8 oktober 2006, de verkiezingsnacht van Patrick Janssens. Tussen de feestvierders in het Zuiderpershuis loopt ook kunstenaar Kris Fierens. ‘Een dikke proficiat’, zegt hij. ‘Dewinter is verslagen. Maar dit is geen vrijgeleide om u alles te permitteren.’ Anderhalf jaar later starten hij en negen buurtverenigingen met de campagne A!A. Omdat Janssens & Co ‘Poetintrekjes beginnen te krijgen’. Daarover zou dit artikel gaan. Tot het plots een onverwachte wending kreeg.

‘E rst kommt das Fressen, dann kommt die Moral’, zoals een bekend socialist ooit zei. Drie weken geleden maakte ik een interviewafspraak met Patrick Janssens. Ik had vragen over hoofddoeken, over de feminatheek, over hoe het met de stad ging. En over een zin die hij onlangs op de regionale zender ATV uitsprak: ‘Als je geen rekening houdt met het publiek, creëer je je eigen ellende.’

‘Dinsdag 26 februari om 13 uur. Afspraak op ’t Schoon Verdiep’, had zijn woordvoerster gezegd.

Maar vorige week belde ze terug. ‘We gaan het interview voorlopig afblazen.’

‘En waarom?’ vroeg ik. ‘Kan de burgemeester niet?’

‘Toch wel. Maar we hebben via via opgevangen waar je mee bezig bent.’

‘Ah…’

‘Een stuk aan het maken over de actie van buurtcomités… Is dat zo?’

‘Ja. Ik zou hem daar graag een vraag over stellen.’

‘Dat dachten we al. Kijk, we willen gewoon niet in een verdedigingspositie terechtkomen. Geen actie-reactie, dat is niet interessant voor ons. We gaan woensdag uw stuk aandachtig lezen. En dan beslissen of we een interview geven. Daaag.’

Tien dagen geleden kreeg ik een mail van Kris Fierens. Een kunstenaar uit ’t Schipperskwartier. Bekend ook als de man die het Zeemanshuis van de sloop wil redden. Er was iets aan het broeien in de buik van de stad, schreef hij. Tien buurtverenigingen starten met A! A. Een gemeenschappelijke actie om aan te klagen dat ‘Janssens & co, op z’n zachtst gezegd, niet echt van het woord inspraak houden’. De buurtverenigingen hadden net één keer te veel dezelfde zinnen gehoord. ‘U hoort nog van ons.’ Of: ‘U bent te vroeg.’ Of: ‘U hebt misschien wel gelijk, maar nu bent u te laat.’

Fierens nodigde ons uit voor de persconferentie. Eén probleem: Knack wordt maandagnacht gedrukt en de persconferentie was dinsdag.

Of ik misschien vroeger wilde komen?, replyde hij.

’t Schipperskwartier, maandagmorgen. Terwijl Kris koffie zet, vertelt hij een anekdote uit zijn leven als buurtcomitémens.

‘Ik botste onlangs in de Delhaize op de blauwe schepen Ludo Van Campenhout en Annick De Ridder. Hij was heel vriendelijk, dacht waarschijnlijk dat ik een van zijn kiezers was (lachje). Maar zij porde hem aan: “Herken je ‘m niet? Die van het Zeemanshuis…”

Ik nodigde hen uit om te praten. Hij knikte. “Maar ik ben wel tegen u”, zei ik erbij. Er viel een wat ongemakkelijke stilte. “Wij zijn ruimdenkender dan u denkt”, zei zij, om iets te zeggen. En hij: “U hoort nog van ons.” En ze wandelden verder met hun Del- haizekarretje. Niets meer van gehoord natuurlijk.’

Hij lacht, schenkt koffie uit en zegt: ‘Ik had mij m’n fin de carrière wel enigszins anders voorgesteld. Een buurtcomité… Man, dat was echt wel het allerlaatste waarin ik mezelf zag belanden. Vijfentwintig jaar geleden ben ik in ’t Schipperskwartier komen wonen. Het was toen een andere buurt: meer kleur, minder schijtedure loften. Maar eerlijk: ik ben nooit bezig geweest met de buurt. En al zeker niet met politiek. Ik was alleen bezig met mijn kunst. Zoals zoveel kunstenaars.

