MA 05/11
Yves Leterme heeft zijn meest hachelijke moment uit deze formatie niet gekend bij de stemming over Brussel-Halle-Vilvoorde in de Kamercommissie, maar een week daarvoor, toen hij tijdens de Allerheiligenvakantie telefoneerde naar Karel De Gucht in Toscane.
‘Pronto. Schreurs!’
‘Dag madam, het is Yves hier.’
‘Wie?’
‘Yves. Yves Leterme. Mag ik Karel even?’
‘Kunt u uw naam eens spellen, de lijn is nogal slecht.’
‘Leterme. Leopold, Emiel, Theofiel, Emiel, Romeo, Monaco, Emiel. Het is voor Karel.’
‘Momentje, ik zal eens informeren. Heeee! Gij daar. Kent gij een Emiel uit Monaco?’
‘Maar nee mevrouw. Het is niet Emiel uit Monaco. Het is Yves uit Ieper. Enfin uit Brussel.’
‘Mijnheer, wie bent u nu eigenlijk? Eerst zegt u dat u Yves Hier heet. Daarna bent u plots Emiel uit Monaco. Dan bent u weer Yves uit Ieper. En nu bent u Yves uit Brussel. Bent u katholiek?’
‘Euh ja. Enfin, het is te zeggen: meer prakkiserend dan praktiserend. Ik leef misschien niet alle regels even strikt na.’
‘Allez vooruit. En waarover wenst gij de minister te spreken?’
‘Over Brussel-Halle-Vilvoorde.’
‘Wat? Gij ook al? Die zeveraar van de CD&V werkt mij al vier maanden op de zenuwen met zijn gesukkel over Brussel-Halle-Vilvoorde, zelden zo een knoeier aan het werk gezien. En nu komt gij er ons nog mee storen tijdens onze vakantie, de enige drie vrije dagen van het hele jaar. Ik denk er nog niet aan om u de minister door te geven.’
‘Maar Mireille, ik bén die zeveraar van de CD&V. Geef mij Karel.’
‘Ik geef u niets, en voor zover ik weet heb ik u nooit de toelating gegeven om mij te tutoyeren. Ik ben een magistraat en ik wens niet door een of andere polderboer met de voornaam te worden aangesproken. Begrijpt ge dat?’
‘Ja, dat begrijp ik wel mevrouw, maar kan ik nu mijnheer De Gucht even spreken alstublieft, het is dringend.’
‘Of het dringend is, zal ik wel bepalen. En neen, ge kunt mijnheer De Gucht niet spreken. Hij moet eerst onze eclectische corniche nog schilderen. Daarna de druiven afbinden, het zwembad schoonmaken, en hout kappen voor mijn open haard. Maandag is hij terug in België, probeer dan een afspraak te maken via zijn secretaresse. Maar veel tijd zal hij niet hebben, want het is weer dag en nacht vergaderen geblazen met die drogekloot van de tjeven. Ciao.’
Het werk van een formateur wordt soms onderschat.
WO 07/11
Volgens den Baard hebben de Vlaamse oranje-blauwe onderhandelaars niet sterk genoeg onderhandeld. Nee, hij had dat ongetwijfeld beter gedaan. Wij zetten voor de volledigheid nog even de sterke prestaties van den Baard zelf op een rijtje.
Dankzij zijn sterke leiding, en dankzij zijn sterk inzicht in hoe je een kieslijst moet samenstellen, verloor zijn partij bij de vorige verkiezing 30 procent van haar kiezers. Plus een paar tientallen miljoenen euro aan inkomsten. Daarna moest hij driehonderd medewerkers ontslaan, in de eerste plaats zij die zich in het verleden niet slaafs achter hem hadden geschaard.
De dag na de catastrofale verkiezingsuitslag benoemde hij eigenmachtig en weer met een sterk doorzicht zowel een nieuwe voorzitster als een nieuwe fractieleidster, die allebei meteen een kruis mochten maken over hun ambities. Dankzij dit nieuwe sterke initiatief was er zelfs heel wat manipulatie om niet te zeggen bedrog nodig om de nieuwe voorzitster op de valreep toch nog aan een beschamende 66 procent van de stemmen te helpen, een historisch lage score.
Johan Vande Lanotte heeft dit jaar sterk aangetoond dat hij de allerslechtste voorzitter was die de socialistische partij ooit heeft gehad. Nog slechter dan Hendrik De Man. Hij zou er dan ook goed aan doen om zijn mond te houden. Misschien kan hij beter beginnen te werken aan de teruggave aan de Belgische burger van 54 miljard frank, die hij samen met de ex-premier bij het hotelakkoord over Sabena zomaar heeft weggegooid, ook toen al blijk gevend van zijn eigen zeer sterke onderhandelingscapaciteiten.
