Historici vermoeden dat ze de bunker hebben gevonden vanwaaruit het Warschaupact een kernoorlog tegen West-Europa wou coördineren. Het kwam er gelukkig niet van. Maar de plannen voor een grootschalige aanval lagen in ieder geval klaar.

In volledig afgesloten militaire vrachtwagens bracht het Oost-Duitse Nationale Volksleger een ook al militaire bouwploeg naar een afgelegen bos in de buurt van het plaatsje Kossa in de deelstaat Saksen. De bouwvakkers werden niet verondersteld om iets te horen, te zien of te zeggen. Ze waren er alleen om te werken. Eerst maakten soldaten een zes kilometer lange afsluiting van staaldraad, die met 6000 volt onder elektrische hoogspanning werd geplaatst. Vervolgens groeven de mannen diepe gaten in de grond, brachten daarin betonnen muren aan en voorzagen het ondergrondse bouwwerk van de nodige elektronische systemen.

In 1979 was de geheime burcht klaar om in gebruik te worden genomen. Te midden van een heideveld besloeg de hele installatie zes verschillende bunkers, die niet uit de lucht kunnen worden gezien. Ze lagen verspreid over een oppervlakte van 75 hectaren en waren uitgerust met bomvrije, stalen deuren en ontsmettingscellen.

Wie het terrein vandaag bezoekt, wordt aangeraden om stevige laarzen aan te trekken. De weg loopt door een dicht naaldwoud en eindigt aan een poort. Daar worden bezoekers begroet door directeur Olaf Strahlendorff van het Militaire Museum van Kossa. ‘Welkom’, zegt hij. ‘Dit is de plek vanwaaruit de Russen de Derde Wereldoorlog wilden voeren.’

Hij loopt door wat gasbestendige luchtsluizen, daalt een smalle trap af en wandelt voorbij uitgestalde beschermingskledij en wat roestige stralingsmeters. De ruimte ruikt muf naar beschimmelde triplexplaten. Militaire vrachtwagens met schotelantennes staan in veertig meter lange ondergrondse garages, een soort van kokers waar ze desnoods konden worden ontsmet.

Tot voor kort heette het officieel dat deze bijzondere plek bedoeld was als een schuilkelder voor het commando van het derde militaire district van het Nationale Volksleger, dat in tijd van oorlog het bevel voerde over 90.000 manschappen. Historici vermoeden nu dat het complex een andere bestemming had. De Bundeswehr verkocht het hele terrein in 1993 nog kortzichtig aan een taxidermist uit Zuid-Afrika. Torsten Dietrich van het Onderzoeksinstituut voor Militaire Geschiedenis in Potsdam is een van de mensen die denken dat de bunker een commandocentrum van het Warschaupact was. In het geval van vijandelijkheden zou de installatie worden bemand door 350 officieren en andere militairen en een team van 250 specialisten in telecommunicatie, die vanuit Kossa een miljoenenleger konden commanderen op weg naar West-Europa.

De telefoons staan vandaag te verstoffen in de bunker. Ondergrondse antennes vertakken zich onder het bos. Het complex beschikte over directe lijnen met Moskou. Met troposferische radiostations was het mogelijk om zelfs tijdens een zware atoomaanval berichten te blijven uitzenden. Toch staan sommige experts sceptisch tegenover de hypothese. Is de hele installatie wel geschikt voor een operatie van zulke om-vang? Militair historicus Heiner Bröcker-mann gelooft dat het toch allemaal te weinig is voor een commandocentrum in de frontlijn van de Derde Wereldoorlog.

Antwerpen rood omcirkeld

Hollywood toont graag grimmige Sovjetgeneraals met de vinger op een gevaarlijke rode knop. Maar niemand weet vandaag, vanwaar een nucleaire oorlog zou worden aangestuurd. Toen de Sovjet-Unie zich uit het voormalige Oost-Duitsland terugtrok, liet het een groot aantal ver-sleten en vervuilde militaire installaties en oefenterreinen achter. Waar die voor dienden, is duidelijk. Dat is niet het geval voor bunkers, zoals die in Kossa. Het is bekend dat de Oost-Duitse partijchef Erich Honecker in geval van oorlog beschutting zou zoeken in Prenden, in de buurt van Berlijn, waar het Politburo voor zichzelf een stevige bunker had laten bouwen, voorzien van alle comfort. Maar waarvoor de 1200 andere bunkers in de DDR dienden, werd alsnog niet duidelijk. Ze zijn dezer dagen het uitverkoren terrein van schattenjagers, die gewapend met metaaldetectors door de verlaten ondergrondse kamers dwalen. Sommige van de bouwwerken zijn ingestort of ondergelopen. Andere zijn omgebouwd tot museums.

