Het vierde burgermanifest van Guy Verhofstadt (VLD) werpt interessante ideeën op, maar het is twijfelachtig of de vertolker van die ideeën nog voldoende geloofwaardigheid bezit.
P leidooi voor een open samenleving, het vierde burgermanifest van Guy Verhofstadt, verschijnt deze week. Het zal op grote schaal en tegen democratische prijs in krantenkiosken overal te lande worden verspreid. De publicatie ervan zal zijn voorafgegaan door een zorgvuldig georchestreerde mediacampagne. Met gerichte pers-lekken werd de spanningsboog opgebouwd naar het moment suprème waarop de premier zelf een tipje van de sluier kwam oplichten. Dat gebeurde vorige zaterdag in het tot de nok gevulde Brugse Concertgebouw.
De liberale achterban mag opgelucht herademen. De VLD wil dan wel een progressieve centrumpartij heten, de ideeën die Verhofstadt naar voren schuift om wereldwijde veranderingen in de toekomst het hoofd te kunnen bieden, roepen zeker geen nare associaties op met ‘links’. Nee, het boekje van de premier lijkt eerder geschreven op maat van de meertalige, goed opgeleide en over de informatiesnelwegen sjezende bobo, die het hart ethisch misschien links draagt, maar die economisch duidelijk rechts kiest en voor wie de globalisering, want daarover gaat het boekje grotendeels, geen bedreiging vormt maar juist tal van nieuwe mogelijkheden opent.
De premier haalde de mosterd bij de filosoof Karl Raimund Popper, die in 1945 de term ‘open samenleving’ muntte, en recenter, bij Thomas Friedman, de invloedrijke columnist van The New York Times die met zijn boek The World is Flat zowat de goeroe is geworden van de aanhangers van de globalisering van de economie. Als gevolg van die globalisering, betoogt Friedman, is de wereld als het ware vlak geworden – waardoor Christoffel Columbus postuum dus toch nog gelijk heeft gekregen.
Maar de premier putte toch vooral uit de oude vertrouwde liberale doos. Eerdere voorstellen van partijgenoten werden duchtig gerecycleerd. Zo is het verzet tegen ‘groepsdenken’ een stokpaardje van partijvoorzitter Bart Somers. Het wegwerken van de werkloosheidsval was dan weer een onderdeel van het eigen regeerakkoord. Verplichte gemeenschapsdienst voor langdurige werklozen een (verguisd) ideetje van Rik Daems, en de drastische hervorming van ons belastingstelsel sinds jaar en dag een belangrijk programmapunt van de liberalen. Maar blijkbaar volstonden zeven regeringsjaren niet om daar zelfs maar een begin mee te maken. De premier herhaalde ook zijn pleidooi voor groene fiscaliteit. Tegelijk, en dat is wel nieuw, opende hij de deur voor het behoud van kernenergie. De verdediging van gecontroleerde economische immigratie ten slotte, naar het voorbeeld van immigratielanden als Canada, werd in het verleden ook door Patrick Dewael en Sven Gatz gevoerd, maar mag in een land als België gerust als utopisch worden bestempeld.
Optimisme vindt de premier dan weer een ‘morele plicht’. Gij zult niet piekeren: het elfde gebod vrij naar Guy Verhofstadt. Maar een grote dosis optimisme is ook wel nodig om te geloven dat ook maar een fractie van al die plannen ooit zal worden uitgevoerd. De politicus Verhofstadt is stukken beter in bedenken dan in uitvoeren. En kwam het door het nepjournaal? Veel aandacht ging in elk geval naar wat niet in het boekje van de premier staat, namelijk een visie op de communautaire verstandhoudingen in dit land, toch een centraal thema in de komende verkiezingscampagne. Daarvoor is het wachten tot de lente.
door HAN RENARD