‘Gelukkig hebben we nog drie grote vakbonden’
De actie van de cipiers heeft diepe wonden geslagen bij medewerkers van de minister en bij de vakbonden.
Het Belgische gevangeniswezen is al decennia een zorgenkind – of veeleer een ondergeschoven kindje. We hebben overbevolkte gevangenissen met soms middeleeuwse leefomstandigheden in compleet uitgewoonde en verouderde gebouwen met onaangepaste infrastructuur. Daar wordt sinds kort wel aan gewerkt met onder andere de bouw van een aantal nieuwe strafinstellingen, maar die staan er niet van vandaag op morgen. Ondertussen gaan er weinig jaren voorbij zonder dat het gevangenispersoneel staakt of betoogt. De cipiers vragen doorgaans meer personeel, een beter loon, een veiliger werkomgeving. De nieuwe besparingsplannen van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) zijn dan ook een doorn in het oog van de cipiers.
Dit keer verloopt het conflict in een bijzonder gespannen, zelfs grimmige sfeer. Minister Geens wil 10 procent besparen op het personeel. Zijn oplossing komt neer op ‘rationalisering’ en ‘flexibiliteit’: met minder mensen op meer wisselende uren ongeveer hetzelfde werk doen. Dat systeem is al mondjesmaat ingevoerd in de Vlaamse, maar nog niet in de Franstalige instellingen. Daarom zetten de besparingen vooral bij de Franstalige cipiers kwaad bloed, onder andere omdat ze loonverlies vrezen door het geschuif met dag- en nachtshiften. Geens belooft een zogenaamde flexipremie, maar dat volstaat niet. Uiteindelijk weigeren alleen de Franstalige vakbonden om een akkoord met Geens te ondertekenen, en beslissen ze te staken. De vakbonden zijn intern verdeeld, en die breuklijn lijkt communautair.
Cao’s voor overheidsdiensten
Op 17 mei plannen de Franstalige socialistische en christelijke bonden samen een betoging in Brussel. Wanneer de militanten ’s ochtends geen gehoor vinden bij het hoofdkwartier van de MR – de enige Franstalige partij in de federale regering – trekken ze naar het kabinet van Justitie. Daar loopt het uit de hand. Er wordt geroepen en gebruld. Sirenes loeien, fluitjes snerpen, voetzoekers knallen. Er wordt met eieren en met lege bierblikjes gegooid. Plots duwt een groepje de deur van het kabinet open en stormt naar binnen. De medewerkers aan het onthaal kijken verbijsterd toe hoe een handvol betogers alles wat los of vast zit op de grond keilt. Paperassen en dossiers vliegen door de lucht. Telefoontoestellen, stoelen, deuren, kantoormeubilair moeten eraan geloven. Glas breekt, een printer en koffiezetapparaat vliegen uit het raam. Uiteindelijk komt de politie stevig tussenbeide. In de hal van het gebouw hangt plots een wolk van pepperspray en traangas die de heethoofden naar buiten drijft. De raid heeft hooguit twintig minuten geduurd, maar de ravage is groot. Niemand wordt opgepakt, en ’s middags zit minister Geens alweer rond de onderhandelingstafel met de vakbonden. Politici en vakbondsleiders keuren unisono en in strenge bewoordingen het geweld en het vandalisme af.
Volgens Patrick Humblet, professor sociaal recht aan de Universiteit Gent, is dat soort betogersgeweld uitzonderlijk. Bovendien is helemaal niet zeker of de geweldenaars allemaal vakbondsmensen waren, of dat er ook zogenaamde casseurs tussenzaten: ‘Dat zal het parket moeten uitzoeken.’ Geweld tijdens stakingen of betogingen gebeurt doorgaans tijdens grote manifestaties, die een spoor van vernieling door een stad trekken. Betogingen van boeren, dokwerkers, staalarbeiders, brandweerlui of vroeger ook mijnwerkers, zijn op dat vlak roemruchte voorbeelden. Het geweld van de cipiers, daarentegen, gebeurde op kleine schaal en binnen de beperkte ruimte van één gebouw.
Dat het geweld uitzonderlijk blijft, komt volgens Humblet door de diepgewortelde traditie van sociale dialoog: ‘We halen doorgaans de lont uit het kruitvat door lang te palaveren. De onvrede wordt als het ware gekanaliseerd. In Frankrijk, bijvoorbeeld, hebben ze die overlegtraditie niet en zie je veel vaker geweld bij sociale acties.’