In de commandopost van Kreien werden bij momenten paddenstoelen gekweekt. In Mosel, in de buurt van Zwickau, worden nu motoren van Volkswagen getest. ‘De Russische archieven blijven nog 70 jaar dicht’, zegt Dietrich. ‘Daarom weten we bijlange niet genoeg om te begrijpen wat precies de bedoeling was van deze constructies.’

Toch passen er al genoeg stukjes van de puzzel in elkaar, om een algemeen beeld te krijgen van de Russische plannen voor een wereldoorlog tussen het Oostblok en het Westen. Uit archieven die na het einde van de Koude Oorlog toegankelijk werden, bleek dat het Rode Leger klaar was om het Westen, indien nodig, bij verrassing een beslissende klap toe te dienen. Europa stond ooit dichter bij een nucleaire ramp dan velen dachten.

Uit archieven blijkt wel dat de militaire planologen van het Oostblok er altijd van uitgingen dat een oorlog zou beginnen met een aanval van de NAVO. Maar het zou voor de generale staf van het Warschaupact hebben volstaan dat er voldoende bewijs was van een op handen zijnde aanval om zelf preventief nucleair toe te slaan. Zo’n aanval moest snel en bij verrassing gebeuren. ‘Ze waren wel vastberaden om de oorlog te voeren op het grondgebied van de vijand’, zegt historicus Harald Nielsen.

Om op alles voorbereid te zijn, verdeelde Moskou de wereld in 14 ’teatr voiny’ – oorlogtheaters – van het Verre Oosten tot de Noordelijke IJszee. Het Kremlin dacht wel dat er vooral in Centraal-Europa zwaar zou worden gevochten. Voormalig opperbevelhebber van het Warschaupact Andrei Gresjko noteerde dat de regio ‘van groot economisch belang is en over een grote reserve aan mensen beschikt’. Er bleven daarom niet minder dan 100 divisies – goed twee miljoen soldaten – permanent paraat voor de oorlog in het ‘westerse theater’. Op het grondgebied van de DDR alleen beschikten de Sovjets over 7000 tanks, 6500 pantserwagens, 700 gevechtsvliegtuigen en 31 depots waar atoomkoppen waren opgeslagen.

Op het ogenblik dat het bevel werd gegeven, moest alles bijzonder snel gaan: in het noorden zou het Poolse leger oprukken, met de bedoeling om Jutland en Denemarken te bereiken binnen zes dagen; in het zuidwesten zouden Sovjet-Russische en Tsjechische eenheden Beieren binnenvallen; in de centrale sector zouden elitetroepen bij Helmstedt de grens oversteken en doorstoten naar het Ruhrgebied en Lotharingen in Frankrijk.

Gedurende het eerste anderhalf uur zou die grondaanval worden ondersteund met een regen van conventionele granaten en atoombommen, gericht op duizenden vooraf bepaalde doelwitten. NAVO-installaties, vliegvelden, communicatiecentra, regeringsgebouwen, elektriciteitscentrales en verkeersknooppunten zouden dan al tot voorbij de Rijn in puin zijn gelegd. Op stafkaarten van het Warschaupact, die nu al kunnen worden geconsulteerd, zijn steden zoals Antwerpen, Amsterdam, Bremen, Cuxhaven, Emden en München met rood omcirkeld.

Daarna was het de beurt aan de tanks. ‘Er werd verondersteld dat de soldaten in de eerste aanvalsgolf de oevers van de Rijn zouden bereiken, voor ze tekenen zouden vertonen van stralingsziekte’, weet de Poolse historicus Pavel Piotrovski. Zij zouden dan worden afgelost door eenheden van een tweede aanvalsgolf, die door de NAVO als de ‘Pools-Sovjetse pletwals’ werd omschreven.