Tot die ene dag in 2005. De dag waarop het stadsbestuur aankondigde dat het Zeemanshuis gesloopt zou worden. Het Zeemanshuis is al jaren een toevluchtsoord voor mensen met niet zo veel geld, theatermakers en, euh, zeemannen. Het moest plaats-maken voor een groot prestigeproject. Vreemd: want er was 3,5 miljoen euro in de renovatie van dat gebouw gestoken. En de stad had de buurt altijd verzekerd dat het nooit zou verdwijnen.

‘Maar plots zeiden ze: “Het Zeemanshuis is bouwtechnisch slecht en het is verkeerd ingeplant.” Ik naar professor architectuur- geschiedenis Geert Beckaert. “Die uitleg klopt niet”, zei hij. “Het was net de bedoeling om dat zo te bouwen.” En bouwtechnisch bleek er al helemaal geen probleem. Dat stond zelfs op de web- site van de rechterhand van Janssens. Tot ik hem daarmee confronteerde. “Tiens,” zei hij, “heb ik dat geschreven? Ah, dan heb ik mij vergist. Het is wel slecht.”‘

Fierens wist niet wat hij hoorde. ‘Ik stelde een kritische vraag over de uitleg van de stad. En dat mag blijkbaar niet. Alsof er iemand beslist heeft: iedereen geeft dezelfde uitleg en voor de rest zwijgen we daarover. Drie jaar later heb ik nog altijd geen antwoord gekregen. Patrick Janssens wil mij niet ontvangen. Eén keer heb ik hem zelf aangesproken. “Patrick, Barcelona, dat is toch uw grote voorbeeld. Elk groen perk wordt daar beschermd. Wel, voor het Zeemanshuis ligt een gazon. Waarom beschermen jullie dat niet?”

‘Hij keek mij aan en zei: “Kris, er staat een draad voor het gazon van het Zeemanshuis.” En hij was weg. (slaat de handen in de lucht) Hij had net zo goed kunnen zeggen: “Hou uw bakkes, we doen toch wat we willen.”‘

Fierens en zijn kompaan Kristof Van Brussel verzamelden 5000 handtekeningen voor het behoud van het Zeemanshuis. En schreven brieven naar de gouverneur, de gemeenteraadsleden, alle Vlaamse ministers.

Hij kreeg amper post terug. In een paar brieven stond ‘u hoort nog van ons’. Geert Bourgeois antwoordde: ‘Ik sta achter alles wat de stad doet.’ En Marc Van Peel zei: ‘Ik vind het Zeemanshuis een lelijk gebouw.’ (haalt de schouders op) ‘Lelijk… Ik zeg niet dat het toparchitectuur is, maar het is wel het laatste modernistische gebouw van de stad. Een stuk van ons erfgoed. Zet daar een designer à la Philippe Starck op en het is het hipste gebouw van de stad.

‘Nog zoiets: onlangs werd er een film gemaakt over de herontwikkeling van ’t Schipperskwartier. Alles kwam aan bod. Behalve het Zeemanshuis, alsof het niet bestond. “Hoe komt dat?”, vroeg ik aan de regisseuse. Weer geen antwoord. Stilte.

Een socialistisch parlementslid wil in de Kamer een vraag stellen over het Zeemanshuis. En Janssens belet dat. Stilte. Altijd weer die stilte. Hoe oorverdovender ze wordt, hoe meer ik denk: dit stinkt. De belangen moeten enorm zijn.’

Fierens en zijn kompaan trokken naar de Raad van State. ‘En als ik daar geen gelijk krijg, stap ik naar Straatsburg. Die hele rechtszaak heeft ons nu al 20.000 euro gekost.

‘Ik wil echt tot het uiterste gaan. Eén keer en dan nooit meer. Voor mij gaat dit om rechtvaardigheid. Het Zeemanshuis is meer dan een gebouw, het is een symbool. Ik wil aan het stadsbestuur duidelijk maken: zo ga je niet om met uw eigen erfgoed. Maar vooral: zo ga je niet om met uw inwoners.