Toch is er volgens Humblet ook een probleem met onze sociale dialoog: ‘De cipiers behoren bij de publieke sector, en daar bestaat die dialoog niet zoals in de privésector. In de publieke sector legt de overheid in feite de loon- en arbeidsvoorwaarden op en moeten de ambtenaren dat maar slikken. Dat systeem is veel te rigide en moet dringend worden herdacht. Sommige ministers overleggen vooraf wel wat, anderen doen dat veel minder. Het hangt te veel van de individuele minister af. Een departement als Justitie heeft nauwelijks geld, en dat is net wat je nodig hebt om te kunnen onderhandelen. Dat het potje dan eens overkookt, hoeft niet te verbazen.’
Humblet ziet een oplossing in echte cao’s zoals in de privésector: werkgevers en vakbonden sluiten een contract, en als een van beide partijen dat niet naleeft, dan stap je naar de rechtbank. ‘Als de overheid haar eigen akkoorden niet naleeft of eenzijdig wijzigt of haar beloftes aan haar personeel niet nakomt, heeft dat nauwelijks gevolgen. Dat wekt uiteraard frustratie’, aldus Humblet.
Rechtspersoonlijkheid
De gespreide slagorde van de vakbonden van de cipiers was opvallend. Na het vandalisme waren communautaire scherpslijpers er als de kippen bij om het verschil tussen ‘beschaafde’ Vlamingen en ‘strijdlustige’ Franstaligen in de verf te zetten. Humblet lacht dat weg: ‘Zijn we vergeten hoe eind 2014 havenarbeiders door Brussel trokken en een geparkeerde auto in brand staken? Dat waren geen Walen, hè. Nee, ik zie veeleer een verband met bepaalde vakbondsafdelingen waar wellicht meer een machocultuur heerst dan bij andere. Ik zie bijvoorbeeld Waalse verplegers niet snel een ziekenhuis kort en klein slaan. Het hangt samen met de sector en de bedrijfscultuur.’
Meteen na de aangerichte schade kwamen de grote vragen naar boven. Wie zou dit betalen? En werd het niet tijd dat vakbonden rechtspersoonlijkheid kregen, zodat ze vervolgd kunnen worden voor schade die hun militanten aanrichten? Een oude discussie, en het stokpaardje van een aantal politici van de rechterzijde.
Professor Humblet vindt het een wat gevaarlijke discussie: ‘Hoe ga je die rechtspersoonlijkheid van de vakbonden wettelijk regelen? Het is veel complexer dan men denkt. En hoe ga je voor een rechtbank bewijzen dat een sociale organisatie aan de basis ligt van een bepaald incident? Is een sociale organisatie zonder meer aansprakelijk voor al haar leden? Neem bijvoorbeeld de schade die boerenbetogingen in Brussel hebben aangericht. Welke organisatie zou je daarvoor veroordelen? De Boerenbond? Of veroordeel je Unizo, want boeren zijn zelfstandigen? Met die rechtspersoonlijkheid weet je niet waar je aan begint, noch waar je eindigt.’ De politieke agenda achter zulke voorstellen is de slagkracht van de vakbonden in te perken, en dat zou contraproductief zijn, denkt Humblet. ‘We hebben gelukkig nog drie grote vakbonden, en die zijn nodig voor vreedzame sociale dialoog en als smeermiddel voor de relatie met de overheid en de werkgevers.’
Communautaire zaak
De cipiersbonden zijn niet happig om commentaar te geven op de gebeurtenissen op het kabinet-Geens. Zeker de Franstalige bonden niet. Zij houden het op een droog: ‘we wachten het onderzoek van het parket af’ en ‘als er leden tussen de amokmakers zouden zitten, dan gaan die eruit’.
Filip Dudal van het ACV wil wel wat commentaar kwijt. Hij benadrukt meteen dat het niet ‘zijn mensen’ waren die bij de actie betrokken waren. Hij komt wekelijks op het kabinet van Justitie en praat er met de mensen die aan het onthaal werken. Twee onthaalmedewerksters waren zowat in shock na de feiten. Het trauma van die dag in mei is nog altijd niet helemaal verwerkt, zegt hij. ‘Toen ik ze de dag erna terugzag, vloeiden er tranen. Ik heb het grootste respect voor die mensen. Vergeet niet dat ze ’s anderendaags al terug aan het werk waren, ondanks de vernieling van hun werkplek.’
