ma 08 10

Er zijn mensen die vinden dat er niet genoeg gelachen wordt in de politiek. Welnu, goed nieuws voor hen: ze zullen deze week hun hart kunnen ophalen met de voorzittersverkiezing bij de SP.A. Glenn Nason, nota bene een fractiegenoot van Caroline Gennez in de Mechelse gemeenteraad, en als notoir Racingsupporter boven alle verdenking verheven, gaf uit eigen beweging een perscommuniqué uit om aan te klagen met wat voor subtiele en minder subtiele kuiperijen de SP.A-top die verkiezing zelf al heeft gemanipuleerd, nu de uitslag nog. Eerlijkheid en socialisme verhouden zich tot elkaar als anorexia tot Geert Lambert.

Wat anders te denken van de verkiezing van den Baard tot voorzitter van de West-Vlaamse SP.A-afdelingen? Den Baard, onder wiens kundige leiding en dankzij wiens onovertroffen inzicht bij de samenstelling van de verkiezingslijsten de SP.A in één regeerperiode liefst 30 procent van haar kiezers verloor. Den Baard, die 300 man personeel moest ontslaan, bijna zoveel als bij Janssen Pharmaceutica, dankzij wie de partij miljoenen euro’s aan inkomsten kwijt is, en dankzij wiens briljante strategie de nieuwe voorzitster al onherstelbare imagoschade heeft opgelopen nog vóór ze aan haar mandaat begonnen is. Die Baard is dus voor de West-Vlaamse SP.A-afdelingen de ideale figuur om hen door deze donkere tijden te leiden.

De klap van 10 juni is hij inmiddels te boven, en dus houdt den Baard zich alweer onverdroten bezig met wat zijn voorgangers partijvoorzitters ook met zoveel verve hebben nagestreefd: hun eigenbelang. Gouverneur, burgemeester, rector van de universiteit van Gent. SP.A-voorzitter is een beroep met toekomstmogelijkheden.

wo 10 10

‘Stop Karel De Gucht in uw grond. De mollen zullen onmiddellijk met elkaar beginnen te vechten, en dan vergeten ze te graven.’

Dank u wel, mijnheer. En ook alle anderen. Mens, hebben wij geestige lezers. ‘Waarom legt ge in die pijpen geen cassetterecorder met een toespraak van Renaat Landuyt? De mol zal spoedig inslapen, en dan kunt ge gemakkelijker juist steken met uw riek.’

Dat soort mails. Tientallen. Het Instituut voor Natuurbehoud en Bosbeheer: ‘Verberg pieren en larven onder uw gazon, dat schrikt mollen af.’ Goed geprobeerd, dames, zover zijn wij ondertussen ook al wel.

Het aantal hopen is nu de 340 voorbij, en het moment moet steeds naderbij komen dat de tuin gewoon inzakt. Dat kan haast niet anders, want sommige van die hopen afzonderlijk vullen een volledige emmer. Wij hebben naar schatting al meer dan 100 volle emmers weggeschept en op de bloemperken uitgekapt. Wellicht was het slimmer geweest om ze allemaal te laten liggen, dan was de grond nu deskundig gefreesd en hadden wij een nieuw gazon kunnen zaaien.

Mensen die getergd worden door mollen zijn makkelijk te herkennen. Aan hun lage tolerantiedrempel. Onverklaarbare verkeersagressie, kindermishandeling, echtscheiding, wreedheid jegens dieren en bejaarden, ruzie op het werk. Kort samengevat: algehele verzuring. Stemmen op Lijst Dedecker.

Bijvoorbeeld: is er in dit land nog een minister van Openbare Werken? En zou die dan eens de oneindige goedheid willen hebben om een coördinerende rol te spelen bij de ontelbare wegwerkzaamheden die de burgers het bloed onder de nagels vandaan treiteren? Zou hij of zij het leerboek Vraagstukken uit de lagere school eens willen raadplegen, om in te zien dat je niet op veel plaatsen gedurende veel tijd enkele arbeiders met enkele machines moet laten werken, maar wel op enkele plaatsen gedurende enkele tijd veel arbeiders met veel machines?

Hemeltergend en wraakroepend, dat zijn in ons land de wegwerkzaamheden. Uw dienaar, bijvoorbeeld, om nu eens een schrijnend geval aan te halen, moet al meer dan zes maanden een omweg van 25 minuten maken om bij zijn bakker, slager en versfruitwinkel te raken. In normale tijden zijn die op minder dan tien minuten te bereiken. Wij zullen er niet ver naast zijn als we schatten dat meer dan de helft van de tijd dat die weg al open ligt, er letterlijk niemand aan het werk was. Om het helemaal dol te maken, hebben ze tussendoor ook nog de omweg in de buurgemeente opgebroken. U kent ongetwijfeld soortgelijke voorbeelden in uw eigen buurt.

