Over het leefloon, de term ‘allochtoon’ en een historische mijlpaal in het Noord-Ierse vredesproces.
1 Mensen die een leefloon ontvangen, hebben ook na de recente premiestijging een welvaartsachterstand van tien procent tegenover wie wel een job heeft. Dat zou ook te linken zijn aan de stijgende armoedecijfers, beweert oppositiepartij Groen!.
TOON OSAER: Het leefloon ís ontoereikend, maar dat is zelfs niet het enige probleem. Ik geloof Jan Vranken en Bea Cantillon van de Antwerpse Universiteit, wanneer zij stellen dat onze sociale bescherming langzaam maar zeker wordt afgebroken. Ik geef twee voorbeelden: onze pensioenen behoren qua koopkracht tot de laagste van Europa. De kinderbijslag gaat dezelfde weg op. En dat terwijl België toch een van de meest welvarende landen ter wereld is.
Het leefloon wordt her en der weleens ter discussie gesteld. Maak het niet te hoog, hoor je dan, want dan worden werklozen te weinig gestimuleerd om een baan te zoeken. Terwijl ik dan denk: is het niet bedenkelijk dat de minimumlonen zo laag liggen en we deze discussie überhaupt moeten voeren?
Het zal je maar overkomen dat je zonder werk komt te zitten, bijvoorbeeld omdat je door een ongeval gehandicapt wordt. Wie terugvalt op een leefloon, heeft wat mij betreft onverkort recht op een leefbaar leefloon. Da’s ook een ethische keuze: welk maatschappelijk project willen we en is er nog plaats voor solidariteit? Christenen hebben hierin trouwens een grote verantwoordelijkheid. Christus zei: wie de armen te eten geeft, geeft mij te eten.
Mensen zonder werk worden al te vaak voor profiteurs versleten, vooral door anderen die hun situatie, die vaak erg schrijnend is, niet kennen.
2 Iran arresteerde vorige week vijftien Britse matrozen omdat zij zich zonder toestemming in Iraanse wateren bevonden, aldus Teheran. Groot-Brittannië ontkent dat en bevroor de diplomatieke relaties met Iran, dat een nieuwe blaam van de VN mag verwachten.
OSAER: Op zich is dit een eerder banaal incident, dat je vooral moet zien in het kader van de aanhoudende psychologische oorlogsvoering tussen Iran en het Westen. De Iraanse leiders hebben nu deze showopvoering nodig voor intern gebruik. Met hun kernprogramma lagen ze op ramkoers met het Westen, maar nu ze daar enkele toegevingen in gedaan hebben, willen ze hun bevolking de boodschap geven dat Iran een ferme en onverschrokken natie blijft die nooit plooit voor buitenlandse druk. Teheran roept hardop: ‘Kijk, wij durven zelfs de Britten schofferen. Want wij zijn werkelijk van niemand bang.’ Een land dat internationaal zo geïsoleerd staat als Iran, maakt soms rare bokkensprongen.
Anderzijds kun je er niet omheen dat dit toch ook weer een klap is voor de internationale diplomatie. De druk van de Verenigde Naties heeft blijkbaar echt weinig impact op Iran en dat illustreert toch ook de machteloosheid van de internationale gemeenschap. Ik vind dat we daar met z’n allen falen. Als de VN niet langer algemeen bekeken wordt als dé mondiale scheidsrechter, dan is dat de verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen.
3 Open VLD gaat in haar communicatie de term ‘allochtoon’ consequent vervangen door ‘nieuwe Vlaming’. ‘Het taalgebruik van onze publicaties mag geenszins stigmatiserend werken voor specifieke individuen’, klinkt het bij de Vlaamse liberalen.
OSAER: Op zich lijkt dit een mooi en edel initiatief. Maar ik geloof niet dat het echt iets zal uithalen. De term ‘allochtoon’ zal in sommige situaties inderdaad wel stigmatiserend werken. Maar het echte probleem, de discriminatie zelf, die zit natuurlijk dieper. En gelooft men werkelijk dat die discriminatie zal verdwijnen zodra we een ander taallabel gebruiken? Ik heb ook een probleem met de term die men nu voorstelt. Hoe lang kan je iemand van buitenlandse origine die hier is komen wonen ‘nieuw’ noemen, zonder dat het belachelijk gaat klinken?
Om tot echte integratie te komen, is volgens mij niks zo belangrijk als de taal. En daar moeten we in België nog hard aan werken. Het kán toch niet zijn dat allochtone leerlingen na hun lagere school al met een gigantische taalachterstand kampen, die ze misschien zelfs nooit meer kunnen inhalen. Dat mogen we toch gewoon niet laten gebeuren. De arbeidsmarkt is dan de volgende stap. De attitudes van bepaalde allochtonen moeten worden aangescherpt, maar tegelijk moeten er ook echte kansen komen voor die mensen. Wie merkt dat zijn inspanningen niet lonen en dat ze je gewoon niet willen op de arbeidsmarkt, haakt natuurlijk vroeg of laat af, en neemt die ervaring ook weer mee naar zijn gemeenschap. Dat is een vicieuze cirkel die we dringend moeten doorbreken.