‘Het is heel slopend, we staan met ons tweeën tegen de machine van de stad. De voorbije drie jaar heb ik nauwelijks nog kunst kunnen maken. Overal waar ik kom, spreken ze mij erover aan. Bij de bakker, de slager… Op mijn voorhoofd staat in het groot gekrast: ZEEMANSHUIS. En elke keer weer die hele uitleg. Ik ben dat soms zo beu, heb al vaak willen opgeven.

‘Maar ik weet dat ze daarop hopen: als we hem maar negeren, wordt hij wel moe. Ze zitten echt te wachten tot ik een fout maak. Ze zouden mij zo graag marginaliseren, een soort Anja Hermans van mij maken. Hier in ’t Schipperkwartier had onlangs een straatfeest plaats. Zoals gewoonlijk stond ik papierkes uit te delen van ‘Red het Zeemanshuis’. Achter mij hoorde ik iemand van het Stadsmagazijn zeggen: “Hou dat papier bij, want we moeten dat controleren.” Onvoorstelbaar. Een mens zou er paranoïde van worden. Eén op de drie mensen in Antwerpen mag zelfs onze petitie niet tekenen, omdat ze op een of andere manier gelieerd zijn aan de stad.

‘Eén ding ergert het stadsbestuur enorm: dat ik kunstenaar ben en in de verste verte niets met politiek te maken heb. En dat ik bevriend ben met mensen zoals Tom Barman en Luc Tuymans. Kunstenaars die hun gedacht blijven zeggen. Als er mij iets overkomt, weet ik dat ze in de bres zullen springen.’

Hij schenkt nog wat koffie bij. ‘Barman gelezen in Humo? Sinds de verkiezingen had hij niets meer gehoord van Janssens. Behalve één keer: om te klagen dat het geluid te luid stond (lacht).

‘De kunstwereld heeft fantastisch gereageerd. Tuymans, Bervoets… Ze hebben mij allemaal een kunstwerk gegeven om te veilen. En zo de gerechtskosten te betalen. Ik vind het alleen erg dat ik nu zelf een actor ben geworden. Door die hele zaak ben ik mijn onbevangenheid kwijtgeraakt. Mijn onafhankelijkheid ook. Een kunstenaar móét dat zijn.

‘Tegenwoordig ontvangen ze op het stadhuis elke week een kunstenaar. Hoeveel keer zouden ze nu al Gaston Berghmans ontvangen hebben? Ik begrijp het wel: dat zijn brave mensen, die brengen allemaal volk mee. Allemaal potentiële kiezers. Maar toch… Twee weken geleden was Will Ferdy te gast. De eerste homo-artiest van het land. Hij kreeg een grote micro in chocola met een enorme bal! Janssens en schepen van Cultuur Philip Heylen stonden hem dan wat uit te lachen op ATV… Ronduit gênant. Ze doen maar. Alleen vrees ik dat dat de façade aan het worden is. ‘We geven de mensen allemaal een cadeautje met Nieuwjaar en ze zullen wel in slaap vallen. En intussen spelen we onze spelletjes. En krijgt de betonmaffia, onder het mom van stadsvernieuwing, vrij spel.

‘Hetzelfde met die ‘A’-campagne. Ze zijn enorm bang dat wij die ‘A’ zouden besmeuren. Heiligschennis! Maar daar gaat het ons helemaal niet om. Wij willen de A niet bekladden, wij willen een positief verhaal brengen. Wij houden enorm van deze stad. Alleen: wij maken ons zorgen over wat er gebeurt.’

Maandagnacht, café De 7 schaken op de Grote Markt, net naast het Stadhuis.

Kris Fierens bestelt een spaghetti en een rode wijn. ‘Ik kom hier heel vaak’, zegt hij. ‘Na de gemeenteraad zitten hier vaak politici. Ik ga er dan bij zitten. ’t Is de enige manier om informatie in te winnen.’

Hij wijst naar de tafel naast ons: Ludo Van Campenhout en een paar blauwe vrienden.

‘Mogen wij u storen?’

‘Nee’, zegt Van Campenhout.