Dat er niet meer mensen tot geweld overgaan, daar kunnen wij met ons nochtans ruime verstand niet bij. Hoeveel files op gewestwegen zijn niet uitsluitend te wijten aan die ongecoördineerde en veel te traag uitgevoerde werken? Of aan onoordeelkundig afgestelde verkeerslichten? En nooit of nooit zie je nog een verkeersagent, al was het maar om de problemen vast te stellen, of om er tenminste voor te zorgen dat de kruispunten niet geblokkeerd raken.

Maar het ergst van al, waarvan een mens werkelijk uit zijn vel zou springen, zijn vrouwen in een krantenwinkel. ‘Darfur,’ zult u zeggen, ‘dat is ook vreselijk.’ Ja, misschien wel, maar dat is relatief. Van de situatie in Darfur heeft buiten Darfur niemand last. Het probleem van vrouwen in een krantenwinkel is universeel.

Wij mannen, wij kunnen dat. Wij kunnen De Nieuwshoek binnenstuiven, in één vlotte beweging drie kranten, twee tijdschriften, twee pakjes Belga filter en een rol Kingmuntjes meegrissen, onze winnende formulieren van Lotto en Franse tiercé door de computer jagen en de nieuwe laten valideren. Met een achteloos gebaar gooien wij dan het al klaar gehouden verschuldigde bedrag op de toonbank, zeggen ‘Tot morgen’, en zijn weer weg. In zeven seconden. Geen gepast geld? Twaalf seconden dan. Een bijna ontroerend voorbeeld van efficiëntie en coördinatie onder mannen.

Nu staat er een madam binnen. Met een sacoche! Dat merk je al van aan de hoek: file tot buiten. Handtas boven op de stapel Laatste Nieuwsen, zodanig dat de rij achter haar definitief geblokkeerd staat. ‘Hebt u TV-Familie?’ Ja, daar achter u, madam, naast de Flair. Een hopeloze zoektocht begint, de winkelier is al half vanachter zijn toonbank gekomen, daarbij ongewild hinderlijk voor wie rechts De Morgen of De Tijd uit het rek met de minder gelezen bladen wil halen. Een behulpzame en vooral ongeduldige man steekt een handje toe: ‘Hier is TV-Familie, mevrouw.’

Het tijdschrift wordt nu aan alle kanten besnuffeld en bekeken: ‘Nee, dit is het niet. Het is met Helmut Lotti op de kaft.’ Dat is Dag Allemaal, madam, dat ligt net voor de Humo, zoals de verkoopcijfers het vereisen. ‘Ah ja, dat is het.’ Dan nog de Burda. En een Lottoformulier invullen, hoe moet dat juist? De rij wachtenden staat tot wanhoop van de krantenman te stomen en te stampvoeten.

Madam gaat nu in haar tas op zoek naar haar portemonnee. Dat duurt een tijdje. 5,34 euro moet ze betalen. Een briefje van 5 euro wordt met heel wat moeite opgediept, en dan gaat ze tussen de muntjes op zoek naar de 34 cent. De man achter haar begint te sissen van woede, rook kringelt uit de oren van de tweede, en achteraan de rij, midden op straat, wordt de laatste bijna door de bus overreden.

‘Dit zijn er al 20. Dit is er een van 5. Nee wacht, het is er een van 2, van 5 heb ik er precies geen. Ah, hier is er een van 10, aan hoeveel ben ik dan al?’

Aan 5,30, ellendige moe, laat het vooruitgaan. Dat laatste wordt net niet hardop uitgesproken, maar in 15 mannenhoofden gedacht. ‘Waar is dat stuk van 2 nu? Ze zijn toch zo klein hé, mijnheer, zonder bril zie ik bijna het verschil niet. Zo, dit 32 tweeëndertig, hier is er nog eentje van 1… nee, ik kom er niet. ‘k Zal het anders moeten doen.’

‘Ik zal het wel eens hebben’, roept de wanhopige krantenman, die in vertwijfeling ziet hoe zijn zorgvuldig opgebouwde clientèle collectief een andere winkel dreigt op te zoeken. ‘Ah wacht, hier zie, ik heb toch nog één cent. Voilà.’

Hierna is het nog niet aan de volgende, niet dromen. Nu moet de portemonnee nog terug in de sacoche, die nog altijd de stapel van Het Laatste Nieuws gijzelt. Daarna worden de handschoenen aangetrokken. Het is negentien graden buiten! Handschoenen! Dan zoekt de Dag Allemaal zijn natuurlijke biotoop en valt op de grond. Bij het oprapen klapt een halve stapel Nieuwsbladen mee op de vloer. Een sjaaltje! In de rij denken ze te hallucineren: ze moet nog een sjaaltje op haar kop knopen. En nog altijd staat die sacoche op Het Laatste Nieuws. En dan komt de climax: ‘Oei, ik denk er juist op tijd aan, hebt ge nog een Gazet van Antwerpen van eergisteren?’

do 11 10

Van de krantenwinkel naar de bakker. Na een half uurtje aanschuiven is het bijna aan ons. Helaas nog eerst een andere madam, zelfde sacoche, meer een afvalcontainer.