‘Zinloos geweld’ noemt hij wat die dag is gebeurd. ‘De hele actie heeft meer kwaad dan goed gedaan voor álle vakbonden. Veel sympathie wek je daar niet mee bij de bevolking. In elke betoging lopen er wel mensen mee die er niets mee te maken hebben, of die uit zijn op amok. Vergeet ook niet dat die cipiers al drie weken aan het staken waren. Ze waren kwaad en wellicht ook moe. Dan is het riskant om met zo’n groep naar een kabinet te trekken. Ik val mijn Franstalige collega’s niet af, maar ik zou het nooit gedaan hebben.’ Dudal ziet ook wat verschillen in de actiecultuur tussen Vlamingen en Franstaligen. Volgens hem zullen Vlaamse militanten eerder actievoeren aan de poorten van de gevangenis dan naar Brussel te trekken.
Hoe dan ook, de kwestie heeft de syndicale zaak geen goed gedaan. Ook binnen de vakbonden is een breuklijn zichtbaar geworden die nog altijd niet gedicht is. Dudal beklemtoont ook politieke verschillen. Er zit nu eenmaal maar één Franstalige partij in de federale regering. Suggereert hij daarmee dat het een politieke staking was? N-VA-voorzitter Bart De Wever noemde het onomwonden ‘een PS-staking’. Zover wil Dudal niet gaan, maar hij wijst er wel op dat de Franstalige vakbonden zich niet echt vertegenwoordigd voelen, met alleen de MR van premier Charles Michel in de federale regering. ‘Dat speelde ongetwijfeld een rol in de hardnekkigheid van de actievoerders. Dat is een communautair aspect dat ik zeker betreur.’
Voor de rest geen kwaad woord over minister Geens: ‘Ik heb als vakbondsman al veel justitieministers meegemaakt. Annemie Turtelboom (Open VLD), bijvoorbeeld, hebben we welgeteld één keer gezien. Terwijl Geens er áltijd is als er gepraat moet worden. Maar hij zit nu eenmaal niet alleen in die federale regering.’
Hoe de hele zaak verder zal lopen, hangt af van het parket en het gerecht, maar Dudal is ervan overtuigd dat geen enkele Nederlandstalige vakbondsmilitant op de beklaagdenbank zal zitten.
Disciplinaire sancties
Intussen blijft de factuur voor de schade en de herstellingswerken oplopen. De meeste schade is her-steld, alleen een trapleuning in de hal moet nog worden gerepareerd. De FOD Justitie betaalde tot nu toe 5294,11 euro voor de schoonmaak en de herstellingen. In detail uitgesplitst, kostte de schoonmaak van het onthaal door een gespecialiseerde firma 490 euro. De buitengevel moest worden gereinigd en onder andere de sporen van uiteengespatte eieren weggepoetst: 1000 euro. Nieuwe binnendeuren kostten 928,42 euro. Maar ook de eigenaar van het gebouw dat Justitie huurt, had een pak kosten. De kapotte en gebarsten ramen werden betaald door de eigenaar, die ook opdraaide voor de vervanging van de glazen toegangsdeur: 2875,69 euro. De printer die door het raam ging, was eigendom van de firma Ricoh. Die factuur volgt nog.
Alle facturen zullen in het gerechtelijk dossier terechtkomen en gepresenteerd worden aan de daders. De politie heeft op de dag van de feiten verscheidene processen-verbaal opgesteld, en het Brusselse parket begon een opsporingsonderzoek dat rond het jaareinde afgerond zou zijn. Naar verluidt was de identificatie van de herrieschoppers niet echt een groot probleem, omdat er heel wat tv-beelden van de actie beschikbaar waren. Een aantal verdachten is al verhoord door de gerechtelijke politie. De bedoeling zou zijn om een aantal mensen te dagvaarden via de zogenaamde verkorte procedure. De FOD Justitie zal zich burgerlijke partij stellen. Daarnaast bekijkt Justitie intern of er disciplinaire sancties mogelijk zijn tegen enkele cipiers – justitiepersoneel, dus. Justitie wijst er nog op dat het via e-mail en sociale media veel steun- en sympathiebetuigingen binnenkreeg: ‘Er was grote unanimiteit in de afwijzing van de methode waarop vakbondsmensen hun protestactie hebben gevoerd’, klinkt het.
Inmiddels werd de onthaalruimte omgebouwd door de Regie der Gebouwen – de verbouwing was al gepland nog vóór de cipiers op bezoek kwamen. De onthaalmedewerkers zitten nu veilig verscholen achter een dikke glazen wand.
Tekst Jan Lippens
Printers, stoelen, deuren en een koffiezet: alles moet eraan geloven.
‘Als de overheid haar eigen akkoorden niet naleeft, heeft dat nauwelijks gevolgen. Dat wekt frustratie.’