Vlees in blik en scheepsbeschuit

Zo’n kolossale campagne had een zenuwcentrum nodig vanwaaruit de operaties van al die betrokken legers, lucht- en grondtroepen, werden gecoördineerd. Waar was die oorlogskamer gevestigd? Historici weten nu dat partijleider en algemeen opperbevelhebber Leonid Brezjnev als er in de jaren zeventig een oorlog was uitgebroken, zou zijn overgebracht naar een bunker in de buurt van Moskou. Daar zouden alle bevelslijnen zijn samen-gekomen. In het Poolse Legnica, 20 kilometer ten oosten van de Oder en de Pools-Duitse grens, was een vooruitgeschoven commandopost voorzien, die voor de coördinatie zou zorgen tussen de hoofd-kwartieren in heel Europa. Er waren in totaal 300 generaals en 60.000 soldaten permanent ondergebracht.

Maar voor een blitzkrieg die tussen de Elbe en de Rijn werd uitgevochten, lag Legnica nog te veraf. Er zijn documenten die suggereren dat het operationele commando voor de grote aanval op het Westen in handen zou zijn van het opperbevel van de Sovjetkrijgsmacht in Duitsland. De top van dat opperbevel leefde op een militaire basis in Wünsdorf, ten zuiden van Berlijn. Maar omdat de NAVO dat ook wist, zouden ze in een alarmfase meteen naar een andere locatie worden overgebracht. De sleutelvraag is waar het Warschaupact zijn generaals, die het bevel zouden voeren over de aanval op het Westen, zou onderbrengen.

Voormalig luitenant-kolonel Hans-Albert Hoffmann van het Nationale Volksleger vermoedt dat de hele staf van zo’n 1000 officieren zou proberen om ‘ongemerkt en ’s nachts Möhlau of Schwepnitz te bereiken’. Militaire installaties van het Rode Leger die in vredestijd niet werden gebruikt en strikt geheim waren. De constructie in Möhlau werd opgeblazen en bestaat niet meer. Schwepnitz werd nooit goed onderzocht. Er zijn twee ondergrondse niveaus, die zijn ondergelopen. Anderen veronderstellen dat de bunker in Falkenhagen in de deelstaat Brandenburg was uitgerust als een Oost-Duits commandocentrum ten tijde van een nucleaire oorlog. De nazi’s bouwden er tijdens de Tweede Wereldoorlog een chemische fabriek.

Maar nu trekt toch vooral een andere locatie de aandacht: Kossa. ‘Alleen al door zijn ligging is het bunkercomplex ideaal voor een grote aanval op West-Europa’, zegt Strahlendorff. Vooral ook omdat de NAVO niet wist van zijn bestaan. Bovendien was Kossa letterlijk volgepakt met communicatie-elektronica. Er stond in de installatie zelfs een AP 3 mainframe- computer van de Oost-Duitse computerbouwer Robotron. Gesofistikeerde video- technologie zou het mogelijk hebben gemaakt om aanvalsplannen rechtstreeks naar het front te sturen.

Toch is er ook nog twijfel. Er zijn experts die de bunker in Saksen te klein vinden en te weinig comfortabel om er zoveel topgeneraals langere tijd te laten verblijven. De installatie heeft ook geen eigen keuken. De Moskouse militaire elite zou zich in geval van nood hebben moeten tevredenstellen met vlees in blik en scheeps-beschuit. Anderzijds was het ook niet de bedoeling om het commandocentrum lang te gebruiken. Volgens hun plannen, zouden de Sovjets de Rijn bereiken na zeven dagen – en de Atlantische Oceaan na twaalf dagen.

Het lijkt wel zeker dat de bunker in de tijd van de DDR op elk moment volledig operationeel werd gehouden. Een team van 48 technici onderhield de uitrusting, zorgde voor de juiste temperatuur in de kamers en verzekerde er zich van dat de omheining permanent onder stroom stond. Dat alleen zorgde voor een jaarlijks elektriciteitsverbruik van 345.000 kWh.

Het diende, gelukkig, allemaal nergens toe. Er kwam geen nucleair inferno. Toch zorgde de bunker voor een onnoemelijk aantal slachtoffers. Duizenden konijnen en herten liepen zich dood tegen de elektrische omheining.

© Der Spiegel

Gedurende het eerste anderhalf uur zou de grondaanval worden ondersteund door een regen van conventionele granaten en atoombommen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content