Nieuwe Vlaamse dansproducties van Marc Vanrunxt, Karin Vyncke en Bert van Gorp.
Op amper één week tijd kwamen zowel Marc Vanrunxt, Jan Fabre, Karin Vyncke en Bert Van Gorp met een nieuwe dansproductie voor de dag. Een toeval was het, meer niet. Vanrunxt hield zijn ?Fortitudo? boven de doopvont, Fabre gaf de eerste aftrap voor de ?Vier Temperamenten? (Knack van 12/2), Vyncke legde ?Vlasnaald? te slapen en Van Gorp gooide met ?Boeken en juwelen?. Geef toe, de verleiding om te gaan vergelijken is groot. Wie doet wat en hoe, en wat en wie doet het beter ?
Helaas, het veld is een versplinterd landschap waarin vier erg verschillende artistieke persoonlijkheden een eigen weg uitstippelen. De ene wat virtuozer dan de andere, de eerste wat sterker dan de tweede, de linkse een beetje sneller dan de rechtse. Maar wat een mens na die week danspremières pas goed beseft, is dat die verscheidenheid precies de rijkdom van het Vlaamse dansveld uitmaakt.
Veruit de meest in zichzelf besloten productie is ?Fortitudo? van Marc Vanrunxt. In het verlengde van het recente werk ?Antilichaam? (1994) en ?Dies Irae? (1995) gaat zijn nieuwe stuk verder op de ingeslagen weg van de sobere verstilling. Geen spoor meer van de exuberante uitspattingen, kitsch of de travestienummertjes uit het vroegere werk. Weinig of geen spoor meer van operette, cabaret en performance. Tegenover dat vluchtige en momentane staat in ?Fortitudo? het verinnerlijkte ritueel. Elke beweging die de vier dansers ( Rosa Hermans, Eric Raeves, Annamirl van der Pluijm en Marc Vanrunxt) uitvoeren, gebeurt met plechtige bedachtzaamheid, repetitief gevoel en spaarzame melancholie.
De choreografie is heldere eenvoud, al ontbreekt het de groepsbewegingen soms aan wat scherpte. ?Fortitudo? ademt een ijle en ongrijpbare sfeer uit, de jurken van de vrouwen (een ontwerp van de Vlaamse modegod Martin Margiela) glanzen en de belichting staat koud. Nadrukkelijk stapsgewijs schrijven nee, schrijden is het de dansers bewegingen in de ruimte en lijnen in de kunstsneeuw op het podium. Kijk maar, lijken ze te zeggen, er staat wat er staat.
?Fortitudo? valt in drie delen uiteen die toch mooi in elkaar overvloeien. In het eerste deel bewegen de dansers op hoge zangpartijen van Patrick De Clerck. Het gedimde licht weerkaatst zachtjes op de gegalvaniseerde achterwand (een ontwerp van Danny Devos), waarop een lang litteken letterlijk een teken aan de wand vormt. De schijnbare harmonie wordt in een tweede deel verstoord door een elektronische dreun (eveneens van Danny Devos) en de plechtige wereld brokkelt beetje bij beetje af. De verticaal gerekte bewegingen van de dansers worden hoekiger en meer gedrongen, de schaduwen nemen hand over hand toe en de beklemmende sfeer valt op de duur te snijden. Ook in het laatste deel, op een repetitieve loop van Lou Reeds ?Sad Song?, wil de verlossing uit de nood maar niet komen. Terwijl het licht langzaam schel en oogverblindend wordt, zijn de dansers als het ware op hun knieën gedwongen. ?Fortitudo? is een eigengereide klaagzang zonder veel franjes en valse snikjes.
?Vlasnaald? van Karin Vyncke is allesbehalve een elegie, maar de grimmige ondertoon van deze dansproductie voor vijf dansers is niet van die aard om de kijker een vrolijk rad voor de ogen te draaien. De mens is een vreemd en wispelturig wezen en dat zal de toeschouwer geweten hebben. Tijdens het werkproces van ?Vlasnaald? begon Vyncke met haar dansers te werken rond het sprookje van ?De Schone Slaapster?. Maar ze belandde zoals aan het resultaat te merken valt uiteindelijk bij een reeks acties waarin slapen en de slaapplaats thema of vorm zijn. Er wordt wat afgegooid met dekens, kussens èn mensen (vormgeving van Yoris Van den Houte).
De productie is een opeenstapeling van dat werkmateriaal geworden en de losse structuur is tegelijk de kracht en de zwakte van ?Vlasnaald?. De ene actie of duet is al wat krachtiger, interessanter en beklijvender dan de andere, maar dat kwaliteitsverschil scheelt de spreekwoordelijke slok op de borrel niet. Het ontbreekt de productie aan een rode draad, een thematische lijn of een inwendige noodzaak tout court, waardoor de dynamiek wordt aangezwengeld. Want nu kabbelt ?Vlasnaald? gewoon van stukje naar beetje en zien de makers noch het publiek het bos door de bomen.
Na Vanrunxts klaagzang en de grimmige juxtapositie van Vyncke zijn we met ?Boeken en juwelen? van Bert Van Gorp bij de andere kant van het emotionele spectrum aanbeland : uitbundige humor zonder veel pretenties. Voor zijn eerste grote zaalproductie ging lolbroek Van Gorp grasduinen in het bekende toneelstuk ?De Kersentuin? van Anton Tsjechov. Het hoeft dan ook weinig te verbazen dat ?Boeken en juwelen? zich op de dunne grens tussen dans en theater beweegt. Niet dat de productie meteen een enscenering, laat staan een lezing van Tsjechovs drama biedt. Verre van. Van Gorp distilleerde er wel een burgerlijk gezin uit dat door een bazige moeder (een burleske vertolking van Pascale Platel) wordt bestierd. Ze pronkt maar al te graag met haar drie ?kinders?, van wie er een verdrinkt. Met dat leed loopt ze nadien als de eerste de beste talkshowgast te koop.
Om zijn grappige, maar soms ook minder grappige verhaal te vertellen, grijpt Van Gorp naar verschillende kunstvormen. Er is in de eerste plaats de ongegeneerde kolderchoreografie die tussen music-hall en ballet zapt en die door een in het beeld aanwezige dj (Van Gorp zelf) wordt aangevuurd. Maar ook de tekstfragmenten op band en de videobeelden van Sean Tuan John stuwen de vertelling verder en houden het ritme van de voorstelling op peil. ?Boeken en juwelen? is gewoon een pretentieloos staaltje podiumpret.
Paul Verduyckt
?Fortitudo? van Marc Vanrunxt is nog te zien op 13 en 14/3 in Gent (Vooruit) in Brussel (PSK) ; andere voorstellingen tel. 03/234.91.19. ?Vlasnaald? ; tournee begin volgend seizoen (inlichtingen tel. 02/538.94.26). Voorstellingen ?Boeken en juwelen? van Bert Van Gorp : tel. 016/23.67.73.
Fortitudo met Eric Raeves en Rosa Hermans : sobere verstilling.