannes XXIII als de paus van het Tweede Vaticaans Concilie. En Johannes-Paulus II als de paus die mee een einde maakte aan de Koude Oorlog.

Hoge bron

Vraag is wat het conclaaf begin maart zal opleveren. Vast staat dat het een hard conclaaf wordt. Het in de Italiaanse krant uitgelekte ‘seksschandaal’ dat vooral schadelijk is voor staatssecretaris Tarcisio Bertone, is een teken dat er op geen karaktermoord meer of minder wordt gekeken. Dat er sprake zou zijn van ‘seks’, stond in de sterren geschreven. Dat uitgerekend een belangrijke en ernstige krant als La Repubblica haar reputatie op het spel durft te zetten met de zware aantijgingen is een belangrijk signaal. Het betekent dat de bron, of die nu de waarheid vertelt of niet, voldoende ‘hoog’ is en gezag heeft om de redactie te overtuigen. Het impliceert ook dat de interne oorlog in het Vaticaan bitterder is dan de buitenwereld tot nu toe aannam. En het blijft niet bij die ene naam. Alle kardinalen die op een of andere manier ooit seksueel misbruik hebben toegedekt, lopen opnieuw spitsroeden, van Godfried Danneels in Mechelen-Brussel tot Roger Mahoney in Los Angeles. Die laatste toonde andermaal dat hij volstrekt ongeschikt is als paus door de nieuwe aanval op hem (slachtoffers van misbruik eisen dat hij wegblijft van het conclaaf) in een tweet af te doen als ‘publieke en pijnlijke vernederingen, net als Jezus’. Sinds Benedictus’ beslissing tot aftreden werd ook de Schotse kardinaal Keith O’Brien beschuldigd van misbruik van vier priesters. Vorige maandag legde hij zijn ambt neer.

Crisiscommunicatie is niet iedereen gegeven, zo blijkt. Kardinaal Timothy Dolan van New York, nochtans de lieveling van de Amerikaanse pers, zei tegen journalisten dat ‘er altijd gefluister en geruchten zijn’. En nu komt het: ‘Most of them are not true.’ Tja.

De kanshebbers

Bij het komende conclaaf is een lijstje met papabili (pauskandidaten) een ijdele onderneming. De verkiezing ligt helemaal ‘open’. Omdat een paus (tenminste in de eerste fase) met ’twee derde van de stemmen plus één’ gekozen moet worden, is de cruciale vraag: wie slaagt erin om géén blokkeringsminderheid van één derde tegen zich in het harnas te jagen.

Daarbij gaat het hard tegen hard. Al minstens twee Italiaanse kardinalen hebben (toch voor La Repubblica de bom dropte) te verstaan gegeven dat het wat hen betreft ‘een paus uit Europa’ moet zijn, ‘want Europa heeft nog altijd een belangrijke boodschap voor de kerk’. Daarmee bedoelen ze wellicht: opnieuw een Italiaan. Een nieuwe Duitser of Pool (en bij uitbreiding, in hun geestesgesteldheid, een Oost-Europeaan) is uitgesloten, de meeste West-Europeanen zitten op een of andere manier opgescheept met seksschandalen. Dus weer een Italiaan? In weerwil van al die andere kardinalen uit andere werelddelen – Latijns-Amerika, Afrika, stukken Azië zoals de Filipijnen – waar het katholieke geloof tegenwoordig sterker staat dan op het oude continent?

Opmerkelijk: de Amerikaanse media gaan ervan uit dat voor het eerst in de geschiedenis ook een paus uit de VS tot de mogelijkheden behoort. Ooit heette het ondenkbaar dat een paus zou komen uit een supermogendheid, maar die barrière werd eigenlijk geslecht in 2005, met de keuze van een Duitser als Ratzinger. Als een Duitser aanvaard kan worden door alle gelovigen, dan ook een Amerikaan.

En met het oog op het takenpakket dat klaarligt, kan de nieuwe paus maar beter niet in opspraak zijn gekomen, de kerk in zijn land al evenmin, is hij maar beter niet te oud en verkeert hij in blakende gezondheid, kent hij zijn talen en komt hij goed over in de media.

De Bosniër Vinko Puljic, de Braziliaan Joao Braz de Aviz, de Oostenrijker Christoph Schönborn, de Mexicaan Norberto Riva Carrera, de Italianen Crescenzio Sepe, Giuseppe Betori of Angelo Scola, de Zuid-Afrikaan Wilfrid Napier, Oscar Rodriguez Maradiaga van Honduras, de Sudanees Gabriel Zubeir Wako, de Hongaar Peter Erdö, de Amerikanen James Harvey (een Vaticaanse prelaat) en Daniel DiNardo van Houston, Timothy Dolan van New York en Sean O’Malley van Boston (met stip, volgens Amerikaanse media), de Indiër Baselios Cleemis Thottunkal, de Zwitser Kurt Koch, de Fransen Jean-Louis Tauran en André Vingt-Trois, de Ghanees Peter Turkson, her en der zijn al die namen al opgedoken in al dan niet uit de duim gezogen lijstjes. En natuurlijk maakt ook bijna elke andere outsider een kans. Half maart zal de nieuwe paus bekend zijn. Zoals het conclaaf heeft beschikt.

Door Walter Pauli

In 1963 ging het gerucht dat de CIA er álles aan zou doen om microfoons binnen te smokkelen. In de mijter van een kardinaal, bijvoorbeeld.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content