4 Een historische mijlpaal in het Noord-Ierse vredesproces: de protestantse dominee Ian Paisley (DUP) vormt een regering met het katholieke Sinn Fein van Gerry Adams. Binnen afzienbare tijd zou dit akkoord moeten leiden naar Noord-Iers zelfbestuur.
OSAER: Twee gezworen erfvijanden die de handen in elkaar slaan: dit is een bijzonder hoopgevende gebeurtenis, zo vlak voor Pasen. Ik onthoud vooral het commentaar van Paisley en Adams. ‘We gaan doen wat de mensen willen’, hoorde ik ze zeggen. De druk van onderen uit doet zelfs de meest onverzettelijke scherpslijpers plooien. Dat is in essentie het verhaal achter dit succes: jarenlang hebben de mensen aan de basis aan verzoening gewerkt, tot de politieke leiders overstag gingen. Dit is de overwinning van alle mensen van goede wil die tot in de kleinste Noord-Ierse parochies zijn gaan pleiten voor wederzijds begrip. Vanzelfsprekend was dat niet, want zowat elke Noord-Ierse familie is op een of andere manier betrokken bij dit conflict.
De Noord-Ierse kwestie was natuurlijk al lang geen louter religieuze strijd meer. Discriminatie en sociale achterstand speelden ook een grote rol. Ik wil ook even aanstippen dat de media een lovenswaardige rol hebben gespeeld bij het oplossen van dit conflict. Men heeft het extremistische gedachtegoed bewust aan de kant geschoven en zij die aan verzoening werkten, werden luid gehoord. Zo zijn de mensen er langzaam van overtuigd geraakt dat extremisme hen geen oplossing en geen toekomst te bieden heeft. En uiteindelijk zag iedereen in dat men gemanipuleerd werd om een strijd te voeren die al lang de hunne niet meer was.
5 De regering dient een wetsvoorstel in dat agenten van de Staatsveiligheid en van de militaire inlichtingendienst toelaat om in het kader van hun opdracht bepaalde misdrijven te begaan. Verder wordt de parlementaire controle op de inlichtingendienst afgebouwd.
OSAER: We moeten niet naïef zijn. Er zijn bedreigingen die we wel degelijk serieus moeten nemen en waartegen we ons moeten beschermen. Eigenlijk blijft enkel de vraag: heiligt het doel de middelen? Je zou het een ethische kwestie kunnen noemen: tolereren we dit kwaad, als het een groter kwaad bestrijdt? Op dit moment kan het antwoord op die vraag ‘ja’ luiden, maar je moet het wel altijd ter discussie blijven stellen. En dat is men blijkbaar niet van plan. Want men geeft de inlichtingendiensten meer bevoegdheden en tegelijk bouwt men de controle af.
Natuurlijk moeten geheim agenten soms dingen doen die je van gewone mensen niet kunt tolereren. Dat ze afluisteren bijvoorbeeld, is iets dat onder bepaalde voorwaarden ongetwijfeld toelaatbaar is. En dat ze onder sommige omstandigheden niet altijd voor een rood licht kunnen stoppen, daar zal ook wel niemand over vallen. Maar alsjeblieft: hou daar wel democratische controle op, want ik denk dat uitzonderlijke bevoegdheden snel kunnen escaleren tot wangedrag. Ik begrijp dat onze inlichtingendiensten performanter willen werken en dat ze steeds min of meer in de schaduw moeten opereren. Maar wat als zij bepaalde grenzen overschrijden, zoals hun Amerikaanse collega’s bijvoorbeeld doen in Guantanamo Bay?
6 De huwelijksproblemen van Freya Van den Bossche (SP.A) haalden vorige week de kranten, wat opnieuw vragen oproept over de nieuwswaarde van de privacy van politici. Ervaringsdeskundige Patrick Dewael (Open VLD) zwoer ondertussen nooit nog over zijn privéleven te vertellen.
OSAER: Ik vind dat wat in het privéleven gebeurt altijd omzichtig moet worden behandeld. En dat geldt wat mij betreft net zo goed voor politici, BV’s of de man in de straat. Maar we leven nu in een maatschappij die daar blijkbaar minder waarde aan hecht. In een Engels katholiek weekblad las ik daar laatst een interessante verklaring voor: het zou liggen aan de versplintering en het anoniemer worden van de maatschappij. Het is moeilijker geworden om te roddelen over de dochter van de bakker, omdat we haar gewoon niet meer kennen en ook niet meer weten wat zij allemaal uitsteekt. Maar het voyeurisme en het verlangen om te roddelen zit blijkbaar wel nog steeds in ons en het wordt nu geprojecteerd op bekende mensen wier privéleven men in de media uitspit.
Uitzonderlijk kan het privéleven van een politicus relevant zijn, maar als regel zou ik toch stellen dat journalisten hier met een wijde boog omheen lopen. Van de andere kant kun je ook argumenteren dat veel politici oogsten wat ze gezaaid hebben. Wie Dag Allemaal uitnodigt voor gezinskiekjes op de trappen van zijn villa, moet later niet verbaasd opkijken dat journalisten er ook over schrijven als het thuis wat minder loopt. Soms gebruiken politici hun gezinsleven om hun eigen populariteit aan te zwengelen.
samengesteld door jef van baelen