Een van zijn blauwe vrienden, Marco Laenens, komt aan onze tafel zitten. Een luide discussie tussen Fierens en Laenens volgt. De VLD’er schrikt als de naam ‘Patrick Dewael’ valt. ‘Watte? Hebde gij Patrick Dewael lastiggevallen met dat stoem Zeemanshuis!? Hou daarmee op! Trouwens, voor ons is dat Zeemanshuis geen prioriteit meer. Patrick Janssens mag nu maar de kastanjes uit het vuur halen. Met al die commotie… allemaal uw schuld. Wat ziede gij toch in die stoemen building?’

Als Laenens even naar het toilet is, zegt Fierens: ‘Hij weet amper iets van het dossier. Ik neem hem dat ook niet kwalijk. Er zijn honderden dossiers en een mens kan niet alles weten. Maar daarom is het zo triest dat buurtcomités niet ernstig genomen worden. Wij zijn vaak beter op de hoogte van een dossier dan de gemeenteraad.’

Een paar uren en rode wijnen later. Van Campenhout vertrekt. Maar net voor hij de deur van de 7 Schaken dicht doet, roept hij in onze richting: ‘Ik en de Jààànssens gaan dat Zeemanshuis afbreken.’

Laenens sust: ‘Schrijf op: Patrick Janssens gaat het Zeemanshuis afbreken. Ludo volgt.’

Van Campenhout: ‘Dat Zeemanshuis is verkeerd ingeplant. En weet ge wat ze dan altijd zeggen? “Dat gebouw is typisch voor zijn tijd.” (slaat de handen in de lucht) Mannekes, mannekes… Alles wat toen gebouwd is, is typisch voor zijn tijd. Omdat dat in die tijd gebouwd is! Dat is verdomme een sofisme. Kris, we zullen eens klappen over dat Zeemanshuis.’

‘Awel Ludo, dat vind ik nu straf’, roept Fierens terug. ‘Ik probeer al drie jaar met u te klappen. En elke keer doet ge of ge mij niet kent. Maar nu de Knack erbij is…’

‘Bel mij morgen op…’, roept Van Campenhout en hij stapt buiten.

‘Morgen is hij dat weer vergeten’, zegt Fierens. ‘Het was een magere oogst vanavond.’

Twee dagen later, donderdag. Een mol! Een lek! De plannen van A! A staan in de Gazet van Antwerpen. ‘De Frut’ heeft er zowaar de goede oude onderzoeksjournalistiek voor bovengehaald.

A! A zou een initiatief zijn van de bewonersgroep StRaten-Generaal, maar sommige bronnen spreken dat tegen en verwijzen naar kunstenaar Kris Fierens als het grote brein achter A!A. Burgemeester Patrick Janssens kijkt met verbazing naar het initiatief dat volgende week dinsdag officieel voorgesteld zou worden. ‘Ik verneem dat A!A zelfs al allerlei afspraken gemaakt heeft met het weekblad Knack, ik vind het een vreemd verhaal. Gezien de prominente rol van Groen!-politicus Manu Claeys, zie ik hierin vooral een actie van de oppositie. Waarom toch die geheimdoenerij?’

We bellen aan in een huis in Borgerhout. ‘Goeiemorgen, Manu Claeys.’

‘Tja,’ zucht hij, ‘ik heb het gelezen. Net alsof we een staatsgreep gaan plegen. Het artikel klopt ook niet: het initiatief kwam van ons allemaal. Maar dit artikel is natuurlijk een geweldig cadeau voor een burgemeester die de controle wil houden over de communicatie van Antwerpen. Nu wekt hij de indruk: ‘Wat een stelletje ongeregeld. Wat een hoop amateurs! Al goed dat de burgemeester er nog is.’ En wij zitten weer in de achtervolging.

‘Het is zo typisch Janssens, dat aansturen op het conflict met bewoners die zich fundamentele vragen stellen. Buurtcomités worden daarbij gemarginaliseerd tot een hoop verzuurden en ambetanteriken… Vermeende agenda’s worden blootgelegd. Contact nemen met de pers wordt verdacht gemaakt. Ik heb één keer in mijn leven op een lijst van Groen! gestaan, nooit een mandaat gehad. Maar zie, het is een actie van de oppositie. Terwijl de mensen van A! A niets met Groen! te maken hebben. Het zijn gewoon buurtbewoners die het goed menen. Die elke avond zitten te studeren op dossiers. Omdat ze bezorgd zijn over hun buurt.