DO 08/11
Met het aantrekken van onze jonge en beloftevolle nieuwe medewerker Fons Verplaetse, heeft de redactie van Knack zich eens te meer aanzienlijk versterkt. Fons is eregouverneur van de Nationale Bank, en wij kunnen nu mis zijn, maar wij hebben toch niet de indruk dat veel andere redacties mogen uitpakken met een redacteur van dat kaliber.
In vergelijking met Fons, is onze chef-Wetstraat een enthou- siast aanhanger van Paars. Dat heeft een voorgeschiedenis. Toen Guy Verhofstadt in 1999 eindelijk aan de macht kwam, en dan nog enkel door de overhaaste vlucht van Jean-Luc Dehaene, was het eerste wat hij deed afrekenen met de gouverneur van de Nationale Bank. Het was immers in diens buitenverblijf in Poupehan, dat in 1987 da joenk door vakbondsbaas Jef Houthuys uit de regering werd gezwierd. Etienne Davignon verklaarde in diezelfde periode in een visionaire bui dat Verhofstadt pas tevreden zou zijn als het hele land een woestijn was geworden.
De PVV won wel de verkiezingen van 13 december 1987, en Verhofstadt haalde zelfs meer voorkeurstemmen dan premier Wilfried Martens, maar op bevel van én Jef Houthuys van het ACV, én Hubert Detremmerie van de BAC, én Davignon van de Generale, én Fons van de Nationale, werden de liberalen gedumpt.
Nu is rancune Verhofstadts tweede natuur, nee zijn eerste. En dus leed het geen enkele twijfel dat Fons meteen zou mogen opkrassen toen Verhofstadt in 1999 toch nog premier werd. Tevens werd de op veel terreinen begaafde Marcia De Wachter door de regering gepest en gedwarsboomd waar het maar kon. Zelfs een voor België toch niet onbelangrijke functie in de Europese Centrale Bank werd haar door de neus geboord.
Marcia zouden wij, met onze bekende voorzichtigheid, durven omschrijven als ‘een beschermelinge’ van Fons. Al ging Hugo De Ridder in zijn beroemde biografictie Mont Ducal heel wat verder, toen hij een zekere vorm van fysieke consumptie niet alleen suggereerde maar ook tot in de details beschreef tussen enerzijds Frans Verhees (= FV = Fons), en anderzijds Monica De Witte (= MDW = Marcia). Dit kan natuurlijk aan de vaak op hol slaande erotische fantasie van Hugo hebben gelegen, maar hoe dan ook: na Fons werd Marcia door Verhofstadt uitgerangeerd. Nu de ex-premier op zijn beurt moet oprotten, dat hopen we toch, slaat Verplaetse vernietigend terug door toe te treden tot de harde kern van de Knackredactie.
In de voorbije jaren heeft hij zijn tijd goed besteed door de bestrijding van de armoede in de wereld via het Corporate Funding Programme, zeg maar Fons’ fonds. Daarnaast stelde hij zijn ongeevenaarde ervaring ter beschikking van de Congolese Nationale Bank, of zoals hij het zelf zei: de bank van Belgisch-Congo. De eerste dag al devalueerde hij de Congolese munt met 85 procent, het tienvoud van wat hij destijds in Poupehan met de Belgische frank had gedaan.
Onze chef-wetenschappen, ook Congo-expert, heeft twee jaar geleden in Knack eens uit de doeken gedaan dat die Centrale Bank van Congo nog precies zestig eurocent in kas had. Zestig eurocent! Dat is niet veel. Waarna Fons in een interview relativeerde door te verklaren dat Afrikanen niet veel nodig hebben: ‘Ze leven met de zon en de regen. Ze kunnen blijven bestaan zonder veel te doen. De bananen en de ananassen groeien toch.’ In tegenstelling tot Johan Vermeersch bood Verplaetse hierna aan niemand zijn excuses aan.
Wat doet nu Fons in zijn eerste bijdrage in Knack van twee weken geleden, gewijd aan de vergrijzingsproblemen? Wij lezen het in de inleiding: ‘Verplaetse pleit voor een serieuze oplossing.’ Voilà, dat steekt al onmiddellijk schril af tegen alles wat we tot nu toe van oranje-blauw hebben moeten aanschouwen. Een serieuze oplossing. Dus geen belastingvermindering. Geen verhoging van de uitkeringen. Niet eens een budgettaire reserve aanleggen, een ‘klassieke methode’ waarvan Fons nooit voorstander is geweest, met als gevolg dat we een nooit meer af te lossen staatsschuld torsen.
Nee, de oplossing is heel eenvoudig: we moeten de economische groei omzetten in meer jobs. Want meer jobs betekent dat het aantal uitkeringen daalt, én er zijn meer mensen om die dalende uitkeringen te betalen, daardoor kan de werkgeversbijdrage aan de sociale zekerheid verminderen, wordt arbeid goedkoper, en zullen de bedrijven meer mensen in dienst nemen. Het is het tegenovergestelde van een vicieuze cirkel, geen idee of daar een term voor bestaat. Een vliegwieleffect.