‘Twee klein witte gesneden, een zevengranenbrood, een baguette, acht koffiekoeken, dewelke madam, twee met krieken, twee van die daar, wat is dat, frangipane of zo, één donut met chocolade op, of nee geef er twee, en nog een strik en ene met rozijnen maar zonder pudding, ben ik dan aan acht, en dan nog vijf worstenbroden, drie met gehakt en twee met curryworsten, zes tijgertjes, vier keizertjes en twee koninkjes, vier javanaikes en twee astridjes, en kunt ge nog een bestelling opschrijven voor zondag, zo’n taart met biscuit en aardbeien voor een persoon of acht, of kan dat voor tien want mijn schoonouders komen ook maar die wisten het nog niet zeker, en kunt ge er iets opspuiten in crème fraîche, gelukkige verjaardag Kevinneke, en met een beerke erbij want hij is zot van beerkes, en dan moogt ge nog 25 sandwiches erbij doen en een kramiek, voor Vanden Bossche, tegen twee uur als dat kan, mijne man zal het komen halen.’

Nu de winkeljuffrouw, vanachter een schier onoverzichtelijke berg gebakartikelen: ‘Zal ik een zakske geven?’

Als volgende in de rij breken hier onze zenuwen. NATUURLIJK MOET GE EEN ZAKSKE GEVEN, STOMME GEIT. WAT DACHT GE? DAT ZE HET IN HAAR ACHT HANDEN ZOU MEENEMEN?

De madam: ‘Hoeveel is het?’

De winkeljuffrouw weer: ‘Wat hadden we allemaal? Twee klein witte gesneden, een zevengranenbrood, een baguette, twee koeken met krieken, twee frangipanes, twee donuts met glazuur, nee met chocolade was het, een strik en ene met rozijnen, dan vijf worstenbroden, twee met gehakt en drie curryworsten, zes tijgertjes, vier keizertjes, twee koninkjes, vier javanais en twee astridjes. Gaat ge die taart en de sandwiches en die kramiek nu al betalen? Het mag ook zondag als ge dat liever hebt, voor mij is ’t hetzelfde.’

Kortom, na een half uurtje rekenwerk, waarbij nog enkele verkeerd ingetikte codes dienen te worden gecorrigeerd zijn we er: 21 euro en 12 cent. Daar gaat de sacoche weer open en komt na enig gesnuffel het onvermijdelijke briefje van 50 euro tevoorschijn. Jezus, Here Gods, alstublieft, geef ons de kracht onze zelfbeheersing niet te verliezen, want wij weten al wat nu gaat komen: ‘Zal ik 1 euro en 12 cent geven?’

NEE, GE MOET GEEN EURO EN TWAALF CENT GEVEN, LOMPE KOE. Het is veel gemakkelijker om 28 euro en 78 cent terug te geven dan om 30 euro terug te geven. Hoe is dat in ’s hemelsnaam mogelijk? Uiteindelijk blijkt ook deze mevrouw geen 12 cent meer te hebben.

Wat een man allemaal ondergaat als er vrouwen voor hem staan aan de kassa van de Carrefour, zullen wij later bespreken. Dat overtreft de Conventies van Genève. Maar, toegegeven: Darfur is ook erg, hoor. Die arme mensen. Ze hebben één geluk: geen last van mollen. Te weinig eten.

za 13 10

Als we Jos Bouveroux nog even laten roepen, zal Greet Op de Beeck er op de duur nog aan toegelegd hebben om Fientjes Hersentoer te mogen modereren. Het geheugen van Jos vertoont enkele grote gaten, wat voor een Vlaams-nationalist niet oncomfortabel is. Twee jaar geleden vond hij het ook niet oneerbaar dat Greet Op de Beeck interviews afnam van een minister met wie ze tafel en bed deelde. Vreemd genoeg werd diezelfde Op de Beeck de dag nadien wel uit zijn dienst verwijderd, omdat ze dus iets niet oneerbaars had gedaan.

Jos moest toen tot zijn woede vaststellen dat Greet hem vlakaf had belogen, maar dat is hij nu blijkbaar vergeten. In de kranten beweert Bouveroux dat Op de Beeck wel ‘de stomste mens ter wereld’ zou moeten zijn als ze zich in haar positie liet kopen door een kabinet van de Open VLD. Welnu, ze hééft zich laten kopen door een kabinet van de Open VLD, dat valt toch zelfs voor een VRT-hoofdredacteur niet meer te ontkennen. Ipso facto is ze dus volgens Bouveroux de stomste mens ter wereld. Geen wonder dat ze op Patrick Dewael valt.

door Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content