‘Het ironische is: op dezelfde pagina staat een andere uitspraak van Janssens: ” Het politieke spel in de gemeenteraad vormt vaak een grote hindernis om dingen te bereiken. Ik wil niet pleiten voor de afschaffing, maar de zaken zouden sneller vooruitgaan.” Als Janssens zo denkt over de gemeenteraad: je moet niet vragen hoe hij dan denkt over de buurtcomités. Hij laat de dialoog tussen de buurtcomites en de stad over aan de markt. ‘Stap naar de media, it’s a free world. We zullen zien wie wint.’ Maar natuurlijk is dat een ongelijke strijd. De stad heeft oneindig meer middelen om te communiceren.

‘Ook als hij het met ons eens is, loopt het vaak nog fout. Neem de Oosterweelverbinding, waar wij met StRaten-Generaal mee bezig zijn. Het stadsbestuur vindt het huidige voorstel, net als wij, verschrikkelijk. Ze weten dat dat een ramp is voor de stad. Alleen zeggen ze dat niet. Onlangs stelden wij een alternatief voor. Janssens zei daarover: “Uw verhaal lijkt te kloppen, maar er is ook een politieke logica. ” En die is: we kunnen niet meer op die beslissing terugkomen, want anders verliezen we misschien het geld van Vlaanderen. Dus: liever een rotslecht project dat betaald wordt dan een goed project. Maar intussen laten ze ons wel de kastanjes uit het vuur halen. Ik garandeer u: de dag dat wij erin slagen om dit project te vervangen door een betere versie, knallen op ’t Schoon Verdiep de champagnekurken.

‘Toen wij onlangs ons alternatief voorstel bekendmaakten, riepen alle politici in koor: “Typisch, de Antwerpse ziekte. Daar zijn die lastige Antwerpenaars weer… Altijd weer te laat.” Een schande vond ik dat! En een pertinente leugen, want wij waren op tijd. Alleen: de overheid organiseert dat openbaar onderzoek veel te laat. Als inderdaad alles al beslist is. Zo is het gegaan in het dossier van het Zeemanshuis, van de Oosterweelverbinding, noem maar op… En het zal straks niet anders zijn in het dossier van de heraanleg van de Scheldekaaien. De buurt zal nog net mogen beslissen over een boom meer of minder. Wel, heb dan op zijn minst de guts om te zeggen: “Ga op uw kop staan, spring desnoods in de Schelde, maar het zal gebeuren zoals wij dat willen.”

‘Terwijl het allemaal zo anders zou kunnen zijn. Janssens had, met StRaten-Generaal en alle buurtverenigingen van Antwerpen in zijn zog, naar Brussel kunnen stappen en zeggen: “Beste mensen, het huidige plan van de Oosterweelverbinding is rotslecht. Ik kies er als burgemeester voor om mijn bewoners te vertegenwoordigen. Of op z’n minst toch zij die hun stem verheffen.”‘

Maar wie vertegenwoordigt StRaten-Generaal en de buurtverenigingen?

‘Ik wil die vraag omdraaien: Wie vertegenwoordigt het stadsbestuur in dit dossier? Ik heb genoeg PowerPointpresentaties gegeven om te weten dat misschien vijf procent van Antwerpen weet waar die Oosterweelverbinding over gaat. Het stadsbestuur zal ook geen infovergaderingen organiseren, want ze weten dat ze dan de demonen over zich afroepen. Dat op het einde van de infovergadering er vijf actiecomités gevormd zijn. En van die onwetendheid maken ze misbruik.’

Donderdagavond. Canvas zendt ‘China Voor Beginners’ uit. Patrick Janssens in Shanghai. Hij is op bezoek in een oud dorp dat gesloopt wordt. 800 mensen moeten weg.

‘Hebben jullie inspraak gehad?’ vraagt hij aan de bewoners.

‘Nee’, antwoorden ze. ‘Het bericht hing gewoon aan de muur.’ Janssens schudt het hoofd. ‘Amai, dat is echt wel totaal verschillend van bij ons.’

DOOR STIJN TORMANS/ FOTO’s SASKIA VANDERSTICHELE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content