Maar! Wat zien we als we de Belgische cijfers vergelijken met die van de andere Europese landen? Dat België het slechtst van al scoort in het omzetten van groei in jobs. En in welke periode doet dit kwalijke fenomeen zich voor? Fons kan het ook niet helpen: in de periode 2000-2006. En wie was er toen premier? Het gelijk van Etienne Davignon mag hiermee, twintig jaar later, bewezen worden geacht.
De vermindering van de werkgeversbijdrage is aan één voorwaarde verbonden: de bedrijven moeten verplicht worden een deel van het uitgespaarde geld in jobcreatie om te zetten. Briljant. En van wie is nu eigenlijk dit idee? Wij citeren Fons in Knack: ‘De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat het idee in 2003 werd geformuleerd door Marcia De Wachter, directeur van de Nationale Bank. Sindsdien heb ik er vaak over nagedacht. Elke econoom die niet gevangenzit in corporatistische beschouwingen zal het gewoonweg geniaal vinden.’
Humor staat in Knack niet altijd op de laatste bladzijden.
VR 09/11
U kon het vorige maand lezen in de kranten: Hugo Claus heeft eind jaren tachtig een script geschreven voor een cultseksfilm rond Emanuelle. Een cultseksfilm is een platte pornofilm met hier en daar een van de scheurkalender geleend intellectueel weetje.
Het scenario is nooit verfilmd. Was dat ook maar gebeurd met de andere vijf scenario’s die Claus ooit in elkaar heeft gelijmd. Afgezien misschien van Mira, waarin naast Jan Decleir en Willeke Van Amelrooy ook de jonge Mireille Schreurs meespeelde. Er zijn niet veel mensen die dat weten. Karel De Gucht bijvoorbeeld, om er maar één te noemen, weet het niet, maar u weet het nu wel.
Scenario’s voor pornofilms schrijven is een vaardigheid waarvan de moeilijkheid onderschat wordt. Dat weten wij van Gui Polspoel, die jarenlang een deel van de pornofilms op Canal Plus heeft vertaald en ondertiteld. Zagen wij onder een stomende actie de zinnen ‘Oooh, wat is dat lekker’, ‘Nog, nog’, of ‘Harder, harder’, dan wisten wij dat Gui weer overuren had moeten maken. Heeft ons ooit verklapt dat als je alles twee keer schrijft, het dan rapper vooruitgaat. Althans in porno.
Vaak had Gui geen idee van wat zo een actrice allemaal uitriep als het moment gekomen was, en moest hij zijn eigen fantasie de vrije hand geven. Wat meermaals verkeerd is afgelopen. Er moet in de kelders van Canal Plus nog een film liggen waarin een breedborstige actrice zich behelpt met een oneigenlijk gebruikte groente, en plotseling uitschreeuwt: ‘Ooh Jean-Luc, ooh Jean-Luc.’
Het schrijven van een pornoscript vraagt dus meer fijngevoeligheid dan men op het eerste gezicht zou denken. Toch moet Claus niet wanhopen, want zijn eigen partner Veerle beschikt over een scenario dat wél onmiddellijk zou worden verfilmd: de erotische roman van Guy Verhofstadt, waarvan het manuscript onlangs in handen is gekomen van onze chef-Wetstraat. Wat in dat boek staat, houdt niemand voor mogelijk. Dit land is acht jaar lang geleid door een pervert, er is geen andere conclusie mogelijk.
Het ware beter indien de ex-premier zich in het vervolg zou beperken tot het op onze kosten lézen van boeken. Zoals zijn broer.
ZO 11/11
Fientje en haar paard zijn in Mongolië! Niet zo ver van de plaats waar Bert Anciaux vorige winter eerst zijn eigen urine opdronk, en daarna, met nog meer smaak, die van Elke Vanelderen. Nadat Fientje een paar weken was ondergedoken bij een indianenstam in Colorado, waar ze als Kribbige Spin de ene ruzie na de andere deed ontbranden en bloed uitwisselde met het opperhoofd Externe Expert, was ze nadien opgedoken in het noorden van Rusland, en nu is ze blijkbaar weer zuidwaarts getrokken.
Binnenkort zal ze een poging ondernemen om, zoals haar grote voorbeeld Dzjengiz Khan het achthonderd jaar geleden deed, van uit de steppen door te dringen tot in China. Waar men haar nog kent van de geslaagde handelsmissies met prins Filip en Yves Leterme. Het kan ook zijn dat ze zich definitief in Mongolië vestigt, waar ze voor de eerste keer in haar leven door een plaatselijke bevolking wordt beschouwd als een van hen.
door Koen Meulenaere